Inca's

5.6

Werkstuk door een scholier
3e klas vwo | 511 woorden
30 augustus 2006
29 keer beoordeeld

5.6

29 keer beoordeeld

Taal

Nederlands

Vak

Geschiedenis

ADVERTENTIE

Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test

Inca's

Aanvoerders

Het leger was erg belangrijk voor zo’n groot rijk als dat van de Inca’s. Zonder leger was het bijna onmogelijk te macht behouden. Ook hadden de Inca’s geen vast leger, maar mannen tussen de 25 en de 50 jaar konden verwachten eraan deel te nemen. De Inca’s hadden een leger dat hiërarchisch (volgens een rangorde) bestuurd werd. Helemaal boven aan het leger stond de Sapa Inca. Daarna ging de rangorde van officieren zo verder:
- Chungacamayoc (beschermer van 10)
- Picha Chungacamayoc (beschermer van 50)
- Pachaca Camayoc (beschermer van 100)
- Cuaranga Camayoc (beschermer van 1000)
- Apu (beschermer van 2500)
- Hatun Apruratin (beschermer van 5000
- Hoogste bevelhebber/ generaal (beschermer van 10.000)

Wapens

De wapens die de Inca’s gebruikten verschilden erg van elkaar. In het oosten gebruikten ze vooral bogen omdat daar de jungle was waar je veel veerkrachtig hout kon vinden. De kuststammen gebruikten vooral speren en werppijlen. Andere stammen gebruikten Bollas, dat waren 2 of 3 stenen aan elkaar gebonden en die konden ze om de benen van mensen of dieren slingeren. Ook werden er soms slingers gebruikt die stenen kon schieten. Het enige wapen wat overal in het rijk werd gebruikt was het houten zwaard met bronzen snijvlakken. Soms werd dit zwaard zelfs helemaal van brons gemaakt.

Wapenuitrusting

De meeste krijgers hadden een wapenuitrusting. Als hoofdbescherming droegen ze een soort muts die gemaakt was van dikke wol of gewatteerde katoen. Op de muts zaten pluimen van de ene kant van het oor naar de andere kant. Om hun romp te beschermen droegen ze gewatteerde kleding of lederen borstplaten. Er waren 2 soorten schilden een ronde die was gemaakt van chonta hout die was om de rug te beschermen. En de andere was vierkant en gemaakt van gevlochten hout met daaroverheen de huid van een hert. Officieren droegen ijzeren platen op hun rug en borst, die platen waren militaire beloningen.

Strategie

De Inca's begonnen het gevecht altijd met veel lawaai. Dat schrikte de aanvallers alvast een beetje af. Dan kwamen de krijgers op. En dan begon het gevecht. De Inca's zochten de belangrijkste krijgers en bevelhebbers uit het leger en die werden dan uitgeschakeld door een speciaal groepje krijgers. De reservetroepen deden niet mee met de gevechten zodat ze makkelijk opgeroepen konden worden als er hulp nodig was. Ze konden dan via de zijkant aanvallen, of rugdekking geven aan de aanvallende troepen. De Inca’s probeerden de vijanden van een veilige plaats te verdrijven door de struiken en het gras om ze heen in brand te steken.

Spionage

De Inca’s hadden veel spionnen. Ze probeerden met de spionnen informatie te krijgen over de plek waar de vijand was en hoe groot hun leger was. Ook probeerden ze er achter te komen waar ze voorraad plaatsen hadden. Zodat ze bijvoorbeeld hun voorraadplaats konden verwoesten en de vijanden wel uit hun veilige schuilplaats moest komen. Ook moesten de spionnen proberen valse geruchten te verspreiden.