Griekse goden

Griekse goden

De Grieken kenden vele goden; ze waren dus polytheïstisch. De goden waren erg belangrijk voor de Grieken. Ze geloofden dat Zeus, de oppergod, samen met de andere goden op de berg Olympus woonde. Ze eerden de goden in tempels.

De goden

De Grieken hadden voor veel verschillende verschijnselen een aparte god, zoals overstromingen, onweer, bliksem en ziektes. Er waren veel verschillende goden, hoeveel precies is niet bekend. Dit zijn er enkele:  Zeus was oppergod, god van de bliksem, en god van de rechtspraak. Hij is herkenbaar aan de bliksem in zijn hand en de adelaar. Zijn vrouw was Hera, maar verder had hij 23 andere relaties.  Hera was de godin van het huwelijk. Ze was herkenbaar aan de pauw en erg jaloers op de vriendinnen van Zeus.  Poseidon was de god van de zee. Hij is herkenbaar aan zijn drietand en aan zijn gouden kar getrokken door witte paarden. Hermes is de god van het verkeer, handel en dieven. Hij is de boodschapper van de goden, leidt doden naar de onderwereld, verder is hij de uitvinder van de lier en de fluit.  Aphrodite is de godin van de liefde, de vruchtbaarheid en van de schoonheid. Ze is herkenbaar aan de duif en Amor of Cupido.  Athene is de godin van de wijsheid, wetenschap en techniek. Ze is herkenbaar aan de uil en haar wapenuitrusting.  Apollo is de zoon van Zeus en de god van de voorspelling, de geneeskunde, het licht, het goede, de dichtkunst en de muziek. Hij was op Zeus na de belangrijkste god van de Grieken, ze wilden hem dus goedgezind zijn. Zijn dieren waren de dolfijn, de kraai, en zijn boom de laurier.

Tempels

Omdat de goden zo belangrijk waren voor de Grieken, waren Tempels de meest mooie verzorgde gebouwen. De tempels werden niet alleen gebouwd omdat het mooi was in zo\'n stad, maar ook om rijkdom van een stad te tonen. De tempels werden gemaakt van marmer of kalksteen en met houten daken en plafonds. De dakpannen waren van terracotta of steen.

Offeren

Het offeren van dieren was erg belangrijk bij de verering van de Griekse goden. Het dier moest wel gezond zijn, het was een belediging voor de goden om een ziek of gebrekkig dier te offeren. Ze offerden om de goden te danken voor hun gunst of juist om hun gunst te vragen. Sommige goden hadden een speciaal dier dat aan hen gewijd was. Bij Zeus was dat de stier, bij Hera een koe, en bij Poseidon een paard. Bij elk offer werd er gebeden en handelingen als rituele reinigingen en het offeren van graan gedaan. Er werd geofferd bij zonsopgang.