Cyprus

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 2454 woorden
  • 15 mei 2000
  • 135 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
135 keer beoordeeld

Cyprus

Vragen en deelvragen

Mijn hoofdvraag is: Waarom is Cyprus in tweeen gesplits? Mijn deelvragen zijn de volgende:

Van wie was Cyprus voor de Engelse tijd? Hoe werd het eiland bestuurd voor de Turkse invasie? Wat was de oorzaak voor de invasie? Hoe werd het eiland bestuurd na de Turkse invasie
Waarom duurt het zo lang voordat er een oplossing is gevonden voor het Cyprus probleem?

Feiten over Cyprus

Cyprus (officieel: Kypriaki Dimokrata [Gr.], Kibris Cumhuriyeti [Turks]), eiland en onafhankelijke republiek in het oosten van de Middellandse Zee, op ca. 60 km ten zuiden van Turkije, 9251 km2, met (schatting 1995) 734!000 inw. (79 per km2); hoofdstad: Nicosía (Gr.: Levkosía; Turks: Lefkosa). Munteenheid is het Cypriotische pond, onderverdeeld in 100 cents (in het Turkse gedeelte de Turkse lira of het Turkse pond, onderverdeeld in 100 kuru\'s). Nationale feestdag is 1 oktober, Onafhankelijkheidsdag.

In 1995 werd de omvang van de bevolking geschat op 734!000, van wie 80% Grieken en 18% Turken. Tot de overige 2% behoren Armeniërs en Maronieten, ten dele afkomstig uit Libanon. Sinds de deling van het eiland in 1974 zouden enige duizenden Turken van het vasteland van Turkije zich in Noord-Cyprus gevestigd hebben. De bevolkingsgroei bedroeg tussen 1985 en 1993 1,1% per jaar. 53% van de bevolking woont in de steden. De grootste steden zijn de hoofdstad Nicosía (186000 inw. in het Griekse gedeelte, 42000 in het Turkse gedeelte), Limassol (Gr.: Lemesós; 144!000 inw.), Larnaca (Gr. Lárnax; 64!000), Famagusta (Gr.: Ammóchostos, Turks: Magosa; 21!000), Páphos (34!000 inw.) en Kyrenia (Gr.: Kerúneia, Turks: Girne; 8000 inw.). Famagusta en Kyrenia liggen in het Turkse gedeelte. Officiële talen in beide landen zijn Grieks en Turks. Het Engels geldt als handelstaal.

Van wie was Cyprus voor de Engelse tijd?

Prehistorie en oudheid
Er zijn bewijzen voor een neolithische cultuur sinds het 6de millennium v.C., maar zijn werkelijke intrede in de geschiedenis deed het eiland pas ca. 1600 v.C.; toen vormde Cyprus, dat een rijke voorraad koper (Gr.: kupros) heeft, een centrum van levendige handel in het oostelijke Middellandse-Zeebekken. Ca. 1400 v.C. werd het door Myceense kooplieden ontdekt; in groten getale koloniseerden toen Achaeërs het eiland. Hoewel ca. 1300-1200 de Hettieten het tot hun rijk rekenden, kreeg het een Grieks karakter. De Myceense kolonisten brachten ook een variant van hun schrift mee.

Sinds ca. 900 v.C. nam vooral de handel met het oosten sterk toe en na 800 gingen de Feniciërs koloniseren (belangrijkste vestiging Citium). Ca. 710-670 heersten de Assyriërs over Cyprus, waarna weer een periode volgde van onafhankelijkheid en culturele bloei. Ahmozes II lijfde Cyprus ca. 560 in bij Egypte, waarmee het in 525 onder Perzische overheersing kwam. Nadat het Perzische juk in 498 tijdelijk was afgeschud, bevocht de nationale held Euagoras in 411 de werkelijke onafhankelijkheid. Door de ‘Koningsvrede’ van 387 kwamen de Perzen terug, maar Alexander de Grote maakte in 333 definitief een einde aan hun heerschappij. Daarna kwam Cyprus onder de Ptolemaeën en onder het Romeinse Rijk.

Middeleeuwen
Na de verdeling van het Romeinse Rijk behoorde Cyprus tot het Byzantijnse Rijk; in die periode was het herhaaldelijk doelwit van Arabische overvallen. Tijdens de kruistochten werd het eiland - reeds in de 10de eeuw in feite zelfstandig - een belangrijk maritiem steunpunt en ravitailleringsbasis. In 1184 vestigde Isaäc Comnenus, neef van de Byzantijnse keizer, er een persoonlijke tirannie. Toen in 1191 als gevolg van een storm een aantal Engelse deelnemers aan de derde kruistocht op het eiland belandde, onder wie de zuster en de verloofde van koning Richard Leeuwenhart was de ontvangst zodanig dat de koning een strafexpeditie ondernam, het eiland veroverde en het aan de Orde der Tempelieren verkocht. Deze kon de koopprijs niet voldoen en droeg haar rechten over aan het Franse huis Lusignan; in 1196 verkreeg Amaury van Lusignan van de Rooms-Duitse keizer Hendrik VI de titel koning van Cyprus. Onder de nieuwe dynastie beleefde het eiland een periode van economische en culturele bloei. In 1374 verkregen de Genuezen, later de Venetianen, overheersende invloed op Cyprus. In 1426 leed koning Janus in een oorlog met het islamitische Egypte de nederlaag en werd hij vazal van dat land. Janus’ zoon, ‘Jacobus de Bastaard’, verjoeg met steun van Venetië de Genuezen uit hun laatste bolwerk (Famagusta) en huwde de Venetiaanse Caterina Cornaro. Zo werd de Venetiaanse Republiek ‘de schoonmoeder van de koning van Cyprus’. Na de dood van koning Jacobus trachtte Caterina Cornaro de aanslagen van haar geboortestad op de vrijheden van het eiland af te weren, maar in 1489 werd zij gedwongen af te treden. De hierop volgende periode van openlijke Venetiaanse heerschappij eindigde in 1570 met de verovering van Cyprus door de Turken.

Turkse heerschappij en Engelse kroonkolonie
De Turkse heerschappij, aanvankelijk wreed, later gematigd, liet toe dat Cyprus naar oud gebruik zijn eigen (orthodoxe) aartsbisschop koos. De verzwakking van de macht van Turkije bevorderde het ontstaan van opstanden van de Griekse bevolking. In 1878 (Congres van Berlijn) kreeg Engeland het bestuur over het eiland dat officieel onder Turkse soevereiniteit bleef. In nov. 1914, toen Turkije zich aan de kant van Engelands vijanden schaarde, volgde de officiële inlijving. Engeland verleende Cyprus in 1925 de status van kroonkolonie met een zekere mate van zelfbestuur. Evenwel werd na onlusten in 1931 een reeds in 1882 ingestelde Wetgevende Raad ontbonden en regeerde de gouverneur alleen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Cyprus een belangrijk geallieerd steunpunt.

Hoe werd Cyprus bestuurd voor de Turkse invasie?

Omdat het Ottomaanse rijk verzwakt was, kwam Cyprus in 1878 in Britse handen terecht. De Britten hadden veel aan Cyprus omdat het een gunstig ligging had in de Middellandse Zee. Zowel in de Eerste als de Tweede Wereldoorlog waren de militaire basissen van de Britten in Cyprus zeer nuttig geweest en de basissen wilden de Britten maar al te graag houden. Maar de overgrote deel van de Grieken op Cyprus waren niet blij met de Engelse bezetters en verlangden naar een eigen bestuur of de Enosis (aansluiting bij moederland, Griekenland). De Britten stelden een voorstel in om het koloniale status van Cyprus te beindigen en een zekere vorm van zelfbestuur in te voeren, maar dit werd door de meeste eilandbewoners verworpen. Een man die voor de onafhankelijkheid van Cyprus was, was aartsbisschop Makarios 3. Zelf organiseerde hij - nadat vele verzoekschriften aan de Britse regering waren afgewezen, in 1950 een volksstemming op het eiland. Omdat hij dit via de kerken deed, konden alleen de Grieks-Cyprioten hieraan deelnemen: 95% sprak zich voor de Enosis (aansluiting bij Griekenland). Met deze gegevens gewapend wendde Makarios zich tot de Verenigde Naties waar de kwestie Cyprus echter pas in 1954 (toen ook Griekenland op behandeling aandrong) op de agende werd geplaatst. De conclusie in de Verenigde Naties luidde dat de betrokkene landen het maar onderling moesten uitvechten. Intussen had ook Turkije zich in de kwestie gemengd met de eis dat Cyprus in Turks en een Grieks deel moest worden opgesplits. De teleurstelling en woede van de Griekse (Enosis aanhangers) eilandbewoners over het uitblijven van een beslissing ontlaadde zich in gewapend verzet en aanslagen, vanaf 1955 geleid door het ondergrondse leger EOKA (Nationale Organisatie voor Cypriotisch Verzet) van de Griekse kolonel Georgios Theodorus Grivas (1898-1974). Deze ontving steun zowel uit Griekenland als van de aartsbisschop. Britse tegenmaatregelen, uiteindelijk zelfs de verbanning van de aartsbisshcop naar de Seychellen (1956), hielpen niet. Omdat de Britten zich - bijvoorbeeld in de politie- steeds meer van de Turkse Cyprioten gingen bedienen, richtte de terreur van de EOKA zich weldra ook tegen Turkse families. Dit lokte weer Turkse tegenmaatregelen uit. Er ontstond bijna een burgeroolog. Topoverleg tussen de ministers van Buitenlandse zaken van Griekenland, Turkije en het Verenigde Naties in Londen in 1959 bracht uitkomst. Republiek Cyprus werd op 16 augustus 1960 uitgeroepen. Tot de eerste president werd aartsbisschop Makarios en als vice-president werd Fazil Kucuk gekozen. Tot de staatsgreep van de nationale gardisten in juli 1974 bleef Cyprus een republiek.

In de Londense overeenkomst was vastgelegd dat het Cypriotische parlement zou bestaan uit 35 Griekse en 15 Turkse leden. Voor de Turken is deze getalsverhouding gunstig, omdat de bevolking voor slechts ca 18% uit Turken bestaat. Niettemin zijn de Turks-Cyprioten in deze situatie natuurlijk vrij machteloos. Toen dan ook in de herfst van 1963 Enosis-aanhangers opnieuw de kop opstaken, traden de Turken uit het parlement en het kabinet. Even later trad ook de vice-president af.

Wat was de oorzaak voor de Turkse invasie?

De rust die de zelfstandigheid moest brengen was van korte duur. De politieke samenwerking tussen de beide bevolkingsgroepen bleek moeizaam te verlopen en Makarios probeerde de bijzondere rechten waar de Turkse minderheid aanspraak op kon maken terug te nemen. In 1963 brak er een burgeroorlog uit, waar de wapenstilstand van 1964 een eind aan maakte. Maar wederom begon Makarios aan de bevoegdheden van de Turkse vice-president en van de Turkssprekende bevolking te peuteren. Ook begonnen de Grieks-Cyprioten de Turken uit belangrijke bestuursfuncties weg te werken, nadat de Turks-Cyprioten hadden besloten niet meer aan de regering mee te werken. In 1967 riepen de Turken een voorlopig eigen bestuur in het leven. Omdat Makarios niet veel meer voor de aansluiting bij Griekenland voelde pleegde de Nationale Garde (Enosis aanhangers) geleid door Griekse officieren, een coup, die gesteund werd door het kolonelsregime in Athene. Ondanks de beloftede vrijheid en grondwet van Cyprus te garanderen weigerde Groot-Brittannie in te grijpen. Van Griekse kant viel ook geen steun te verwachten aangezien zij de staatsgreep georganiseerd hadden. Turkije besloot daarop alleen tot interventie over te gaan. Reeds op 15 juli was het Turkse leger in staat van alarm gebracht. De Turkse minister van defensie Isik verklaarde:

\'Turkije zal geen verandering in de status van Cyprus goedkeuren die internationaal is bekrachtigd. Gebeurt dit toch of wordt de Turkse miderheid op het eiland aangevallen, dat zal Turkije moeten ingrijpen.

Op 20 juli 1974 maakte de Turkse leger een invasie in Cyprus. De troepen landden het eerst in Kyrenia. Vliegtuigen van de Turkse luchtmacht bombardeerden de hoofdstad Nicosia en circa 160 000 Grieks-Cyprioten werden naar het zuiden van het eiland verdreven: een kleine 50 000 Turks-Cyprioten vluchtten noordwaarts. Besprekingen tussen de Griekse, Turkse en Britse politici leverden niets op en de Turkse troepen gingen door met hun veroveringen tot ongeveer waar de huidige grens ligt. De grens wordt bewaakt door VN soldaten. De dag van de invasie wordt door de Turken als de \'Dag van de vrede invasie\' nog steeds gevierd en aan de griekse kant wordt het gezien als een rouwdag.

Hoe werd het eiland bestuurd na de Turkse invasie?

Na 20 juli 1974
Op 1 nov. 1974 werd in de Verenigde Naties een motie aangenomen waarin de kwaliteit van Cyprus als soevereine en onzijdige staat werd bevestigd en op 16 nov. keerde Makarios, tegen de wens van de Turken, op het eiland terug als president. Makarios sprak zich uit voor het verlenen van federale rechten aan de Turks-Cypriotische minderheid. De onderhandelingen hierover verliepen echter moeizaam, waarna Denktasj op 13 febr. 1975 een Turks-Cypriotische federale staat uitriep, waarvan hijzelf president werd. In juni verklaarden de Turks-Cyprioten zich per referendum akkoord met de nieuwe staat. Nieuwe onderhandelingen (onder auspiciën van de Verenigde Naties) over de toekomst van het eiland tussen Denktasj en Kliridis (vice-president) later ook Makarios hadden vooralsnog geen resultaat. In aug. 1977 overleed president Makarios.

De jaren tachtig en negentig
Makarios werd opgevolgd door parlementsvoorzitter Spyros Kyprianou. Deze werd in febr. 1983 met steun van de communisten herkozen. Op 15 nov. 1983 riep het Turks-Cypriotische parlement eenzijdig de Turkse Republiek van Noord-Cyprus (TRNC) uit. De onafhankelijkheidsverklaring werd door de VN-Veiligheidsraad ongeldig verklaard en uitsluitend door Turkije erkend.

Waarom duurt het zo lang voordat er een oplossing is gevonden voor het Cyprus probleem?

Naar mijn mening willen alle tweede partijen niet echt een oplossing. De Turkse kant heeft twee grote eisen om tot besprekingen te gaan. Eerste is dat de Turkse deel van Cyprus als een natie moet worden erkent en dat Turkije het garant voor de veiligheid van de Turken in Cyprus moet blijven. En de Grieken moeten juist niets van deze eisen hebben. Ze zijn al jaren tegen dat er ongeveer 30 000 Turkse soldaten op Cyprus gelegerd is. De Turken zeggen dat zij onmogelijk weer een land kunnen worden, want de geschiedenis heeft laten zien dat dat niet lukte. En de Grieken willen dat Cyprus weer een land wordt met een regering met daarin Turkse en Griekse politici. Voordat de twee partijen aan tafel gaan zitten schuiven ze aan elkaar eisen voor die onacceptabel zijn voor biede partijen, ook de bevolking van de Turken en de Grieken zien elkaar als een bedreiging en als vijand, dit allemaal zorgt ervoor dat de vrede besprekingen veel te traag verlopen en nog lang zullen duren.

Eigen mening

Ik zelf vind dat Turkije het beste heeft gedaan, door een invasie te maken. Er waren drie garanten voor de zelfstandigheid van Cyprus en twee daarvan wilden niets doen toen er een staatsgreep werd gemaakt. Als Turkije niet ingreep, zou Cyprus zich bij Griekenland aasluiten en dat was verboden. Maar natuurlijk ook Turkije heeft fouten gemaakt, die zij ontkent. Het moest niet gaan veroveren maar als een vredesmacht naar het eiland gaan. Eerst het hele eiland bezetten en dan ervoor zorgen dat er vrede tussen de twee bevolkingsgroepen kwam. Natuurlijk moest dit gebeuren zonder de Turken te bevoordeling. Uiteindelijk nadat de rust was teruggekeert, moest er een regering gevormt worden uit hele nieuwe mensen, in het parlent moesten de Turken en de Grieken evenveel te zeggen krijgen en de zelfde rechten hebben. Maar dit zijn allemaal suggesties die achteraf gezegd kunnen worden

Bewapening

De Turken en de Grieken beschuldingen elkaar al jaren met overbewapening. Er zijn 30 000 Turkse soldaten en vele zware wapens in het Turkse deel zeggen de Grieken. De Grieken willen lange afstand raketten plaatsen die ook het Turkse vasteland kunnen raken en bouwen een luchtbasis op Cyprus zeggen de Turken. Allebei de partijen hebben gelijk. Zowel de Turken als de Grieken zijn zwaar bewapend in Cyprus.

De raketten die de Grieken op Cyprus willen zetten heten S-300 raketten en zijn van Russisch makelij. Het willen plaatsen van die raketten heeft veel opschudding tussen de twee partijen geleverd. Turkije dreigde met oorlog en Giekenland zij dat ze ook in dat geval antwoordt zou geven. Uiteindelijk zijn de raketten op Kreta geplaats en is de ruzie gesust. Maar nu is Turkije bezig met het maken van raketten met de zelfde eigenschappen als de S-300 als antwoord op de Grieken. Ik vind dit maar de slechte kant op gaan. Als de Grieken en de Turken nou eens samenwerken op alle terreinen dat zou dat veel voordelen hebben voor beide partijen. Ik geloof dat er zeker blijvende vrede tussen de Turken en de Grieken zal komen, maar niet in de nabije toekomst

Het antwoord de hoofdvraag is uit de deelvragen te halen, daarom vind ik het niet nodig om een antwoord op de hoofdvraag te schrijven. Ook de conclusie vind ik niet nodig omdat dat al in mijn Eigen Mening zit.

Bronnen:

Encarta encyclopedie: onder het woord, \'Cyprus\'

Winkler Prins encyclopedie: onder ,\'Cyprus geschiedenis , Cyprus sociale
gegevens

Landen informatie van Amnesty International

Boek: Kroniek van 1970 tot 1980: In het gedeelte van 1974 staat informatie
over de invasie

REACTIES

R.

R.

Hoi Fatih,

ik ben Recep en ik kom uit Turkije en ik zit ook in 4 VWO. Ik vind dat je een goede werkstuk heb geschreven op een paar punten na. Die zal ik
benoemen. Je schrijft in je eigen mening dat Turkije delen van Cyprus niet moest veroveren maar Turkije zou als een vredesmacht moeten opereren en Cyprus zou dan weer onafhankelijk moeten worden. Dit is niet goed want, Grieken zijn niet te vertrouwen deze ´´mensen´´ hebben veel Turks-Cyprioten vermoord. De Grieken moeten van Noord-Cyprus afblijven die is van de Turken.

22 jaar geleden

B.

B.

Ik heb heel veel van je werkstuk kunnen afhalen heel veel liefs thank.
het ziet er goe duit doeiiiiiiii

22 jaar geleden

G.

G.

goed gedaan

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.