Onderwijs rond 1900

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1772 woorden
  • 2 november 2002
  • 282 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
282 keer beoordeeld

Inleiding

Mijn onderzoek gaat het over het onderwijs rond 1900. Mijn hoofdvraag is: Hoe was het onderwijs rond 1900? Ook heb ik een aantal deelvragen gemaakt, waar ik het antwoord op ga zoeken. Dat zijn de volgende vragen: - Hoe was het gezag van de leraarkracht? - Welke rol speelde het geloof in het onderwijs? - Wat deed men allemaal in een normale schoolweek?

Ik heb hier een heleboel informatie over gezocht en heb geprobeerd zo goed mogelijk mijn vragen te beantwoorden. Ik hoop dat je na het lezen van dit werkstuk wat meer over het onderwijs weet rond de tijd 1900!

Hoe was het gezag van de leerkracht? Het lager onderwijs zag er rond 1900 heel anders uit dan tegenwoordig. Daardoor speelde de leerkracht ook een andere rol. Net zoals nu was elke leerkracht weer anders, de een is streng, de ander praat veel en weer een ander kan de klas niet aan. Maar wat rond 1900 wel bij bijna iedereen gelijk was, was de orde. Dit speelde een hele grote rol bij het onderwijs, alleen was de ene leerkracht er meer mee bezig dan de andere. Er waren meesters die altijd de orde bewaarden. Je mocht bij hen geen enkel geluid maken, zoals je voeten over de voetenplank schuren. Sommige waren juist weer soepeler, als je klaar was mocht je soms zelfs in een hoekje gaan knikkeren. Of zulke dingen konden hing natuurlijk ook er van af, of de meester een natuurlijke overwicht op de klas had. Alle leerkrachten moesten in het bezit zijn van een Akte van Bekwaamheid als onderwijzer. Deze examens werden 2 keer per jaar afgenomen en hadden een schriftelijk en een mondeling gedeelde. Ook kwamen er rond deze tijd ook onderwijzeressen in het lageronderwijs. Zij gaven het vak handwerken of gaven les in de laagste klassen. Net zoals nu waren er toen ook al straffen om het gezag van de leerkracht duidelijk te maken. Vaak was het ook allemaal nog iets strenger en kreeg je eerder een (erge) straf. Meestal waren het de gewone overtredingen zoals praten, draaien, uit de bank lopen, te laat komen, gekke bekken trekken enzovoort. Ook de spot met de leraar drijven kwam al voor, zoals een brutaal antwoord geven of karikaturen van de meester maken. De straffen die de leraar meestal gaf was in de hoek of op de gang staan, sommen maken of de nog steeds bekende strafregels. Achter de strafregels zat de gedachte dat als een kind vaak iets opschreef hij dit automatisch ging doen. Ook werden er toen lichamelijke straffen gegeven zoals slaan, knijpen en een kind laten knielen. De salarissen waren laag, maar er werd wel van de leerkrachten verwacht dat ze iets netter en chiquer gekleed gingen dan anderen. Ook moesten ze in een nette buurt wonen, omdat ze hier vaak niet genoeg geld voor hadden, hadden ze nog een bijbaantje. Ook aan de indeling van het lokaal kon je zien, dat ze leraar gezag eiste. Alles stond netjes en geordend en de hoge lessenaar voor in de klas liet de autoriteit van de meester zien. De leerkrachten waren dus wel wat strenger dan nu en eiste respect en gezag. Hoe de persoon dit deed, hing van zijn persoonlijkheid af. Orde speelde een grote rol en de kinderen hoorden altijd te luisteren naar de leerkracht. Straffen waren er volop en zelfs aan de indeling van de klas kon je de rol van de leerkracht zien. In het dorp of in de stad werd er ook van hem verwacht dat hij netjes gekleed ging en in een nette buurt woonde. De leerlingen moesten dus respect voor hun leraar hebben en anders werd er wel gezorgd dat ze dat kregen!

Welke rol speelde het geloof in het onderwijs? Informatie hier over vinden was best wel lastig. Gelukkig heb ik wel wat kunnen vinden ook al is het niet erg veel. Het geloof speelde in het onderwijs een grote rol. Rond 1900 waren er eigenlijk vooral christelijke scholen, maar rond de 20ste eeuw begonnen er ook meer openbare scholen te komen, die de christelijke deugden minder belangrijk vonden. Met christelijke deugden bedoelen ze het bidden aan het begin en het einde van de dag, het bijbellezen, het psalmen of andere kerkelijke liederen zingen. Maar bijv. ook het niet vloeken, niet pesten en ga zo maar door, dus de dingen die bij het christelijk geloof horen. Ook was er bij vakken zoals geschiedenis rekening met het geloof gehouden. Zo mochten er geen dingen gezegd worden die tegen de katholieken of protestanten waren. Alles moest voor hun acceptabel zijn. In 1900 werd de leerplicht wet ingevoerd en moest iedereen, ook de ‘pauperkinderen’ ( kinderen die niet naar school gingen, maar werkten) naar school. Ik heb gelezen dat vooral veel christenen daar tegen waren, omdat het getuigde van staatsbemoeienis en het de weg naar slavernij was. Dat mochten de scholen met de bijbel niet overkomen. En niet alleen om dat, maar ook omdat veel gezinnen financieel toch ook wel afhankelijk van hun kinderen waren. Die moesten wel mee werken om genoeg geld te verdienen, om het gezin te onderhouden. De leerplicht is wel gekomen, ook al scheelde het weinig, 50 stemde voor en 49 tegen. Een belangrijk man die tegen was en veel voor het christelijk onderwijs heeft gedaan is Abraham Kuyper. De hele zware christenen gingen zelfs na de leerplicht niet naar school. Het geloof speelde dus een best wel belangrijke rol in het onderwijs. De meeste scholen waren christelijk en dan werd er gebeden, gelezen en gezongen en in vakken werd soms het geloof ook naar voren gehaald. Veel van de christenen waren dus tegen de leerplichtwet en dat heeft ook veel te weeg gebracht. Een belangrijke man van het christelijke onderwijs was Abraham Kuyper hij heeft veel ingebracht in het protestants onderwijs

Wat deed men allemaal in een normale schoolweek? De schoolweken rond 1900 waren wel iets anders dan tegenwoordig. Het was ook allemaal iets saaier, met minder uitstapjes en leuke dingen. De vakken die je kreeg waren wel vaak vakken die je nu nog steeds krijgt. De belangrijkste taak van een leerkracht was om de kinderen te leren lezen. Dat is in de schoolwet het eerste verplichte leervak. Ook kwam er meer rond het lezen, zoals spelling, stijloefeningen en schrijven. Met stijloefeningen bedoel ik: “ Wat is een synoniem voor…….?” Maar ook andere vakken werden steeds belangrijk, zoals aardrijkskunde daarbij werden ze bekend gemaakt met een plattegrond. Ze begonnen bijv. met een plattegrond van het klaslokaal en zo langzaam verder. Maar het belangrijkste was toch wel de topografie van Nederland en de achtergrond van de Nederlandse koloniën. Geschiedenis was een vak dat om 1957 verplicht werd. Hierbij werd over de bijbelse – of de vaderlandse geschiedenis vertelt. Een vak dat de kinderen soms kregen was de kennis der natuur. Dit is eigenlijk natuurkunde, maar sommige leraren vonden dit geen leuk vak en gaven het niet. Zingen was ook een vak, dat na 1857 echt goed gegeven werd. Er waren zangboekjes op school en daarmee leerden ze soms ook gelijk noten lezen. Tekenen was vooral het natekenen van vierkanten, driehoeken en ga zo maar door. Lichamelijke oefening was heel anders als het nu bekende gym, het was door het lokaal heen marcheren op allerlei manieren, dus niet lekker tikkertje spelen. Maar het werd ook vaak helemaal niet gegeven. Ook werd natuurlijk het vak rekenen gegeven, dat leek best wel op het rekenen van nu. Ik heb namelijk ook gewoon hoofdrekenen, tafels en aangeklede vraagstukjes gehad. De vakken die ik nu heb gezegd werden dus eigenlijk altijd wel in een schoolweek gegeven. Het meest uitgebreid was schrijven, lezen en rekenen. Schrijven was ook heel anders dan tegenwoordig, je schreef namelijk met een kroontjespen, dit was best moeilijk om netjes mee te schrijven. Ook waren de lettervormen heel anders, en lastiger om onder de knie te krijgen. In hun vrije tijd, of in de pauze speelden de kinderen vaak buiten op het schoolplein of op de straat. Ze speelden dan knikkeren of tikkertje, of ze liepen of stelten. De schoolweek was dus wel wat saaier dan tegenwoordig. De vakken lijken erg op de vakken als nu, maar werden lang niet zo leuk gebracht als nu. Ook was er veel minder tijd voor leukere dingen, zoals gewoon eens gezellig een uitstapje maken. Heel af en toe ging je wel eens naar buiten om buiten in de natuur te kijken en je had heel erg geluk als je een echt reisje ging maken. Maar dit hing ook van de school en leerkracht af. Ik hoop dat je nu een beetje een idee hebt, wat er in een schoolweek gedaan werd. Ik heb het meer over de vakken gedaan en niet zo van op maandag deden ze dit en op dinsdag dit. Dit hangt ook helemaal van de leerkracht en school af dus dat kon ik niet doen.

De conclusie Dus het antwoord op de hoofdvraag: Hoe was het onderwijs rond 1900? Het lager onderwijs was rond 1900 wel anders dan tegenwoordig. De leerkracht was vaak iets strenger dan nu en er werd veel meer op orde gelet. Hoe er les gegeven werd hing van de leerkracht af. Een leerkracht moest in het bezit zijn van een Akte van Bekwaamheid als onderwijzer. Rond 1900 kwamen er langzaamaan steeds meer leraressen. Zij geven het vak handwerken of gaven les in de laagste klassen. Een leraar gaf ook al volop straffen, bekende straffen die we nu ook nog hebben, maar bijv. ook straffen die we nu niet meer tegenkomen zoals in de hoek staan of lichamelijke gestraft worden. De leraren waren erg autoritair en er werd gewoon respect voor de leraar geëist. Ook speelde het geloof een grote rol in het onderwijs. Sommige vakken waren ermee beïnvloed en op christelijke scholen werd er altijd nog gebeden, uit de bijbel gelezen en christelijke liederen zingen. Ook toen in 1900 de leerplicht wet werd ingevoerd waren er veel christenen die er tegen waren, omdat veel gezinnen financieel afhankelijk van hun kinderen waren en het de weg naar slavernij was. De schoolweken van de kinderen waren toch wel iets saaier dan nu. Het was veel naar de leraar luisteren en netjes je werk maken. Veel vakken van nu hadden ze toen ook al en in de pauze speelden ze ook al volop knikkeren en tikkertje. Je kon alleen geen leuke uitzending over bijv. de natuur op de televisie kijken. Ook werden er minder leuke dingen georganiseerd en waren er minder uitstapjes. Dit is mijn antwoord op de vraag, ik heb het samengevat omdat meer informatie in de deelvragen staat. Ik hoop dat je nu een beetje goed beeld van het onderwijs rond 1900 hebt, ik heb lang niet alles kunnen vertellen, maar heb alleen mijn deelvragen beantwoord.

REACTIES

D.

D.

julia sybren en hugo zijn een beetje getikt. maar bedankt ik heb veel geleert van deze site

13 jaar geleden

A.

A.

Bedankt, julle hebben me geholpen met mijn werkstuk.

12 jaar geleden

H.

H.

Leuk

9 jaar geleden

D.

D.

Hallo Anonieme werkstukmaker.
Je hebt goed je best gedaan op dit werkstuk.
Toch wil ik graag wat aanvullen. Kinderen speelden vroeger juist met heel verschillende dingen. Je had nog de hoepel, de tol en de knel, de bikkel, en tal van straatspelletjes waar je niet echt iets bij nodig had (denk aan tikkertje en verstoppertje en zo zijn er nog veel meer). Ze gebruikte hun fantasie om aan te vullen wat ze niet hadden. Ook deden ze vaak gevaarlijke dingen zoals aan een wagen of de tram hangen met een karretje of de fiets, vlotten bouwen en op de rivier varen, rond de treinrails en op bouwplaatsen spelen. Ze klommen overal op of onderdoor en gingen op onderzoek uit. Ze waren avontuurlijk! En ze maakten zelf ook dingen. Dat weet ik omdat ik veel kinderboeken uit die tijd gelezen heb en omdat het - toen ik jong was - ook nog zo was op straat. Thuis hadden we ook veel speelgoed, meer dan de kinderen rond 1900. Maar toen bouwden ze ook van alles, desnoods met boeken of andere dingen ipv blokken of lego.

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.