De Aborigines, die al meer dan 50.000 jaar in Australië wonen, hebben een levenswijze, waarvan de oorsprong in de Droomtijd ligt. Hun cultuur, de tradities, ceremoniële riten, verhalen, liederen, dansen en beeldende kunst zijn vastgelegd in de Droomtijd en vormen zo een onlosmakelijke verbinding.
Volgens de scheppingsverhalen van de Aborigines creëerden de mythische voorouders – half dier, half mens – tijdens hun zwerftochten over de aarde alle geografische kenmerken: bergen, rotsen en grotten, rivieren en waterpoelen en zij gaven vorm aan flora en fauna. Overal lieten zij iets van hun goddelijke kracht, hun energie achter. Zo is het landschap de transformatie van het goddelijke en vanuit deze visie is land geen object, kan het niet worden verkocht of geëxploiteerd.
De voorouders gaven de Aborigines in de Droomtijd duidelijke regels voor het omgaan met de natuur en met elkaar, waarin opgenomen huwelijksregels, gedragscodes en taboes. Hierdoor werden zij niet alleen met elkaar, maar ook met de hemel en de aarde, de flora en fauna, heel het landschap verbonden.
Als we dit alles als religie beschouwen, is de Aboriginal religie totemistisch: men beschouwt bom, plant of dier als een directe band van individu of groep met de Dreamtime. De mythische wezens en de mens hebben een gemeenschappelijke levenskracht, een zelfde oorsprong die heilig is.
In de traditionele levenswijze waren mannen- en vrouwenzaken strikt gescheiden: mannen gingen op jacht, vrouwen bepaalden waar de groep neerstreek en hadden toegang tot de voedselbronnen. Deze taakverdeling gaf de vrouwen een grote mate van autonomie. Vrouwen zorgden gezamenlijk voor de kleine kinderen en instrueerden de meisjes voor het huwelijk. Mannen zorgden voor de initiatie van jongens en arrangeerden de huwelijken.
Deze blauwdruk voor het leven noemen de Aborigines Dreamtime,dat niets te maken heeft met dromen in onze betekenis, maar alles met de mystieke sfeer. Deze droomtijd is voor hen niet alleen verleden, maar ook heden en toekomst. Anders dan in de westerse lineaire tijdsopvatting waar verleden tijd niet meer in de werkelijkheid terugkomt, denkt de Aborigine verleden heden en toekomst als één geheel, terugkomend, cirkelvormig. De Dreamtime wordt herschapen in het opnieuw beleven en op allerlei manieren melding maken van de zwerftochten van de voorouders.
De Aborigines kenden geen schrift, hun traditionele cultuur is dus een orale cultuur, zoals zoveel oude culturen en religies. En zo beleefden en beleven zij de zwerftochten van hun voorouders steeds weer op de tonen van de didgeridoo, de ritmische begeleiding van de klapstokken en boemerangs, met de woorden van de verhalen en de liederen, de bewegingen in de dans, de beschilderingen van het lichaam en in de schilderijen.
Deze visuele representatie heeft de intentie de scheppingskracht te laten herleven. Belangrijk hierbij is dat dit alles niet worden vastgelegd, maar elke keer wordt uitgewist (schilderingen) of vervaagt in de wind (verhalen, muziek). Alleen zo herscheppen zij de Dreamtime en combineren religie met het dagelijks leven zoals de voorouders hen hebben opgedragen.
Deel II: GESCHIEDENIS
In de tweede helft van de achttiende eeuw koloniseerden de Engelsen Australië. Zij beschouwden het continent als leeg en verdreven de oorspronkelijke bevolking van het land, dat nu juist vanuit de Dreamtime de bodem onder hun bestaan was. Zonder land, zonder grond, zonder de directe band met Moeder Aarde is de Aborigine verloren. Hij kan immers het leven zoals dat door de voorouders is vastgelegd niet meer leiden. In de eerste periode van de kolonisatie zijn veel Aborigines gedood, velen kwamen ook om door de ziektes die de Engelsen meebrachten. In de loop van de tijd nam de Australische regering steeds nieuwe discriminerende maatregelen, die de inheemse bevolking nog verder achteruit zetten: het verbod op het spreken van de eigen taal, het inrichten van reservaten voor grote niet-stamverwante groepen, een pasjeswet en huwelijksluiting alleen met toestemming van de overheid. Een van de meest ingrijpende maatregelen was het plaatsen van halfbloed Aborigines in blanke gezinnen of missieposten; dit vond plaats tot in de zestiger jaren van de twintigste eeuw.
Tijdens WO II werkten veel Aborigines in het leger als vervangers van de Australische militairen aan het front In die periode werden ze goed behandeld, men had ze nodig!
Sinds de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de omstandigheden verbeterd.
In 1967 werd het onderwijs voor Aborigines opengesteld en sindsdien gaan veel Aboriginal mannen èn vrouwen naar een hbo of universitaire opleiding. Aboriginal juristen ijveren nu voor de teruggave van de ingenomen grond, met wisselend succes.
Ook op een ander terrein wordt succes geboekt. Aboriginal schilderkunst waaiert uit over de wereld en heeft naast een enorme economische ook een grote politieke impact. De schilderingen worden namelijk ingezet in de landrechtenstrijd. Galarrwuy Yunupingu schreef in 1993: “schilderen is voor ons een politieke daad, het zijn niet alleen mooie kunstwerken, ze gaan over ons culturele, sociale en politieke overleven. We schilderen om de blijvende band met ons land en onze rechten en plichten tegenover dit land te tonen”.
In traditionele symbolen geeft de kunstenaar zijn land weer, vertelt er het verhaal bij en toont zo aan waar hij vandaan komt. De schilderingen zijn te lezen als landkaarten. Op die manier worden soms de landrechten erkend, waardoor Aborigines weer toegang tot hun land krijgen èn de mogelijkheid om er hun ceremonies te houden.
Land, religie en kunst vormen een volmaakte samenhang. Vanuit de Aboriginal levensopvatting is het duidelijk dat geen van de drie uit de cirkel kan worden weggenomen. Zij vormen dan ook de inhoud van de Droomkoffer.
Aboriginals
6.7
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden