De inleiding:
Ik doe mijn werkstuk over de middeleeuwen, omdat ik het een boeiend onderwerp vind en, omdat ik er nog niet veel over weet.. De informatie voor mijn werkstuk heb ik van de bibliotheek en van internet gehaald.
De hoofdstukken:
1. De middeleeuwen
2. Vrije tijd
3. Kleding
4. Eten
5. Ridders
6. Kastelen
1. De middeleeuwen
De middeleeuwen duurden van 500 tot 1500 na Christus.Ze worden vaak in drie perioden verdeeld : - De vroege middeleeuwen - De volle middeleeuwen - De crisistijd
Bij de middeleeuwen denk je vaak aan ridders en kastelen.Maar het was ook een rijd van oorlogen en ziektes zoals de pest.
De vroege middeleeuwen
Tot het eind van de 5e eeuw hoorde een groot deel van Europa bij het Romeinse rijk. Toen dit rijk uit elkaar viel,trokken boze Germaanse groepen het gebied binnen van de Romeinen. Het was slordige en gevaarlijk in die tijd. Een van die Germaanse volken waren de franken.De koning van de franken Karel de Grote bracht rond 800 een deel van Europa weer bij elkaar. Hij verspreidde het Christendom en zorgde voor onderwijs.
Volle middeleeuwen
Toen Karel de Grote overleed, kregen zijn opvolgers ruzie. Het Karolingische rijk werd bedreigd door : Vikingen en Hongaren. Mensen waren bang dat de wereld zou vergaan. ze leefden dicht bij een klooster of kasteel. toch werd het langzamerhand iets beter. nieuwe landbouwtechnieken zorgden voor meer opbrengst van het land en meer welvaart. het Christendom werd de belangrijkste godsdienst.
Crisis tijd
Vanaf ongeveer 1300 kwamen er weer nieuwe rampen. De oogsten waren slecht, waardoor de mensen honger leden. Uit het oosten kwam er een ernstige ziekte naar ons land : de pest. Deze ziekte werd ook wel de Zwarte dood genoemd. daar na was er nog een ernstige ramp.Engeland en Frankrijk voerden tussen 1337 en 1453 de honderd jarige oorlog ( er was toen ook een paar keer een wapen stilstand ) Die ruzie kwam door de kerken ze waren aan het ruzie maken over wie de paus mocht zijn.Daarna rond 1500 brak er gelukkig een nieuwe tijd aan met heel veel verbeteringen en dat noemden ze de renaissance.
Ook in de middeleeuwen kon je meestal niet zelf bepalen wat je wilde worden, met wie je wilde trouwen of wat voor opleiding wat je kreeg. Het gezin waar je uit kwam bepaalde hoe je leven eruit zag. Het leven van arme boeren zag er heel veel anders ui dan van ridders, edelen of mensen uit de stad. Zo hadden de mensen de achternaam genomen van hun ambacht, bijvoorbeeld van een molenaar en smid, of de naam van de woonplaats waar ze woonden. baby’s werden meteen gedoopt toen ze geboren werden, mar vaak stierven ze al naar een paar dagen door allemaal ziektes.De kinderen waren vanaf hun 10e al volwassen en moesten mee helpen met de klusjes zoals : helpen met het eten bijvoorbeeld. Vrouwen hadden meestal niets te zeggen over hun leven, ze moesten werken voor hun heer ( baas ). De rijke jongens leerden hoe ze op een paard moesten rijden en ze leerden ook hoe ze zich als ridder moesten gedragen.De rijke meisjes leerden hoe ze goed hun huishouden moesten doen en goeden banen moesten krijgen. De arme mensen wouden daarom juist bij de rijke mensen werken.Zij dachten als ze bij de rijke mensen in de huishouding konden werken dat ze zo rijk konden worden. Bij de arme mensen sliepen ze meestal met het hele gezin in één bed.de kinderen moesten meehelpen met het geld te verdienen en gingen daarom ook niet naar school want daar hadden de ouders geen geld voor de kinderen hadden dus minder kans om te gaan werken. En als de arme man wou gaan trouwen moest hij eerst nadenken of hij genoeg land had om te gaan verkopen en dan nog zijn gezin nog genoeg eten te laten hebben en dat moest die arme man allemaal het voorover hebben.
2 Vrije tijd Voor de meeste mensen was er weinig verschil tussen werken en vrije tijd.In de oogsttijd gaf de heer (baas van de mensen die voor hem werken ) veel geesten om zin slaven te belonen. veel boeren jaagden op konijnen, herten en vogels zelfs de kleinste vogeltjes kwamen op tafel. Spelletjes en het dansen speelden een belangrijke rol in het dorpsleven. op 1 mei werd dat gevierd en zetten ze een meiboom neer en gingen ze er om heen dansen. De favorieten hobby’s van de ridders waren de jacht en toernooien. Dit deden ze, omdat ze zich anders gingen vervelen, maar ze deden dit ook om te trainen voor de oorlogen die er toen in die tijd waren. De toernooien werden als een veldslag gespeeld. Er waren prachtige prijzen te winnen zoals : een kostbaar gouden oorlogspaard of hoge geldprijzen, en dat vonden de arme boeren wel leuk ( niet dat ze vaak iets wonnen, omdat ze geen geld hadden om zo’n training kunnen betalen en de rijke mensen natuurlijk we en die waren dus meer ervaren). Op heiligen dagen had iedereen vrij. deze dagen werden met speciale festiviteiten gevierd. In die tijd was er ook een kermis waar ook dan mensen naar toe gingen. De kermis had genoeg geld dus boden ze werk aan voor jong jongleurs en soms acrobaten.
3 kleding In de middeleeuwen hadden ze nog geen T-shirts die nou bij ons in de winkel liggen maar deden ze het met wol, maar aan dat wol moest nog wel iets aan gedaan worden anders had je nog geen T-shirts dat deden ze met een spin en het kaarden dat ging natuurlijk niet met een machine maar met de hand. Dit deden alleen maar de vrouwen mannen deden weer ander werk. De vrouwen die wol sponnen werd en “spinsters” genoemd. Er was ook een strek verschil in de kleren van rijk en arm. Boeren droegen hele simpele lelijke kleren, ze maakten ze meestal ook zelf en dat zag je ook. De mannen droegen een tuniek ( een soort broek ) tot boven hun knieën,daaronder droegen ze een middeleeuwse maillot of beenkappen. Op hun hoofd droegen ze een soort capuchon en een lange sjaal dat droegen ze als het koud werd dan hadden ze iets warms bij zich. vrouwen die mochten geen broek aan die moesten een tuniek aan dat is een soort jurk de kinderen droegen meestal het zelfde als hun ouders. De rijke mensen droegen geen zelf gemaakte kleding hun daagde heel veel kleding en hele duren kleren van de duurste stoffen, maar niet alleen in Nederland was dat maar in heel Europa liepen de rijke mensen met de duurste kostuums en zachte fluwelen zijden stoffen rond en daar waren de boeren best jaloers op.
4 eten In de middeleeuwen waren de eetgewoontes heel anders dan nu. Op het plattenland verbouwde bijna iedereen zijn eigen eten. Maar als de oogst mislukte dan was er eerder kans op hongersnood. De rijke aten veel verschillende maaltijden. In de middeleeuwse keuken werden veel sterke kruiden en specerijen als peper, kaneel, saffraan gebruikt. Die specerijen zijn ook voor de smaak van bijna bedorven voedsel minder te maken en dat was handig als er een stuk oogst is mislukt. Deze specerijen werden door kooplui vanuit het Oosten naar Europa gehaald en dat was erg duur. Er bestonden maar weinig manieren om voedsel goed te houden, dus was er een grote kans dat er vlees en melkproducten zoals kaas snel bedierven.horigen verbouwd en hun eigen eten. De meeste mensen moesten dan ook nog een deel voedsel aan hun heer geven,want ze woonden op het land van de heer, dus hadden ze niet alles voor hun zelf en voor hun gezin. Aan het begin van de 14e eeuw mislukte de oogst paar keer achter elkaar door slecht weer. Er braken daardoor veel ziektes uit niet alleen mensen hadden daar last van, maar ook schapen en natuurlijk ook het vee. Veel arme mensen kunnen de mislukte oogsten niet meer aan en de ziektes en stierven dus naar soms wel een paar dagen. monniken en nonnen hiel hun eten zo simpel mogelijk. Ze staan. Soms veranderende ze van hun eten en dan had dat met hun godsdienst te maken. Soms vastten ze ook en dat betekend dat ze niet eten, ze eten dan voor de zon op komt en als de zon onder gaat want ze mogen niet eten als de zon op is. Maar bij het katholieken geloof mocht je op vrijdag geen vlees eten.
Dit is een 15e –eeuws recept.
“pastei van bruinvis: men nam het bloed en het vet van de bruinvis en deed er havermeel, zout, peper en gember bij en mengde dit door elkaar en deed dit in de buik van de bruinvis ze lieten de bruinvis dan gaar worden en aten hem zo op.
5 ridders Om ridder te worden moest je een man zijn, maar heel soms mochten de vrouwen dan mee op kruistochten ( dat is een oorloge in de ridder tijd ) maar dat mocht je niet zomaar dan moest je wel uit een rijke familie komen wand arme mensen mochten dit niet doen. Maar soms werd daar over gelogen dan zei zo’n arme man dat die rijk was maar eigenlijk was die dat niet. maar dat werd niet al te vaak gedaan wand die boeren hadden niet veel geld en je moest veel geld hebben en / of een land hebben ( een groot stuk land dan anders hadden ze er niks aan ) want het was duur om ridder te zijn. tenslotte moest je je wel bewijzen in de wedstrijd. als het teken dat je een ridder kon worden tikte een Andere ridder met zijn zwaard op bij de schouders of met de hand op de zijkant van je hoofd.De zoon van een rijke ridder werd meestal ook ridder. En als hij een jaar o f 14 was werd hij schildknaap.Hij moest de ridders helpen bij het voorbereiden op de wedstrijd en tegen ze vechten. Na ongeveer 4 jaar ervaring in de strijd tussen de ridders kon hij een echte ridder worden. De ridder kreeg dan een ceremoniën, en een kleurige vaandels ( dat was in die een soort medaille waaraan je kunt zien dat hij een echte ridder was ) Voor de ridders werd de kleding steeds onhandiger en ingewikkelder en dat vonden de ridders niet fijn, maar er waren streng regels voor een ridder wat die aan moest en het gedrag in de wedstrijd was ook er belangrijk, maar er waren ook strenge regels bij het eten en bij de jacht. Mode was in die tijd voor de ridders erg belangrijk. zo bouwden ook koningen grote en mooie kastelen om alleen maar indruk te maken,zo kleedden de rijken mensen ook zich duur en mooi om bij elkaar indruk te maken. Bij feesten en anderen belangrijken dingen kleedden ze zich met kostbare juwelen, gouden kettingen en anderen kostbare dingen. Maar ook de kleuren die ze droegen hadden betekenissen : blauw betekende dat je verliefd was, geel stond voor boosheid en grijs betekende dat je verdriet had.
6 kastelen
De eerste kastelen werden in de 9e en 10e eeuw gebouwd. ze hadden er dan een stuk land er omheen liggen dat werd speciaal gebouwd om de inwoners te beschermen. De vorm van zulke kastelen werd telkens na een bepaalde tijd veranderd, dat deden ze voor de oorlog dat het gebouw sterk bleef en niet snel kapot ging. In de kamers van de kastelen hingen vaak versiersels aan de muren dat deden ze om te laten zien dat hun de koning van dat gebied waren en ook de baas. Maar de kastelen hadden ook slaapplaatsen voor zijn gezin en voor de ridders, soldaten. Het maken van een nieuwe vorm van een kasteel was erg duur. Duizenden jaren geleden was er nog geen steen en dus waren de kastelen nog van hout en dat kon dus snel verbranden dus besloten ze met steen te gaan werken wat dus niet kon verbranden en veel steviger was. Het ontwerpen van een kasteel was niet makkelijk er moest in die tijd nog alles over zeeën en over rivieren vervoerd worden, want toen hadden ze nog geen wegen zoals nu. En als dat gebeurd was moest het kasteel nog gebouwd worden dus duurde het zo ongeveer 10 tot 20 jaar voor zo’n kasteel eindelijk af was.omgerekend kostten zo’n kasteel in guldens wel meer dan een miljoen gulden. En zo’n kasteel kon je niet zomaar in je eentje bouwen daar had je ook weer werknemers voor nodig en die moest je ook weer betalen. Een timmerman maakte gebruik van een bijl, een boor, een zaag en een handzaag en daar moest die het met doen. Een metselaar maakte gebruik van een metselaarsbijl, een bijtel en een hamer. En voor de bouw van het kasteel ongeveer 30 smeden ( hulpjes ) Nog enkele middeleeuwse kastelen zijn nu nog te bezichtigen.We leren er heel veel van en het verteld ons iets van het leven van toen dat de kastelen vaak werden gebruikt als een beschermingsmiddel en dat die vaak werd gebruikt al dus een stad al hel erg oud is.En dat het naar honderden jaren een stad werd, maar er werden ook kastelen gebouwd om in te wonen. Koninginnen woonden vaak in kastelen, maar soms ook in meerderen kastelen. Gewone ridders woonden vaak in kleinere landhuizen, die wel een grote zaal en kapel hadden. Kinderen moesten meehelpen in het huishouden en kregen les om later iets met hun studie te doen en meer kans hadden om dan te gaan werken.Maar ze speelden ook met speelgoed, zoals houten ridders aan touwtjes en ze deden ook spelletjes zoals blindenmannetje.in de vroege middeleeuwen waren de kastelen en huizen er koud en vochtig. en het midden van de huiskamer brandden er een rokerig vuur waardoor ze het nog een beetje warm hadden. Dat hadden meestal de rijke ridders en de rijke mensen wand toen was dat luxe. De meeste ramen waren als tralies en houten luiken daarom was het ook zo koud en vochtig en als het dan een keer slecht weer was dan hadden ze het nog kouder maar het was nog erger als je dan geen vuur had dan moest je maar gewoon allemaal tegen elkaar gaan zitten en misschien één kleed met een heel gezin delen. De wc was maar gewoon een gat is de grond en dat kwam dan uit bij een gracht of een meertje. Pas in de 15e eeuw kwam er een beetje meer luxe in de wereld. Ze hadden grotere kastelen en een gracht er om heen en een stuk grond waar ze dan groente op konden verbouwen en dan weer konden verkopen en dan hadden ze weer geld om eten en kleding te kopen. Maar er was niet alleen groente er kwamen ook meer dieren die voor vlees zorgden en ze konden nu ook kruiden maken en verkopen.bij de jacht vingen ze vaak herten, everzwijnen en fazanten. Maar die dieren aten ze niet meteen op dat bewaarde ze voor feestmaaltijden
Als de kasteelheer er niet was gebeurde er bijna niks in de keuken en werd er weinig dingen op tafel gezet. De dienst aten dan een makkelijkere maaltijd in hun eigen huisje. Maar als de kasteelheer niet was betekende het niet dat er niks te doen was, wand dat was er wel natuurlijk. Er was altijd in de keuken een hoofdkok en daaronder waren dan de onderkoks die sneden de groente en het vlees ze sloegen net zo hard op dat vlees tot dat het helemaal mals was en duurde toen nog wel een tijdje. Dit waren nog de leukste werkjes om te doen, wand de jongere kokken moesten bijvoorbeeld de hele kookpot schoonmaken en water uit de put halen. Maar niet iedereen wou de groente en het vlees snijden, omdat het daar het warmste was dat kwam door de gloeiend haard. Zo’n koksjongen die het vlees van het spit moest halen stond daar dan ook erg te zweten. Aan de zijkanten van die haard maakten ze dan zo’n koepel omheen waardoor ze door die hitte brood konden bakken. Zo’n haard werd verhit door een fel brandend sprokkelbrood en bleef urenlang heet. Bij hele speciale feesten werden er mooie feestmaaltijden klaargemaakt in mooie grote schalen en dan zat de gastheer aan de belangrijkste tafel aan het hoofd daarop lag een mooie linnen kleed waaraan je kon zien dat die tafel het belangrijkste was, maar waaraan je ook kon zien dat hij de belangrijkste man was aan het gouden of zilveren schip wat op tafel stond en dat had iedere belangrijke man
lieten het luxe eten.
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
we hebben maar 7 dagen de tijd om de spreekbuert af te krijgen kunnen jullie me helpen
13 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
leuk onderwerp ik ga hier mijn spreekbeurt over houden
9 jaar geleden
AntwoordenV.
V.
ik vind het een leuk onderwerp om hier mijn werkstuk over te doen...
8 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
leuk onderwerp!
7 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
ik heb een 8!!!!
6 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
veel in formatie gevonden
4 jaar geleden
Antwoorden