Inleiding.
Servië-Montenegro is wat resteert van het voormalige Joegoslavië. Deze staat op de westelijke Balkan bestond van 1918 tot 1992. Toen in 1992 vier van de zes deelstaten zich besloten los te maken (Slovenië, Bosnië, Kroatië en Macedonië) spraken Servië en Montenegro af om samen door te gaan als de Federale Republiek Joegoslavië. Op dit moment wil de Servische provincie Kosovo, waar veel Albanezen wonen, onafhankelijk worden. Op dit moment gaat het heel erg slecht met het land, de democratie is niet zo democraties als dat het zou moeten zijn, er is sprake van manipulatie en corruptie en de economie is een puinhoop. Door de NAVO bombardementen is ook het milieu er slecht aan toe. Maar je kunt wel stellen dat het steeds beter gaat met Servië-Montenegro.
Geografische gegevens van Servië-Montenegro.
Servië-Montenegro ligt in Zuidoost-Europa tussen Albanië en Bosnië-Herzogewina en grenst aan de Adriatische Zee op de coördinaten 44 00 n en 21 00 O. Servië-Montenegro grenst aan Albanië, Bosnië-Herzogewina, Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Macedonië en Roemenië. De oppervlakte van Servië-Montenegro is 102.350 vierkante kilometer, waarvan 214 km² water. Servië-Montenegro is daarmee bijna 2,5 keer zo groot als Nederland.
Het landschap van Servië-Montenegro is zeer gevarieerd. In het noorden zijn vruchtbare vlakten. Zuid-Servië en heel Montenegro zijn bergachtig. De hoogste top ligt in het Kopaonik-massief (Daravica, 2656 meter). In totaal zijn er 10.6 miljoen mensen woonachtig in Servie-Montenegro.
Klimaat
Servië-Montenegro heeft in het binnenland een landklimaat met koude winters en hete zomers en aan de kust een mediterraan klimaat met hete droge zomers en relatief koude winters met soms hevige sneeuwval.
De neerslag is gelijk verdeeld over alle seizoenen. De bergstreken zijn aanmerkelijk natter dan de vlakten.
Planten en dieren
Planten
De Donau-vlakte is een vruchtbaar landbouwgebied met uitgestrekte korenvelden en wijngaarden op de heuvels langs de oevers. Verder naar het zuiden worden vlas, hop en hennep verbouwd en levert de bodem goede oogsten aan paprika\'s en tomaten op. Belangrijk is ook de teelt van zonnebloemen. De flora in de berggebieden heeft in de poreuze kalkbodem weinig houvast en onvoldoende vochtopname. Veel voorkomend zijn lage struikgewassen als de sibljak.
Dieren
Het nog nauwelijks bewoonde berggebied is moeilijk doordringbaar. Hierdoor is er nog leefruimte voor gemzen, edelherten, vossen, katachtigen, wilde zwijnen, reptielen, wolven en een handvol beren. Grote gebieden genieten bescherming als nationaal park of natuurreservaat. Servië 1903 – 1919
In 1903 kwam met de moord op de gehate koning Aleksansar een einde aan de Obrenović dynastie. Servië was nog steeds een land van arme boeren, dat gebukt ging onder een dictatuur, politieke instabiliteit. De nieuwe koning Petar Karadorević (1903-1821) deelde de macht met een liberale regering, die zich door haar anti Oostenrijkse politiek erg populair maakte. Wenen maakte zich ongerust over het groeiende succes van de Zuid-Slavisch nationalisten onder de Kroaten, Slovenen en Serven. Zij zagen in Servië het land dat hen kon verenigen in 1 grote Zuid-Slavische staat. Tijdens de Balkan oorlog van 1912- 1913, nam Servië, Kosovo, Noord- Macedonië en Sandžak in. Op 28 juni 1914 vermoordde de Bosnisch-Servische nationalist Gavrilo Princip in Sarajevo de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand. Oostenrijk viel Servië aan en enkele weken later was Europa in oorlog. Aangezien Servië deel uit maakten van de geallieerden toen de oorlog was afgelopen, kreeg Servië tijdens de vredesverdragen van Parijs delen van het Habsburgse rijk, omdat hier veel Serven woonden.
Montenegro.
Montenegro heeft vanaf de middeleeuwen (hetzij met enkele tussenpauzen) deel uitgemaakt van Servië. Nikola Petrović was van 1860 tot 1918 bezig met de modernisering van Montenegro. In 1912 kreeg Nikola zelfs de titel van koning. Tijdens de eerste wereldoorlog vluchtte Nikola naar Italië. In 1918 zetten de pro-serven in het parlement Nikola af, en ze kozen voor aansluiting bij Servië.
Het begin van Joegoslavië en het begin van de oorlog.
Op 1 december 1918 werd het koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenenen officieel benoemd. Alleen de Serven wilden dat de anderen hun godsdienst, leger en politieke cultuur overnamen. Dit zorgde al meteen voor spanningen. In 1921 werd Joegoslavië een unitaire staat. Minderheden werden onderdrukt. Hierdoor ontstond veel politiek geweld, waaraan de koning Aleksandar een eindde maakte, door in 1929 de grondwet te schorsen. In 1939 kreeg Kroatië autonomie. Met het beginnen van de Tweede Wereldoorlog viel Joegoslavië uiteen. Bosnië, Kroatië werden de onafhankelijke staat. Bosnië, Kosovo en West-Macedonië voegden zich bij Albanië, Montenegro kwam onder Italiaans toezicht en wat er overbleef van Servië kreeg een pro-Duitse regering. Maar dit riep verzet op. Onder leiding van Tito vochten communistische partizanen voor het herstel van Joegoslavië.Ze wilden een communistische staat, met als voorbeeld de Sovjet Unie. Op 29 november 1945 ontstond de voorlopige Federale Volksrepubliek Joegoslavië. De FRJ. Later werd hier nog het woordje Socialistisch aan voorgevoegd (de SFRJ). Tito volgde de richtlijnen van Stalin, tegenstanders werden geliquideerd. In de jaren ’50 werd het land echter meer liberalistisch geregeerd. Hiermee kreeg hij het volk achter zich. Joegoslavië bestond uit 6 deelstaten en 2 autonome provincies (Kosovo en Vojvodina). De grondwet die in 1974 gewijzigd werd, gaf aan die 2 provincies dezelfde rechten en bevoegdheden, alleen liet de staat dit niet echt toe. Hierdoor gingen alle staten elkaar alleen maar meer tegenwerken. Omdat Kosovo en Vojvodina deel uitmaakten van Servisch grondgebied, kreeg Servië steeds minder te zeggen in dat gebied. Ze voelden zich bedreigd door deze ‘Albanizering’ van hun cultuur en ze beschouwden dit als discriminatie van de samenleving.Toen ook nog Kosovo moeilijk begon te doen (die eisten in 1981 dat hun provincie een aparte republiek werd), trad de politie hard op.Daarbij kwam ook nog dat Servië altijd ontvertegenwoordigd is geweest in bestuursinstellingen en openbare functie. Dit is waarschijnlijk het begin van het einde van Joegoslavië geworden. Na de dood van Tito in 1980 kon niemand de losgeslagen deelstaten meer in de hand houden. Hierdoor sloeg de economische crisis nog verder toe. Hier komt Slobodan Milošević op het toneel. Hij wilde Joegoslavië opnieuw decentraliseren. Hij beloofde ook een einde te maken aan de discriminatie en genocide, waar de Serven in Kroatië en Bosnië onder gebukt gingen. Deze ideeën spraken veel mensen aan, waardoor hij in 1989 president van Servië werd. Onder leiding van Milošević werden de regeringen van Kosovo, Montenegro en Vojvodina gedwongen om af te treden.Het verzet werd de kop ingedrukt en de autonomie werd beperkt. In december 1990 won de partij ( de Socialistische partij van Servië) van Milošević met 2/3 van de zetels de verkiezingen. Toen had hij helemaal vrij baan. Als reactie hierop stapten Slovenië en Kroatië uit de communisten bond, in 1990, en in 1991 stapten ze ook uit de SFRJ. Later kozen Kosovo, Bosnië en Macedonië hier ook voor. Montenegro kreeg dit niet voor elkaar, want Servië wilde Montenegro houden, om hun grondgebied te vergroten. Montenegro vormde toen samen met Servië de nieuwe federale Republiek Joegoslavië.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
wat is de meest gemaakte auto in montenegro
12 jaar geleden
Antwoorden