De maanlanding op 21 juli 1969

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2677 woorden
  • 14 februari 1999
  • 215 keer beoordeeld
Cijfer 6
215 keer beoordeeld

1 Inleiding

1.1 Waarom naar de maan? Na afloop van de Tweede Wereldoorlog werd het verslagen Duitsland tussen de geallieerden en de Sovjets verdeeld, wat uiteindelijk resulteerde in de verdeling van Europa tussen "Oost" en "West" met als gevolg de zogenaamde "Koude oorlog". Beiden probeerden zoveel mogelijk landen onder hun invloedssfeer te brengen door lokale oorlogen te ondersteunen (Korea, Vietnam), maar ook door het winnen van prestige en het afschrikken van de vijand door militaire superioriteit. Als gevolg van de wens om te beschikken over intercontinentale atoomraketten en spionage-satellieten werd de ruimtevaart steeds belangrijker. Omdat dit natuurlijk geheime projecten betrof, viel dit prestige enkel met de bemande ruimtevaart te winnen. Doordat de Sovjet-Unie onder andere de eerste satelliet (Spoetnik I), het eerste dier (de hond Laïka) en de eerste mens (Joeri Gagarin) in de ruimte bracht, bleef er voor de USA weinig anders over dan om als eerste een man op de Maan te brengen. Onder impuls van John F. Kennedy wist Amerika in zeven jaar tijd te beginnen aan wat hij noemde "Het gevaarlijkste en grootste avontuur van onze mensheid". Deze prestigeslag staat ook wel bekent als de "Space-Race". Op 25 mei 1961 sprak President Kennedy het Amerikaanse parlement toe. Dit deelde hij mee :"Ik vind dat deze natie zich moet verplichten om voor het eind van dit decennium een mens op de Maan te laten landen en weer veilig terug naar de Aarde te laten keren. Geen enkel ander ruimtevaartproject zal zoveel indruk maken op de mensheid, of belangrijker zijn in het ruimteonderzoek; en niets zal moeilijker of kostbaarder zijn om te volbrengen." 1.2 De Maan De maan heeft een diameter van ongeveer 3480 km of een vierde van de aarde en het volume van de maan is één vijftigste van de aarde. Zelfs de massa van de aarde is 81 keer groter dan dat van de maan! Zoals we allemaal weten, beweegt de maan in een ellipsvormige beweging rond de aarde met een snelheid van 3700 km/u en dit in ongeveer 28 dagen. Overdag bereikt de temperatuur van het maanoppervlak maximum 127°C tot een miminimum van -173°C vlak voor de dageraad. Waarnemers zeiden vroeger dat de donkere plekken op de maan oceanen waren die ze de Latijnse naam mare ("sea") gaven. De lichtgekleurde plekken werden voor continenten gehouden. Sinds de Renaissance heeft men dankzij telescopen en ruimtevluchten de maan beter kunnen observeren. Hierdoor is men te weten gekomen dat de maan uit kraters, bergketens, vlaktes, ravijnen en beekjes bestaat. Er zijn drie triljoen kraters met een diameter van minstens één meter, waarvan de grootste, Bailly, ongeveer 295 km breed en 3960 m diep is. De grootste mare, Sea of Rains, is dan weer 1200 km breed. Seismograven op de maan hebben aangetoond dat er jaarlijks tussen de 70 en 150 meteoorinslagen zijn. Uit onderzoek blijkt dat het maanoppervlak bedekt is met brokken natuursteen die gevormd werden door deze meteoorinslagen. Nergens vindt men vrijlopend water, er zijn geen weersomstandigheden die het maanoppervlakte beïnvloeden en de atmosfeer is veel te dun om van enig belang te zijn.
1.3 Voorlopers van de Apollo Al in 1959 was men begonnen met testvluchten met onbemande capsules die slechts omhoog geschoten werden om bijvoorbeeld bij het terugvallen het hitteschild uit te testen. Zelfs een baan om de aarde was toen nog niet mogelijk. Naast vele mislukkingen waren er ook enkele mijlpalen in de ontwikkeling: Project "Mercury": éénpersoons capsule september 1959 Lancering van een Atlasraket met onbemande Mercury-capsule december 1960 Mercury-Redstone lancering tot 380 km hoogte mei 1961Alan Shephard als eerste Amerikaan in de ruimte, maar nog niet in een baan om de aarde 25 mei 1961 Aankondiging door President Kennedy van de maanlanding voor 1970 september 1961Atlas-draagraket brengt Mercury-capsule in een baan om de aarde november 1961Mercury-Atlas brengt de chimpansee Enos in een omloopbaan februari 1962John Glenn maakt als eerste Amerikaan een rondje om de aarde oktober 1962 Na zes omlopen maakt Walter Shirra een perfecte landing op een vastgesteld punt in de oceaan Hiermee was bewezen dat men een mens om de Aarde kon brengen en op een vooraf gesteld punt kon laten landen. Project "Gemini": tweepersoons capsule maart 1965 Gemini-Titan: Grissom en Young, de eerste tweepersoons bemanning augustus 1965Cooper en Conrad blijven acht dagen in de ruimte; de geschatte lengte van de toekomstige maanprojecten december 1965twee Gemini-capsules naderen elkaar tot 2.5 meter afstand in de omloopbaan maart 1966Neil Armstrong en David Scott maken de eerste koppeling in de ruimte (met een Agena doelraket) Met het Gemini-project werd ervaring opgedaan in het naderen en het koppelen in de omloopbaan, de belangrijkste voorwaarden om op de maan te kunnen landen!

2 Voorbereiding

2.1 Is de maan wel veilig? Voordat men een mens naar de maan kon sturen, moest men eerst weten of er lucht en water was en of de bodem er wel stevig genoeg was. Men ging eerst proeven doen door onderdelen van de raket te lanceren om daarna de bouw van de maanraket te starten. Belangrijk was wel dat de ruimtevaartuigen zo licht mogelijk zijn. De lichte ladder waarmee men zou afdalen op de maan kan het gewicht van de persoon alleen maar dragen door de lage zwaartekracht op de maan. Met het echte gewicht op de aarde zou die persoon erdoor zakken. Dokter John C. Houbolt kreeg toen het idee om een meertrapsraket, een ruimteschip via een baan om de aarde naar een baan om de maan te brengen en een kleiner tuig af te schieten om de landing uit te voeren. Het idee van dokter Houbolt werd echter tegengewerkt omdat men al zodanig met het eerste idee bezig was. Toch is het idee van dokter Houbolt het juiste. Hij is dan ook erkend als één van de mannen die de maanlanding mogelijk maakte. 2.2 Noodzakelijke ontwikkelingen Dankzij de vooruitgang van de natuurwetenschappen kon de maanlanding plaatsvinden. Zonder volmaakte besturingstechniek, computercommunicatie en krachtige reactiemotoren kon het spektakel niet plaatsvinden. Er zijn twee belangrijke communicatiesystemen tussen maan en aarde, namelijk de Manned Space Flight Network (MSFN), die instaat voor de verbinding tussen aarde en ruimteschip, en de Nasa Communications Network (NASCOM) die voor een constante verbinding zorgt met Houston (het controlecentrum). Het was ook belangrijk verschillende koppelingen in de ruimte te kunnen uitvoeren, zodat de astronauten van het ene naar het andere konden overstappen.

3 Overzicht van de Apollovluchten met het behaalde resultaat

De Apollo bestaat uit een capsule voor drie astronauten, het dienstcompartiment (CSM) en de maanlander (LM). Tijdens de lancering blijven de drie astronauten in de CSM, maar als men de maanlanding wil uitvoeren, gaan twee astronauten naar de LM en de derde blijft in de CSM.
Apollo 1 Datum: 27 janurari 1967 Astronauten: Virgil I Grissom, Edward H. White II, Roger B. Chaffee Commentaar: Brand in commandocapsule op het lanceerplatform, waarbij de bemanningsleden omkomen. De oorzaak was dat de atmosfeer in de commando module uit 100% zuurstof bestond en dit om gewicht te besparen. Zuivere zuurstof is namelijk zeer brandbaar! Deze Apollo 1 was eigenlijk niet de eerste vlucht, doch kreeg hij deze naam daar de volledige bemanning aan boord was bij deze countdown-test. Door de dramatische gebeurtenissen tijdens die test is pers en publiek dit later Apollo 1 gaan noemen. De werkelijke Apollo 1 was echter een onbemande testvlucht die al maanden daarvoor had plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze eerste doden in de Amerikaanse ruimtevaart is men overgegaan op lucht i.p.v. zuurstof. Men heeft ook een nieuw type toegangsluik dat veel sneller te openen is. Apollo 7 Datum: 11-22 oktober 1968
Astronauten: Walter M. Schirra jr., Donn F. Eisele, Walter Cunningham Commentaar: Bracht het Amerikaanse ruimtevaartprogramma weer op dreef met een succesvolle test van de service- module (SM) en de commandomodule (CM) Apollo 8 Datum: 21-27 december 1968 Astronauten: Frank Borman, James A. Lovell jr., William A. Anders Commentaar: Brachten het ruimteschip (CM + SM) in een baan om de maan en keerden veilig terug naar de aarde. Tijdens deze vlucht werden zes live-uitzendingen gemaakt door de bemanning van Apollo 8. Eén uitzending was op Kerstmisavond, waarin de drie astronauten het scheppingsverhaal van Genesis voorlazen. Apollo 9 Datum: 3-13 maart 1969
Astronauten: James A. McDivitt, David R. Scott, Russel L. Schweickart Commentaar: Deden een succesvolle test met de maanlander (LM) in een baan rond de aarde. De bemanning oefende eveneens een reddingsprocedure uit waar ze de maanlander als 'reddingsboot' konden gebruiken wanneer het dienstcompartiment (CM) buiten werking treedt of onbewoonbaar is. Bij Apollo 13 zou blijken dat dit experiment noodzakelijk was. Apollo 10 Datum: 18-26 mei 1969 Astronauten: Thomas P. Stafford, John W. Young, Eugene A. Cernan Commentaar: Tweede vlucht in een baan rond de maan. Brachten de LEM los en daalden af tot 15 km boven het maanoppervlak
Dit was eigenlijk de generale repetitie voor Apollo 11.

4 De Maanlanding (Apollo 11)

4.1 De bemanning Neil Alden Armstrong (1930- ) is geboren in Ohio en was een piloot van de Amerikaanse Navy tijdens de Koreaanse oorlog. In 1955 was hij werkzaam bij de 'National Aeronautics and Space Administration' (NASA) en in maart 1966 was hij verantwoordelijk voor het besturen van de Command Module tijdens het Gemini 8-project. Tijdens Apollo 11 was hij de gezagvoerder en zette hij als eerste mens een voet op de maan. Edwin Eugene 'Buzz' Aldrin jr. is geboren in New Jersey en was een gevechtspiloot tijdens de Koreaanse oorlog. Tijdens zijn eerste ruimtevlucht, de Gemini 12, slaagde hij er in om vijf en een half uur in de ruimte te wandelen. Toen Aldrin de maanlander tijdens Apollo 11 moest besturen, was hij de tweede mens die een voet op de maan zette. Michael Collins controleerde de Command and Service Module (CSM) 4.2 Eerste voet op de maan Datum: 16-24 juli 1969
Astronauten: Neil Alden Armstrong, Michael Collins, Edwin E. Aldrin jr. Commentaar: Maakten de eerste maanlanding. Lieten herdenkingsplaat achter met het opschrift "Wij kwamen in vrede voor de hele mensheid." Op 16 juli 1969 wordt op Cape Canaveral, de lanceerbasis van de Verenigde Staten, de Apollo 11 de ruimte ingestuurd. De snelheid na het verlaten van de baan om de aarde bedraagt 4000 km per uur. Bij het naderen van de maan remt de Apollo 11 af en op 19 juli draait hij rondjes om de maan. Tijdens de gehele vlucht houdt het controlecentrum in Houston contact met de drie astronauten. Op 20 juli stappen Armstrong en Aldrin in de Eagle, de maanlander, en koppelen hem los van de Apollo. Collins blijft in het moederschip rondjes maken rond de maan. Ondanks de vele kraters, rotsblokken en ravijnen, slagen de astronauten er toch in om op een vlakke plaats te landen. Om drie minuten voor vier in de nacht, Belgische tijd, op 21 juli heeft de Amerikaanse astronaut Neil Armstrong als eerste mens een voet op de maan gezet. Daar spreekt hij dan de bekende woorden uit: "Dit is een kleine stap voor een mens, maar een reuzesprong voor de mensheid." Via een op maanlander gemonteerde camera worden de eerste schreden op de maan over de hele wereld gevolgd. Onmiddellijk nadat Armstrong op de maanbodem stapte, stak hij een stuk maanbodem in zijn zak om te voorkomen dat er bij een overhaast vertrek geen maanmateriaal naar de aarde zou worden genomen. Even later werd Armstrong door zijn collega 'Buzz' Aldrin gevolgd. Beide heren werden door de toenmalige president Nixon toegesproken. "Because what you have done, the heavens have become a part of man's world. And as you talk to us from the Sea of Tranquility it requires us to redouble our efforts to bring peace and tranquility to earth.". Dit deelde Nixon aan de drie astronauten mee nadat Armstrong en Aldrin hun maanwandeling hadden gemaakt. Ze vertoefden twee uur en veertien minuten op de maan, waar de astronauten een groot aantal bodemmonsters hebben genomen. Sommige van deze monsters werden zelfs met een boor naar boven gehaald. De twee mannen plaatsten eveneens een seismograaf om de maanbevingen te meten en een reflector voor laserstralen, die een laserstraal vanaf de aarde terugkaatst. Zo kan men de precieze afstand tussen maan en aarde bepalen. Er werd een zonnewindmeter gezet en een extra camera zodat de werkzaamheden overal op de wereld rechtstreeks gevolgd konden worden. Op de maanbodem hadden de astronauten uitzicht over een betrekkelijk vlak terrein met een tamelijk groot aantal kraters, maar zij zagen ook enkele dijken van een paar meter hoog en veel hoekige blokken en stenen. Er waren zelfs gebergten die nog hoger dan de Himalaya zijn. De aardbodem waar de astronauten stonden, was samengesteld uit een fijn poeder dat je met kolengruis kon vergelijken. Het was ook moeilijk om de Amerikaanse vlag vast te zetten, vermits de bodem van de maan uit een centimeters dikke laag fijn zand bestaat met daaronder een rotsachtige bodem. Vermits het op de maan nooit waait, moest de vlag strak gehouden worden door een metalen strip. Na verloop van tijd keerden de astronauten terug naar de Eagle en naar het moederschip Apollo. De ontmoeting met het moederschip vond plaats in een baan rond de aarde. Op 24 juli 1969 wordt de aardse dampkring bereikt, waarop het dienstcompartiment met de motoren wordt afgestoten zodat enkel de capsule overblijft. Dan komt de capsule de dampkring binnen waarbij door wrijving met de lucht een hitte ontstaat, maar het hitteschild beschermt de astronauten tegen deze extreem hoge temperatuur. Negen minuten later plonsen Armstrong, Collins en Aldrin met hun parachutes in de Atlantische Oceaan en grote ballonnen houden de capsule recht. De astronauten moeten onmiddellijk in quarantaine, zodat ze onderzocht kunnen worden op eventuele maanbacteriën. Er worden geen ziekmakende bacteriën gevonden en na 21 dagen mogen de heren naar huis. In de stenen die onze astronauten bijhebben, is geen spoor van levende wezens terug te vinden. Dit is te verklaren doordat de maan buiten de dampkring ligt, maar overdag voor een enorme hitte en 's nachts voor een ijzige koude zorgt. Er is ook geen lucht, water of begroeiing.

5 Verdere succesvolle maanlandingen

Op 14 november 1969 heeft de bemanning van de Apollo 12 een tweede succesvolle maanlanding tot stand gebracht. Hun doel is foto's te maken van het maanoppervlak, enkele meetinstrumenten te plaatsen en een bezoek te brengen aan de Surveyor 3, die in april 1967 geland was om gesteente van de maan te verzamelen. Op 4 februari 1971 voeren de Amerikaanse astronauten Alan Shepard en Edgar Mitchell een volgende geslaagde landing uit met de maanlander Antares. Ze maken onder andere een verkenningstocht in de buurt van de krater Fra Mauro. In totaal komen er twaalf Amerikanen op de maan en vanaf Apollo 15 nemen de maanreizigers de Lunar Rover mee. Het is een maanauto, een jeep die 14 km/u rijdt, die vier opklapbare wielen bezit en op batterijen functioneert. Via een antenne wordt contact met de aarde gehouden.
Een overzicht van de Apollovluchten vanaf de eerste maanlanding datumverblijf op maan afstand op de maan gewicht doel Apollo 1121.7.69 2u 250 km 2 kg Apollo 12 19.11.69 31u 2 km 34 kg in Oceaan der Stromen Apollo 14 05.02.71 33u 3 km 43 kg ouderdom maan onderzoeken Apollo 15 30.07.71 67u 28 km 76 kg ver van de evenaar landen Apollo 16 21.04.72 71u 27 km 97 kg vulkaan Tucho Apollo 17 11.12.72 75u 34 km 115 kg westkant van de maan, Marinus-gebergte De Apollo 13 ontbreekt bij dit overzicht, omdat deze vlucht was mislukt door een ontploffing in een zuurstoftank die zich in het achterste gedeelte van het ruimteschip bevindt. Dit gebeurt in april 1970, maar de astronauten van dienst - James A. Lovell jr., John L. Swigert jr., Fred W. Haise jr. - brengen zich in veiligheid door de terugreis voor een gedeelte in de maanlander door te brengen. Het moederschip heeft nog juist voldoende reserves om de astronauten na een tocht van vier dagen gezond en wel terug naar de aarde te brengen. Bij de maanlanding van Apollo 15 heeft de bemanning zelfs een beeldhouwwerkje van de Vlaming Paul van Hoeydonck op de maan neergelegd. Dit werkje stelt een astronaut voor. De laatste Apollo-vlucht (Apollo 18) was in samenwerking met de toenmalige Sovjet-Unie en uit de wederzijdse gedachten sproot de Apollo-Sojoez-vlucht voort. Deze politieke pr-stunt leidde tot technische vooruitgang, want twee ruimtetuigen van uiteenlopende constructie meerden tegen elkaar aan. Na deze vlucht in juli 1975 stopte de samenwerking gedurende elf jaar.

6 Bibliografie

Voet op de maan J. J. Tijl, n.v. Zwolle, Amsterdam Expéditions sur la lune M. H., paris Match 28.08.71, nr. 1164 De geschiedenis van de ruimtevaartKnack nr. 41, 1998 De maanlanding Encarta 97 Encyclopedie De maanEncarta 97 Encyclopedie Internet, Historie van de maan Internet, Overzicht per Apollovluchtplanet internet, archief Internet, de Apollovluchten NASA-website Internet, Apollo 11NASA-website, archief Internet, bemanning van Apollo 11New-York Times website, archief Film, Apollo 13 mondelinge bron Internet, ruimtegesprekken bij Apollo 11NASA-website, mondelinge bron

REACTIES

E.

E.

Eej bedankt man, ik had een 9:)

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.