Wat was de VOC? VOC staat voor: Verenigde Oost-Indische Compagnie. Het was in de 17e en 18e eeuw de grootste handelsonderneming ter wereld: met een vloot van meer dan honderd schepen, duizenden werknemers, tientallen kantoren in Azië en zes vestigingen in Nederland, te weten de “VOC-kamers” in Amsterdam, Enkhuizen, Hoorn, Rotterdam, Delft en Middelburg. Nadat Nederlandse kooplieden vanaf omstreeks 1590 werden buitengesloten van de lucratieve handel van de Portugezen op Azië, besloten enkele Amsterdamse kooplieden het Portugese monopolie te doorbreken. Zij organiseerden in 1595 de “eerste schipvaart” naar Azië. Andere Nederlandse kooplieden volgden dit voorbeeld. In vijf jaar tijd zeilden 65 schepen in 15 vloten naar Azië. Dit leidde tot grote onderlinge concurrentie. De Staten-Generaal besloten in te grijpen en dwongen de kooplieden hun krachten te bundelen en samen te werken. Dit leidde tot de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Op 20 maart 1602 verleenden de Staten-Generaal een octrooi aan de VOC. Dit hield in dat de VOC het alleenrecht kreeg voor de handel op Azië. Op de reis naar Azië gingen niet alleen handelsgoederen maar ook gebruiksgoederen mee: zowel textiel, wijnen en verfstoffen als voedsel, water, gereedschappen, onderdelen en munitie. Het belangrijkste deel van de lading was echter goud en zilver waarmee in Azië diverse goederen konden worden gekocht. De reis naar Azië duurde gemiddeld acht maanden. Batavia, het huidige Jakarta, was de hoofdvestiging van de VOC in Azië en het centrum van een uitgebreid handelsnetwerk. Er werd door de VOC namelijk ook op ruime schaal regionaal handel gedreven. In China werd bijvoorbeeld zijde gekocht, die in Japan weer werd verkocht tegen goud en koper. Dit ging weer naar India waar het geruild werd voor textielproducten die op de Molukken weer werden verhandeld tegen specerijen. Later werden ook koffie, thee en suiker belangrijke handelsproducten. Vanuit Batavia werden de goederen naar Nederland verscheept. Op de terugreis werd op Ceylon (nu Sri Lanka) vaak nog kaneel gekocht. Twee eeuwen lang heeft dit enorme handelsbedrijf bestaan. Maar aan het eind van de 18e eeuw ging het minder goed met de handel. Dit kwam door de harde concurrentie en de oorlog met Engeland. In 1975 werd de VOC opgeheven.
De bemanning In de periode van 1610 tot 1770 waren er gemiddeld zo’n 22.500 zeelieden werkzaam op de VOC schepen. Een zeeman ontving slechts een derde tot de helft van het loon van iemand die aan wal werkte. Vaak was het erg moeilijk om, als vader op zee zat, het hoofd boven water te houden. Het voordeel voor de zeeman zelf was dat hij (op het schip) ’gratis’ onderdak en voedsel kreeg.
Navigatie Voordat je als stuurman of schipper een reis mocht maken kreeg je eerst een opleiding om te leren hoe je de weg moest vinden op zee. Men kreeg een set landkaarten en allerlei navigatie instrumenten, zoals een kompas een log, een zandloper en een graadstok. Het belangrijkste van alles waren natuurlijk de kaarten. Een kaar voor op de volle zee noemde men een overzeiler en een kaart voor de kusten een paskaart. Op de kaarten tekende de schipper elke dag aan waar hij dacht te zijn. Het kompas werd gebruikt te zien in welke richting het schip voer, maar ze waren niet altijd even nauwkeurig. Met de log en de zandloper werd de snelheid van het schip gemeten. Door de hoogte van de sterren te meten met een graadstok ook wel octant genoemd werd bepaald wat de noord-zuid positie van het schip was.
Lading Uit Europa vertrokken de schepen met een lading die bestond uit: Edelmetaal: dit bestond uit stukken zilver, goud en koper, in muntvorm. De gouden en koperen munten gingen meestal naar India. Handelsgoederen: dit waren bijvoorbeeld textiel, linnen en wol. Ze werden vooral verkocht in: Japan, China, Perzië en aan rijke mensen in India. Verder werd wat wijn en bier meegenomen. Er waren ook nog wat kleinere ladingen die bestonden uit: verstoffen, lood en luxe goederen. Gebruiksgoederen: deze mensen waren voor het VOC bedrijf in Azië, meestal waren dat goederen die daarginds niet of heel moeilijk te krijgen waren, bijvoorbeeld reparatiegoederen voor schepen zoals spijkers, masten, kabels en kompassen. Verder hadden ze nog wat inkt, kleding, potten en pannen. Ballast dit is om het schip zwaarder te maken zoals kanonnen en ankers. Er werd ook vaak grind en zand onder in het schip gestort. Het schip Batavia, wat overigens zonk, had als extra ballast bewerkte stenen bij zich.
Voedsel Er werd veel voedsel meegenomen dat lang houdbaar was. Ook werden appels gedroogde pruimen en kabeljauw of stokvis meegenomen. Tenslotte pekelde (zouten) men het voedsel. Ook namen ze bonen, erwten en scheepsbeschuit mee omdat dat niet snel bederft. Omdat het voedsel erg eentonig was en men te weinig vitaminen binnen kreeg, kregen mensen ziektes zoals scheurbuik. Ze konden water, wijn, bier en jenever drinken. De wijn was bedoeld voor de passagiers en de officiers. De bemanning kreeg elke dag een slokje jenever om de tanden te poetsen. Het water dat ook vrij snel bedierf, werd met de tanden op elkaar naar binnen gezogen, zodat men geen wormen binnen zou krijgen.
Geschiedenis van de Batavia De huidige Batavia is genoemd naar een historisch voorganger, die in 1628 in Amsterdam werd gebouwd voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Al op zijn eerste reis, is de Batavia op een rif voor de Australische westkust vergaan. Het eiland waar de Batavia verging heet tegenwoordig ‘Beacon Island’. Omdat op het eilandje voedsel noch water aanwezig was, besloot commandeur Pelseart om samen met enige officieren hulp te gaan halen in de stad Batavia op Java (het tegenwoordige Jakarta).
De bouw van de Batavia In 1985 is de herbouw van de historische reconstructie van de Batavia van start gegaan. Onder leiding van scheepsbouwmeester Willem Vos is in Lelystad door een wisselende groep jongeren aan het schip gewerkt. Voor de reconstructie van de Batavia is gebruik gemaakt van tal historische bronnen, zoals archiefstukken, 17e eeuwse bouwbeschrijvingen, prenten, schilderijen enzovoort.
Republiek der verenigde Nederlanden De verenigde Oost-Indische compagnie was een handelsvereniging, vooral door de bemoeienis van Oldenbarnevelt tot stand gekomen door samensmelting van de beconcurrerende zogenaamd voorcompagnieën. Het octrooi van handelsmonopolie voor het gebied tussen Kaap de Goede Hoop en Straat Magalhães, door de Staten generaal op 20 maart 1602 aanvankelijk voor de tijd van 21 jaar verleend, werd later telkens verlengt. De Compagnie bestond uit zes kamers (Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn, Enkhuizen). Het kapitaal, waarvoor alle mensen van de Republiek konden deelnemen, was circa 6,5 miljoen gulden. De leiding van de zaken was opgedragen aan zogenaamd bewindhebbers. Amsterdam had binnen de VOC een groot overwicht, maar in het college van de Heren Zeventien, waaraan het centrale bestuur was toevertrouwd, niet de absolute meerderheid van stemmen. In de landen waarmee de VOC handelsbetrekkingen waren aangeknoopt, was zij gemachtigd verdragen te sluiten, forten te bouwen en ambtenaren aan te stellen. Een centrale leiding ontbrak maar tot 1609 de Heren Zeventien besloten een gouverneur-generaal aan te stellen en een raad van Indië op te richten. De eerste gouverneur-generaal werd benoemd Pieter Both. Jan Pieterszoon Coen Jacrata veroverde Batavia en stichtte Jakarta. De compagnie was in de eerste plaats een handelslichaam. Op de specerijen van de Molukken, waarvan de VOC na 1650 het monopolie had, werden in verhouding de grootste winsten behaald.
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
goed werkstuk!!!! doeiiiiii
22 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
hoi esther
hahah jah ik heet zelf ook esther
bedankt voor je verslag!
esther
22 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Hoi Esther
Echt een super werkstuk joh, ik heb er veel aan gehad!
Thanks!
Aline
21 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
eey mooi werkstuk kon ik goed gebruiken bedankt..
19 jaar geleden
Antwoorden-.
-.
Heeiii echt een super werstuk!! Heb er heel veel aan gehad. Zit nu in 2e kas Havo en heb een 9 gekregen voor mijn werkstuk (Ja,, het ging ook over de VOC)
Harstikke bedankt!!!!!!
Chanel
11 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Mooi werkstuk
9 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
jammer dat er geen inleiding bij zit
9 jaar geleden
Antwoorden