Finland

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 1501 woorden
  • 9 juni 2003
  • 70 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
70 keer beoordeeld

De economie van Finland:

Algemeen

Finland heeft een vrijemarkteconomie, gebaseerd op particuliere ondernemingen: meer dan 80% van de industriële productie en ongeveer 90% van de dienstverlening in het bankwezen wordt door particulieren geleverd. Met een bnp van $ 18!850 per capita (1994) behoort Finland tot de rijkste landen ter wereld. Finland is veel langer dan de Scandinavische buurlanden een overwegend agrarisch land gebleven. In de naoorlogse jaren is het accent snel verschoven: terwijl in 1950 nog 36% van de beroepsbevolking in de agrarische sector werkte, 28% in de industrie en 25% in de dienstverlenende sector, waren de getallen in 1990 resp. 8%, 27% en 65%. Een belangrijke rol bij deze verschuiving speelde het vredesverdrag met de toenmalige Sovjet-Unie en de daarmee verbonden zware herstelbetalingen (in de vorm van o.a. machines en schepen). Na de Tweede Wereldoorlog is de (gedwongen) economische relatie met de Sovjet-Unie gepaard gegaan met samenwerking met het Westen. Dit laatste heeft geleid tot een hoger niveau van technologie, grotere specialisering en verschuiving van houtveredeling naar metaalindustrie. De meeste economische (vooral industriële) activiteit vindt plaats in Zuid-Finland. In Finland bedroeg de werkloosheid in 1995 17,2%. De hoge werkloosheid is evenals de sterke daling van het bnp (15% begin jaren negentig) een direct gevolg van het instorten van de handel met het oosten.

Landbouw, veehouderij, bosbouw en visserij

Het aandeel van de landbouw in het netto nationaal product is slechts 5% (1994). De bedrijven zijn klein (1993: gemiddeld 9 ha) en het klimaat is niet erg geschikt voor landbouw. De beste landbouwgebieden liggen in het zuidwesten. Haver is het belangrijkste graan, gevolgd door gerst, tarwe en rogge; andere producten zijn aardappelen en suikerbieten. De landbouwcoöperaties nemen een belangrijke plaats in binnen de agrarische sector. De overheid voert een actief beleid om enerzijds de graanproductie in noordelijke richting uit te breiden (nieuwe variëteiten) en anderzijds het landbouwareaal te vergroten door ontginning. De veehouderij is belangrijker dan de landbouw. Het aantal rendieren is sinds 1945 sterk gestegen. Voor zover de landbouw bijdraagt aan de export is dit in de vorm van melk en zuivelproducten; het binnenlands verbruik van deze producten is hoog. De visserij kan de binnenlandse behoefte niet dekken. De zoetwatervisserij (zalm, forel, snoek, baars) wordt vooral bedreven als nevenwerkzaamheid. Naar het noorden toe neemt de lengte van het groeiseizoen af daardoor neemt de veeteelt toe. Intensieve vormen van veeteelt (koeien en varkens) komen veel voor ten zuiden van Tampere en in de lager gelegen kustvlakten. Lapland heeft extensieve veeteelt in de vorm van rendieren. Deze dieren leveren vlees, melk en huiden. Door de ramp met de kernreactor in Tsjernobyl werden veel rendieren besmet en moesten afgemaakt worden. Het vlees was natuurlijk ongeschikt voor consumptie. Tuinbouw beperkt zich tot wat kasgewassen.

De bosbouw vormt nog steeds de basis van de Finse economie. Tweederde van het land is bedekt met bos. In de totale export nemen hout en houtproducten ruim 36% voor hun rekening. Boeren leveren hout aan scheepswerven en andere houtverwerkende industrieën. Meer dan een derde van de export bestaat uit kwalitatief uitstekende papiersoorten, meubels en geprefabriceerde huizen. Finland produceert ongeveer 44 miljoen kubieke meter hout en is daardoor, op Zweden na, de grootste houtproducent van West Europa.

Industrie

De belangrijkste takken van industrie zijn de metaal- en elektro-industrie, gevolgd door de houtverwerking met als eindproducten o.a. papier en cellulose. Grote houtzagerijen komen voor bij o.a. Kotka, Pori, Oulu, Kemi, Porvoo en Hamina. De meubelindustrie is vnl. gevestigd te Helsinki, Turku en Lahti, houtpulp-, cellulose- en papierindustrie vooral bij Kotka, Kuusankoski en Varkaus. Sterk uitgebreid is de metaalindustrie (Helsinki, Pori, Vaasa, Turku en Tampere). De textielindustrie fabriceert vnl. katoen en rayon en is gevestigd te Tampere, Turku, Pori, Forssa en Vaasa. Beroemd om de grote technische vaardigheid en artistieke kwaliteit is de Finse glas- en aardewerkindustrie. Van betekenis is verder nog de levensmiddelenindustrie. Sinds 1990 is er nieuwe fase voor de Finse industrie begonnen; de achteruitgang! De toenmalige Sovjet Unie viel weg als leverancier van grondstoffen en als afnemer van Finse producten. De Finse scheepbouw kreeg de afgelopen jaren forse klappen te verwerken.

Handel

De veranderde economische verhoudingen met de voormalige Sovjet Unie hebben grote invloed gehad op Finland als handelsland. De Finse industrie was voornamelijk gericht op het produceren van goederen voor de Sovjetmarkt. Die handel werd gevoerd volgens het \"clearing systeem\". Er was in feite sprake van ruilhandel; grondstoffen werden geruild tegen papier, machines en schepen. Dit leverde Finland veel voordeel op omdat de Sovjet Unie in verhouding steeds meer moest betalen voor de Finse producten. In 1988 werd dit systeem afgeschaft en moest voortaan betaald worden in harde valuta. Door het grote gebrek aan harde valuta was de Sovjet Unie niet meer in staat de Finse invoer te betalen. Belangrijk gevolg hiervan was natuurlijk een sterke daling van de export. De handelsbalans vertoont sinds 1984 een groot overschot. Belangrijkste exportartikelen zijn papier, cellulose, celstofproducten, hout en houtproducten, glas, keramiek, textiel, machines en schepen. Ingevoerd worden o.a. machines, elektrische apparatuur, auto\'s, chemische producten, olie, ijzer en staal. De belangrijkste handelspartners zijn Duitsland, Zweden, Groot-Brittannië en Japan. Het Finse bedrijfsleven richt zich meer en meer op de West-Europese markt (45% van de totale handel).

Export

Export van Finland in de periode januari-september 1999: 2.947 miljoen gulden - Belangrijkste exportproducten in 1997 (euro’s): Product Totaalbedrag
Papier en drukwerk 8.499
Electrotechnische en telecommunicatieapparatuur 7.174
Machines en outillage 4.258
Basismetaalproducten 2.805
Hout 2.606
Totale export in 1997 (euro’s) 36.431
52,8 % van de export ging in 1997 naar andere lidstaten. In absolute getallen is dit 19.300 miljoen euro.De belangrijkste exportpartners zijn Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Nederland is eveneens de zevende exportpartner.

Import

Import van Finland in de periode januari-september 1999: 2.478 miljoen gulden - Belangrijkste importproducten in 1997 (euro’s): Product Totaalbedrag
Electrotechnische en telecommunicatieapparatuur 4.459
Chemische en producten 3.180
Machines en farmaceutische outillage 2.925
Basismetaalproducten 2.155
Transportmiddelen 2.142
Totale import in euro’s (1997) 27.818
63,1 % van de import kwam in 1997 uit andere lidstaten. In absolute getallen is dit 17.600 miljoen euro. De belangrijkste importpartners zijn Duitsland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Nederland is de zevende importpartner.

Infrastructuur

Jarenlang waren de rivieren en meren de hoofdtransportaders in Finland. Pas vanaf 1500 werd er begonnen met de aanleg van een wegennet. In het huidige Finland is de scheepvaart nog steeds het belangrijkste vervoermiddel. Zo’n tachtig procent van het goederentransport vindt plaats met zeeschepen. Het personenverkeer gaat voornamelijk over zee of door de lucht. In het noorden is er een spoorwegverbinding met Zweden en in het zuidoosten met Rusland. De totale lengte van het spoorwegnet is ca. 6000 km. Voor het goederenvervoer is de binnenvaart niet onbelangrijk. De totale lengte van de vaarwegen bedraagt ca. 9200 km. Van het wegennet (totale lengte in 1994 77.500 km) is 62% verhard. De Finse luchtvaartmaatschappij Finnair onderhoudt lijndiensten op ca. 25 binnenlandse bestemmingen en ca. 34 steden in Europa, het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en Noord-Amerika. Veerdiensten zorgen voor verbindingen met Zweden, Denemarken, Duitsland, Polen, Engeland en Frankrijk. De belangrijke zeehavens zijn o.a. Helsinki, Turku en Oulu. Met ijsbrekers worden sommige havens aan de Botnische Golf \'s winters opengehouden

Beroepsbevolking (1998)

De beroepsbevolking was in dat jaar 2,51 miljoen, dit is 48,8 % van de bevolking. De werkloosheid was in dat jaar: 332.000, dit is 13,2 % van de beroepsbevolking.

Toetreding

Fins EU-lidmaatschap De Finnen werden uiteindelijk pas in 1995 lid van de Europese Unie. Dit werd toen pas mogelijk aangezien zij zich, door de veranderingen die zich voltrokken in Midden- en Oost-Europa na het einde van de koude oorlog, niet langer hoefden te schikken naar de wensen van de Sovjet-Unie. In 1994 werd een referendum gehouden waarbij 57 % van de Finse kiezers vóór toetreding tot de Europese Unie stemde. Hierna werd ook door het parlement positief geoordeeld over de toetreding: 152 parlementsleden stemde vóór en 45 tegen. Hierdoor kon Finland bij de derde uitbreidingsronde (tegelijk met Oostenrijk en Zweden) lid worden van de
Europese Unie.

Staatsschuld 1998: 49,6 % van het BBP (Bruto Binnenlands Product) 1999: 46,2 % van het BBP (voorlopig cijfer) Begrotingsoverschot 1998
0,3 % van het BBP (inkomsten: 54,3 % van het BBP, uitgaven: 53,2 % van het BBP)

Samengevat:

Staatsvorm: republiek (6.12.1917) Parlement: 200 volksvertegenwoordigers, gekozen voor 4 jaar
President: gekozen voor 6 jaar
Inwoners: 5,1 milj. (Nederland: 15,5 milj.) Officiële talen: Fins (93 %), Zweeds (5,7 %) Godsdiensten: luthers, orthodox
Hoofdstad: Helsinki
Klimaat: landklimaat (warme zomers, koude winters) Oppervlakte: 338.145 km2 (Nederland: 41.526 km2) Bevolkingsdichtheid: 17/km2 (Nederland: 459/km2) Hoogste punt: Halti, 1328 m boven zeeniveau
Grootste meer: Groot-Saimaa, 4400 km2
Langste rivier: Kemijoki, 552 km
Grootste eiland: Soisalo, 1635 km2 (in een meer),hoofdeiland van Åland, 685 km2 (in de zee) Lid van (o.a.): VN (1955), Raad van Europa (1989), EU (1995) BNP: 105,7 bn (Nederland: 318,3 bn) EU-bijdrage: 1,5 % (Nederland: 4,5 %)

Bronnen: CBS, finland.pagina.nl, finland landenoriëntatie, Finse Ambassade

Enige andere feiten: (uit het jaar 1998)

(allemaal per 1000 inw.) - Een mens in Finland eet gem. 12970 Kj per dag, in Nederland is dat gem. 13740 per dag - 64 % van de mensen in Finland heeft een televisie, in Nederland 54,3 % - 55,4 % heeft een telefoon in Finland, en in Nederland 59,3 % - 39,2 % heeft een auto in Finland en in Nederland is dat 39,1 % - 34, 9 % van de inwoners heeft een pers.computer en in Nederland is dat 31,8 % - Het grote verschil zit er in de internetaansluiting; In Finland heeft 111,7 % een internetaansluiting, en dat komt vooral omdat Finland zo dunbevolkt is. In Nederland is het maar 40,3 %.

Conclusie: Ik denk dat Finland een betere economie heeft dan Nederland, want meestal heeft Finland het iets minder, maar nooit veel minder. Terwijl als het meer heeft, het veel kan schelen met Nederland.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.