Inleiding We hebben het Anne Frank huis gekozen, omdat we al veel van haar gehoord hadden en het ons interessant leek om nog meer over haar te weten te komen. Het leek ons een leuk en interessant museum, omdat je daar goed kan zien hoe ze toen in een onderduikruimte leefde. We gaan in ons werkstuk onderzoeken hoe het leven van Anne Frank, haar familie en de andere vier onderduikers verliep. Onze deelvragen zijn: Hoe was het leven van de familie Frank t/m 1940? Waarom moesten ze onderduiken? Hoe verliep het leven in het Achterhuis? Hoe werden ze ondekt? Hoe verliep de arrestatie? Hoe is het met de onderduikers afgelopen?
Op de deelvraag ‘hoe werden ze ontdekt?’ hebben we niet echt een antwoord, omdat het antwoord niet bekend is. Bij de deelvraag ‘Hoe verliep het leven in het achterhuis?’ hebben we niet echt veel informatie gevonden. 1. Het museumbezoek: We zijn op 29 december 2001 met de trein naar het Anne Frank Huis in Amsterdam gegaan. We vonden de presentatie erg goed, want in elke kamer waren een aantal spreuken uit Annes dagboek op de muren gedrukt. Ook waren er veel tekstbordjes bij elke vitrine die waren dan in het Engels en Nederlands gedrukt, want er waren veel buitenlandse toeristen. Ook waren er in een aantal kamers films te zien. We vinden het ook leuk dat het museum niet alleen voor volwassene is maar ook voor kinderen, omdat er niet hele lange stukken tekst waren en je vooral meer rond moest kijken. Het Anne Frank Huis is een oorlogsmuseum. Het museum is eigenlijk opgebouwd uit alle kamers van de mensen.
Toen we bij het museum aankwamen moesten we in de rij staan. Na ruim een half uur konden we naar binnen. Eerst kwamen we in een ruimte waar de informatiebalie was. We gingen daar naar toen en vroegen wat voor soort museum het was (particulier-, rijks- of gemeente museum). Het was een particulier museum. Toen we zeiden dat we een verslag over het museum moesten maken kregen we gelijk een heel informatie pakket. Er waren in die ruimte ook twee maquettes. Een van de eerste verdieping en een van de tweede. Er werd in deze ruimte ook verteld over hoe de familie Frank leefde voordat ze moesten onderduiken.
Daarna kwamen we in het Voorhuis, waar het bedrijf van Otto Frank was (Opekta Werke). En je kwam dan in de kantoren van de mensen die daar gewerkt hadden. Daar zag je hun persoonsbewijzen en gebruiksvoorwerpen die nog bewaard zijn gebleven.
Toen kwamen we op de overloop met de beruchte draaikast die de schuilplaats afsloot. Je moest via een heel stijl en smal trappetje naar boven. Eerst kwamen we in de kamer van Otto, Edith en Margot Frank (de ouders en zus van Anne). Daar zagen we boeken zoals het woordenboek van Otto en het gebedenboek van Edith. Ook zagen we daar een kaartje van Normandië waar Otto de opmars van de geallieerden op bijhield.
Daarna kwamen we in de kamer van Anne Frank en Frits Pfeffer. Daar hingen allemaal plaatjes van filmsterren en prentbriefkaarten die Anne had opgeplakt. Ook kon je daar een afscheidsbrief zien die Fritz aan zijn niet-joodse verloofde Charlotte Kaletta had geschreven.
Het volgende vertrek was de kleine wasruimte waar een wasbak en een wc was.
Daarna kwamen we in de algemene huiskamer en de slaapkamer van Hermann en Auguste van Pels. Daar was een menukaart te zien van het diner ter gelegenheid van het eenjarig huwelijk van hun helpers Jan en Miep Gies. Ook zag je daar een boodschappenbriefje en een cursusboek van Auguste. In dit vertrek was een heel klein fornuisje en een laag aanrecht met een kraan.
De volgende kamer was die van de zestienjarige Peter van Pels. Daar kon je het beursspel zien wat hij voor zijn verjaardag had gekregen.
Er was ook nog een zolder die als opslagruimte werd gebruikt, daar mochten we alleen niet in, maar we konden hem wel zien door middel van een spiegel.
We liepen toen uit het Achterhuis over een soort brug waar we in een ruimte kwamen waar verteld werd over de arrestatie en de deportatie van de onderduikers.
Daarna kwamen we nog in een vertrek waar je het dagboek van Anne Frank in 60 verschillende talen kon zien.
Toen kwamen we in een ruimte waar een tentoonstelling was over racisme daar kon je stemmen op: iedereen mag uitkomen voor zijn eigen mening of het racisme moet bestreden worden. Je kreeg dan films te zien van mensen en daar moest je dan een keuze maken tussen die twee spreuken.
In het volgende vertrek kon je de dagboeken en nog veel meer souvenirs kopen. Daarna kwamen we weer buiten, we waren een uurtje binnen geweest. 2. De deelvragen: 2.1 Hoe was het leven van de familie Frank t/m 1940? Annes ouders (Otto Frank en Edith Holländer ) trouwden op 12 mei 1925. Op 16 februari 1926 werd Annes zus Margot in Frankfurt am Main in Duitsland geboren. Op 12 juni 1929 werd Anne geboren ook in Frankfurt am Main.
In de zomer van 1933 reist Otto Frank naar Nederland om te kijken of ze daar kunnen wonen, want het ging heel slecht met Duitsland. Adolf Hitler kwam aan de macht en hij beweerde dat alle Joden slecht waren. Veel Joden wilden daarom naar Nederland verhuizen. Zo ook de familie Frank. Toen Otto in Nederland was richtte hij een bedrijf op: Opekta Werke. Dat bedrijf stond in Amsterdam nog niet op de Prinsengracht.
Anne, Margot en Edith verblijven zolang bij hun oma. In december 1933 verhuizen Margot en Edith naar Nederland, Anne komt in februari ook naar Nederland. Anne gaat in Nederland naar de Montessorieschool.
In juni 1938 richt Otto een tweede bedrijf op: Pectacon BV. Otto Franks bedrijven verhuizen naar Prinsengracht 236. De naam van Opekta Werke werd veranderd in Gies & Co.
In mei 1940 werd Nederland bezet door de Duitsers onder leiding van Adolf Hitler. Hitler maakt ook in Nederland allemaal wetten van wat de Joden niet en wel mogen. Joden mogen bijvoorbeeld alleen maar naar Joodse scholen, daarom gaan Anne en Margot naar het Joods Lyceum in Amsterdam.De Joden mogen steeds minder. Ook veel Joodse jongeren moeten naar werkkampen. Voor haar dertiende verjaardag kreeg Anne een dagboek waar ze later in haar onderduikperiode veel in zou gaan schrijven.
2.2 Waarom moesten ze onderduiken? In 1929, het jaar dat Anne werd geboren, ging het slecht in Duitsland. In 1918 had Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloren. Sindsdien heerste er veel armoede en werkloosheid. De meeste Duitsers waren erg ontevreden. Velen van hen stemden op de NSDAP, de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij. De leider van die partij was Adolf Hitler en zijn aanhangers werden nazi’s genoemd. Hitler zei dat alle ellende in Duitsland niet de schuld was van de Duitsers zelf. Volgens hem waren de Duitsers een soort ‘supermensen’ : de beste, slimste en sterkste mensen van de hele wereld. Daarom hadden de Duitsers volgens hem ook het recht om te heersten over andere volken. Hitler haatte de Joden, hij was een antisemiet. Hij gaf hen de schuld van alle problemen in Duitsland. Joden waren volgens hem gevaarlijk. Hij beweerde dat alle Joden slecht, gemeen en oneerlijk waren. De nazi’s vonden trouwens ook veel andere mensen minderwaardig zoals zwarte, zigeuners, gehandicapten en homo’s.
Veel Duitsers vonden het een leuk idee dat ze een beter soort mensen zouden zijn dan alle andere mensen. Het was ook gemakkelijk om de Joden de schuld te geven van alle narigheid. Hitler zei: “stem op mij, ik zal al jullie problemen oplossen en van Duitsland een wereldmacht maken.”
In 1933 stemden zoveel mensen op Hitler dat zijn partij de grootste werd. Hitler werd de leider van de regering. Doordat Hitler de leiding kreeg veranderde de democratie in een dictatuur. Iedereen die het waagde om hem tegen te spreken werd in elkaar geslagen of in de gevangenis gegooid.
Al gauw maakte Hitler een groot en sterk leger daardoor nam de werkloosheid enorm af. Voor de Joden in Duitsland maakte Hitler het leven steeds moeilijker. Ze werden steeds meer gediscrimineerd.
In september 1939 begon Hitler de oorlog. Zijn leger was zo sterk dat d meeste landen onder de voet werden gelopen. In mei 1940 werd ook Nederland bezet. Hij maakte allemaal wetten voor de Joden. De Joden mochten bijvoorbeeld op veel plekken niet meer komen ook moesten ze een jodenster op hun kleren dragen. Hitler liet ook kampen bouwen die als functie hadden zoveel mogelijk Joden in een korte tijd vermoorden.
Verschillende Joden ontvingen oproepkaarten om zich te melden voor transport naar werkkampen. Zo ook Margot. Als zij zich niet zou melden zou het hele gezin worden opgepakt en vermoord. Haar ouders besloten om haar niet te laten gaan en gingen onderduiken. Otto Frank had in het geheim een schuilplaats ingericht in een leegstaand aanbouw van zijn bedrijf aan de Prinsengracht.
2.3 Hoe verliep het leven in het Achterhuis? In het begin van de onderduikperiode zijn de onderduikers met zijn vieren. Na een week komt ook de familie van Pels onderduiken (Hermann, Auguste en Peter). De onderduikers hadden alle ramen afgesloten met vitrages, zodat de mensen vanaf de straat niks konden zien. Op 16 november neemt Frits Pfeffer zijn intrek in het Achterhuis. Anne moet daardoor haar kamer met Frits delen. Het is een klein kamertje waar twee bedden in staan en een bureautje. Frits en Anne hadden erg vaak ruzie over wie het bureautje mocht gebruiken. Frits wil aan het bureautje studeren en Anne wil in haar dagboek schrijven.
Hun helpers: Bep Vosuijl, Miep Gies,Jan Gies, Johannes Kleiman en Victor Kugler zorgden dat ze genoeg eten en drinken kregen en andere dingen. Anne wou dolgraag journalist worden en wou graag haar dagboek publiceren. Toen haar dagboek eenmaal vol was kreeg ze van Bep, Miep en Margot schriften en losse papieren om verder op te schrijven.
2.4 Hoe werden ze ontdekt?
Hoe ze ontdekt werden weet niemand. Dus kunnen we op deze vraag niet echt antwoorden.
2.5 Hoe verliep de arrestatie? Op 4 augustus 1944 om half 11 ’s morgens stopt er een overvalwagen voor de deur aan de Prinsengracht. Vier politiemannen, drie Nederlanders onder bevel van een Oostenrijkse nazi-officier, dringen het kantoor binnen. Onder bedreiging van pistolen dwongen ze Victor Kugler, een van helpers de boekenkast open te maken. De onderduikers waren verraden. Niemand wist door wie. De politiemannen eisten geld en sieraden. Een aktetas waarin Anne haar dagboekpapieren bewaarde, schudden ze leeg op de grond om de geroofde kostbaarheden in te doen. De acht onderduikers werden meegenomen en opgesloten in cellen van het Amsterdamse Huis van Bewaring. Ook de helpers Kugler en Kleiman werden gearresteerd. Miep en Bep werden niet opgepakt. Uren na de inval durfden Miep en Bep een kijkje te gaan nemen in de schuilplaats. Daar was het een bende! Alles was overhoop gehaald. Ze namen verschillende spulletjes mee, ook de dagboekpapieren van Anne.
2.6 Hoe is het met de onderduikers afgelopen? Anne en de andere onderduikers werden vier dagen na de arrestatie per trein naar kamp Westerbork in Drenthe gebracht. Vanuit dat kamp werden de meeste Joden vervoerd naar één van de vernietigingskampen in Polen. De hele maand augustus blijven de acht onderduikers in het kamp Westerbork. Op drie september worden ze met ruim duizend anderen naar Auschwitz gebracht. Auschwitz is een zogenaamd vernietigingskamp. Het is gebouwd om zoveel mogelijk mensen in een zo kort mogelijke tijd te vermoorden. Hermann van Pels stierf daar, op een onbekende datum. Edith Frank stierf daar op 6 januari 1945. Otto Frank werd in Auschwitz op 27 januari 1945 bevrijd door het Russische leger. Anne en Margot verbleven zeven weken in Auschwitz. Toen werden ze overgebracht naar het concentratiekamp Bergen-Belsen, in Duitsland. Daar heerste kou honger en besmettelijke ziekten. Dagelijks stierven er honderden mensen. Margot wist daar vier maanden te overleven en kort na Margots dood stierf ook Anne in maart 1945. Fritz Pfeffer werd naar een kamp in Neuengamme gebracht en stierf daar in een gaskamer op 20 december 1944. Peter van Pels stierf in het kamp Mauthausen op 5 mei 1945. Mevrouw van Pels stierf in het kamp Theresienstadt in het voorjaar van 1945. De precieze datum is niet bekend. Otto Frank is de enige overlevende van de acht onderduikers. Hij keert op 3 juni 1945 terug naar Amsterdam. Waar hij snel op zoek gaat naar Miep en Bep. Zij vertellen hem dat zijn familie niet meer in leven is en ze geven hem de dagboekpapieren van Anne.
Hoofdstuk 3 Conclusie. De hoofdvraag: Hoe verliep het leven van Anne Frank? Anne werd geboren in Duitsland. Rond 1934 verhuisde de familie Frank naar Nederland, omdat het slecht ging met Duitsland. Anne en Margot gaan naar de Montessorischool. Otto Frank richt het bedrijf Pectacon BV op. Het bedrijf vestigde zich op de Prinsengracht 236 in Amsterdam. In mei 1940 kwam Adolf Hitler in Nederland aan de macht. Hij maakte veel wetten voor Joden. Zo moesten Joodse kinderen naar een Joodse school. Zo ook Margot en Anne. Ze gingen naar het Joods Lyceum. Op 5 juli 1942 krijgt Margot Frank een oproepkaart om zich te melden voor transport. Otto en Edith besluiten Margot niet te laten gaan en ze duiken onder, in de aanbouw van het bedrijf van Otto Frank aan de Prinsengracht. Een tijd later duiken ook de familie van Pels en Fritz Pfeffer daar onder. In augustus 1944 werd de onderduikplaats ontdekt en ze werden naar Westerbork gebracht. Anne, Margot en Edith stierven in een concentratiekamp en alleen Otto Frank had de concentratiekampen overleefd.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
toen je dit verslag heb gemaakt ben je toen ook op exursie geweest naar amsterdam?
21 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
mooie werkstuk hoor.Dank you mag ik dit jaar aan de exames mee doen
hartelijk bedankt
21 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
eej een heel mooi werkstuk bedankt he!!! (K)(K)(K)!!!!
20 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Zwarten werden niet gezien als "minderwaardig" die lijst die je maakt zijn de "untermensch"... zwarten hoorden hier niet bij, Hitler had zelfs zwarten in zijn SS divisies.
8 jaar geleden
Antwoorden