De rol van propaganda in totalitaire systemen - Hitler en Stalin

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2619 woorden
  • 2 april 2003
  • 63 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
63 keer beoordeeld

Persoon
Taal
Nederlands
Vak
Inleiding

Dit werkstuk gaat over propaganda, zoals die gebruikt werd onder de regimes van Hitler en Stalin.
Iedereen kent de afbeeldingen van propagandaposters in bijvoorbeeld geschiedenisboeken.
Propaganda is onlosmakelijk verbonden aan totalitaire systemen.
Het heeft als doel de burgers overtuigingen op te dringen en tot bepaalde handelingen aan te zetten.
In de manier waarop de propaganda gebruikt werd en met wat voor doel bestaan verschillen tussen Duitsland en Rusland.

De belangrijkste vragen die ik in dit werkstuk behandel zijn:
Wat is propaganda?
Wat zijn de verschillen tussen de propaganda van het nationaal–socialisme in Duitsland en de propaganda van het communisme in Rusland?
Wat zijn de overeenkomsten tussen de propaganda van het nationaal – socialisme in Duitsland en de propaganda van het communisme in Rusland?
Wat is een totalitaire staat?

In een totalitaire staat is het individu volledig ondergeschikt aan de gemeenschap: de staat gaat voor alles. Ook het belang van de groep (volk, ras, partij) staat altijd boven het belang van de enkeling.
Alle macht is geconcentreerd bij een leider, die als idool, een soort vervanging voor God beschouwd word.
Vanuit het machtscentrum tracht de overheid het maatschappelijke leven te beheersen. Er wordt gebruik gemaakt van machtsinstrumenten (militair, psychologisch, economisch, technologisch).
De totalitaire staat heeft een éénpartijenstelsel en heeft een afkeer van parlementaire democratie.
Als er verkiezingen gehouden worden, hebben ze als enig doel te demonstreren hoe eensgezind het volk is. Duidelijke symbolen (sikkel met hamer, hakenkruis) maken nog eens extra duidelijk dat het om een soort cultuur gaat.
De orde wordt door willekeurige arrestaties, geheime processen, deportaties en concentratiekampen met harde hand gehandhaafd.
De mensen leven in een permanente angst en gedragen zich zo onopvallend mogelijk.
Een totalitaire staat is niet altijd fascistisch.
Het fascisme heeft echter wel alles in zich om tot een totalitaire staat te leiden.

Wat is propaganda?

Van Dale omschrijft propaganda als ‘een werkzaamheid, inzonderheid van een organisatie, om aanhangers te winnen voor zekere principes’ en voegt er aan toe dat in het gepropageerde een ‘ideëel element’ moet zitten.
Met de opkomst van de massamedia als belangrijke factor in de politiek, is vanaf het einde van de 19e eeuw ook de propaganda een belangrijke rol gaan spelen.
Het woord ‘propaganda’ stamt uit het Latijn (propagare) en betekent letterlijk ‘voortplanten’ of ‘tot ontwikkeling brengen’.
Propaganda heeft als doel massaal mensen te beïnvloeden, overtuigingen op te dringen en tot bepaalde handelingen aan te zetten.
Het communisme (Rusland) en het nationaal-socialisme (Duitsland) werden door middel van propaganda aan de mensen opgedrongen.
Vaak kun je spreken van doelbewuste manipulatie; er wordt maar een kant van het probleem getoond en de geboden oplossing is de enige juiste.
Dit wordt overgebracht via de pers, radio, film, posters en affiches.
De machthebbers in totalitaire staten willen dat hun ideologieën in alle bevolkingsgroepen doordringt. Hun ideologie heeft namelijk betrekking op alle onderdelen van de maatschappij.
Daarbij vormt propaganda dus een belangrijk hulpmiddel.
Hitler schreef over propaganda in Mein Kampf:

‘De overwinning van een idee zal des te eerder mogelijk zijn, naarmate de propaganda iedereen uit-en-te-na bewerkt heeft en naarmate de organisatie die de strijd in de praktijk uitvoert, absoluter, straffer en hechter is. Daaruit volgt dat het aantal aanhangers niet groot genoeg kan zijn, maar het aantal leden daarentegen eerder te groot dan te klein zal zijn.’
Hitler gebruikte doordachte propaganda om zijn macht te vergroten.
Het publiek wordt met enorm vereenvoudigde leuzen ‘verzadigd’.
Daarnaast zijn herhaling, stereotiepen, vijandbeelden en kenmerkende symbolen of woorden belangrijke onderdelen van propaganda.
Propaganda kun je zien als een deel van het systeem van de totalitaire staat. Andere delen die daar bij horen zijn bijvoorbeeld de economie, het bestuurssysteem, de ideologie, de opvoeding, het onderwijs, de massamedia en het leger.
De werking van propaganda wordt wel als volgt omschreven:
“Propaganda is als het programmeren van een computer; het kost wat moeite maar uiteindelijk wordt alles toch op de harde schijf opgeslagen.
Door boodschappen vaak te herhalen en alleen bepaalde kanten van een situatie te laten zien, kun je mensen (onbewust) beïnvloedden.
Het is te vergelijken met reclame: als je maar vaak genoeg te horen krijgt dat Ariel een goed wasmiddel is, zul je na een tijdje alleen al de naam Ariel in verband gaan brengen met ‘wast goed’ of iets dergelijks.
Dit gebeurt dus onbewust.”
Propaganda verbindt de standpunten en beoordelingen met elkaar, en je geheugen zorgt ervoor dat alles ongemerkt opgeslagen wordt.
De Duitse propaganda

Duitsland was de grote schuldige. Door het Verdrag van Versailles van na de eerste wereldoorlog, ging het in Duitsland zeer slecht.
Duitsland was nu officieel democratisch, maar er werden wel pogingen tot staatsgrepen ondernomen.
In 1929 ontstond in de VS een economische crisis die snel naar Europa oversloeg.
Toen de bedrijven uit de VS hun schulden wilden innen om hun eigen bedrijf te redden, betekende dat de ondergang voor veel Duitse bedrijven.
Het ging vanaf dat moment alleen maar slechter met de Duitse economie.
Er was grote werkeloosheid.
De mensen waren teleurgesteld in de regering, en velen onder hen zochten hun heil bij de NSDAP, de extreem rechtse partij van Hitler.
Hij wilde de ‘dictatuur van Versailles’ afschaffen en beloofde van Duitsland weer een machtig land te maken.
De partij was wel de grootste, maar had nog geen alleenheerschappij. Voor de verkiezingen had Hitler al flink uitgepakt wat betreft propaganda in kranten, op de radio en televisie. Overal werd er reclame gemaakt.
Het doel van de propaganda was toen nog het krijgen van aanhangers. Dit deed men met foto’s, tekeningen en verhalen die alles zeer positief weergaven.
Hitler stelde Goebbels, die hem had geholpen aan zijn macht te komen, als minister van Volksvoorlichting en Propaganda aan.
Goebbels controleerde met zijn ministerie naast de media ook alles van kunst, films tot boeken. Als iets niet voldeed, was het ‘entartete kunst’ en klaar voor de brandstapel.
Hitler ging verder met extreemrechts. De communisten werden uit het parlement gezet, en er ontstond een totalitaire staat, een dictatuur onder leiding van Adolf Hitler.
De propaganda veranderde nu van karakter.
Goebbels ministerie had bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de pers, de radio, het theater, de bioscoop, de schone kunsten, de muziek en de literatuur onder controle.
Het Ministerie van Propaganda verstrekte op het hoogtepunt van zijn macht tijdens de Tweede Wereldoorlog in heel Duitsland dagelijks richtlijnen voor de kopij aan redacteuren van nieuwsbladen. Deze waren zo gedetailleerd, dat de kranten al op papier stonden voordat de redacteuren nog maar een letter op papier hadden gezet.
Alle problemen, zoals de slechte economie, werden aan de joden toegeschreven. Zij behoorden tot de laagste klasse in het systeem waar de Germaan bovenaan stond.
Gehandicapten, zwarten, zigeuners en homo’s viel hetzelfde lot als de joden ten deel.
De propaganda was er vaak op gericht bij de mensen haat aan te wakkeren tegen deze groepen.
Aan deze bevolkingsgroepen werden uiterlijke raskenmerken en clichématige karaktertrekken verbonden.
De Engelsen, die met name in Zuid-Afrika tegen de Boeren misdaden hadden bedreven, werden op soortgelijke wijze verbeeld.
Ook de Amerikanen bezaten een decadente cultuur en zouden met hun gemengde bevolking slechts barbarij en cultuurloosheid over het beschaafde Europa brengen.
Het beeld van kinderen slachtofferende, bloedschendende joden, beestachtige bolsjewieken en verraderlijke Engelsen behoorde de Duitse bevolking schrik aan te jagen.
In Duitsland werd de film veel gebruikt. Er werden bijvoorbeeld joden getoond die mooie Duitse vrouwen verkrachtten.
De posters hadden echter de meeste impact op de samenleving, ze werden dan ook door iedereen gezien.
Goebbels liet op de posters zien hoe goed Hitler het deed en hoe dapper de soldaten aan het front wel niet waren.
tevens werden jonge mannen opgeroepen te vechten voor hun vaderland bij de Reichsarbeitsdienst of de SA.
Hitler omschreef het doel van propaganda als volgt: ‘Propaganda is gebaseerd op het inpalmen van de massa’s en niet op het ontwikkelen van diegenen die al geschoold zijn.’
Naast dat alle media door de propaganda beheerst werden, werd ook door de controle over alle kunstvormen indirecte propaganda gevoerd.
Door alles wat niet aan de nationaal-socialistische maatstaven voldeed uit te sluiten, kreeg het publiek uiteindelijk een sterk eenzijdig gekleurd beeld van de werkelijkheid.
In de ‘positieve’ propaganda werd een imponerend en magisch beeld opgeroepen. Elementen als kameraadschap, lotsverbondenheid, trouw en gehoorzaamheid werden onderdelen van een soort nazireligie, waarbij elk individueel gevoel werd uitgeschakeld. De verbondenheid met partij en leider, maar ook met ras en vaderland werd beklemtoond door het scheppen van een voorbeeldig type Duitsers, de blonde Germaan met blauwe ogen en langwerpige schedel. Net als het type van het ideale gezin waarbij de vrouw voorgesteld werd als trouwe moeder en minnares.
De Duitse man vervulde zowel de taak van soldaat als die van arbeider. Sleutelwoorden hierbij waren: wil, trouw en strijd.
De verbondenheid met het vaderland werd voorgesteld door idealisering van het landelijke leven, de folklore en de nationale geschiedenis.
Vooral de nationale geschiedenis speelde aan het einde van het Derde Rijk een bijzondere rol. Door historische voorbeelden te geven, waarbij het Duitse volk buitenlandse overweldigers de baas was gebleven, trachtte de propaganda de bevolking een hart onder de riem te steken.
Naast deze positieve gerichte propaganda nam de negatieve een even grote, zoniet belangrijker plaats in.
Zo promootte Hitler zijn systeem door andere naar beneden te halen. Het communisme was bijvoorbeeld zo slecht dat het maar beter uitgeroeid kon worden.
De propaganda werd steeds aangepast aan de actualiteit. Goebbels organiseerde bijvoorbeeld, toen in de koude winter van 1941-1942 het Duitse leger aan het Russische front door de vorst in moeilijkheden kwam, een liefdadigheidactie om geld voor warme kleding en dergelijke in te zamelen.
Alle verenigingen werden afgeschaft, je kon naar de Bund Deutschen Mädel of de Hitlerjügend. Dit laatste was een vereniging waarbij alle jongens werd geleerd wat vaderlandsliefde is en hoe je moet overleven. Gingen ze op kamp, dan mochten de jongens niets meenemen. Om ze hard te krijgen.
Bij de Bund Deutschen Mädel werden meisjes voorbereid tot keurige huisvrouw.
De bevolking werd tevreden gehouden door het stellen van een zekere overwinning van Duitsland.
Nazi Duitsland zou propaganda op zo’n grote schaal toepassen, dat al rond 1939 het Duitse volk volledig geïndoctrineerd leek te zijn.
Tot het laatste moment geloofden de meeste mensen nog dat Hitler een onbaatzuchtige heerser en zelfs een soort Messias was, die zich op de eerste plaats bekommerde om het welzijn van zijn volk en uiteindelijk om dat van de mensheid.

De Russische propaganda

De propaganda heeft in de Sovjet-Unie een lange voorgeschiedenis.
In 1902 had Lenin al eens gewezen op het belang van propaganda.
Lenin kwam in 1917 met hulp van de Duitsers aan de macht. De eerste wereldoorlog was in volle gang en er heerste armoede en hongersnood.
De vrede van Brest-Litovsk werd gesloten zodat Rusland en Duitsland niet meer tegen elkaar hoefden te vechten.
Tijdens de Revolutie was de moderne politieke propaganda, waarbij een groot aantal kunstenaars werd ingeschakeld, tot stand gekomen.
Het achterliggende thema was bijna altijd vrede. De tegenstander werd als een op oorlog beluste boosdoener afgeschilderd.
Het nationalisme en de geschiedenis speelden een belangrijke rol.
Stalin kreeg in 1924 na het overlijden van Lenin, door middel van propaganda en het vakkundig uitschakelen van tegenstanders, de macht in handen. Hij had net als Hitler aanvankelijk een partij, maar door zijn achterdocht verbood hij uiteindelijk alle partijen.
Stalin wilde eigenlijk een wereldrevolutie a la Marx, maar eerst moest Rusland weer gezond worden.
Stalin gebruikte dwangmiddelen om de mensen aan zijn kant te krijgen. Iedere afwijkende mening was gevaarlijk voor het systeem en moest verdwijnen. De geheime politie zorgde daarvoor.
Hij richtte het ministerie Staatsonderneming voor Publiciteit op. Hier werd alles op waarde voor het systeem gecontroleerd.
Ook kwamen er wetten op de kunst. Alle kunst moest reclame zijn voor het systeem. Alles wat dat niet was werd verbrand.
Stalin werd op posters altijd afgeschilderd als een groot leider.
De mensen werden tevens geïndoctrineerd doordat alles wat ze deden zogenaamd in dienst van het vaderland was.
Stalin zorgde ervoor dat het volk erg chauvinistisch ingesteld werd.
Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog veranderde ook de propaganda. Nu waren het oproepen om in het leger te gaan en de weerloze mensen tegen de nazi’s te beschermen.
Stalin gebruikte de radio heel veel. Hij liet de radio in buurthuizen en
grote gezelschapsgebouwen horen. Ook de kranten stonden geheel in het teken van het communisme.
Overal hingen posters. In de Sovjet-Unie reden er zelfs propagandatreinen waar men films kon bekijken, luisteren naar toespraken en bepaalde bladen en boeken kon lezen.
Soldaten werden aangespoord het heldhaftige voorbeeld van hun voorvaderen te volgen.
Veel propaganda was echter ook een oproep om te gaan werken. Zinnen als ‘Kom op, werken is leuk!’ werden getoond bij posters en videobeelden van mensen die duidelijk met plezier aan het werk waren. De arbeider werd daarnaast verheerlijkt. Stalin wilde hiermee de industrialisatie, die nodig was om Rusland weer ‘gezond’ te maken, weer op gang krijgen.
Omdat Rusland zeer weinig contacten met het buitenland onderhield, was de crisis in 1929 in Rusland nauwelijks te merken.
Daar werd dan een poster over gemaakt.
Peuters werd al geleerd hoe goed Stalin was. Het agressieve van Hitler, die zei dat oorlog een goede manier was om dingen gedaan te krijgen, gebruikten Stalin en zijn communisme niet in hun propaganda.
Er werd een vooral vreedzaam leven gepromoot.
Uiteindelijk kwam het erop neer dat Stalin Marx gebruikte voor zijn eigen plannen. Door de herhaaldelijke propaganda geloofden de mensen echt dat hij zijn beloofde wereldrijk wel zou realiseren.
De revolutie volgens de ideeën van Marx zou er nooit komen, want de teugels werden niet in handen gehouden van het proletariaat maar juist van de leiders. En dat is juist in strijd met Marx.

Conclusie

Het doel van dit werkstuk is; de verschillen en overeenkomsten in het gebruik van propaganda van Hitler en Stalin te onderzoeken.
Hieronder daarvan een overzicht.

De verschillen:
De Russische propaganda is op ‘het volk’ gericht, terwijl de Duitse propaganda ‘het Arische ras’ verheft boven alle andere rassen.
Hieruit volgt weer het terugkerende thema antisemitisme van de nationaal-socialisten.
In Rusland ging de propaganda over het eigen land, daar waar Hitler de aandacht op uitbreiding van grond en de oorlog vestigde.
En doordat het analfabetisme in Rusland groot was, werd daar meer met afbeeldingen als met tekst gewerkt.
De Russen hadden vaak drukke en kleurrijke propaganda. De Duitsers hielden het liever sober en duidelijk.
In de Sovjet-Unie legde men, uiteraard in tegenstelling tot Duitsland, veel nadruk op de veranderingen (lees: verbeteringen) binnen de industrie na de komst van het communisme. De Russische propaganda spoorde ook vaak aan tot arbeid.
De overeenkomsten:
Beide regimes streefden naar eenheid en saamhorigheid.
Opvallend is het veelvuldige gebruik van de kleur rood in de propaganda van beide landen. Rood is een opvallende ‘signaalkleur’.
Soldaten werden met behulp van propaganda gestimuleerd om te vechten voor de overwinning.
De leiders worden steevast als grote helden, haast als goden, afgebeeld. Het volk moest geloven dat ze een soort verlossers waren.
Beide landen legden een vrijwel absolute censuur op.
Hitler en Stalin hadden beiden een groot deel van hun macht aan de propaganda te danken.

Nawoord

Propaganda wordt nog steeds gebruikt. Over het algemeen subtiel.
Een voorbeeld van ‘moderne propaganda’:
De Verenigde Staten houden een persconferentie. Een Amerikaanse militair verteld over de gebieden in Irak die naar verluidt geheel in handen van de coalitietroepen zijn. Hij laat een filmpje zien.
Het slechte beeld toont een paar Irakese kinderen een Amerikaanse militair de hand schudden. Einde filmpje.
Volgens de spreker allemaal ‘echt waar’. De troepen worden ‘overal’ zo ontvangen.
Verder zien we nog 2 onscherpe foto’s.
Een militair in gesprek met een Irakees uitziende man. Een paar Amerikanen in een religieus uitziende kamer.
De persvoorlichter drukt iedereen nogmaals op het hart dat dit de ‘absolute waarheid’ is.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.