INLEIDING Imperialisme, het streven om van een staat een zo groot mogelijk rijk op te bouwen door andere staten te veroveren, is het onderwerp van dit werkstuk.
We hopen in dit relatief vrij korte werkstuk toch een correcte indruk te kunnen geven van wat het begrip \"imperialisme\" inhoudt en waar het ons, als Europeanen, toe gebracht heeft.
Heeft het imperialisme alleen maar slechte uitwerkingen gehad op de toen- en numalige wereld? Of juist alleen maar goede uitwerkingen? Of misschien een combinatie van die twee? Op dit soort vragen hopen we in dit werkstuk nader in te gaan.
Het zou natuurlijk ongepast zijn om een term als \"inperialisme\" te gaan uit diepen zonder goed te weten wat het eigenlijk betekend en dus zonder op zoek te gaan naar de wortels van dien. Daarom willen we dit werkstuk beginnen met een uitgebreide omschrijving van de term alsmede een indicatie van wanneer deze stroming zich het meest of het duidelijkst heeft geuit.
Ook zouden we een vrij zinloze opsomming van feiten weergeven als we niet vertellen waar het imperialisme ons toe gebracht heeft oftewel de gevolgen van het imperialisme.
Zoals bij elke stroming het geval is, zijn er personen die zich opwerpen als belangrijke figuren in die stroming en als zodanig de geschiedenis ingaan. Twee van deze rasechte imperialisten willen we in dit werkstuk behandelen, te weten koningin Victoria en Rhodes. Het zou te ver voeren om veel meer imperialisten in dit werkstuk de revue te laten passeren, dus zodoende willen we het bij deze twee laten.
Tenslotte hebben we getracht kort iets te zeggen over het verband dat het imperialisme met de kunst heeft gehad. Omdat dit ons inziens niet tot een van de meest relevante dingen van dit werkstuk behoort, hebben we het bij een korte beschijving met het bijbehorende beeldmateriaal gehouden.
Al met al kunnen wij als auteurs zeggen dat we er werkelijk iets van opgestoken hebben en dat het onderwerp meer voor ons is gaan lichten.
Rest ons u nog veel plezier bij het doorwerken van dit werkstuk te wensen.
WAT IS IMPERIALISME + WANNEER EN HOE UIT DEZE STROMING ZICH HET DUIDELIJKST ? In de meest ruime betekenis van het woord imperialisme wordt verstaan: het streven van een staat naar een onbeperkte uitbreiding van het grondgebied. Aan die gebiedsuitbreiding zal pas een eind komen wanneer een imperialistische staat stuit op een volk of land dat zich niet laat onderwerpen.
Op deze manier opgevat is het imperialisme een verschijnsel dat zich sinds het begin van de geschiedenis van de mensheid heeft voorgedaan. Het Perzische Rijk, het Romeinse Imperium en het Frankische Rijk van Karel de Grote waren enkele van de bekendste imperialistische mogendheden uit de wereldgeschiedenis.
De term imperialisme wordt ook gebruikt om de verovering van overzeese gebieden door een aantal Europese landen sinds de 16e eeuw aan te duiden. In deze periode probeerde Spanje en Portugal, leter gevolgd door Engeland, Nederland en Frankrijk langs allerlei wegen het specerijenparadijs in Voor-Indië te bereiken. In de voor de handel belangrijke gebieden werden handelsposten gevestigd, die doorgaans slechts door een handjevol Europeanen werden bevolkt. Het bestuur over de bevolking bleef in handen van de inheemse vorsten, die handelsovereenkomsten sloten met de blanke kolonisten. Maar overal waar de kolonisten de kans kregen de inheemse vorsten aan zich te onderwerpen, breidden zij hun handelsposten uit.
Met de meest gangbare betekenis van het imperialisme wordt meestal het moderne imperialisme bedoeld. De toevoeging modern geeft men eraan omdat de overzeese expansie, die al in de 16e eeuw begonnen was, omstreeks 1870 in een stadium terechtkwam dat wezenlijk verschilde van het voorgaande.
Na 1870 werden in vrij korte tijd heel Afrika en grote delen van Azië door enkele Europese staten bezet. In gebieden waar voor die tijd nog slechts enkele handelsposten in Europese handen waren, werd na 1870 het hele achterland onderworpen. Deze gebiedsuitbreiding ging door tot twee of meer Europese mogendheden op elkaar stuitten.
Na 1870 wierpen zich naast de landen die al koloniën bezaten, (Spanje, Portugal, Nederland, Frankrijk en Engeland) ook Begië, Duitsland en Italië in de strijd. Een ware kolonisatiekoorts woedde door de wereld.
In dichtbevolkte gebieden in Azië was voor 1870 een blijvende onderwerping door een kleine blanke troepenmacht niet mogelijk geweest. Na 1870 veranderde dat. Europa kreeg door de Industriële Revolutie in technisch en militair opzicht een steeds grotere voorsprong. Verzet van de inheemse bevolking was nu tot een mislukking gedoemd.
De nieuwveroverde gebieden werden onder het politieke toezicht van het moederland gesteld. Dit wordt formeel imperialisme genoemd. Slechts enkele gebieden zoals Perzië en China werden niet aan het koloniale rijk van een Europese mogendheid toegevoegd. Dit betekende echter niet dat deze twee landen hun politiek zelfstandig konden bepalen. De exploitatie van hun bedemschatten was volledig is westerse handen, evenals de aanleg van spoorwegen, telegraafverbindingen enzovoort. Deze economische afhankelijkheid maakte het voeren van een zelfstandige politiek die tegen de westerse belangen inging onmogelijk. Dit verschijnsel wordt informeel imperialisme genoemd. Na de Tweede Wereldoorlog begon het tijdperk van de dekolonisatie. In de praktijk kwam dat neem op een overgang van formeel- naar informeel imperialisme.
Over de duidelijkste uitingsperiode kunnen we het nog volgende zeggen:
Het imperialisme hangt nauw samen met het nationalisme. Binnen het imperialisme zijn twee stromingen te herkennen: * In de eerste helft van de 19e eeuw was er een vrijhandelsimperialisme. Dit is vooal ontstaan als reactie op de industriële revolutie. * In de tweede helft van de 19e eeuw uit het neo-mercantilistische imperialisme zich. Ook wordt het imperialisme meer racistisch, het blanke ras werd voorop gesteld. Als we dit vergelijken met het nationalisme zien we op veel punten overeenkomsten.
DE GEVOLGEN VAN HET IMPERIALISME
Op korte termijn (tijdens de bezetting -vanaf ca. 1500- ) Tijdens de kolonisatie hield het imperialisme vooral in dat de west-europeanen een groot deel van de niet-westerse wereld gingen veroveren. Zij maakten deze landen tot hun kolonie. Dit duurde tot in de loop van de 20e eeuw. In de niet-westerse wereld veranderde veel, maar lang niet alles; de landbouw bleef in die landen het belangrijkste middel van bestaan. De opbrengst nam wel toe, maar deze moest over meer mensen verdeeld worden. In Afrika en Azië kwam er nog steeds veel hongersnood voor. Dit kwam door de langdurige droogte en overstromingen.
De koloniën leverden goedkope grondstoffen terwijl zij daar bijna niets voor terugkregen. Ook moesten de koloniën vaak belasting betalen die zij niet konden betalen en werden zodoende gedwongen producten voor het moederland te verbouwen.
Als positief gevolg van het imperialisme kunnen we aanvoeren dat de Europeanen in de gekoloniseerde landen vaak spoorwegen, wegen, telegraaf- en telefoonverbindingen aanlegden. Dit was natuurlijk in eerste instantie voor henzelf bedoeld, maar daar heeft na de dekolonisatie het vorheen gekoloniseerde land natuurlijk veel profijt van, later. Een ander positief gevolg is natuurlijk het bouwen van scholen en ziekenhuizen door de Europeanen, die na de dekolonisatie natuurlijk gewoon bleven staan zodat de kolonie er weer van kon proviteren. Ook werd in sommige koloniën een begin gemaakt met de opbouw van de industrie, zij het een kleine, langzame en voorzichtige opbouw en ontwikkeling.
Bovenstaande punten bij elkaar genomen kunnen we dus zeggen dat door het imperialisme de welvaart in de koloniën drastisch steeg. Ook ontwikkelden zich in de koloniën een nationaal gevoel.
Het imperialisme betekende ook een uitbreiding van het christendom. De gekoloniseerde landen werden \"verchristelijkt\" en in de meeste landen was dat vrij goed mogelijk. De mensen in de koloniën hadden vrij veel vertrouwen in de Europeanen, zodat ook op dit gebied er nieuwe mogelijkheden waren. Een nadeel van deze ontwikkeling was echter wel dat de imheemse bevolking meer en meer van hun eigen cultuur ging vervreemden.
Over het algemeen gingen de landen in de niet-westerse wereld er financieel zeker op vooruit. Er werden nieuwe landbouwgewassen en dieren ingevoerd en door de nieuwe verbindingen met de westerse wereld was er meer productie mogelijk. Er kwamen nieuwe produkten als kleding, landbouwwerktuigen en later ook vuurwapens, auto\'s en fietsen. Toch zater er voor de niet-westerse landen veel nadelen aan verbonen. De inwoners van de kolonieën werden gedwongen om voor het moederland te werken en kregen een heel slechte behandeling. De westerse landen waren er vooral op uit om er zelf beter van te worden en dat gebeurde meestal dan ook. Aan de oorspronkelijke bewoners werd niet gedacht.
Op lange termijn (als het imperialisme al weer nagenoeg voorbij is en de meeste landen weer onafhankelijk zijn) Veel voormalige kolonieën hadden na het verwerven van de onafhankelijkheid last van dezelfde sociaal-economische problemen. Er was veel kapitaal nodig voor het ontwikkelen van het gebied en dat kapitaal was er in de meeste landen niet. Ook waren voor de ontwikkeling van de landen machines uit het Westen nodig. Die machines konden alleen worden betaald van het geld dat ze aan de export verdienden. Maar ook dit bleek moeilijk te gaan omdat veel exportbedrijven in buitenlandse handel waren. De winsten gingen dus meestal naar het buitenland. Een goed voorbeeld hiervan is Brazilië; alleen door export van koffie konden ze voor de Tweede Wereldoorlog veel geld verdienen. De economie van Brazilië was dan ook uiterst kwetsbaar. Als de koffieprijzen op de wereldmarkt daalden waren de gevolgen voor Brazilië heel erg groot. Deze problemen waren indirect het gevolg van de onderdrukking in de koloniale tijd. De Europese kolonisten waren alleen geïnteresseerd in de economie van dat land als dit een bijdrage kon leveren aan de economische ontwikkeling van het Westen. Meestal had de ontwikkeling van die takken van de economie niet als gevolg dat de gehele economie van de kolonie er beter op werd. In het Westen profiteerden wel bijna alle bedrijven van de verbeterde economie.
Wat we wel als een nadeel van het imperialisme kunnen beschouwen op de lange termijn is de enorme verdeeldheid en vijandschap die het imperialisme in Europa gedracht heeft. Ieder land was er namelijk op uit zoveel mogelijk koloniën te verkrijgen en het werd dus een ware koloniënrace. Dat de verschillende Europese landen dus wat tegen elkaar op begonnen te boxen is in dit verband dus ook niet ondenkbaar. In 1914 werden de spanningen zo groot dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Al met al kunnen we hieruit dus opmaken dat het wantrouwen tussen de Europese staten door het imperialisme groter is geworden.
Bedoelde en Onbedoelde gevolgen Bedoelde gevolgen zijn onder andere de verbeterde economie in de westerse landen, dit was reden waarom tot kolonisatie werd overgegaan. En het uitbreiden van de markt in de niet-westerse landen lag natuurlijk ook voor de hand. Dit was geen reden voor kolonisatie maar wel voorspelbaar. Net als het feit dat de niet-westerse landen meer konden produceren. De slechte situaties voor de inwoners van deze landen is niet geheel en al bedoeld, er is totaal niet over nagedacht en het kon ze ook niets schelen. Ook over de problemen die zouden ontstaan na de onafhankelijkheid is niet nagedacht.
HET VERBAND TUSSEN HET IMPERIALISME EN DE KUNST Over het verband tussen het imperialisme en de kunst is het moeilijk om te schrijven. Natuurlijk uit elke stroming waar kritiek tegen is (en daar kunnen we het imperialisme voor de volle 100% achter scharen) zich in meerdere of mindere mate in het vervaardigen van spotprenten. In dit werkstuk zult u er al een heel aantal tegengekomen zijn en ook hierna zult u er nog wat vinden.
Aan de andere kant zijn er door de voorstanders van het imperialisme ook afbeeldingen en schilderijen vervaardigd die het imperialisme zeer promoten. Zoals elders in dit werkstuk een afbeelding te vinden is van een groep Engelse soldaten ter verheerlijking van het imperialisme. Het is dus niet alleen kritiek in de kunst wat de klok slaat.
We moeten ons echter afvragen of we dit echt onder de kunst kunnen scharen; of we spotprenten en promotieplaatjes nou echt kunst kunnen noemen.
Wat we als belangrijkste verband tussen het imperialisme en de kunst kunnen zien, is dat het imperialisme de kunst in de gekolonieerde landen zeer heeft beïnvloed. Dit kunnen we zeker zien als een van de gevolgen van het imperialisme, maar we hebben deze weggelaten omdat we dit gevolg vrijwel niet relevant vonden en we er hier in dit verband toch weer op terug zouden komen.
Een duidelijk voorbeeld van de westerse beïnvloeding zien we op een foto elders in dit werkstuk waarop het Victoria-station afgebeeld staat, in Bombay. Het is hierop duidelijk te zien dat de gotische (westerse) architectuur ook India beïnvloed heeft.
Zo zijn er talloze voorbeelden meer te noemen die op hetzelfde neerkomen; het imperialisme is van grote invloed geweest op de cultuur er dus ook op de kunst in de betreffende landen.
Al met al zult u het een en ander toch uit het aanwezige beeldmateriaal moeten zien te halen, daar er eenvoudigweg niet zoveel over deze relaties en verbanden te schrijven zijn.
CONCLUSIE Zo lezende kun je bij jezelf de vraag zien doen opkomen; \"waar heeft het imperialisme ons nu toch eigenlijk toe gebracht ?\" en \"heeft het imperialisme nog invloed op de huidige betrekkingen tussen de verschillende landen ?\"
Door de drang om onze macht uit te breiden, heeft de Europeaan veel kennis opgedaan. De gehele wereld is verkend en alle witte stukjes op de landkaart zijn ingekleurd. We zijn er rijker op geworden en we hebben onszelf onrechtmatig producten toegeëigend. Er is veel kennis binnengekomen over andere culturen, men noemt Nederland niet voor niets een multiraciale samenleving. O, wat zijn we trots op die naam. Wij Nederlanders zijn zo tolerant. Ja, maar denk eens aan al die onderdrukte volken, ook wij hebben ons als beesten gedragen in een land dan niet van ons was, en ook nooit daarvoor had mogen doorgaan.
Nog steeds trots ? De drang naar macht heeft de onafhankelijkheidsoorlogen ontketend en relaties tussen landen heftig verstoord, het was een aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog, en verstoort nu nog steeds vele contacten.
Wat dacht u van de Israëliërs. Komen ze vanuit het niet opeens het hun beloofde land opeisen. Ze liggen daar al jaren met elkaar overhoop. Pas maar op als ze daar weer een wapenstilstand afkondigen, want dan ben je je leven daar helemaal niet meer zeker. Er is altijd we een of ander die het akkoord breekt. Nog actueler? Ierland. Noord tegen Zuid. Katholiek tegen Protestant. Nog steeds heeft de IRA daar de tijd van zijn leven. Door Imperialisme. Waarom? Omdat Groot-Brittanië een deel van Ierland ingenomen heeft en het nooit opgegeven heeft.
Natuurlijk heeft het imperialisme het contact tussen sommige landen ook verbeterd, maar ook in zeer grote mate verstoord.
Al met al kunnen we zeggen dat het imperialisme landen met elkaar in contact heeft gebracht, maar ook dat het ene land het andere land heeft uitgebuit; hierdoor zijn talloze mensenlevens geofferd en ook veel verhoudingen scheef getrokken.
BRONVERMELDING Nederland en de opkomst van het modern imperialisme dr. M. Kuitenbrouwer
Cultuur en imperialisme Edward W. Said
Imperialisme en onderontwikkeling S. Amin, T. Szentes en R. Marini
Sprekend Verleden deel 2 L.G. Dalhuisen en P.D.M. Latour
Winkler Prins Encyclopedie Verschillende auteurs
Imperialisme Prof. dr. D.K. Fieldhouse
Internet Verschillende sites
DE GROTE BRITSE IMPERIALISTEN .
Inleiding Zoals eerder in dit werkstuk te lezen is, is imperialisme in algemene zin een expansiestreven van staten die zich de stichting van een politiek of economisch rijk ten doel stelt. Dit hoofdstuk houdt zich bezig met de personen achter deze \'ideologie\'. Wie waren de grote imperialisten in de geschiedenis, en wat dachten ze? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden gezien de grootte van dit werkstuk. Om deze simpele reden bespreken wij alleen de grote Britse imperialisten.
Victoria Toen Alexandrina Victoria op 24 mei 1819 werd geboren op Kensington Palace bij Londen, waren haar kansen op de troon gering. Ze was dochter van de vierde zoon van Koning George 3, Edward, hertog van Kent, en de Duitse prinses Victoria van Saksen-Coburg-Gotha. Ondanks haar geringe kans besliste het lot anders en tien jaar later was Victoria troonopvolgster. Zij had naar haar eigen oordeel een beschermde en saaie jeugd. Haar vader was kort na haar geboorte overlede en zij was voortdurend omringd door, vooral vrouwelijke, volwassenen. Vanaf haar vijfde jaar stond zij onder de hoede van een Duitse gouvernante, Louise Lehzen, die tot haar vertrek in de jaren veertig een grote invloed zou hebben. Een andere belangrijke figuur voor Victoria was haar oom van moeders kant, Leopold van Saksen-Coburg-Gotha (1790-1865), die als tweede vader fungeerde. De algemene en religieuze vorming die zij kreeg, week niet af van wat in gegoede kringen gebruikelijk was. Verder had zij speciale belangstelling voor muziek, ballet en tekenen. Al zeer vroeg bleek dat Victoria een duidelijk eigen wil had. Toen koning William 4 (regeerde 1830-1837) op 20 juni 1837 stierf, was de achttienjarige Victoria de nieuwe Britse koningin. Een week later volgde de plechtige kroning door de aartsbisschop van Canterbury in de Londense Westminster Abbey. Oom Leopold, sinds 1831 koning der Belgen, koesterde het verlangen Victoria te koppelen aan haar neef Albert van Saksen-Coburg-Gotha (1819-1861), met als doel de internationale positie van de familie Coburg te versterken. Op 10 februari 1840 werd deze wens vervuld toen het huwelijk in de kapel van St. James\'s Palace werd ingezegend. Ondanks dit alles was het geen verstandshuwelijk, maar ontstond er een innige band tussen beide echtlieden. Uit het huwelijk werden negen kinderen geboren. Albert was een goedhartige en hardwerkende man, met veel belangstelling voor wetenschap en kunst. Hoewel hij niet erg populair was bij de Engelse aristocratie, nam zijn invloed op de politiek met de jaren toe. Ook voor Victoria was hij een trouwe raadgever. De dood van Albert, op 14 december 1861, betekende voor de koningin een geweldige klap, die gevolgd werd door een rouwproces dat tot haar dood zou duren. Victoria zou zich gedurende meer dan 10 jaar, behalve voor haar verplichtingen als koningin, zo min mogelijk in het openbaar vertonen.
Versterking van de monarchie Toen Victoria aan de macht kwam, was het prestige van de monarchie uitzondelijk klein. De nauwgezette wijze waarop zij haar werk, dat zij zag als een door God gestelde taak, verrichtte, zou de eerbiedwaardigheid van het instituut weer opvijzelen, zozeer dat zelfs bij haar dood in 1901 de monarchie geheel verankerd was in het constitutionele bestel. Geliefd bij de bevolking was zij vooral in de tweede helft van haar regering. Aanvankelijk trachtte Victoria haar persoonlijke invloed uit te breiden, o.a. door tegen de politieke verhoudingen in Lord Melbourne, de Whig-premier, met wie zij zeer goede, bijna vaderlijke contacten onderhield, als regeringsleider aan te houden, maar onder invloed van Albert werd haar rol meer teruggetrokken, zij het niet onbetekenend. Op oudere leeftijd zou zij zich weer meer doen gelden. Daarbij stak zij haar persoonlijke en politieke anti- en sympathieën niet onder stoelen of banken. Als hoofd van de anglicaanse Staatskerk zag Victoria zich geroepen de \'ware principes en geest van de protestantse religie\' te handhaven. Tevens indentificeerde zij zich met de deugden van de middle class: werkijver, plichtsgevoel en moralisme. Voor de sociale problemen van haar tijd kon zij weinig begrip opbrengen: noch voor de noden van de arbeidende klasse, noch voor de eisen van de vrouwenbeweging (kiesrecht, onderwijs). Op politiek gebied steunde zij het imperialistische streven van haar regeringen. Vandaar dat Victoria en Disraeli goede politieke maatjes waren. Zij vond het prachtig om in 1876 keizerin van India te worden en haar handtekening en monogram zouden voortaan bestaan uit de letters V.R.I. hetgeen \'Victoria Regina Imperatrix\' betekende. Op het moment dat het Britse imperium op het hoogtepunt van zijn macht verkeerde, vierde de 78-jarige Victoria in de zomer van 1897 haar diamanten regeringsjubileum. Een paar jaar later, op 22 januari 1901, overleed Victoria te Osborne. De lengte van haar regeringsperiode had die van al haar voorgangers overtroffen. Zij werd opgevolgd door haar oudste zoon, Edward 7 (1841-1910).
Rhodes Cecil John Rhodes werd geboren op 5 juli 1853 te Bishops-Stortford, en hij overleed op 26 maart 1903 in Muizenberg (Kaapstad). De jeugd van Rhodes was één en al droevenis. Zo heeft het niet veel gescheeld of Cecil John Rhodes overleed al op 5-jarige leeftijd na een worsteling met zijn oom Doedel. Op hulp van zijn naaste familie hoefde Cecil niet te rekenen, zijn vader stond namelijk bekent als hard en meedogenloos man, en zijn moeder Catharina overleed toen Cecil John Rhodes 4 jaar was. Toen Rhodes 17 jaar was trok hij in 1870 naar Zuid-Afrika, waar hij aankwam in de periode van de diamantvondsten te Kimberley. Hij wist in enkele jaren een groot fortuin te verwerven en Kimberley tot een financiël middelpunt te maken. Rhodes streefde naar uitbreiding van het Britse gebied naar het noorden (door verovering van de Boerenrepublieken), aangezien zijn inversteringen in goud in het zuiden hem niet de winst opleverde die hij verlangde. Hij droomde van een Verenigd Brits-Afrika, als onderdeel van een Brits wereldrijk. Sinds 1881 speelde hij als lid van het parlement van Kaapstad ook op politiek vlak een voorname rol. Vooral de stichting, met A.Beit, van de De Beers Consolidated Mines Ltd. ( die zelf staten en koloniën kon oprichten ) leidde in de door hem gewenste richting en tot de sitchting van het naar Rhodes vernoemde Rhodesië ( het huidige Zimbabwe ). In 1890 werd Mashonaland bezet, in 1893 Matabeleland onderworpen, die te zamen onder beheer kwamen van de British South Africa Company (1889), waarvan L. Jameson directeur werd. Rhodes werd in 1890 minister van Kaapland. Hij genoot de steun van de Afrikaander Bond. Rhodes verzocht aan de Engelse regering (J.Chamberlain) Beetsjoeanalnd (Botswana) onder Brits protectoraat te stellen en hem de gelegenheid te geven een spoorlijn van Mafeking naar het noorden aan te leggen. Inmiddels spitste zich de kwestie met de uitlanders in Johannesburg toe, die leidde tot de Jameson-Raid. Deze had algehele knechting van de Afrikaanse bevolking tot gevolg, nadat zowel de Ndebele als de Shona in 1896 vergeefs in opstand waren gekomen. Rhodes \' medeplichtigheid bracht hem als premier ten val. In 1898 werd hij president van de South Africa Legue. Hij slaagde erin een oorlog te bewerkstelligen tussen Groot-Brittannië en de Boerenrepublikeinen, die uiteindelijk de Unie van Zuid-Afrika deed ontstaan. Rhodes was een financieël genie en tevens de grootste Britse imperialist van zijn tijd in Zuid-Afrika. Zijn grote tegenspeler was P.Kruger, die de volledige soevereiniteit van Transvaal wilde handhaven en o.a. Rhodes\' plan voor een tolunie voor geheel Zuid-Afrika tegenwerkte. Toch sprak zelfs Kruger na de dood van Rhodes in 1903 met bewondering over deze imperialist.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
danku voor deze geweldige uitleg over het begrip imperialisme
xxx (l) ya
21 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
goed werkstuk man
19 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Dit is een prachtexemplaar,
Philippe
19 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Hallo!
Wauw, knap gemaakt je werkstuk.
Alvast bedankt,
Maud
16 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
bedankt voor de info, echt heel goed!!
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
lol 1991 lol
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
super goed
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
heel mooi
11 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
lekkr mann
11 jaar geleden
Antwoorden1.
1.
Wie de belangrijke persoon van het imperialisme? Iets met van heutsz?
10 jaar geleden
Antwoorden