§1 Wat er aan vooraf ging.
§1.1 Saddam Hussein aan de macht. In 1979 kwam Saddam Hussein en zijn Baath-partij aan de macht. Vanaf dat moment had Saddam al ambities om het hele Golfgebied onder Irakees bewind te krijgen. Maar dat was niet zijn eerste zorg, hij wilde eerst zijn eigen positie versterken en de rivaliserende Baath-partij in Syrië verzwakken. Dit deed hij door een zogenaamd Syrisch complot te ontdekken binnen zijn eigen partij en de Syrische ambassade te beschuldigen van wapensmokkel.
In 1980 kwam Irak met een voorstel om een gemeenschappelijk defensiepact voor de Golf op te richten. De bedoeling was dat de Golflanden de verdediging van hun gebied in eigen handen nemen, maar onder Irak\'s bekwame leiding. De Golflanden waren maar matig enthousiast. Gelukkig hoefden ze niet te beslissen, want datzelfde jaar begon de Irak-Iranoorlog.
§1.2 De Irak-Iranoorlog (1980-1988). Dit was een Irakees plan om hun superioriteit te bewijzen, maar het liep uit op een fiasco. Irak moest in die oorlog meerdere malen het onderspit delven.
Irak toonde in deze oorlog een minachting voor de mensenrechten of de conventies van Genève, Irak zette schaamteloos gifgas in en ging over op het bombarderen van civiele doelen om de oorlog te kunnen winnen. In 1988 werd een bestand afgekondigd.
§1.3 De Koerdische opstand. Het staakt-het-vuren van 1980 maakte voor Irak de handen vrij voor een keiharde afrekening van de Koerdische rebellie. Daar werd ook gifgas ingezet, wat de levens kostte van duizenden burgers. Op het platteland werd de tactiek van de verschroeide aarde toegepast, vele dorpen werden daarbij vernietigd. Vele mensen vluchtten naar naburige land of werden gedeporteerd naar plaatsen die door het leger werden bewaakt.
§1.4 Op weg naar de crisis. Tegelijkertijd werd het militaire apparaat uitgebreid en vernieuwd. In 1989 lanceerde Irak haar eerste raket. Het was echter nog niet genoeg, het volk moest nog geïnspireerd worden. Dit deed Saddam door zich winnaar van de Irak-Iranoorlog uit te roepen endoor het conflict met Syrië weer nieuw leven in te blazen en door fel uit te halen naar Israël en de Westerse wereld.
Ook ging Irak op zoek naar een nieuwe aanpak voor de Golf. Zo wilde Irak een nieuw samenwerkingsverband opzetten samen met Egypte, Jemen en Jordanië, nl. de Arabische Samenwerkingsraad (ACC). Hiermee wilde Irak tegenwicht bieden aan de, door de Golflanden opgerichte, Samenwerkingsraad voor de Golf (GCC). Eigenlijk wilde Saddam de ACC uitbreiden tot een defensiepact, maar dat stuitte op verzet van Egypte.
Daarom gooide Irak het over een andere boeg en deed een felle aanval op de Amerikaanse aanwezigheid in de Golf. Daarop kreeg hij nauwelijks gehoor.
§2. De Golfcrisis (2 augustus 1990 - januari 1991).
De volgende stap was de bezetting van Koeweit op 2 augustus, omdat Irak vond dat Koeweit de uitvoerder was van Amerikaanse plannen. Ook beschuldigde Irak Koeweit van het stelen van veel Irakees geld.
§2.1 De reacties van de wereld. Op 2 augustus bevriest de VS de tegoeden van Irak en Koeweit en de SU stopt het leveren van wapens aan Irak. Inde volgende dagen wordt er een olieboycot ingesteld, wat later een handelembargo wordt (met uitzondering van humanitaire hulp).
De reactie van Irak hierop was het oppakken van staatsburgers van onder andere Amerika, Engeland en Frankrijk. Ook gaat Irak zijn legers naar de grens met Saoedi-Arabië verplaatsen.
Eind november werd door de VN Veiligheidsraad een resolutie aangenomen die de onvoorwaardelijke terugtrekking uit Koeweit voor 15 januari door Irak. Zo niet dan wordt Koeweit met geweld bevrijdt. Saddam Hussein zei hierop dat hij niet zo terugtrekken. Volgens hem is de crisis verbonden met het Palestijnse vraagstuk en voor een mogelijke vrede kan worden bereikt, moet dit vraagstuk worden opgelost. Maar de VN ontkent dit.
Eind december laat Irak alle buitenlandse gijzelaars gaan en dat geeft hoop voor vrede en voor een diplomatieke oplossing. Maar gesprekken tussen de ministers van Buitenlandse Zaken Baker en Aziz en ook andere gesprekken leveren niets op.
§3. De Golfoorlog (17 januari 1991 - 28 februari 1991).
§3.1 De luchtoorlog. Op 15 januari verstrijkt het tijdslimiet van de resolutie en Irak is nog niet begonnen met terugtrekken. Het antwoord hierop is een grootscheepse luchtaanval op militaire doelen (voornamelijk de communicatie netwerken en de radarinstallaties.) in Irak en Koeweit, deze operatie heeft codenaam Desert Storm. De luchtaanval zijn van hoge precisie door de nieuwste techniek en ze ondervinden weinig weerstand.
In de weken die erop volgen vuurt Irak een aantal SCUD-raketten af op Israël, maar Israël mengt zich niet in de oorlog (dit omdat Egypte zich zou terugtrekken uit de oorlog).
Het enige fiasco van de luchtoorlog was een aanval op een bunker die, volgens de VS, door militairen gebruik werd. Maar Irak meldde dat de bunker vol zat met burgers dat er onder hen velen slachtoffers waren. De aanwezige pers kon geen aanwijzing vinden dat de bunker door militairen gebruikt werd.
§3.2 Diplomatie. In februari probeert de SU toch nog te onderhandelen voor vrede. De Russische afgezant Primakov onderhandelt in Bagdad, maar Irak wil alleen terugtrekken als de geallieerden een hele lijst met voorwaarden inwilligen. Dit wordt echter niet geaccepteerd. Later komen de SU en Irak toch een plan overeen, maar dit wordt door de VS verworpen, omdat het niet voldoende tegemoetkomt aan de VN-eisen.
Op 22 februari stelt Bush Irak een ultimatum: binnen 24 uur moet er begonnen zijn met de ontruiming van Irak, zo niet dan wordt er een grondoffensief ingezet.
§3.3 De grondoorlog. Op 23 februari verstrijkt het ultimatum zonder dat Irak heeft toe gegeven. Opperbevelhebber van de geallieerden Schwarzkopf krijgt toestemming het grondoffensief in te zetten. Dit moest snel gebeuren omdat er geruchten rondgingen dat Irak burgers neerschoot.
Op 24 februari werd het offensief ingezet. Schwarzkopf had Irak laten geloven dat de aanval in het oosten van Koeweit zou plaatsvinden, daar had Irak dan ook zware verdedigingswerken opgericht. Maar Schwarzkopf had een groot gedeelte van zijn leger naar het westen verplaatst en kon zo de Irakese legers in Koeweit in de rug aanvallen. Door voorafgaande bombardementen en luchtaanvallen verliep de oorlog \"gemakkelijk\". De Irakezen hadden nog maar weinig materiaal en ze gaven zich massaal over.
Dit leek mooi, maar de overgebleven terugtrekkende legers staken de Koeweitse olie bronnen in brand en pompten olie in de Golf.
Na een paar dagen vechten maakte Saddam bekend dat alle VN-eisen zouden worden ingewilligd als er een bestand zou komen. Al snel kwam er een staakt-het-vuren.
§3.4 Het bestand. De gesprekken over het bestand liepen vlot. Resolutie 686, die door de Veiligheidsraad werd aangenomen, werd dan ook snel door de Irakezen ondertekend. Deze resolutie hield onder andere in: alle eerdere Golfresoluties blijven van kracht, alle krijgsgevangenen moeten worden vrijgelaten, Bagdad moet de annexatie van Koeweit ongeldig verklaren en de locaties van land- en zeemijnen moeten worden gegeven.
§4 Vrede?
In de dagen na de oorlog is er nog wel de vreugde van de bevrijding, maar die verdwijnt weer snel. Langs de wegen liggen nog afgebrande wrakken en bommen die niet zijn afgegaan. De Koeweitse bevolking keert weer langzaam terug, maar samen met hen een grote hoeveelheid Irakese vluchtelingen, die niet echt welkom zijn.
Nog veel erger is dat het emiraat Koeweit vervuild is. Er zijn miljoenen liters olie in de zee gepompt, die voor een milieuramp zorgen. Erger nog, door de verbrande olie zijn er in de lucht veel te hoge concentraties zwaveldioxide aanwezig, deze concentraties kunnen gevaarlijk zijn voor de bevolking.
Maar er is toch nog iets om blij te zijn. De VS willen een snelle oplossing voor de problemen tussen Israël en de Arabische wereld. Ook willen de VS een regionale vredesorganisatie oprichten.
§5 De jaren daarna (1991-1998).
In de jaren die erop volgen gaat het slecht met Irak, er komt een opstand van de Shi\'itische en Koerdische bevolking. Deze wordt meedogenloos de kop ingedrukt.
Irak heeft ook nog enkele VN-resoluties na te leven. Onder andere het verbod op het bezitten en produceren van massavernietigingswapens. Daarvoor zijn er in Irak VN-inspecteurs aanwezig, die onbeperkte toegang moeten krijgen in verschillende militaire gebouwen om hun inspecties uit te voeren.
Maar in 1997 komt het weer tot een crisis. Saddam Hussein wil de inspecteurs geen toegang meer geven tot verschillende presidentiele paleizen. Amerika eist van Irak dat de inspecteurs onbelemmerde toegang krijgen tot de paleizen en dreigt met militair ingrijpen. De meeste landen zijn hier tegen en zoeken naar een vreedzame oplossing. VN-secretaris-generaal Koffi Annan gaat drukt onderhandelen met Bagdad. Uiteindelijk komt hij toch met een redelijk plan, maar de VN Veiligheidsraad is er nog niet helemaal over uit.
REACTIES
1 seconde geleden