Het Oude Egypte

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vwo | 2400 woorden
  • 13 november 2014
  • 65 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
65 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studeer met een open blik

Een studie die filosofie, psychologie en sociologie combineert, en waarin je ook nog eens goed leert te reflecteren en gesprekken te voeren – klinkt dat als jouw droomstudie? Dan is de bachelor Humanistiek misschien iets voor jou.
Kom kennismaken op de Open Dag van 16 november.

Meld je aan voor de Open Dag

k doe mijn werkstuk over het oude Egypte. Het lijkt mij leuk en interessant om een werkstuk over Egypte te maken, omdat ik eigenlijk nog niet zoveel over de oude Egyptenaren afweet. Ik ben nog nooit in Egypte geweest maar dat lijkt mij wel heel leuk. Ik heb mijn werkstuk geschreven met behulp van 1 hoofdvraag en 4 deelvragen. Mijn hoofdvraag is: Hoe leefde men in het oude Egypte? Mijn 4 deelvragen zijn:

  1. Hoe verdienden de Egyptenaren hun brood?
  2. Hoe zag de godsdienst van de Egyptenaren er uit?
  3. Hoe dachten de Egyptenaren over de dood?
  4. Waarom was de Nijl zo belangrijk voor de Egyptenaren?

Voorwoord. 1

Inhoud. 2

Hoofdstuk 1: Hoe verdienden de Egyptenaren hun brood?. 3

Hoofdstuk 2: Hoe zag de godsdienst van de Egyptenaren eruit?. 5

Hoofdstuk 3: Hoe dachten de Egyptenaren over de dood?. 7

Hoofdstuk 4: Waarom was de Nijl zo belangrijk voor de Egyptenaren?. 8

Hoofdstuk 5: Hoe leefde men in het oude Egypte?. 9

Literatuurlijst 10

Hoofdstuk 1: Hoe verdienden de Egyptenaren hun brood?

Heel vroeger leefden de oude Egyptenaren door te jagen op dieren en door eetbare planten en vruchten te verzamelen. De jagers en de verzamelaars hadden geen ingewikkeld bestuur nodig. Iedereen kreeg zolang ze genoeg voedsel hadden genoeg voedsel om van te leven. Door het ontstaan van landbouw ontstonden de eerste dorpen. Toen de dorpen samen groeiden tot staten werd het bestuur een stuk lastiger. Er moest meer geregeld worden. Sommige Egyptenaren kregen daarbij meer macht dan de andere en de ongelijkheid in arm en rijk nam sterk toe. In Egypte was de macht heel erg verdeeld. Als een samenleving in verschillende bevolkingslagen wordt verdeeld wordt dat een gelaagde samenleving genoemd

De gelaagdheid in de Egyptische samenleving van hoog naar laag:

  1. Farao
    De mensen die farao of  koning waren hadden het meeste macht. De farao/koning had drie functies:
    1. God. Iemand met een goddelijke status werd farao genoemd. De Egyptenaren wisten vroeger niet waarom de Nijl overstroomde. Zij dachten dat dat het werk van de goden was. De farao bestuurde de waterhuishouding. Daarom werd hij ook als god vereerd.
    2. Baas van het leger. De koning bestuurde ook de verdediging van het land. Hij kon als hij wou alle mannen oproepen voor in het leger.
    3. Regering. De koning was ook baas van de ambtenaren.
  2. Vizier
    Na de farao had de vizier de meeste macht. Een vizier was de hoogste ambtenaar, dus ongeveer hetzelfde als bij ons een minister-president.
  3. Priesters

De priesters hadden ook nog  wel veel macht in het oude Egypte. Zij leidden het eren van de goden en verzorgden de tempels die de Egyptenaren voor de vele goden gebouwd hadden. Ook bezaten de priesters veel grond. Daarop werd veel gewerkt door boeren.


 

  1. Hoge Ambtenaren

De hoge ambtenaren hadden ook veel macht. Zij kregen zoveel macht doordat zij de gouverneurs en de generaals waren. Er waren in Egypte 42 provincies, elke provincie werd bestuurd door een gouverneur.

  1. Lage ambtenaren

Hierna hadden de lage ambtenaren de meeste macht. Tot de lage ambtenaren behoorden de schrijvers, landmeters en de belastingophalers.

  1. Boeren, landarbeiders en de bedieners

De boeren, landarbeiders en de bedieners kwamen na de lage ambtenaren. De boeren vormden de grootste groep.

  1. Slaven

Als laagste laag had je nog de slaven. De slaven en slavinnen waren meestal de mensen die een misdaad hadden gepleegd of mensen die gevangen waren in een oorlog. Zij moesten werken voor de mensen uit de drie hoogste lagen.


 

Hoofdstuk 2: Hoe zag de godsdienst van de Egyptenaren eruit?

Godsdienst speelde een belangrijke rol voor de Egyptenaren. De Egyptenaren dachten dat alles wat ze niet konden verklaren het werk was van de goden. Omdat er veel was wat de Egyptenaren nog niet konden verklaren, waren er veel verschillende goden. Heel vroeger had haast elk plaatsje in Egypte een eigen god, maar toen Egypte meer een geheel werd gingen de Egyptenaren de goden van elkaar overnemen. In figuur 2.1 zie je een tabel waarin de belangrijkste goden van de oude Egyptenaren staan.

God

waarvan

 Herkenning

Mannelijk of vrouwelijk

Ra

Zon

soms kop van scarabee en zonneboot

mannelijk

Hathor

hemel

Koe

vrouwelijk

Noet

hemel

sterrenjurk en staat op horen van Hathor

vrouwelijk

Osiris

koning dodenrijk

groene atefkroon met 2 veren

mannelijk

Isis

vrouw osiris

Vrouw

vrouwelijk

Horus

zoon osiris

Valk op de kop afgebeeld

mannelijk

Sett

kwaad/nacht

kop van een hond

mannelijk

Thoth

wijsheid/schrijver

Ibis

mannelijk

Anubis

dodenreis gids/beschermer

Jakhals

mannelijk

Maat

waarheid/gerechtigheid

vrouwelijk

Sobek

nijlgod/vruchtbaarheid

Krokodil

mannelijk

Hapi

nijlgod

Nijlpaard

mannelijk

Bastet

dans/wierlijkheid

Kat

vrouwelijk

Atap

slang van de onderwereld

Nacht

mannelijk

Khnum

maker van de eerste mens

hoofd van ram

mannelijk

Figuur 2.1: Tabel van de belangrijkste goden van de oude Egyptenaren.

Sommige dieren werden door de Egyptenaren als heilig verklaard. Heilige dieren werden ook weleens op het hoofd van een god geplaatst. Bijvoorbeeld:

  1. De zonnegod Ra werd soms met de kop van een scarabee (mestkever) afgebeeld.  De mestkever werd heilig verklaard omdat de Egyptenaren de jonge mestkevers uit balletjes mest zagen kruipen. Ze hadden niet door dat andere kevers hun eitjes daar gelegd hadden. De Egyptenaren dachten dat de scarabee uit zichzelf kon opkomen. De zon kwam ook altijd uit zichzelf op. Daarom werd de zonnegod Ra soms met de kop van een scarabee afgebeeld.
  2. De god Horus (zoon Osiris, de koning van het dodenrijk) werd vaak afgebeeld met de kop van een valk. Een valk is heilig, omdat de valk volgens de Egyptenaren het hoogst kan vliegen van alle vogels. Hierdoor kan de valk het dichtst bij zonnegod Ra komen

Farao Achnaton probeerde Egypte tijdens (1370-1353 voor Christus) zijn bestuur heel erg te veranderen. Hij wilde dat de Egyptenaren maar in één god gingen geloven, zonneschijf Aton. Er waren (zoals gewoonlijk) veel mensen die het hier niet mee eens waren. De meeste mensen die het daar niet mee eens waren,waren priesters of heiligdommen die bij een verandering veel zouden verliezen. Als die verandering plaats zou nemen zouden ze werkloos worden of ze werden veel minder belangrijk en dat wilden ze natuurlijk niet. De opvolger van Achnaton, farao Ramses II maakte direct een einde aan die veranderingen. Achnaton had ook een erg bijzondere vrouw, Nofretete. Van Nofretete is een beeld gemaakt wat volgens veel mensen  een van de mooiste kunstwerken uit de geschiedenis is.

Over de goden, halfgoden en andere sterfelijke helden zoals farao's werden veel verhalen doorverteld. Die verhalen worden mythen genoemd. Er zijn nog altijd piramides, tempels en rotsgraven in Egypte te vinden die ons informatie geven hoe men vroeger in Egypte leefde. In Aboe Simbel kun je nu nog altijd zien dat de godsdienst in het oude Egypte erg belangrijk was. Daar zijn nu nog altijd twee rotstempels te bezoeken waar vroeger onder andere farao Ramses heeft gewoond.


 

Hoofdstuk 3: Hoe dachten de Egyptenaren over de dood?

Voor de oude Egyptenaren was de dood niet heel erg. Dat kwam doordat ze geloofden dat ze toch weer levenskracht kregen van Osiris, de koning van het dodenrijk. Hierdoor leefde je ziel na je dood door in de onderwereld. Na de dood gebeurde er met de lichamen van de meeste mensen niet zoveel. Er werd een gat in de woestijn gegraven en daar werd je in gegooid. Met het lichaam van de rijkere mensen gebeurde er heel iets anders. Dat werd helemaal voorbereid op het leven in de onderwereld. Dat ging zo:

  1. Het lichaam werd uitgehold. Er werd een gat gemaakt in de zij en daarna werd met een lepel alle organen eruit gehaald. De organen werden in potjes bewaard, dat heet canope. De hersenen kunnen er niet met een lepel uitgehaald worden daarom werd er een gat in de neus gemaakt en via dat gat werden de hersenen eruit getrokken.
  2. Het lichaam wordt 6-8 weken in een zoutbad gelegd. Hierdoor ging al het vocht uit het lichaam.
  3. Het lichaam wordt ingewreven met olie en met geurtjes, dat heet balsemen.
  4. Het lichaam wordt in linnen lappen gewikkeld.
  5. Het lichaam wordt in een sarcofaag gelegd. De sarcofaag is een soort van grafkist.
  6. De sarcofaag wordt in het graf gelegd met de bezittingen voor in het dodenrijk:
    1. Het dodenboek, daarin staat de handleiding voor de reis naar de dodenwereld.
    2. Het shabtic, dat is een beeldje van de doden voor in de onderwereld.
  7. Anubis, de god van de onderwereld, verschijnt bij de sarcofaag. Bij de mummie verschijnen 2 wezentjes Ba en Ka. Ba is een mus met het hoofd van de dode die achterblijft in het graf. Ka is een geest/ziel van de dode die op dodenreis gaat.
  8. Er volgt dan een lange en gevaarlijke reis door het dodenrijk.
  9. Je hart wordt gewogen door Maat. Als je hart lichter is dan een veer mag je door op de reis door de dodenwereld. Als je hart zwaarder is dan de veer wordt hij opgevreten door de verslinders.
  10. De Ka krijgt van Osiris een levensdrankje dat levenskracht geeft en ithypal heet.

Bij de heel erg rijke mensen wordt over het graf ook nog een tempel of piramide gebouwd. Meestal konden alleen de farao’s dit betalen. Thebe was al heel vroeger een bekende stad vanwege zijn (doden)tempels. De dodentempels lagen aan de westoevers van de Nijl. Aan de andere kant van de Nijl was de stad van de levenden en van de tempels van de goden. Mentuhotep II was een koning die Egypte aan het begin van het Middenrijk opnieuw bij elkaar bracht. Hij bouwde een grafcomplex dat  niet vaak voorkwam. Zijn dodentempel had meerdere verdiepingen en lag in de grote rotsinham van Deir el-Bahri.

Hoofdstuk 4: Waarom was de Nijl zo belangrijk voor de Egyptenaren?

Tussen 5000 en 4000 voor Christus ontdekten de jagers en de verzamelaars dat je in het vruchtbare Nijldal zaden van wilde gewassen kunt bewaren en opnieuw kunt zaaien. Ook bedachten ze dat je wilde dieren rustig kunt maken en dat je die dieren kunt gebruiken om voertuigen te verplaatsen. Je kunt de dieren ook gebruiken als voedsel, zoals voor melk en vlees. Daardoor werd landbouw het belangrijkste middel van bestaan. De mensen hoefden niet meer telkens rond te trekken om te zoeken naar voedsel en konden op een plek blijven wonen. Daardoor ontstonden dan ook dorpen in Egypte. In die dorpen leven de meeste mensen dan ook van akkerbouw en van de veeteelt. Doordat niet iedereen nodig was voor de akkerbouw en de veeteelt kwamen er meer beroepen. Zo hoefde de boer bijvoorbeeld niet langer het gereedschap zelf te maken. Dat deden de timmermannen en de smid voor hem. Zo ontstonden er nog veel meer beroepen.

Door de jaarlijkse overstroming van de Nijl moesten de mensen die aan de oevers wonen samenwerken. Ze moesten samen dammen, sloten en dijken bouwen. Als de Nijl zijn hoogste punt had bereikt staken ze de dijken door en lieten ze het land overstromen. Als het waterniveau van de rivier ging zakken, werden de dijken weer afgesloten. Daardoor stroomde het water niet direct weer terug. Hierdoor had het vruchtbare slib tijd om de grond in te gaan. Door sloten en door openingen lieten ze het water daarna weer terug stromen. Na de overstroming van de Nijl was het grond weer vruchtbaar zodat de boeren weer voedsel konden produceren.

Elk dorp had bestuurders nodig om de overstroming van de Nijl te kunnen regelen. Maar als dit niet goed verliep moesten de dorpen samenwerken. Daardoor kwamen er steeds grotere dorpen/steden. Rond 3100 voor Christus waren er nog maar twee bestuursgebieden. Boven-Egypte en Beneden-Egypte. Het rare was dat boven Egypte beneden lag en beneden Egypte boven lag. Dat kwam doordat de Nijl van de bergen in zuid Egypte naar de Middellandse zee in noord Egypte stroomt. Omdat de Nijl heel erg belangrijk voor de oude Egyptenaren was noemden ze de onderkant van Egypte Boven-Egypte en de bovenkant Beneden-Egypte. Op gegeven moment wist koning Meses van Boven-Egypte van deze twee gebieden één gebied te maken. Daardoor werd hij farao van heel Egypte.

In Egypte regent het amper. Hierdoor is de Nijl de enige waterbron. De Nijl was niet alleen belangrijk voor het slib en voor het water het was ook heel belangrijk als een belangrijke verbindingsweg. de Nijl in Egypte van Boven-Egypte naar het noorden naar Beneden-Egypte stroomt. De lichtblauwe stroom is de Nijl.

Hoofdstuk 5: Hoe leefde men in het oude Egypte?

In dit werkstuk heb ik geleerd hoe men in het oude Egypte leefde door te onderzoeken:

  1. Hoe verdienden de Egyptenaren hun brood?
  2. Hoe zag de godsdienst van de Egyptenaren er uit?
  3. Hoe dachten de Egyptenaren over de dood?
  4. Waarom was de Nijl zo belangrijk voor de Egyptenaren?

Heel vroeger leefden de meeste oude Egyptenaren vooral van het jagen op dieren en van het verzamelen van de eetbare planten en vruchten. Tussen 5000 en 4000 voor Christus ontdekten de oude Egyptenaren dat je wilde gewassen kunt bewaren en de zaadjes van deze gewassen weer opnieuw kunt zaaien. Zo ontstond de eerste landbouw. Door deze ontdekking werden de meeste jagers en de verzamelaars ook boer. Door het ontstaan van landbouw ontstonden ook de eerste dorpen en ontstond een gelaagde samenleving met ook allerlei verschillende baantjes van farao tot slaaf.

Godsdienst speelde een belangrijke rol voor de Egyptenaren. De Egyptenaren dachten dat alles wat ze niet konden verklaren het werk was van de goden. Omdat er veel was wat de Egyptenaren nog niet konden verklaren, waren er veel verschillende goden. De allerbelangrijkste is Ra, Ra is de zonnegod. Er waren ook dieren die als heiligen behandeld werden, zoals de scarabee en de valk. Elk stukje land had zijn eigen farao/koning. De mensen hadden veel verschillende meningen over de godsdienst

Voor de oude Egyptenaren was de dood niet heel erg. Dat kwam  doordat ze geloofden dat ze toch weer levenskracht kregen van Osiris. Hierdoor leefde je ziel na de dood door in de onderwereld. De lichamen van de rijke mensen werden helemaal voorbereid op het leven na de dood in de onderwereld. Bij de heel erg rijke mensen wordt over het graf ook nog een tempel of piramide gebouwd..

De Nijl is erg belangrijk voor de Egyptenaren, omdat het in Egypte niet veel regent. De Nijl is de enige waterbron. Het slib van de Nijl is vruchtbaar en geeft een goede oogst. De Nijl is ook een belangrijke verbindingsweg. Langs de Nijl ontstond de landbouw en ontstonden de eerste dorpen en steden.

REACTIES

R.

R.

Wat vinden jullie ervan?

9 jaar geleden

R.

R.

7'9 voor gekregen

9 jaar geleden

L.

L.

veel goede informatie!

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.