Ridders & kastelen

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 2123 woorden
  • 6 juli 2007
  • 248 keer beoordeeld
Cijfer 6
248 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel
Inhoud

1. Voorwoord
2. Wat is een kasteel?
3. Wat zijn ridders?
4. Toernooien
5. Het leven in een kasteel
6. Wapens & uitrusting
7. Aangevallen
8. Weetjes
9. Slot\Bronvermelding

Ik vind geschiedenis leuk, vooral de tijd waarin er ridders waren.
Ik houd dit onderwerp over ridders en kastelen om er meer over te weten te komen omdat ik er nog niet veel van wist. Ik heb een paar weken geleden ook een oud kasteel bezocht. Namelijk het kasteel Ammersoyen. Ook ben ik vorige week naar het Archeon geweest. Daar werd een riddertoernooi nagespeeld. Ik vond dat interessant.
Ik hoop dat u het een mooi werkstuk vindt.
Ik heb er veel van geleerd ik hoop dat u er ook veel van leert.

Een kasteel is een groot gebouw dat door een kasteelheer is gebouwd.
Meestal met een gracht. Men bouwde eerst een stenen toren. (Een donjon.) Later werden er allerlei gebouwen en muren aan vastgemaakt. De muren van een oud kasteel zijn soms wel 3 meter dik. De trappen naar de volgende verdieping zijn in deze muren gebouwd. De kastelen werden op bijzondere plekken in het land gebouwd: langs rivieren, langs grenzen van gebieden. Hierdoor kon men een gebied verdedigen en er belasting heffen. Er leven op het kasteel heel veel mensen: de kasteelheer, kasteelvrouwen, hofnar, ridders, soldaten, bisschop, edelmannen, non, koopman, valkeniers, lijfeigenen, schildknapen, slotvoogd, min, hofdame, smid, stalknecht, page (jongen die bij een ander kasteel in leer was voor een ridder), muzikanten, priester enz… oftewel er leven veel mensen.

Het belangrijkste is dat de kasteelheer het kasteel moet beschermen tegen vijanden die het kasteel wilden veroveren. Want als je een kasteel aanvalt en wint, plunder je het kasteel leeg en heb je weer geld.
Als je geld hebt kun je je eigen kasteel pas weer verder bouwen want het bouwen gaat zo:
Als iemand een kasteel wil bouwen hij bouwt alleen het hoofdgebouw dan is zijn geld op daar na wacht hij tot dat zijn zoon of dochter genoeg geld heeft en die erft het kasteel en bouwt bijvoorbeeld de muren. Als zijn/haar geld ook op is wacht hij/zij weer tot hun kinderen weer geld hebben en zo kan het een paar generaties doorgaan.

Ridders zijn soldaten die voor een kasteelheer vechten en soms een eigen kasteel hebben.
Die soldaten zijn tot ridder geslagen ze waren eerst schildknaap of een page.
Bij de ridderslag krijgen ze sporen en hun zwaard.
Soms als cadeau van zijn familie of van zijn kasteelheer.
Soms wordt de schildknaap bij een gevecht tot ridder geslagen als hij zich erg moedig had gedragen.
Het harnas moest hij zelf laten maken door de smid van het kasteel.
Een ridder was veel belangrijker dan een soldaat want tijdens een gevecht werden de gewone soldaten dood gestoken, terwijl ze de ridder meenamen als gijzelaar. Ze konden dan later geld om hem vragen.

Toernooien werden gehouden om het vermaak en soms om te wedden geld of de strijd om een vrouw tussen kasteelheren.
De eerste toernooien werden rond 800 gehouden dat waren massagevechten.
Later heten dat mêlee.
Een toernooi begint met ridders te paard die gaan steken.
Eerst maken ze een ronde in de ring dan zeggen ze tegen wie ze willen vechten.
Dan gaan ze tegen over elkaar staan met een grote lans en rijden naar elkaar en proberen van het paard af te stoten.
Als alle steek gevechten afgelopen waren dan kwam er mêlee. Iedereen had een knuppel of zwaard en wie het langste nog mee deed, had gewonnen.
En er zijn ook toernooien tussen soldaten die gewoon op de grond vechten met zwaarden.

Het leven in een kasteel was erg zwaar behalve als je adel was dan had je mensen die voor je werkten.
In de kastelen waren geen ramen. Ze hadden nog geen glas in die tijd dat voor ramen gebruikt kon worden. Daarom maakten ze in de 3 meter dikke muren smalle openingen waar door er licht in het kasteel kwam. Om zoveel mogelijk licht te hebben, bijv. bij het handwerken, maakten ze banken in de muur bij het raam. In een kasteel hadden ze ook geen verwarming. In de belangrijkste zalen zoals de ridderzaal en de kemenade, was een grote open haard gebouwd.
Bij de haard stonden omkeer banken. Dit zijn banken met een zitting en een leuning en die leuning zat los zodat als je rug koud werd hoefde je niet de hele bank te draaien maar je hoefde alleen de leuning naar de andere kant te draaien.
Boven het vuur waren gaten gemaakt voor balken waar je een spies op kon leggen en een varken aan kon roosteren.
De kemenade is een kamer die alleen door de vrouwen en kinderen werd gebruikt.
De kemenade komt aan zijn naam door de schoorsteen van de haard. Schoorsteen is in het Latijn: Caminada.
De meeste mannen waren vaak buiten bezig met jagen als ze binnen waren zaten ze vaak in de ridder zaal.
Dat is een grote zaal waar altijd feesten werden gehouden en er werden ook rechtspraken gedaan. De boeren moesten werken voor de kasteelheer zodat ze bescherming hadden als rovers het land gingen plunderen. Maar daar voor moesten ze wel een deel van de oogst geven.
De monniken waren de enigen in het kasteel die konden lezen en schrijven. Zij waren dan ook altijd bij een ridderslag en bij rechtspraken.

De meeste soldaten waren ook boeren. Als je eindelijk een kasteel had belegerd en wachtte tot ze zich zouden over geven. Gingen de boeren weg en had je nog maar een klein legertje over dan moet je je snel terug trekken.
De nar was een belangrijk iemand net als de minstreel wand er was meestal niet veel te doen als ze er waren was het meestal ook feest.
Zo ziet het leven er uit van een jongen:
Kinderen 3 tot 5 jaar waren nog bij hun moeder of oppasser.
De kinderen van 5 tot 7 jaar speelden gewoon.
De kinderen die 7 jaar oud waren werden naar andere kastelen gestuurd om daar te leren hoe ze ridder moeten worden, een page dus.
Op 14 jarige leeftijd werd je schildknaap van een ridder.
Als hij 18 was geworden werd hij geridderd de nacht daar voor bracht hij biddend de nacht door in de kapel. (Soms slapend.)
Als hij tot ridder werd geslagen kreeg hij zijn zwaard en sporen.

Wapens
Er waren veel verschillende wapens zoals: zwaard, dolk, morgen ster, kruisboog, handboog met pijlen, strijd bijl, hellebaard, speer en kanonnen na de 14e eeuw.
Er waren ook heel grote wapentuigen zoals: mangneel een kleine katapult, blijde een grote katapult installatie, belfort dat is een rijden de toren waar mee je op de muren kan komen met een loopplank, stormram daarmee kon je de poort mee open rammen en grote kanonnen.

Uitrusting
In de 12e eeuw bestond de uitrusting uit een maliënkolder en een opperkleed met een helm en sporen.
Rond de 13e eeuw was het een maliënkolder en daar over heen ijzeren
Beenbeschermers, borststuk, armbeschermers en helm.
Rond de 14e eeuw bestond het uit een heel harnas en daar onder een maliënkolder.
Een heel harnas woog tussen de 20 en de 25 kilo.
Het lijkt lastig te bewegen maar je kan er redelijk goed in bewegen wand het is erg soepel. Het bracht veel bescherming tegen zwaarden en knotsen maar het kon niet tegen schichten, dat zijn pijlen van kruisbogen met ijzeren punten en tegen gerichte handboog pijlen was het ook niet bestand.

Een maliënkolder is een vest van ijzeren ringetjes. De gaatjes zijn zo klein dat een pijlpunt er niet doorheen kan. Het vest weegt ongeveer 7 kg. Dit vest wordt soms ook onder het harnas gedragen. Voor anderen is de maliënkolder de enige bescherming die ze aan hebben.

Het is ochtend ridder Roderick wordt wakker en roept zijn schildknaap en vraagt:”Wat is dat voor lawaai buiten?” “Geen idee ik kom net uit mijn bedstee, ik ga even op de muur kijken wat er is.” Terwijl Roderick zich aankleedt hoort hij opeens schil gefluit en kreten. Dan komt opeens zijn schildknaap binnenstormen. Hij schreeuwt trek uw harnas aan, we worden belegerd. Door wie? Vraagt Ridder Roderick. Ik zie vaandels van de hertog van Gelre” zegt de schildknaap. Roderick beveelt zijn knecht om alle mannen die in het kasteel zijn gewapend bij elkaar te roepen. Ook moet de schildknaap de poortwachter opdracht geven om zoveel mogelijk boeren en hun gezinnen en hun vee binnen het kasteel te laten. Roderick zal zelf bevel geven wanneer de ophaalbrug omhoog moet. Roderick; schreeuwt de schildknaap nog na: Oh ja, stuur zo snel mogelijk een bode naar de graaf van Holland, zodat hij ons kan helpen en geef hem het snelste paard mee. Roderick vraagt ook aan de priester van het kasteel die net komt aanlopen om een briefje te schrijven aan de graaf van Holland. Dit briefje moet hij in een kokertje doen en aan de poten van een duif binden. Zo zal de graaf van Holland op twee manieren gewaarschuwd worden.
De vrouw van de ridder gaat naar de binnenplaats en roept alle vrouwen en kinderen bij elkaar. De kinderen moeten gaan zorgen voor het vee dat de boeren meenemen. Ze doen ze in hokken op de binnenplaats. Eén varken wordt apart gehouden van de rest. Dit varken zal het langst in leven worden gehouden, zodat de vijand steeds het varken hoort knorren en denkt dat er nog genoeg te eten is in het kasteel. De vrouwen gaan met potten en vuur in de weer. Ze maken ketels met hete teer klaar om vanaf de muren naar beneden te gooien. Ook verzamelen ze de stokken met een vertakking aan het einde om de ladders weg te kunnen duwen.

Als de laatste boer met zijn gezin binnen is laat Roderick de ophaalbrug omhoog halen en het valhek in de poort zakken. Hij beveelt de boeren om de poort te versterken met houten balken en stenen. Inmiddels hebben de ridders en alle anderen die kunnen vechten zich op de muren geplaatst. Ook in de ronde torens op de vier hoeken van het kasteel zijn boogschutters achter de vensters gezet.

Zij kunnen dan langs de muren schieten en de vijand verhinderen om tegen de muur op te klimmen. Enkele kinderen zetten rieten schermen (pavais) op de
Muren, waarachter de verdedigers kunnen staan.

De vijand is steeds dichterbij gekomen en blijft op schootsafstand staan. De eerste tenten worden opgezet en katapults worden naar voren gereden. Plotseling komt er een man op een paard naar voren rijden tot aan de ophaalbrug. Hij heeft een witte vaan aan zijn speer. Het is de boodschapper van de hertog van Gelre. Ridder Roderick geeft bevel de ophaalbrug te laten zakken en zijn schildknaap naar de boodschapper te laten gaan.
De schildknaap komt binnen met de brief. Hertog van Gelre eist in deze brief overgave van het hele kasteel. Ridder peinst daar niet over en laat de boodschapper zeggen dat hij tot zijn laatste snik het kasteel zal verdedigen. Zo begint een langdurige strijd voor de verdedigers en de aanvallers. Hoe deze strijd is afgelopen vertelt de geschiedenis niet.

In dit hoofdstuk vertel ik allemaal weetjes.

-Wist u dat? Dat het bouwen van een kasteel wel 10 tot 20 jaar duurde.

-Wist u dat? Dat ridders vaak jaagden met valken en dat ze bijvoorbeeld van een
Gevangen reiger zijn kuif veren afsneden en ze dan weer loslieten.

-Wist u dat? Dat de meeste trappen struikeltrappen werden genoemd omdat de treden van hoogte verschillen en als de vijand naar binnen rent kennen ze de hoogtes niet en vallen weer naar achteren met een harnas van 20-25 kilo.

-Wist u dat? Dat een trap altijd rechtsom draaide zodat de soldaten die verdedigen dan makkelijker konden bewegen met hun zwaard en de ander niet.

-Wist u dat? Dat de gracht een stort plaats was van gebroken porselein.

-Wist u dat? Dat er ook plons plee was dat komt door dat het naar beneden viel in de gracht.

-Wist u dat? Dat de kapel het mooiste gebouw was van het kasteel.

-Wist u dat? Dat als er brand was dat het hele kasteel verloren was want alle vloeren waren van hout.

-Wist u dat? Dat een hellebaard een strijdbijl was op een stok.

-Wist u dat? Dat een kruisboog moeilijk te laden was.

Dit is mijn werkstuk ik hoop dat u er veel van geleerd hebt, ik heb er in ieder geval van geleerd.ik heb dit er van geleerd de struikel trappen en dat een jongen van 7 alleen naar een ander kasteel moet om te oefenen om ridder te worden.
Ik vond het best wel makkelijk ook het opzoeken van informatie want als je bij veel kastelen bent geweest.

Bronvermelding
Ik mijn informatie uit dit boek:”Leven in de middeleeuwen kastelen. Schrijver Phillip Steele
www.kas-en-roos.nl
En ik heb veel kastelen bezocht.

REACTIES

L.

L.

Ik dacht niet dat CAMINADA schoorsteen betekent in het latijn

17 jaar geleden

A.

A.



dan weet je het nu wel

9 jaar geleden

_.

_.

goedzo ! dankje 4 this ! :)

10 jaar geleden

V.

V.

super handig bedankt

10 jaar geleden

A.

A.

saai, super saai.

9 jaar geleden

D.

D.

klopt niet

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.