Scholieren tussen 13 en 17 jaar gezocht!

Doe mee aan dit korte onderzoek over statiegeld en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed

Meedoen

Onderlinge verhoudingen tussen de VS en Iran rond de gijzeling

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 2134 woorden
  • 11 februari 2003
  • 74 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
74 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Inleiding

Dit werkstuk gaat over de onderlinge verhoudingen tussen de landen Iran en de Verenigde Staten.
Op 4 november 1979 begon de gijzeling van 66 Amerikanen waarvan 52 mensen 444 dagen werden vastgehouden. De bezetting eindigde op de dag dat de nieuwe president van de VS, Ronald Reagan, werd benoemd. Dit was op 20 januari 1981. Hoe de gijzeling kon ontstaan en wat de gevolgen waren (en zijn) voor de wereld en de verhoudingen tussen de twee landen staat in dit werkstuk beschreven.

De Vraagstelling

De vraag en dus het doel van dit werkstuk is het antwoord te vinden op deze vraag: “Zijn de verhoudingen tussen de Verenigde Staten van Amerika en Iran veranderd door de bezetting van de Amerikaanse Ambassade in Teheran van 1979 tot 1981?”


De leiders van de twee landen

De Verenigde Staten: James Earl ‘Jimmy’ Carter (*1-10-1924)

Carters leven werd in een bepaald opzicht getekend door tegenslagen. In de periode waarin hij zich president van de Verenigde Staten mocht noemen, deden zich vele gebeurtenissen voor. De belangrijkste hiervan waren waarschijnlijk de slecht draaiende economie die resulteerde in een inflatie, de energiecrisis, de oorlog in Afghanistan en vijandigheden tegenover onder andere de Verenigde Staten in Iran.
In 1931 slaagde Carter voor zijn High School examen. Na enkele jaren meldde hij zich bij de Georgia Institute of Technology aan, om precies te zijn in 1942. Na ook hier zijn diploma te hebben gehaald, besloot hij zich aan te melden bij de US Naval Academy.
In 1946 trouwde hij met Elaenor Rosalynn Smith. In het jaar 1953 overleed zijn vader aan kanker. Hij werkte thuis op de boerderij en deed veel voor de gemeenschap in Plains. Bovendien raakte hij betrokken bij lokale forums, vanwaar hij benoemd werd tot senator van de staat Georgia. Daar bouwde hij een reputatie op van een taai en onafhankelijk werkend persoon, die veelvuldig de overheid aanviel op wetten die zwarten sterk benadeelden. Hij stond voor openheid en gelijkheid in burgerlijke rechten. Onder de zwarte bevolking was hij een populair man, onder veel witte mensen die voor de apartheid waren, des te meer een doorn in het oog. Zo ging hij tijdens de herverkiezingen voor Georgia governer ten onder tegenover een rivaal die pleitte voor apartheid. Zijn tweede poging, in 1971, was echter een schot in de roos. Tijdens deze verkiezingen verraste hij menig Georgia-burger met zijn uitgesproken tegen-apartheidscampagne.
Het hoogtepunt van Carter werd bereikt in 1977: na een spannende race met zijn republikeinse rivaal, wist hij de meerderheid van het Amerikaanse volk achter zich te krijgen, waarop hij zich president van één
van de machtigste staten ter wereld mocht noemen.

Iran: Rahoehallah Chomeiny (Khomeiny)(*24-9-1902 †3-6-1989)

Hij was de geestelijk leider van Iran. Hij kreeg een sji‘itisch-islamitische (religieuze) opleiding en verwierf zich als mollah (voorganger binnen de sji‘itische geloofsgemeenschap in Perzië(=oude naam voor Iran)) al spoedig een aanzienlijk grote groep volgelingen. In het begin van de jaren zestig kreeg hij de eretitel ayatollah (= teken van God).
Chomeiny was een fel tegenstander van sjah (=soort van koning) Mohammed Reza Pahlawi en was voor de regering van Mossadeq (1951–1953). In 1963 werd hij gearresteerd en verbannen. Vanuit Irak bleef hij pleiten voor de vestiging van een ‘ware islamitische staatsorde’ in zijn land. In 1978, toen de vooral door hem opgeroepen demonstraties tegen de sjah heel groot werden, werd hij door de regering van Irak tot ongewenst persoon verklaard en ging hij in Frankrijk wonen. Nadat de sjah begin 1979 zijn land had moeten verlaten, keerde hij na ruim vijftien jaar weg te zijn geweest als een soort van leider terug (1 febr. 1979). Hij benoemde een nieuwe regering, waaraan hijzelf niet deelnam; op de achtergrond hield hij echter stevig de macht in handen. Hij ontwikkelde de politieke vorm van de velayate faqih (het toezicht van een geestelijk leider op de politiek).
In de door hem uitgeroepen islamitische republiek werd de islamitische wet met grote strengheid ingevoerd. Zijn radicale antiwesterse stelling name en zijn streven naar ‘export van de revolutie’ bracht hem al snel in conflict met de Verenigde Staten en andere landen. Zijn radicale opvattingen waren de aanleiding van internationale crises (bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran, 1979–1981 en zijn oproep in 1989 aan alle islamieten de Britse schrijver Salman Rushdie te doden). Tot zijn dood toe bleef Chomeiny, hoewel hij de laatste jaren zelden meer in de openbaarheid trad, de machtigste man van Iran. Hoewel men in het buitenland in het algemeen tegenover zijn beleid stond, kon hij door zijn religieuspolitieke gezag en zijn persoonlijkheid in Iran zelf steeds op aanzienlijke steun rekenen.

De Verenigde Staten voor de gijzeling

Amerika was na de presidentsverkiezingen in 1977, waar Carter een meerderheid van de stemmen haalde, en men verder ging de apartheid af te schaffen. Ook begon de VS meer en meer invloed in de oliegebieden te krijgen. Men volgde natuurlijk ook alle dingen die in de wereld gebeurden op de voet. Veel in de wereld hing af van wat Amerika deed. Na de verloren Vietnam oorlog kwam het communisme in Zuidoost-Azie op. Dit tot onvrede van de VS die gewend waren de baas te zijn. Er was ook onrust in het land; de Watergate-affaire bezorgde in 1974 de aftreding van president Nixon. Amerika speelde politieagent van de wereld; ze traden op waar wat gebeurde en wat in hun ogen niet kon. Chomeiny was juist antiwesters en vooral anti-Amerikaans. Hij had dan ook een Islamitisch Republiek van Iran gemaakt. Met de nadruk op Islamitisch, hij streefde naar de ‘export van de revolutie’ daardoor kwam hij al snel in conflict met Amerika en andere westerse landen.

Iran voor de gijzeling

Iran was sinds het afzetten van de sjah in februari 1979 een Islamitisch republiek. Dit was opgezet door Rahoehallah Chomeiny die terugkwam uit ballingsschap nadat hij had in de jaren ’50 voor de regering van Mossadeq was (de regering van Mossadeq werd in 1953 door de Amerikaanse CIA ten val gebracht.) Hij was fel tegen de sjah. Die werd uiteindelijk in februari 1979 door zijn volgelingen afgezet waardoor Chomeiny na 15 jaar ballingsschap weer terugkwam en hij de leider van Iran werd. Voordat Chomeiny aan de macht kwam was er een sjah die alles regelde in het land deze sjah was een soort van dictator die sterk voor verwesterlijking was en dus goed viel bij de andere leiders. Maar in eigen land bleef hij omstreden. Extreem linkse en ook rechtse hielden niet van zijn manier van politiek voeren. De sjah hield dit behoorlijk goed verborgen door de geheime dienst SAVAK. Het kwam door de in het buitenland studerende Iraniërs dat de situatie in het land aan het licht kwam. Doordat er een demonstratie van Chomeiny-aanhangers in de heilige stad Qom was geweest, kwam er onrust in het land en werd de sjah in feb. 1979 afgezet.


De gijzeling

Het doel van de gijzeling door revolutionaire gardisten was om Amerika te dwingen de sjah uit te leveren die in de VS was voor een medische behandeling. Maar hoe had het zover kunnen komen? De 1e demonstratie in Qom liep uit de hand en het leger van de sjah greep in. Het werd een bloedbad en de onrust sloeg ook naar andere steden over. Er werden steeds meer demonstraties tegen de sjah gevoerd; dit natuurlijk tegen de wil van de sjah in. De demonstranten eisten vrije verkiezingen en dat de sjah weg zou gaan. De sjah onderdrukte de bevolking namelijk en drukte de protesten tegen zijn manier van regeren de kop in. Maar op een gegeven moment werden de acties zo massaal dat de sjah er niet meer omheen kon en beloofde hij vrije verkiezingen en ontsloeg hij de baas van de geheime politie (SAVAK). De bestaande premier (Hoveyda) werd vervangen door Sharif Imami. Deze beloofde ook weer een paar dingen: politieke partijen werden weer toegestaan en de Islamitische kalender werd bijvoorbeeld weer ingevoerd maar ook de SAVAK mocht minder doen dan eerst. Maar ja, de sjah zat nog steeds op zijn plek en dit was tegen de wil van Chomeiny. Er kwamen weer betogingen tegen de sjah zoals die in september 1979 in Teheran, die in een bloedbad zou eindigen. Er kwamen ook stakingen en de premier diende zijn ontslag in. De sjah ging zelfs in gesprek met andere politieke partijen voor een regeringsvorming. Ook dit wilde Chomeiny niet. Op 1 januari 1979 werd Shapur Bakhtiar premier.
Door de onrust waren de buitenlanders die in Iran woonden vertrokken, dit leidde tot de stagnatie van de economie. Ook de familieleden van de sjah vertrokken op 15 januari gevolgd door de sjah zelf. Op 1 februari kwam Chomeiny terug uit Frankrijk uit ballingsschap. De regering van Bahktiar trad af en Chomeiny benoemde Bazargan tot minister-president van de Islamitische regering. Veel voorstanders van de sjah kregen een gevangenisstraf of werden geëxecuteerd. Chomeiny richtte een paramilitaire Islamitisch gardistengroep op. In april werd een referendum gehouden en de Islamitische staat was een feit. Verkiezingen in augustus leverden een overwinning op voor Chomeiny. De betrekkingen met vele landen verslechterden want Iran was antiwesters en anti-Amerikaans dit had tot gevolg dat Islamitische gardisten op 4 november 1979 de Amerikaanse ambassade in Teheran bezet hielden; ze gijzelden 66 mensen waarvan 52 personeelsleden 444 dagen werden vast gehouden. De gijzeling eindigde op 20 januari 1981. De Amerikanen hadden vergeefse pogingen gedaan om met onderhandelingen de gegijzelde mensen vrij te krijgen. Ook bevroren ze de Iraanse tegoeden en hadden ze een boycot afgekondigd tegen Iran. Op 24-25 april 1980 was er een poging gedaan door Amerikaanse commando’s om de mensen te bevrijden van de gijzelaars. Het mislukte: er vielen 8 Amerikaanse doden en het eergevoel van de Amerikanen was behoorlijk gekrenkt doordat hun ‘eigen jongens’ de Islamitische strijders niet aan konden. De leider van de operatie diende zijn ontslag in. Dit was natuurlijk niet goed voor de zittende Amerikaanse president Jimmy Carter die dan ook de verkiezingen van Ronald Reagan verloor. De gijzelaars werden op 21 januari (de dag dat Ronald Reagan zijn eed aflegde en president werd) vrijgelaten. Tijdens de verkiezingen waren er ook onderhandelingen die uiteindelijk slaagden: Amerika zou $ 8.000.000.000 aan Iran betalen en ze zouden de gegijzelden vrijlaten, de uitlevering van de sjah was onmogelijk voor de VS omdat hij tot zijn dood op 27 juli 1980 in Panama woonde. Veel historici zeggen dat Carter door de gijzeling de verkiezingen verloren had.

Iran na de gijzeling

De mensen in Iran waren tevreden over de afloop van de bezetting en bijna iedereen was positief gestemd. Ze hadden de Amerikanen hun wil op kunnen leggen en hadden 8 miljard dollar ‘gekregen’. De sjah was ook dood ook dit tot vreugde van de meeste mensen. In september 1980 brak de 1e golfoorlog uit die ging over een grensconflict met Irak. De oorlog werd door Iran gewonnen. Het land raakte steeds meer in een isolement en de spanningen met buurlanden liepen op. Ook werd Iran verdacht van terreurdaden in Europa. De VS zouden ook in het geheim wapens aan Iran hebben geleverd wat voor een schandaal in de VS zorgde. Later nog (februari 1989) riep Chomeiny op tot de dood op Salman Rushdie.

De VS na de gijzeling

Op de dag van de vrijlating werd de Republikeinse Ronald Reagan benoemd tot president van Amerika. Er volgde een tijd van een belastingvermindering en van enorme uitgaven aan bewapening. Deze tijd wordt ook wel Reagantijdperk genoemd maar ook wel Regonomics; de werkloosheid kwam voor het eerst sinds 1940 uit op boven de 10%. Reagan probeerde tegelijkertijd de inflatie niet te hoog te laten worden, hij deed dat dmv hoge rentes. Ook was er het schandaal met Iran over geheime wapenleveringen aan het Aziatische land. Dit viel niet goed bij het Amerikaanse volk. Maar hij tekende ook een verdrag met Rusland over het vernietigen van raketten over middellange afstanden.

Conclusie

Ja, de verhoudingen tussen de VS en Iran zijn veranderd maar niet heel erg veel. Voor de gijzeling was er in Iran al een antiwesters karakter (vooral anti-Amerikaans.) Na de gijzeling (die dus eigenlijk ‘gewonnen’ was door Iran) werden de verhoudingen slechter. Een voorbeeld is de affaire met geheime wapenhandelingen tussen de twee rivalen. Het kwam tot een schandaal en Amerika zei dat Iran dit had verzonnen om hun land kwaad te doen. Ook een voorbeeld was het WK-voetbal in 1998 waar de VS en Iran tegen elkaar moesten spelen; er was veel media-aandacht (vooral politieke stukken) voor deze voetbalwedstrijd. De wedstrijd werd uiteindelijk voor de ogen van de hele wereld gewonnen door Iran: 2-1.
De verhoudingen zijn dus nog slechter geworden door de gijzeling.
Logboek

ONDERDEEL ACTIVITEITEN PARAAF DOCENT DATUM BESTEDETIJD TOTAALTIJD
KEUZEONDERWERP VS en Iran(206) 8 nov 10 minuten 10 minuten
VRAAGSTELLING Zijn de verhoudingen tussen de Verenigde Staten van Amerika en Iran veranderd door de bezetting van de Amerikaanse Ambassade in Teheran van 1979 tot 1981? 22 nov 10 minuten 20 minuten
BRONMATRIAAL Zie bronnen 27 dec t/m 28 jan 90 minuten 110 minuten
SAMENVATTINGEN Samenvatten en bronnen vergelijken 20 dect/m28-jan 60 minuten 170 minuten
SCHRIJVEN WERKSTUK Bronnen uitwerken en conclusies trekken 28/29/30 januari 240 minuten 410 minuten


Bronnendossier

Met daarin de volgende bronnen:

http://www.terrorismvictims.org/terrorists/iran-hostage-crisis.html
www.onwar.com
encarta wrinkler prins (CD-ROM)
de grote encyclopedie ‘99m (CD-ROM)
http://oud.refdag.nl/ter/011017ter25.html
www.groene.nl/1999/5/ab_iran.html
www.scholieren.com
www.encyclopedia.com: trefwoorden iran hostage crisis

REACTIES

".

".

Salman Rushdie is niet vermoord! Dit staat foutief vermeld in dit werkstuk!

15 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.