Inhoud
1. biografie
2. kunstvormen
3. lijst van schilderijen en waar ze hangen
feiten en weetjes
1. biografie
1853
Kindertijd en ouderlijk gezin
Theodorus van Gogh, dominee van de Nederlandse Hervormde Kerk, en Anna Cornelia Carbentus, dochter van een boekhandelaar, treden in 1851 in het huwelijk. Nadat hun eerste kind in 1852 dood geboren is, ziet Vincent Willem van Gogh het levenslicht op 30 maart 1853 in het Brabantse Zundert. Het echtpaar brengt daarna nog vijf kinderen ter wereld, onder wie Vincents favoriete broer Theodorus (Theo).
De vorming van de jonge Vincent begint in 1861 op de dorpsschool. Later sturen zijn ouders hem naar twee kostscholen. Vincent blinkt uit in taal en bekwaamt zich in het Frans, Engels en Duits. In maart 1868, midden in het studiejaar, gaat hij abrupt van school en keert terug naar Zundert. Hij heeft zijn offici毛le schoolopleiding nooit hervat.
1869
Jonge kunsthandelaar
In juli 1869 wordt Vincent jongste bediende bij Goupil & Cie, een internationale kunsthandel met hoofdzetel in Parijs. Hij werkt in het Haagse filiaal dat door zijn oom Vincent is opgericht. Tijdens zijn verblijf in Den Haag, in augustus 1872, begint Vincent zijn broer Theo brieven te schrijven: een correspondentie die bijna achttien jaar zal voortduren.
Theo aanvaardt in januari 1873 een betrekking bij Goupil. Hij werkt aanvankelijk in Brussel, maar wordt in november van dat jaar overgeplaatst naar Den Haag.
1873
Tijd in Engeland
Vanaf juni 1873 werkt Vincent in het Londense filiaal van Goupil. Het dagelijks contact met kunst wakkert zijn liefde voor schilderijen en tekeningen aan. In de musea en kunstgaleries van Londen bewondert hij realistisch werk van Jean-Fran莽ois Millet en Jules Breton dat het leven op het platteland verbeeldt.
Vincent verliest geleidelijk zijn belangstelling voor de bezigheden bij Goupil en verdiept zich in de bijbel. In 1874 wordt hij overgeplaatst naar Parijs, waar hij drie maanden verblijft. Vervolgens keert hij terug naar Londen. Zijn prestaties bij Goupil worden steeds slechter. In mei 1875 stuurt de kunsthandel hem opnieuw naar de Franse hoofdstad, waar hij het Louvre bezoekt en de Parijse Salon. Aan de muren van zijn kamer hangt hij prenten van de Haagse School en Barbizon-kunstenaars.
Eind maart 1876 wordt Vincent bij Goupil ontslagen. Het verlangen zijn naaste te helpen wordt steeds sterker en hij besluit dominee te worden.
1876
Preken en Armoede
Vincent keert in 1876 terug naar Engeland en wordt onderwijzer op een kostschool. In juli aanvaardt hij een betrekking in Isleworth (bij Londen), waar hij als onderwijzer en hulpprediker aan het werk gaat. Op 4 november houdt Vincent zijn eerste preek. Zijn interesse in het evangelie en prediken voor de armen neemt obsessieve vormen aan.
Tijdens een bezoek aan zijn ouders laat Vincent zich overreden niet naar Engeland terug te keren. Het ambt van dominee blijft hem echter trekken. Hij verhuist in 1877 naar Amsterdam. Hier bereidt hij zich voor op het staatsexamen, noodzakelijk om een studie theologie te kunnen doen. Nadat hij v贸贸r het examen is afgehaakt, volgt hij een korte opleiding op een zendelingenschool bij Brussel. In december 1878 wordt hij uitgezonden naar de Borinage, een arme mijnstreek in het zuiden van Belgi毛, waar hij werkt als lekenprediker.
Te midden van de mijnwerkers leeft Vincent als 茅茅n van de armen. Hij slaapt op de vloer en geeft al zijn bezittingen weg. Zijn buitensporige betrokkenheid valt bij de kerk in slechte aarde. Hij wordt ontheven uit zijn functie maar zet zijn evangelisatiewerk voort.
1880
Kunst en Geloof
Van Gogh worstelt met zijn verlangen nuttig te zijn. In 1880 komt hij tot het inzicht dat hij ook als kunstenaar dienstbaar kan zijn aan God. Hij schrijft: 'Probeer de essentie te begrijpen van wat de grote kunstenaars, de serieuze meesters in hun meesterwerken zeggen, daarin zul je God terugvinden. De een heeft het geschreven of gezegd in een boek, de ander in een schilderij.'
Van Gogh verhuist naar Brussel en overweegt zich voor de kunstacademie in te schrijven. Hij besluit echter tot zelfstandige studie en werkt soms in gezelschap van de Nederlandse kunstenaar Anthon van Rappard.
Aangezien Van Gogh geen middelen van bestaan heeft, ontvangt hij geld van Theo, die in de Parijse vestiging van Goupil werkt. Theo zal zijn broer regelmatig financieel blijven steunen tot aan zijn dood.
In 1881, in Etten, wordt Van Gogh verliefd op zijn nicht Kee Vos-Stricker, die hem echter afwijst. De hardnekkigheid van zijn avances heeft een tijdelijke breuk met zijn ouders tot gevolg. De intense religiositeit van Van Gogh begint te verflauwen.
1881
Schilderlessen
Eind 1881 verblijft Van Gogh een aantal weken in Den Haag. Hij krijgt er schilderlessen van Anton Mauve, een vooraanstaand vertegenwoordiger van de Haagse School. Deze kunstenaar, die getrouwd is met Van Goghs nicht, maakt hem bekend met de aquarel- en olieverftechniek.
Na onenigheid met zijn vader verlaat Van Gogh het ouderlijk huis in Etten. Hij huurt een atelier en volgt in 1882 weer lessen bij Mauve. Van Gogh choqueert zijn familie en Mauve wanneer hij zijn model Sien Hoornik - een zwangere, ongetrouwde prostitu茅e - en haar jonge dochter in huis neemt.
Tijdens de zomer van 1882 maakt Van Gogh zijn eerste zelfstandige studies in water- en olieverf. In hetzelfde jaar ontvangt hij zijn eerste opdracht. Zijn oom Cornelis van Gogh vraagt hem twaalf stadsgezichten van Den Haag te tekenen.
1883
De 'Boerenschilder'
In september 1883 reist Van Gogh naar de provincie Drente. Hij schildert het kale landschap en de landbouwers. Uit eenzaamheid en gebrek aan goede materialen blijft hij er slechts kort. Na nog geen drie maanden vertrekt hij naar het Brabantse Nuenen, waar hij bij zijn ouders intrekt.
In navolging van Millet en Breton besluit Van Gogh een boerenschilder te worden. Hij schetst en schildert de wevers van Nuenen en voltooit veertig geschilderde boerenkoppen en studies.
Er ontstaan spanningen wanneer Theo Van Gogh ervan beschuldigt zich onvoldoende in te zetten om Van Goghs schilderijen te verkopen. Theo wijst zijn broer erop dat het hem toegezonden werk donker van kleur is en haaks staat op het lichtgetinte palet van de impressionisten, de stijl van dat moment in Parijs. Garenspoelende vrouw
1885
Op 26 maart 1885 krijgt de vader van Van Gogh onverwachts een beroerte en overlijdt. Kort daarna legt Van Gogh de laatste hand aan De aardappeleters, zijn eerste groots opgezette schilderij en meesterwerk.
Verblijf in Antwerpen
Bij het vinden van modellen wordt Van Gogh tegengewerkt door plaatselijke geestelijken. Mede daardoor vertrekt hij in november 1885 uit Nederland en vestigt zich in Antwerpen. Hij zal niet meer terugkeren in zijn geboorteland.
De stadscultuur van Antwerpen geeft Van Gogh frisse inspiratie: 'Enfin, zeker is het dat Antwerpen voor een schilder zeer curieus en mooi is.' Hij kan gemakkelijk aan materialen komen, krijgt de gelegenheid naar naaktmodel te werken en heeft de kans de omvangrijke kunstcollecties in musea en galeries te bekijken, waaronder het werk van Peter Paul Rubens. In de havenstad Antwerpen worden vele exotische waren aangevoerd, waaronder Japanse houtsneden, die Van Gogh begint te verzamelen.
In januari 1886 geeft Van Gogh zich op voor de 脡cole des Beaux-Arts in Antwerpen. De traditionele onderwijsmethoden irriteren hem al snel en na twee maanden houdt hij de opleiding voor gezien.
1886
Nieuwe benaderingen
Uit het Parijse werk van Van Gogh blijkt dat hij zich de invloeden uit zijn omgeving probeert eigen te maken. Bij de ontwikkeling van zijn eigen stijl, bestudeert hij de manier van werken van de impressionisten. Zijn palet wordt lichter, zijn penseelvoering losser. Hij volgt de impressionisten ook bij de keuze van zijn onderwerpen: de caf茅s en boulevards van Parijs, het platteland langs de Seine. Via Georges Seurat en Paul Signac ontdekt hij de stippeltechniek van het Neo-Impressionisme (een benaming voor een schilderstijl in Belgi毛, Nederland, Duitsland en Scandinavi毛, ook wel laat-impressionisme genoemd. In Frankrijk noemt men deze schilderstijl in dezelfde periode postimpressionisme. Beide zijn een onderdeel van het impressionisme.
Het impressionisme liep in 1885 in Parijs uit op zijn 8e en laatste expositie. Camille Pissarro, Tom Slager, Berthe Morisot en Edgar Degas namen er nog aan deel, in totaal waren er 17 deelnemers met 249 gecatalogeerde nummers. De expositie werd gehouden in de rue Lafitte, van 15 mei tot 15 juni. Het werd toen al een contestatie-ontmoeting met Georges Seurat en Paul Signac.)
ook wel Pointillisme genoemd, waarmee hij naar hartelust experimenteert. 'Weet dat wat men tegenwoordig wil in de kunst, erg levend, sterk van kleur en hoog opgevoerd moet zijn', schrijft hij in die tijd aan zijn zuster Wil.
1886
Zelfportretten
Van Gogh is ge茂nteresseerd in portretkunst (Een zelfportret is een portret dat een een kunstenaar vooral kunstschilders gespecialiseerde portretschilders van zichzelf maakt. Om dit te bereiken wordt traditioneel voor een spiegel geposeerd, maar tegenwoordig, met het vervagen van de grenzen tussen de kunstdisciplines, kan dat bijvoorbeeld ook een filmcamera zijn.Zelfportretten kunnen drie doelen hebben. Ten eerste het slechts afbeelden van de kunstenaar, bijvoorbeeld als statussymbool voor een mecenas, ten tweede het afbeelden van de kunstenaar in een groter tafereel, figurerend als commentaar of grap, ten derde het psychologisch benaderen van de eigen persoon. Deze drie mogelijkheden komen naar gelang de tijd en smaak in andere verhoudingen voor), die hij als mogelijke bron van inkomsten beschouwt. Aangezien hij zich geen modellen kan veroorloven, koopt hij een goede spiegel en gebruikt hij het beeld van zijn eigen gezicht om zijn talenten aan te scherpen. Van Gogh schildert in Parijs minstens twintig zelfportretten, die een goede indruk geven van zijn experimenten met stijl en kleur. De eerste zelfportretten zijn opgezet in het grijs en bruin van zijn Brabantse periode, maar deze sombere tinten maken weldra plaats voor gele, rode, groene en blauwe kleuren. De steeds lossere penseelvoering toont de groeiende invloed van de impressionisten. In een brief aan zijn zuster schrijft Van Gogh: 'Vooreerst stel ik op de voorgrond dat eenzelfde persoon mijns inziens stof tot erg uiteenlopende portretten oplevert.' Een van de laatste zelfportretten in Parijs, Zelfportret als schilder, is een aangrijpende expressie van zijn persoonlijke en artistieke identiteit.
1886
Experimenten met kleur
Kort na zijn aankomst in Parijs beseft Van Gogh hoe ouderwets zijn donkere palet geworden is. Hij schildert studies van bloemen, door Theo vingeroefeningen genoemd, waarin hij probeert 'een intense kleur te bereiken en geen grijze harmonie'. Van Gogh gebruikt knotten wol met draden in verschillende tinten - rood en oranje, blauw en geel, oranje en grijs - om het effect van diverse kleurencombinaties te testen. Zijn palet wint geleidelijk aan helderheid, hij wordt ontvankelijker voor kleur in het landschap. Hij schildert regelmatig buiten in Asni猫res, een dorp bij Parijs waar de impressionisten geregeld werkten en schrijft hierover later zijn zuster Wil: 'En toen ik deze zomer te Asni猫res landschap schilderde, zag er meer kleur in dan vroeger.'
1887
Kunstenaars van de Petit Boulevard
Tot Van Goghs nieuwe vrienden behoren de schilders die hij de 'kunstenaars van de Petit Boulevard' noemt, Toulouse-Lautrec, Signac, Bernard en Anquetin, kunstenaars die jonger en minder beroemd zijn dan de impressionisten. Van Gogh vat het plan op een harmonieuze leefgemeenschap van kunstenaars te stichten die samen wonen en werken. In 1887 organiseert hij een groepstentoonstelling in een Parijs restaurant, met eigen werk en schilderijen van vrienden. De kunstenaars van de Petit Boulevard ontmoeten elkaar vaak in de verfhandel van P猫re Tanguy, waar Van Gogh ook Gauguin regelmatig ziet. Tanguy, die vele jonge kunstenaars genereus van materialen
voorziet, exposeert Vincents schilderijen af en toe in zijn etalage.
1888
Atelier van het Zuiden
Op 19 februari 1888 reist Van Gogh, uitgeput van zijn activiteiten in Parijs, naar de Provence(De Provence is een gebied in het zuidoosten van Frankrijk. De Provence ligt tussen de Middellandse Zee, het Rh么nedal en Itali毛.): 'Het lijkt me bijna onmogelijk om in Parijs te kunnen werken.' Met zijn oude droom van een kunstenaarscollectief in gedachten huurt hij een atelier in Arles ( een plaatsje in de provence), het 'Gele Huis', en nodigt Gauguin uit bij hem te komen Het gele huis wonen. In afwachting van Gauguins komst schildert Van Gogh stillevens van zonnebloemen om de kamer van zijn vriend te verfraaien. De bloemen staan symbool voor de zon, het overheersende kenmerk van de Proven莽aalse zomer. Gauguin beschrijft de schilderijen als 'Van Gogh ten voeten uit'.
1888
Techniek komt tot rijpheid
De heldere kleuren en het sterkere licht van de Provence inspireren Van Gogh. Hij maakt
schilderij na schilderij in een krachtige, persoonlijke taal. 'Misschien, misschien ben ik dus op de goede weg en raakt mijn oog gewend aan de natuur hier,' schrijft hij aan Theo. Waar zijn werk in Parijs een breed scala aan onderwerpen en technieken bestrijkt, ontwikkelt hij in Arles steeds meer zijn eigen stijl, waarin een expressieve schilderwijze is gecombineerd met rijke kleuren.
1888
Kleuren zien
Van Gogh wordt gegrepen door de lente in de Provence. Hij schildert het landschap en concentreert zich daarbij op de bloeiende fruitbomen. Later, als de zomer aanbreekt, verplaatst hij zijn aandacht naar het plattelandsleven. Van Gogh werkt in de openlucht en schildert zijn doeken vaak in 茅茅n lange sessie: 'Hoewel ik altijd direct ter plaatse werk, probeer ik [...] te vatten wat wezenlijk is.' Hij vereenzelvigt ieder jaargetijde en onderwerp met karakteristieke kleuren, waarbij volgens hem de boomgaarden voor roze en wit staan en de korenvelden voor geel.
Crisis
In oktober 1888 komt Gauguin eindelijk aan in Arles. Negen weken lang werken hij en Van Gogh zij aan zij en voeren heftige discussies over kunst. Gauguin maakt een portret van Van Gogh terwijl hij zonnebloemen schildert. Van Gogh beschrijft het als volgt: '[...] ik ben het echt, doodmoe en uiterst gespannen, zoals ik toen was.' Na verloop van tijd ontstaan er spanningen tussen het tweetal. Tijdens een psychotische episode in december bedreigt Van Gogh Gauguin met een scheermes; later snijdt hij een stuk van zijn eigen linkeroor af. Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis van Arles, dat hij in januari 1889 verlaat. In Amsterdam, tijdens het voorjaar, trouwt Theo met Johanna Bonger.
1890
Terug naar het noorden
In mei 1890 verlaat Van Gogh de inrichting in Saint-R茅my. Hij vertrekt naar Auvers-sur-Oise, een plaatsje in de buurt van Parijs. De ligging is ideaal: verwijderd van het jachtige leven in de metropool en tegelijkertijd zo dicht bij de stad dat regelmatige bezoeken aan Theo mogelijk zijn. Van Gogh vertrouwt zichzelf toe aan de zorg van Paul Gachet, een homeopathisch geneesheer en tevens amateurschilder. Van Gogh vat al snel genegenheid op voor de arts en schrijft zijn zuster Wil dat hij in dokter Gachet 'een ware vriend' gevonden heeft. Gachet geeft Van Gogh de raad zijn ziekte uit zijn hoofd te zetten en zich volledig op het schilderen te concentreren.
1890
Sterke drang te schilderen
In Auvers-sur-Oise (een klein dorpje in de buurt van Parijs) gaat Van Gogh direct weer aan de slag. Hij maakt portretten van zijn nieuwe kennissen en schildert de omgeving, met inbegrip van nabijgelegen korenvelden en de tuin van de schilder Daubigny. Hij werkt met grote intensiteit en produceert in deze maanden bijna een schilderij per dag.
Een serie van twaalf doeken in een opvallend langgerekt formaat is zijn eerbetoon aan het leven op het platteland: 'Ik weet bijna zeker dat ik in die doeken datgene heb verwoord wat ik niet in woorden kan uitdrukken, nl. hoe gezond en hartversterkend ik het platteland vind.' Van Gogh maakt een rustige periode door, al vreest hij wel voor hernieuwde psychische instabiliteit.
1890
Wanhoop
Begin juni gaat Van Gogh op bezoek bij Theo. Deze is zijn werk bij Boussod beu en overweegt een eigen zaak te beginnen. Hij waarschuwt Vincent dat zij allemaal de buikriem zullen moeten aanhalen. Theo's ongenoegen raakt Van Gogh diep en maakt hem zeer ongerust: 'Ook mijn leven is aan de wortel aangetast, ook ik sta niet meer stevig op mijn benen.' Op 27 juli 1890 loopt Van Gogh een korenveld in en schiet zichzelf in de borst. Hij strompelt terug naar zijn kamer, waar hij twee dagen later, op 29 juli, in Theo's bijzijn overlijdt. De dag erna wordt hij in Auvers begraven. Onder de aanwezigen bevinden zich Lucien Pissarro, Emile Bernard en P猫re Tanguy. Bernard beschrijft later hoe Van Goghs kist bedekt is met gele bloemen en hoe zijn ezel en penselen op de grond stonden, naast de kist. Van Goghs schilderijen worden nagelaten aan Theo. Zijn werk zal uiteindelijk een enorme invloed hebben op vooruitstrevende kunstenaars van de twintigste eeuw.
1890
Na Vincents dood
In september 1890 organiseert Theo een herdenkingstentoonstelling van Van Goghs werk in zijn appartement in Parijs. Theo wordt kort daarna ernstig ziek en overlijdt op 25 januari 1891. Zijn vrouw Johanna keert terug naar Nederland, samen met hun zoontje en de collectie schilderijen die Theo van Vincent heeft ge毛rfd. Na Johanna's dood in 1925 gaat de collectie over op haar zoon Vincent Willem van Gogh (1890-1978). Wanneer de Nederlandse overheid het initiatief neemt tot de bouw van een aan Van Gogh gewijd museum, draagt Vincent Willem van Gogh de ge毛rfde werken in 1962 over aan de nieuw opgerichte Vincent van Gogh Stichting. De bouw van het museum gaat in 1969 van start en wordt uitgevoerd naar een ontwerp van Gerrit Rietveld. Vanaf de offici毛le opening in 1973 herbergt het museum de grootste collectie Van Goghs ter wereld, in bruikleen van de Vincent van Gogh Stichting.
Bron: www.vangoghmuseum.nl en www.wikipedia.nl
2. Kunstvormen van Van Gogh
De werken van Vincent van Gogh valt onder de postimpressionisme (De term postimpressionisme is een benaming voor een schilderstijl in Frankrijk. In andere landen, zoals Belgi毛, Nederland, Duitsland en in Scandinavi毛, noemt men dit Neo-Impressionisme. Beide zijn een vorm van het impressionisme. Postimpressionisme werd bedacht door de Franse criticus Roger Fry als titel voor zijn expositie in Londen, in 1911, met werken van Paul C茅zanne, Paul Gauguin, Vincent van Gogh, Georges Seurat en Paul Signac. Vooral de periode tussen 1880 en 1890). Van Goghs invloed op het expressionisme (Het expressionisme (van Latijn: expressio, uitdrukking) is een stroming in de Europese kunst en de literatuur van de twintigste eeuw, die zich vooral manifesterde in de jaren 1905 tot 1940. In het expres- sionisme tracht de kunstenaar zijn gevoelens, zijn ervaringen, voor de waarnemer uit te drukken door een zekere vervorming van de werkelijkheid. Dit in tegenstelling tot het impressionisme waarbij vooral het uiten van de werkelijkheid.Expressionisme als stijl is vooral bekend in de schilderkunst, maar komt ook in de muziek, architectuur, toneel en in de film als stijl voor.), het fauvisme(Tegenwoordig wordt "fauvisme" wel gebruikt om een bepaalde wijze van schilderen aan te duiden. Kenmerken van deze schilderwijze zijn: het draait om kleur en vorm, waarbij dikwijls sprake is van de ongemengde applicatie van pigmenten en kleurpatronen, versimpelen, vlakheid, intens en niet-natuurgetrouw ) en de vroege abstractie (Abstractie is het weglaten van alle niet essenti毛le informatie of aspecten om meer fundamentele structuren zichtbaar te maken) was enorm en kan worden gezien in vele andere aspecten van de twintigste-eeuwse kunst.
3. Lijst van schilderijen en waar ze hangen
Portret van Dokter Gachet, juni 1890
Ophaalbrug in Nieuw-Amsterdam
Jongeman, gras snijdend met een sikkel, oktober 1881
Hutten, september 1883
Stilleven met aarden kom met aardappelen, september 1885
REACTIES
1 seconde geleden