Jeanne d'Arc

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 5633 woorden
  • 29 november 2004
  • 119 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
119 keer beoordeeld

Persoon
Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!
Inleiding

Dit werkstuk heb ik gemaakt omdat elke 8ste groeper een eindwerkstuk moest maken. Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat ik in de zomervakantie van vorig jaar zelf al mijn boeken al uit had en toen kreeg mijn vader een boek van Jeanne d`Arc van mijn broer dus dacht ik laat ik dat maar is gaan lezen want ik wist niet zo heel veel over Jeanne d`Arc. Toen ik dit werkstuk moest gaan maken ben ik het boek opnieuw gaan lezen en daarbij een verhaal gaan schrijven en ik gebruik websites om te kijken of het wel klopt. Ik hoop dat je het leuk vindt!

De tijd voor Jeanne

Om dit verhaal te snappen moet ik ook wat over de tijd in Frankrijk voor Jeanne d’ Arc kwam vertellen. In 1337 begint de Honderdjarige Oorlog, eigenlijk is het niet een hele oorlog maar een reeks van conflicten. Een oorzaak van de Oorlog was dat Edward III (1327-1377) vond dat hij recht had op de Franse troon omdat zijn moeder Isabella (1292-1358) de dochter was van de Franse koning Filips IV en die was weer getrouwd met Edward II. De economie was een andere oorzaak want beide landen wilden de wolhandel beheersen en tot slot de Franse steun aan Schotland. In 1338 valt Edward III Frankrijk binnen en dankzij zijn overwinning bij Sluis heeft hij de controle over de zee. Hij won veldslagen bij Crécy (1346) en Poitiers (1356), daar werd het Engelse leger aangevoerd door de Zwarte Prins . Die overwinningen waren voornamelijk te danken aan de Engelse handboogschutters want die konden beter en verder schieten dan de Franse kruisboogschutters. De Zwarte Prins stierf een jaar voor zijn vader dus in 1376. Edward III kreeg Frans grondgebied als hij de Franse troon op zou geven. Toen in 1377 Edward III ook nog stierf moest de toen 10 jarige Richard II de koning van Engeland worden. De vijandigheid tegen Frankrijk nam toen af. In 1413 kwam alleen een andere koning genaamd Henry V aan de macht die wel weer de Franse troon wilde hebben. In 1415 viel hij Frankrijk binnen en versloeg met een leger van 5.700 Engelsen een leger van 25.000 Fransen. Er waren 8.000 Fransen gestorven en maar 500 Engelsen. In 1420 erkende de Franse koning Karel VI Henry V als zijn troonopvolger. En toen werd Hendry V dus koning maar in 1422 stierf hij alweer. In dat zelfde jaar stierf ook Karel VI. Henry V werd opgevolgd door zijn zoontje toen nog een baby Henry VI. En Karel VI door Karel VII, Karel VII werd Dauphin genoemd omdat hij geen echte koning meer was dat was nu Henry VI, alleen omdat Henry VI zelf nog niet kon regeren was zijn oom de Hertog van Bedford regent. Engeland had ook een belangrijke bondgenoot de Bourgondiërs die probeerde al jaren lang los te komen van Frankrijk. Dit waren de belangrijkste gebeurtenissen uit de Honderdjarige Oorlog voor dat Jeanne in beeld kwam.

De jeugd en achtergrond van Jeanne

Jeanne d’ Arc is geboren in het dorpje Domremy in de streek Lotharingen. Zij is waarschijnlijk op 6 januari 1412 geboren, dat vertelde zij namelijk in haar proces. Zij wist het niet zeker omdat er in die tijd alleen geboorteregisters bestonden voor mensen van Adel. Haar vader heette Jacques, haar moeder Isabelle. Jeanne had ook twee zussen en twee broers, haar broers heette Pierre en Jean. Jeanne was waarschijnlijk het jongste uit het gezin. Jeanne`s gezin stond tussen de adel en de arbeiders in waarschijnlijk dichter bij de adel. Haar vader was namelijk een herenboer, hij had zelf mensen voor zich werken. In het dorp stond hij ook in hoog aanzien. Op de mei-feesten ging hij altijd om met de edellieden uit dat gebied, de Bourlemonts. Jeanne was geen herderin of dienstmeisje, af en toe hielp zij wel met het schapen hoeden. Van haar moeder leerde zij spinnen en omgaan met naald en draad. Toen zij klein was had zij een leuke jeugd, toen was zij al sterker dan haar meeste vriendjes en vriendinnetjes en kon harder lopen. Zij deed samen met haar vriendjes en vriendinnetjes ook vaak spelletjes om een grote boom in hun dorp dan dansten zij daar om heen en hingen er kransen in. Toen zij ouder was zong zij terwijl de andere kinderen er om heen dansten. Later tijdens haar proces wordt dit als een van de bewijzen beschouwd dat zij een heks was. Dit slaat natuurlijk nergens op want dan kun je zoveel Franse kinderen berechten die niet in de stad zijn opgegroeid en ook zulke spelletjes deden. Zij werd ook Katholiek opgevoed, toen zij jong was geloofde ze ook al heel vurig. Zij ging vaak naar de kerk om diensten bij te wonen, vaak ging ze dan ook praatten met de priester. Biechten deed zij ook heel vaak, bij haar eigen priester of bij een van de rondtrekkende bedelmonniken. In de kerk van haar dorp stonden twee beelden, een van St. Margareta en een van St. Catharina, later in het verhaal worden deze twee heilige vrouwen nog heel belangrijk.

De Stemmen van Jeanne

Jeanne was dertien jaar toen zij haar stemmen voor het eerst hoorde. Zij vertelde later dat de stemmen telkens uit een richting kwamen en niet direct van uit zichzelf. Als de stemmen tegen haar spraken kwam er altijd een groot licht. De eerste die tot haar sprak was aartsengel Michael, die zei alleen maar dat zij flink moest zijn en dat ze moest gehoorzamen aan hemelse stemmen die zij gauw zal horen. Niet veel later spraken ook nog St. Catharina en St. Margareta tot haar, de
heiligen die zij maar al te goed kende uit de kerk van haar dorp.

Hun raadgeving zou haar, haar hele leven blijven steunen zo zei zij zelf. De stemmen zeiden dat ze Orleans moest bevrijden, dat zeiden ze pas in een laat stadium eerst zeiden ze alleen maar dat zij wakker moest blijven en gereed staan. Daarna zeiden zij dat zij haar huis moest verlaten en naar de dauphin toe moest gaan. En toen zij op haar weg naar de dauphin doden en gewonden tegen kwam begreep zij waarom zij haar huis moest verlaten, om haar Frankrijk bij te staan! Wat de stemmen van Jeanne nou precies zijn weet niemand. Er zijn wel veel verschillende meningen over. De een zegt dat de stemmen echt hemels waren, de ander dat het hallucinaties waren en anderen zeggen zelfs dat zij de boel bedroog alleen omdat er dan op die manier naar haar geluisterd zou worden. Als dat zo zou zijn dan zou zij het wel slim aangepakt hebben want ze heeft nog veel steden ontzet en daarbij was altijd een goed oorlogsplan gebruikt. In elk geval, wat de stemmen ook waren ze gaven altijd goed doordachte raad. In het begin was Jeanne bang voor haar stemmen, geleidelijk aan werd dat minder en raakte zij ermee vertrouwd. Naarmate zij ouder werd gaven de stemmen haar duidelijkere raad, bijvoorbeeld hoe zij aan moest vallen met haar leger. Wat ook wel eens gebeurde is dat Jeanne al een plan klaar had en dat de stemmen dan vertelden of het goed was of dat ze het moest veranderen. Zij vertelde aan haar ouders over haar stemmen, eerst waren zij vooral verbaasd daarna ook wel trots op hun vrome Jeanne die stemmen van heiligen hoorde. Een aangetrouwde neef van Jeanne, genaamd Durand Lassois hoorde ook over Jeanne haar stemmen.
Durand vond dat heel bijzonder en bewonderde Jeanne enorm.
Oorlog en Legeraanvoerder

In mei 1428 kreeg zij van haar ouders toestemming om met Durand mee te gaan om zijn vrouw te helpen. Het dorpje waar Durand woonde heette Burey-le-Petit dat lag aan de Maas en vlakbij Vaucouleurs, de hoofdstad van het gewest en tevens garnizoenstad. De bevelhebber van dat gewest heette Robert Baudricourt en Vaucouleurs was trouw aan Frankrijk. Een keer ging ze met Durand naar Vaucouleurs daar sprak ze met Robert. Dit gesprek leverde niks op Robert zei zelfs: ,,Neem dit meisje mee naar huis en zeg tegen haar vader dat zij een flink pak slaag moet krijgen, het enige nut van haar is dat mijn soldaten haar letterlijk te lijf kunnen gaan!”

Maar wat mij wel opvalt is het feit dat Robert Baudricourt haar wilde zien, haar gewoon haar verhaal liet vertellen en dat Robert zichtbaar teleurgesteld was dat Jeanne toch niet zo bijzonder was als hem was verteld. Toen zij weer terug kwam in Domremy was haar vader bezig een verloofde voor Jeanne te zoeken. Hij vond die ook, alleen toen kwam het nieuws van een bende rondtrekkende Bourgondiërs. Jeanne haar familie ging zo snel mogelijk weg met al het vee. Zij gingen naar Neufchateau daar sliepen zij in een herberg. Jeanne leerde daar paardrijden en beter omgaan met naald en draad. Toen de Bourgondiërs weg getrokken waren zagen zij dat zelfs de kerk was afgebrand. De Engelsen waren intussen een groot leger aan het maken om Frankrijk de genadestoot toe te dienen. Met dat leger gingen de Engelsen Orleáns belegeren. Daardoor werd heel Lotharingen bedreigd en dus ook Vaucouleurs. Wat haast geen toeval kan zijn is dat in die tijd een van Baudricourt`s hoogste officieren genaamd, Bertrand de Poulengey een paar keer in gesprek is gezien met Jeanne. Toen verbrak Jeanne de verloving met de man die haar vader voor haar had uitgezocht. Zij werd daarom door haar ex aangeklaagd wegens trouwbelofte verbreking. Zij moest naar Toul toe om zich zelf te verdedigen, de rechter vond dat Jeanne niks fout had gedaan dus haar ex kon haar niks maken. In het begin van Januari 1429, zij was toen 17 jaar oud, verliet Jeanne Domremy nu voor de allerlaatste keer. Zij ging weer naar Durand toe in Burey-le-petit. Jeanne zei tegen haar ouders dat Durand zijn vrouw zwanger was en hulp nodig had. Later werd Jeanne ook beschuldigd van ongehoorzaamheid wat ook best terecht was want zij mocht wel haar neven bezoeken maar niet zich aansluiten bij de patriottische beweging in Vaucouleurs. De eerstvolgende tijd verbleef zij het grootste deel van de tijd in Vaucouleurs. In Vaucouleurs logeerde zij bij een wagenmaker die Le Royer heette. Zij hielp Madame Le Royer met naaiwerk en ging met haar mee naar de kerk. Tijdens haar verblijf in Vaucouleurs sprak zij meerdere malen met Robert Baudricourt. En Poulengey, dezelfde officier die met Jeanne had gesproken, reisde naar Chinon waar de Dauphin zat. Hij bleef daar enige tijd en keerde toen weer terug. Jeanne werd scherp ondervraagd door de kapelaan, die kwam ook een keer samen met Baudricourt langs bij haar onderkomen. Er kwam nog iemand van het hof van de Dauphin langs, Jean de Metz. Die had een goede indruk gekregen van Jeanne want dat blijkt uit het feit dat hij later een van haar meest trouwe volgelingen werd. De Metz ging weer terug naar Chinon om verslag uit te brengen. Daarna moest zij met haar neef naar het kasteel van de hertog van Lotharingen gaan die zijn kasteel had in Nancy. Om Jeanne op de proef te stellen vroeg de hertog of Jeanne hem wilde helpen door een toverspreuk te doen om hem van zijn pijn te verlossen maar dat wou Jeanne niet zij zei, dat zij moest vechten voor Frankrijk en al de rest over te laten aan anderen. Het bezoek was een succes want zij kreeg van de hertog een prachtig paard om daarmee naar Chinon te gaan. Zij werd langzamerhand een heldin, een profeet. En door heel Frankrijk gingen verhalen over een maagd uit Lotharingen die Orleáns zou gaan redden, de Dauphin kronen en de Engelsen verslaan. Deze geruchten werden telkens sterker. Er kwam vlak daarna ook een boodschapper van Chinon op het kasteel van Baudricourt die meldde dat Jeanne werd verwacht op Chinon. Chinon lag 400 mijl ten zuidwesten van Vaucouleurs en de tocht daarheen ging ook door gebieden die door Engeland bezet waren.
Op de heuvel is het kasteel van Chinon.
Daarom kreeg zij een gewapend escorte mee en moest zij zich als een man verkleden zodat zij niet opviel tussen een groep mannen. Jeanne droeg toen nog geen harnas maar een uniform dat ook door officieren gedragen werd. Haar escorte bestond uit de boodschapper die het bericht bracht dat Jeanne moest komen, Jean de Metz, Bertrand de Poulengey, Julien en Jean Honnecourt en nog een ridder of schildknaap die niet zo bekend is genaamd Richard de Archer. De reis duurde elf dagen. Overdag reden zij en `s avonds zochten zij een hut of schuur om in te slapen altijd bleven 2 mannen wakker om te bewaken. Jeanne sliep tussen de Metz en Poulengey in, zij hield al haar kleren aan en deed zelfs geen knoopje los. Op de 8ste dag kwamen zij aan in het stadje Fierbois waar er een kapel was gewijd aan haar eigen Catharina. In dat kapelletje lag ook een zwaard dat gedragen was door een ridder die eeuwen geleden de moren had overwonnen met zijn leger. Later vroeg zij of zij dat zwaard kon hebben dat meer symbolisch was dan praktisch. Op 6 maart 1429 kwam zij aan in Chinon, dat slechts een klein dorp was en grotendeels overschaduwd werd door het grote kasteel. In de avond van 8 maart moest zij naar de Dauphin toe. Toen Jeanne binnen kwam in de grote zaal hield zij eerst met de Dauphin een privé gesprek. Toen zij weer terugkwamen werd in de zaal al gauw verteld dat de Maagd (Jeanne dus) met hemelse tekens de Dauphin had verteld dat hij de wettige koning hoorde te zijn. Zij werd toen tot de hofhouding van de Dauphin toe gelaten, zij sliep ongeveer tot midden april in de Coudray een bijgebouw van het paleis. In die tijd dat zij daar was werd zijn ondervraagd door edelen en priesters, zelfs op haar maagdelijkheid werd zij gecontroleerd, dat werd gedaan door Yolande d`Anyou de schoonmoeder van de Dauphin. Toen moest ze als laatste voorbereiding voor haar veldtocht naar Poitiers waar een raad van theologen was die haar instructies gaven hoe zij zich voor moest doen en hoe zij zich moest gedragen tegen over de hertog van Bourgondië en dergelijke. Zij moest hartstikke voorzichtig zijn over haar uitlatingen over de drie pausen die er waren en niet zo maar iets zeggen. Terwijl zij ongeveer 14 dagen in Poitiers was werd er een leger van ongeveer 3000 tot 5000 man compleet uitgerust om Orléans mee te bevrijden en ook veel karren met eten voor de burgers van Orléans. Bij het verlaten van Poitiers kreeg zij haar benoeming van opperbevelhebber van het leger. Zij droeg nu een witte wapenuitrusting met haar standaard van de witte lelie. Haar broers Pierre en Jean hadden zich nu ook bij haar gevoegd. Wat opvalt is dat Jeanne gewoon Orléans binnen kon trekken, de Engelsen probeerden dat niet te verhinderen. Op 4 mei toen Jeanne aan het uitrusten was werd ze wakker gemaakt door lawaai van buiten zij ging kijken wat er aan de hand was. Burger-soldaten waren een aanval aan het doen op het Engelse fort Saint-Loup. Zij reed toen zo vlug zij kon naar Saint-Loup om de soldaten bij te staan, nu was er weer nieuwe moed en vielen zij opnieuw aan dit keer met Jeanne en het lukte hun om het fort te veroveren. Jeanne was wel geschokt dat er mensen waren omgekomen bij deze overwinning. Jeanne ging een paar keer tussen de kantelen in volle wapenuitrusting staan om de Engelse toe te roepen. Bij de derde keer dat zij dat deed zei zij dat de Engelsen zich over moesten geven anders zou zij een aanval doen en geen medelijden hebben. Zij wou nu het Engelse fort Les Augustins veroveren alleen door een slechte communicatie kwam de Cavalerie pas in de avond en konden ze niet aanvallen. Die avond was er ook een fikse ruzie tussen de aanvoerders, uiteindelijk hadden zij een besluit genomen de bombardiers moesten de muur kapot schieten zodat iedereen naar binnen kon trekken en het fort veroveren. Nu hadden zij een groot voordeel want van uit hier konden zij makkelijk de Engelse vesting Les Tourelles aanvallen met een grote kans op slagen. Er was een bevelhebber die heette Dunois die alleen met zijn eigen staf (waar Jeanne niet bij hoorde) vergaderde over wat ze de volgende morgen gingen doen. Zij vonden dat ze niet Les Tourelles aan moesten vallen. Maar Jeanne die al eerder tegen Dunois had gezegd wat zij van zijn staf vond zei dat de hemel haar had opgedragen om morgen aan te vallen. Dat deden zij ook, de volgende dag stond het Franse leger klaar om naar Les Tourelles te gaan. Daar zette Jeanne de eerste ladder tegen de muur van het fort aan, waarna haar soldaten naar boven toe klommen. Alleen telkens kwam er een regen van pijlen en stenen naar beneden en als het een Fransman toch lukte om boven te komen dan werd hij meteen met bijlen naar beneden toe gehakt. Maar Jeanne bleef haar mannen toe roepen om door te gaan tot dat zij zelf van haar paard gestoten werd door een pijl vlak boven haar rechterborst. Jeanne had veel pijn en moest ook huilen. Zij werd toen door haar officieren naar een wei gebracht, daar werd de wond verbonden. Ondertussen werden nog steeds aanvallen gedaan op het fort, maar in de avond was Les Tourelles nog steeds niet gevallen. Toen gaf Dunois het commando om terug te trekken, maar dat had hij niet overlegd met Jeanne. Dat gaf Jeanne nieuwe krachten, zij liep naar het veld en zei tegen de mannen dat zij even mochten uitrusten en iets eten en drinken, maar toen weer verder moesten gaan. Jeanne wist al dat er versterkingen aan kwamen, de versterking was hard nodig want de Fransen hadden al veel mensen verloren. Die versterking bestond uit veel kannonen waarmee zij de Engelsen omsingelde. Jeanne haar standaard werd tegen de muur opgehesen en Jeanne riep tegen de Engelse bevelhebber: ,,Geef u over, Glassides geef u over, er is nu nog tijd maar het zal gauw te laat zijn!”. De Engelsen vluchten weg over de brug maar onder die brug hadden de Fransen een boot met: pek, olijfolie, takkenbossen en lappen stof gevaren en die in brand gestoken. De brug stortte in en Glassides en zijn medecommandanten verdronken en de rest van de soldaten werd daarna gedood of gevangengenomen. Les Tourelles werd ook in brand gestoken en het leger van Jeanne keerde terug naar Orléans waar Jeanne haar eerste eten van de dag at, dat was 5 sneden brood en een beetje wijn. Toen zij de volgende ochtend opstond en op de stadsmuur over het gebied heen keek zag zij geen Engelsen meer, allemaal weggetrokken het beleg van Orléans was voorbij. Jeanne had zich nu bewezen als een slim militair figuur en als politiek figuur in heel Europa. De Dauphin gaf opdracht om overal te laten vertellen over de grote overwinning. Ook in Engeland gingen er positieve verhalen over haar de ronde, hoe vroom zij wel niet was en dat zij vaak vastte maar daar werden ook mythes door heen gevlochten die niet waar zijn zoals dat zij tussen iedereen de Dauphin herkende maar zij herkende hem gewoon omdat hij op zijn troon zat. Maar de Engelse bevelhebbers noemden haar weer een heks en een satansaanbidder en ook over haar maagdelijkheid werden leugens verteld zoals dat zij allang zwanger was en eigenlijk niet meer dan een soldatenmeid.
Jeanne wou nu meteen doorgaan om Reims te veroveren want daar kon de Dauphin dan gezalfd en gekroond worden en dan was niemand meer die hem het koningschap af kon nemen. Maar als zij naar Reims wilden gaan, dan moesten zij door Engels gebied, niettemin gaf de Dauphin opdracht om naar Reims te marcheren. Bij de steden Jargeau, Meung en Beaugency waren de Engelsen al weggetrokken en bij een klein gevecht bij Troyes was dat ook bevrijd. Maar toen zij verder trok was er een leger van Sir John Fastolfe. Met 5000 man was dat een stuk meer dan Jeanne haar leger, maar alsnog gaf Jeanne de opdracht om aan te vallen. Toen Jeanne met haar Cavalerie op Fastolfe`s leger afstormde, rende het uit elkaar, dat deden zij waarschijnlijk omdat zij veel huursoldaten hadden, die kosten meer als er meer gevaar is. Toen het leger van Fastolfe weg vluchtte konden zij een belangrijke Engelsman te pakken krijgen genaamd Talbot. Op 16 juli 1429 kon Jeanne met naast haar de Dauphin Reims binnen trekken. De volgende dag werd de Dauphin gekroond door de aartsbisschop van Reims, nu was hij geen Dauphin meer maar Koning Karel VII. Haar vader en neef Durand en haar broers waren ook bij de kroning, zij kregen allemaal een grote som geld van de Koning. Jeanne vroeg toen aan de Koning of zij weg mocht gaan uit het leger maar dat wou de Koning niet. Dus besloot zij toch te blijven, dat jaar werd er niet meer gevochten want de winter vonden zij daar niet geschikt voor. Maar zo gauw het lente werd verzamelde Jeanne haar troepen in het dorpje Lagny-Sur-Marne, Jeanne voerde hier het bevel samen met drie andere officieren genaamd: De Loré, Baretta en Kennedy. Zij brachten al snel een nederlaag toe aan een kleine Engelse troepenmacht die dichtbij was. In april gaf de stad Melun zich aan haar over en nog voor april voorbij was had zij Compiègne bereikt. Die stad was uit militair oogpunt heel belangrijk want van af daar leidden veel wegen naar Parijs zodat zij makkelijk contact kon houden met de Franse spionnen in Parijs om daarna Parijs aan te vallen. Ondertussen had Frankrijk meer last van de Bourgondiërs dan van de Engelsen. De Bourgondiërs hadden namelijk weer wat steden terug veroverd. Maar Jeanne was voor het eerst in tijden bedroefd en pessimistisch want haar stemmen hadden haar verteld dat zij gevangen zou worden genomen maar niet wanneer of waar. Het zag er goed uit voor Frankrijk want in heel Frankrijk waren er opstanden. In Normandië was bijvoorbeeld een grote boerenopstand en in Parijs werd steeds harder opgetreden tegen voorstanders van Frankrijk. Omdat Jeanne nu steeds meer gebieden veroverde om Parijs heen besloten Engeland en Bourgondië om Jeanne uit te schakelen. Jeanne wilde Margny veroveren, dat was een dorpje dat door Bourgondiërs bezet was. Zo doorbrak zij de vijandelijke toevoer van wapens en eten. Toen zij daar aan kwam en de Bourgondiërs had verjaagd stond op een heuvel iemand die met een vlag zwaaide, op de dichtstbijzijnde heuvel daarbij zag iemand het sein en die gaf dat dan weer door naar de volgende heuvel. Nu wisten de Engelsen en Bourgondiërs dat ze nu toe moesten slaan. Met een veel grotere troepenmacht dan Jeanne haar troepen werd Jeanne overvallen in Margny, het grootste deel van haar soldaten vluchtte weg maar Jeanne zelf bleef vechten tot dat zij zelf in zag dat dit geen zin meer had. Zij ging op haar paard terug naar Compiègne maar daar werd door een overgelopen legeraanvoerder opdracht gegeven om de slotgracht omhoog te takelen terwijl Jeanne er nog niet was Jeanne werd toen van haar paard gesleurd en gevangen genomen.
Gevangenschap en Proces

Overal in Frankrijk was men bedroefd, in veel kerken was Jeanne al te zien naast de meest aanbeden heiligen. Om dit tegen te gaan gingen Engeland en Bourgondië nog meer hun best doen om Jeanne te bekladden met onzin. In het begin van Jeanne haar gevangenschap werd zij heel goed behandeld samen met haar schildknaap, maar toen zij in Engelse handen kwam werd zij een stuk minder goed behandeld. Zij werd als iemand behandeld die al schuldig was bevonden aan ketterij en hekserij. In de Bourgondische gevangenis had zij twee keer geprobeerd te ontsnappen. Een keer toen er timmermannen bezig waren aan het kasteel liep zij simpelweg met twee planken op haar schouder naar de uitgang toe, maar zij werd daar gesnapt en na een gevecht werd zij weer terug gebracht. De tweede keer sprong zij van een toren af op een grasveld, dit was niet bedoeld om zelfmoord te plegen maar om te ontsnappen, want zij wist dat de grond zacht en nat was en zij wist ook dat er een kans was dat zij op haar voeten landde en weg kon rennen. Dat gebeurde alleen niet, zij landde op haar achterhoofd en toen was zij even bewusteloos en toen zij weer bijkwam werd zij door de bewakers al weer naar haar cel gebracht. Jeanne werd in november 1430 verkocht aan de Engelsen. Daar had zij in een paar verschillende kastelen gevangen gezeten maar daarna werd zij naar Rouen gebracht, dat zou haar laatste verblijf van haar leven worden. In haar cel waren nu drie bewakers zodat zij niet weer zou kunnen ontsnappen. Zij heeft lang gevangen gezeten want zij werd in mei 1430 gevangen genomen en in februari 1431 begon pas het proces. Wat moest er in die tijd dan wel niet allemaal gebeuren, nou er moest bepaald worden wie de rechters zouden worden. Zij wouden ook allemaal de schuld in elkaars schoenen schuiven. Want als bekend werd dat de Hertog van Bourgondië ook schuld had aan Jeanne haar dood zou hij veel steun verliezen. En er moest ook heel lang nagedacht worden wat er met haar moest gebeuren. Als zij Jeanne zouden terechtstellen, dan zou er nog meer haat komen tegen de Engelsen. Eindelijk begonnen de verhoren, af en toe in een kapel, dan weer in een toren en dan in Jeanne haar eigen cel. Bij de verhoren in de toren en de kapel kon publiek naar binnen, tijdens die verhoren was Jeanne vastgeketend aan een blok hout. Zij droeg nog gewoon mannenkleren tijdens alle verhoren en Jeanne verloor nooit de moed, zij sprak altijd kalm en vastberaden tegen haar bewakers en verhoorders. Zij mocht ook gasten uitnodigen en ontvangen. Jeanne klaagde niet over haar bewakers want die gedroegen zich altijd fatsoenlijk, wel klaagde zij over de zware ketting die zij mee moest slepen overal heen en over de manier waarop zij dag en nacht werd verhoord. Voor het proces begon moest zij voor de rechtbank komen om vragen te beantwoorden, zij vond het goed alleen had zij twee eisen, een dat de helft van de rechtbank Frans was en niet alleen Engels en Bourgondisch, en dat zij de mis in de kerk bij mocht wonen. Allebei deze eisen werden niet ingewilligd. Tijdens haar proces vroeg zij ook meerdere malen om de Paus of die kon getuigen, dat werd ook door de rechtbank verworpen zonder dat er een reden was opgegeven. Jeanne wist dat zij in groot gevaar was maar gaf de moed niet op. Zij vond dat zij namelijk in haar hele leven niks fout had gedaan, dat zij alleen maar voor haar vorst en land gevochten heeft. Ook al waren geen van haar eisen ingewilligd, kwam zij toch toen het proces begon op 21 februari 1431 en zij zwoer dat zij geen leugens zou vertellen. Zij zei alleen dat zij geen vragen zou beantwoorden die niks met het proces te maken hebben. Nadat de vragen over de verdachte zelf gesteld waren zoals hoe zij heette waar zij geboren was en dat soort dingen. Daarna moest zij over haar heiligen vertellen. Toen werd gevraagd over haar relatie met haar heiligen, zei Jeanne dat zij dat als privé beschouwde, maar toen de rechters aan bleven dringen zei Jeanne dat zij nog liever haar hoofd af liet snijden. De enige die alles wist over haar heiligen was de koning zelf. Toen de rechters het niet gelukt was om Jeanne wegens haar stemmen te veroordelen beschuldigden zij haar van hekserij omdat zij vroeger om bomen heen danste en omdat zij had gezegd dat zij een dood kind levend kon maken. Zelf zei Jeanne dat zij vroeger wel om een boom heen danste maar dat ieder kind dat bij haar in het dorp deed, over het dode kind had zij samen met andere vrouwen gebeden of het kind weer kon gaan ademen en dat gebeurde maar alsnog stierf het kind acht dagen later. Het voornaamste doel van de rechters was om Jeanne haar image geheel te bekladden (dat is hun nooit gelukt) zij wouden duidelijk maken dat Jeanne helemaal geen maagd was maar een losbandig typetje, zij stelden vragen zoals: ,,Toen aartsengel Michael verscheen was hij toen naakt?” en ,,Raakten jouw vrouwelijke heiligen jou ook aan als je met ze sprak, en roken zij lekker”. Op de eerste vraag antwoordde zij ,,Denkt u dat god niet genoeg middelen heeft om zijn engelen te kleden?” op de 2e vraag zei zij ,,Ja zij roken lekker” er kwamen nog veel meer vragen zoals ,,Bent u Robert Baudricourt`s Minnares geweest?” heel veel van dat soort vragen om haar dingen te laten zeggen waardoor zij haar konden veroordelen maar dat gebeurde niet. In april 1431 werd Jeanne ziek, wat voor ziekte is niet precies bekend maar wel is bekend dat zij diarree had en hoge koorts en geen eten binnen kon houden. Er werd alles aan gedaan om Jeanne weer beter te maken zodat zij haar konden verbranden maar arme Jeanne, zij werd weer beter. Toen zij nog halfziek was kwamen de verhoorders al weer langs en brachten haar naar de folter kamer om te laten zien wat er gebeurde als zij niet terug zou nemen wat zij gezegd zou hebben. Maar Jeanne zei folter mij maar, de rechtbank wachtte nog een tijd en toen liet Jeanne haar moed haar in de steek en ze zei dat zij alles terug nam. Op 24 mei begon de ,,Ceremonie” het hoofd van de rechtbank begon met het voorlezen van het documen, toen riep Jeanne opeens dat zij gelogen had en eigenlijk een zondaar was en helemaal niet was geleid door heiligen. Toen werd de officiële verklaring voorgelezen door het hoofd van de rechtbank. Hierin stond dat Jeanne had toegegeven dat zij schuldig was. Omdat zij schuld had verklaard werd zij niet verbrand maar levenslang opgesloten, maar zij mocht geen mannenkleren meer dragen. Maar in de gevangenis kreeg Jeanne weer last van haar ziekte en moest zij overgeven wat toen gedaan werd is zo laag als het maar kan. De bewakers trokken de vrouwenkleren uit van Jeanne en legden op haar bed een stapel mannen kleren. Jeanne kon nu niets anders dan de mannenkleren aantrekken als zij niet naakt wou zijn dus moest zij wel de mannen kleren aantrekken en toen kwam ,,heel toevallig” net het hoofd van de rechtbank om de hoek die zag dat zij mannenkleren droeg. Die zei dat zij weer op haar oude zondige pad terecht was gekomen toen vroeg hij of zij weer haar stemmen had gehoord. Zij vertelde toen wat de bewakers hadden gedaan en dat zij inderdaad haar stemmen weer had gehoord en dat die haar hadden verteld dat zij de waarheid moest vertellen. Toen zei Jeanne dat zij door god gestuurd was om Frankrijk te redden. Jeanne zei ook dat de rechtbank zich niet aan haar woord had gehouden, dat zij vrouwelijk gezelschap zou krijgen als zij vrouwenkleren droeg en dat zij naar de mis mocht. Toen verliet het hoofd van de gevangenis haar en drie dagen later op 30 mei 1431 wordt Jeanne uit haar gevangenis afgevoerd naar het marktplein waar de takkenbossen al klaar lagen. Het laatste vonnis werd voorgelezen, omdat zij weer was vervallen in ketterij werd zij levend verbrand en haar as werd in de Seine gegooid.

Het Rehabilitatieproces

Na Jeanne haar dood gingen de rechters gewoon door met haar figuur bekladden, maar dat mocht allemaal niet baten, het ging Frankrijk voor de wind. Alles wat Jeanne had gedaan kon niet meer teruggedraaid worden. De Engelsen wonnen haast geen veldslagen meer en de hertog van Bourgondië sloot een verbond met Frankrijk. Het ging steeds slechter met Engeland, het enige dat zij nog bezaten was Calais en in Engeland zelf ging het ook steeds slechter. Er kwamen opstanden tegen Henry VI de koning van Engeland en op een gegeven moment kwam er een burgeroorlog, de rozenoorlog dat was een strijd om de macht tussen het huis van Lancaster en het huis van York. De Fransen veroverden 18,5 jaar nadat Jeanne verbrand was Rouen, de stad waar Jeanne verbrand was. Karel VII de koning heropende het proces tegen Jeanne om te bewijzen dat zij onschuldig was. In de Notre Dame begon het nieuwe proces waarbij haar moeder een document voorlas maar tijdens het voorlezen moest zij zo hard huilen dat zij het aan iemand anders gaf die het af moest maken. Veel mensen die Jeanne hadden gekend werden opgeroepen om te getuigen, ook sommige mensen uit de rechtbank die natuurlijk zeiden dat zij altijd aardig waren geweest voor Jeanne. Het verloop van dit proces was eigenlijk al van te voren bekend net zoals bij het eerste proces. Op 7 juli 1456 waren alle bewijsstukken bij elkaar gelegd, iedereen verhoord en begon het proces. De aartsbisschop van Reims was de leider van de rechtbank, hij las voor dat het vorige proces lasterlijk en bedrieglijk was en dat het vorige proces ongeldig is verklaard en Jeanne en haar familie nu vrij waren van alle smetten. Overal in Frankrijk was groot feest en het grootste feest was in Orléans.

Nawoord

Ik heb veel van dit werkstuk geleerd over de middeleeuwen en de 100 jarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk die Frankrijk toch uiteindelijk gewonnen heeft. Ook over het maken van werkstukken heb ik wel meer geleerd hoe je dat makkelijk kon doen want nu hadden wij geen leuk blaadje van wat ik allemaal voor hoofdstukken moest doen. Veel viel me ook op aan Jeanne d`Arc zoals dat zij wel alcohol mag drinken maar zij mag geen enkel knoopje van haar kleren los doen als zij gaat slapen omdat dat haar maagdelijkheid zal onteren.
Een kaart van Frankrijk met de belangrijkste plaatsen.

Bronvermelding

Felix Grayef – Jeanne d`Arc legenden en feiten.
Richard O`neill – De Middeleeuwen blz 72-73, 92-93
http://home-l3.tiscali.nl/~sb100409/kiki_frame1.htm Website over Jeanne d`Arc
Plaatjes
http://home.planet.nl/~eeltjevr/jeanne.htm

REACTIES

M.

M.

Ik vind het een beetje langdradig en met veel eigen meningen. Dat stoort soms. Maar verder een goed verhaal, ik heb er veel van kunnen gebruiken'x

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.