Inleiding Dit werkstuk gaat over de kolonisatie en dekolonisatie van Indonesië. Ook gaat het werkstuk over de personen die belangrijk waren in deze tijd. Indonesië ligt in Zuidoost-Azië en is de grootste eilandstaat van de wereld en bestaat voor 80% uit water. Indonesië bestaat uit meer dan 15.000 eilanden en heeft ook meer dan 200 miljoen inwoners. De meeste mensen zijn Islamitisch, zo’n 86%. Dat komt omdat handelaren uit Islamitische landen mensen gingen bekeren tot de Islam bij de ontdekkingsreizen. De hoofdstad is Jakarta en de nationale taal is Bahasa Indonesia. Het staatshoofd van tegenwoordig is Joko Widodo. Indonesië is ook een belangrijk handelsgebied. Nederlanders en andere Europese landen hebben vroeger de eilandengroep bezet en hebben beetje bij beetje alles afgepakt. Na de Tweede Wereldoorlog is Indonesië een onafhankelijke republiek geworden na een heftige onafhankelijks oorlog. De Indonesische bevolking verschilt heel erg. Ze verschillen in godsdienst, taal en afkomst. Dat komt doordat vroeger Europeanen hun geloof en tradities meenamen toen ze op ontdekkingstochten gingen. Ze bekeerden mensen die in het gebied woonden waar hun handel dreven
. 1. Kolonisatie Indonesië In de 16de eeuw kwamen de Nederlanders aan in Batavia, dat heet nu Jakarta. In Indonesië waren veel specerijen zoals zijde, edelstenen en goud. Maar peper, nootmuskaat en kruidnagels waren nog het meest geld waard. Omdat je zo steeds meer winst te halen uit de kolonie en andere landen dat ook wisten, werd er in 1602 de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) opgericht. Zo zouden ze andere landen moeten overtuigen dat hun het beste waren voor Indonesië. Ze kregen rechten om verdragen te sluiten en oorlog te voeren, maar ook om forten en havens te bouwen. En dat deden ze ook. In 1618 werd het fort Batavia gebouwd. Om het fort groeide langzaam een stad. Er werden Nederlandse huizen gebouwd en grachten om de specerijen naar Nederland te varen. In de 18de eeuw namen de Engelsen de macht van de VOC langzamerhand over en ging de VOC failliet. In 1798 werden alle bezittingen en lasten van de VOC overgenomen door de Nederlandse Staat. Vanaf toen was Indonesië ook officieel een echte kolonie van Nederland.
2. Nederlands-Indië Nederland had veel financiële problemen en de kolonie hielp om die minder te maken. In 1830 werd het cultuurstelsel ingevoerd. Dat houdt in dat er gewassen moeten worden gebouwd maar de opbrengst naar de Nederlanders gaat, ze hebben er zelf dus helemaal niks aan. De Indonesiërs begonnen in armoede te leven terwijl de Nederlanders hun financiële problemen aan het oplossen waren. Zo kregen steeds meer Indonesiërs een hekel aan de Nederlanders. Wel werden de boeren beter betaald voor hun werk, werd er einde gemaakt aan een oorlogen binnen Indonesië, en werd de infrastructuur van Indonesië beter. Maar dat vonden de Indonesiërs toch niet het belangrijkste. Hierdoor kwamen er ook veel nationalistische gevoelens in de Indonesiërs naar boven. Later werden dit ook nationalistische bewegingen. In 1870 werd het cultuurstelsel afgeschaft omdat er veel honger noden waren door de hele eilandengroep.
3. Nederlands-Indië tijdens de tweede wereldoorlog Toen de Tweede Wereldoorlog begonnen was, en Nederland werd bezet door de Duisters, werd de Indonesische bevolking al bang van een aanval. Niet vanuit Duitsland maar vanuit Japan, een bondgenoot van Duitsland. Japan wilde graag meer grondgebied en werkte daarom samen met Duitsland. Japan, Italië en Duitsland ondertekenden daarom het driemogendhedenverdrag. Daarin in stond dat Duitsland de landen in Europa en Afrika mocht bezetten en Japan in Azië, Italië deed meer mee als ‘spek en bonen.’ Doordat Japan en Italië dit verdrag ondertekende zag de wereld hun als bondgenoten, maar ze werkte nauwelijks samen. Waar de Indonesiërs zo bang voor waren, gebeurde. Japan viel Nederlands-Indië aan. Indonesië was zwak verdedigd, er waren weinig soldaten, en de wapens die ze hadden waren oud. Het leger heette het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Het leger bestond al en diende vroeger als handhaving van Indonesië. Het was dus eigenlijk meer een politieleger. Het was niet goed genoeg getraind voor een oorlog en Nederland verklaarde daarom Japan de oorlog. Na de overgave aan Japan, werden Nederlandse krijgsgevangene en burgers opgesloten in kampen en woonwijken. De meeste mannen gingen meteen in jappenkampen en de vrouwen en kinderen in woonwijken. Jongens mochten tot hun 10de bij hun moeder blijven en daarna gingen ze naar mannenkampen of speciale jongenskampen. Soms werden die jongens bij hun vader, opa of oom in een kamp gezet zodat het wat beter uit te houden was. Dat was niet altijd zo het geval en stootte ze iedereen af die ze wilde helpen. Alle gevangen moesten hun geld inleveren aan de Japanners. De meeste gevangenen werden ‘gebruikt’ als dwangarbeiders. Ze moesten twee spoorwegen aanleggen dwars door het oerwoud. Die spoorwegen heten de Birma-spoorweg en de Pakan Baroepspoorweg. De kampen waren geen vernietigingskampen zoals die werden gebruikt in Duitsland. Dat zegt niet dat er geen mensen zijn omgekomen. Van de Nederlanders is ongeveer 20% overleden en van de krijgsgevangene is ongeveer 10% overleden. Dit kwam meestal door uitputting en door ziektes. Er zijn verschillende verhalen dat de Japanners de gevangene uitputten, verwaarloosde en te weinig eten gaven. Op 15 augustus 1945 werd Indonesië bevrijd nadat de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki werden gebombardeerd met atoombommen. Op 2 september werd de officiële overgave ondertekend door de Japanners. Nadat de Japanners weg waren grepen de nationalistische groepen hun kans, nu konden ze de proberen de dekolonisatie door te zetten. Hatta en Soekarno speelde hier een grote rol in.
4. Dekolonisatie en situatie na de tweede wereldoorlog in Nederlands-Indië Na de overgave van de Japanners, werd Indonesië overgedragen aan de Britten maar die kwamen pas in oktober 1945 aan op de eilandengroep. Soekarno riep de onafhankelijk van Indonesië uit maar die kon ook het land niet besturen. Nederland was ook niet in staat om dat te toen en als snel kwamen er allerlei verschillende nationalistische groepen in actie. Het werd één grote chaos met heel veel geweld. Ze noemen deze periode ook wel de Bersiapperiode. De ‘pemoeda’s’ namen de macht over op veel verschillende plaatsen. Pemoeda’s zijn radicale Indonesische strijdgroepen die zijn ontstaan tijdens de bezetting van de Japanners. Ze hadden als wapens vaak kapmessen en geslepen bamboesperen. Het waren meestal arme jongeren die niet bang waren om geweld te gebruiken. Hun kreet was ‘Bersiap’ wat ‘wees paraat’ betekent. Na de oorlog gingen alle mensen weer gewoon over straat, totdat de Pemoeda’s Indische Europeanen gingen aanvallen omdat ze niet wilden dat alles weer werd zoals het was, Indonesië als kolonie van Nederland. In ongeveer oktober 1945 begon het geweld heel heftig te worden. Sommige Indo-Europeanen bleven voor hun eigen veiligheid in de Jappenkampen zitten. En als je toch de straat op ging, had je grote kans dat je werd ontvoerd, geplunderd of zelfs vermoord. Veel Indo-Europeanen werden eind 1945, begin 1946 weer teruggebracht naar Europa. Dit ging massaal in hele grote schepen. Er zijn ongeveer 35.000 Indo-Europeanen omgekomen in de Bersiapperiode. Uiteindelijk kwamen ze uit dat de Republiek de bezette gebieden mocht behouden. Samen met de gebieden die de Nederlanders nog in handen had, Suriname en de Antillen zou dat de Nederlands-Indische Unie worden. Dit werd het akkoord van Linggadjati genoemd. Het akkoord werkte niet, al snel kwam er de eerste potentiele actie in 1947. Tot maart 1946 namen de Britten de positie over van de Japanners en daarna werden de Nederlanders weer toegelaten. Er kwam een onafhankelijkheidsoorlog met politionele acties die duurde van 1945 tot 1949. Het was vooral het doel van de Nederlanders om de onafhankelijkheid te vertragen. Het was een strijd tussen de nationalisten van Indonesië en de Nederlanders. De eerste potentiele actie begon op 21 juli 1947 die duurde tot 5 augustus 1947. Dit kwam mede doordat de Verenigde Naties een staakt-het-vuren had afgekondigd. Hier werd uiteindelijk niet aan gehouden, een voorbeeld is het Bloedbad van Rawagene wat op 9 december 1947 gebeurde. Nederlandse militairen met automatische geweren vielen het dorp Rawagene aan omdat ze dachten dat daar een guerrillacommandant zou zitten verstopt. Bewoners ontkenden dat en de bewoners werden verzameld op het dorpsplein en daar zijn ter plekke 400 mannen doodgeschoten. Later zijn er ook nog vrouwen en kinderen doodgeschoten omdat ze wouden vluchtten. De Nederlanders zijn hiervoor aangeklaagd en hebben tot vandaag de dag nog geen excuses aangeboden aan de nabestaanden en overlevenden. Op 27 december 1949 was het dan eindelijk zover, Nederland droeg de soeverniteit over aan Indonesie. De kolonie was nu helemaal onafhankelijk.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden