Handvaardigheid: ‘Oud in een nieuw jasje’. Verslag kunststroming 20ste eeuw.
Jugendstil In de 20ste eeuw begonnen architecten erg eigenzinnig te werken, ze wilden niet langer kunst maken voor bepaalde instellingen of personen, ze wilden zélf hun ontwerpen maken. Ze wilden zelfstandig zijn in hun beslissingen over de kunst die ze maakten. Daarom ontwikkelden ze nieuwe technieken en gebruikten ze andere materialen dan voorheen. Een voorwaarde was wel, dat ze goedkoop moesten bouwen. Daarom lieten ze al hun materialen in de fabriek maken; prefabricatie. Op deze manier werden er o.a. een hoop gebouwen gemaakt, ze hadden een redelijk saaie en eenvoudige uitstraling. Het ging de architecten meer om de gebruikstoestand, om de functie, dan om het uiterlijk van zoiets. In ongeveer 1900 reageerde een groep kunstenaars hierop door voorwerpen weer mooi en zorgvuldig te maken, namelijk met de hand. Zij waren de massaproductie wel een beetje zat. Daarbij gebruikten ze sierlijke, gebogen lijnen en vormen geïnspireerd door de natuur. Ze waren tegen imitatie van oude stijlen, ze wilden iets wat jong en vernieuwend was. De naam ‘Jugendstil’ komt van het Duitse woord Jugend, wat jeugd betekent. Ook wel ‘Art Nouveau’ in het Frans en ‘Modern Style’ in het Engels. Het was hun bedoeling dat de vorm van het voorwerp, met een bepaald gebruiksdoel, werd overwoekerd en omstrengeld door plant- en bloemmotieven. Het gevolg hiervan is dat er beweeglijkheid ontstond. Ook wilden ze de met de kunst de kringloop van het leven volledig tot uitdrukking brengen, zodat het ‘oude’ gevoel weer terugkwam. Hun werk pasten ze vooral toe op kunsten als edelsmeedwerk, meubels, boeken, sieraden, glasbewerking en damesmode. Het maken van producten als deze was duur en het kostte veel tijd. Anders dus dan alle voorgaande fabricageproductie. Over het algemeen waren het kunstenaars die de met de ‘Jugendstil’ bezig waren. In de architectuur werd Jugendstil ook gebruikt, maar het is nooit op grote schaal voorgekomen. In totaal is de stijl/stroming ongeveer 30 jaar echt populair geweest, van ongeveer 1900 tot 1930.
Kenmerken - Jong en vernieuwend - Organische vormen - Golvende lijnen - Plantaardige lijnen: bijv. wijnrank, sierlijke groeiklimplant - Vormen zijn gegroeid - Romantisch - Geen imitatie - Duurzaamheid
In de 19e eeuw werd de Jugendstil voor het eerst in de architectuur geïntroduceerd. Hierbij werden weer bloemige en natuurlijke motieven toegepast, maar ook geometrische vormen. Er werd gebruikt gemaakt van nieuwe materialen zoals gladde bakstenen (ook geglazuurd) en sierlijk vormgegeven smeedijzer. Oude materialen als glas-in-lood ramen en decoratief beschilderde tegels speelden ook een rol, erkers en torentjes waren erg in trek. Een opvallend kleurgebruik maakte het af. In dezelfde tijd werd Jugendstil ook in de literatuur gebruikt. Het betekende een grote afkeer naar de boekdrukkunst, alles werd weer met de hand geschreven. Hoofdletters werden net als in de middeleeuwen weer prachtig versierd (met de bekende motieven natuurlijk) en ook de tekeningen waren helemaal in dezelfde stijl. Net als bij de bouwkunst werd er weer gebruik gemaakt van opvallende kleuren.
De sieraden werden hele kunstwerken, zoals op het plaatje hierboven. Er werd gebruik gemaakt van verschillende materialen als goud, zilver, glas en verschillende soorten steentjes. Weer kwamen de kleuren en de golvende, sierlijke en zwierige lijnen terug. Meubels werden gemaakt van dure materialen. Spiegels bijvoorbeeld werden omlijst met uitgewerkt goud of zilver. Er kwam bij de meubels en de inrichting van het huis sowieso veel goud en zilver voor. Aan het plafond grote lampen met bloemmotieven, aan de muur schilderijen met, net als bij de spiegels, uitgewerkte lijsten. In de tafelbladen waren sierlijke lijnen, bogen en rondingen verwerkt. De damesmode werd ook beïnvloed, zwierige rokken, hoeden met krullen, korsetten met veel tierelantijntjes, het hoorde er allemaal bij. De Jugendstil heeft alleen de damesmode beïnvloed, bij de man veranderde er niets in dit opzicht. Kunstenaars ivm Jugendstil - William Morris was een Engelsman, die van 1834 tot 1896 leefde. Hij had zelf een soort kunstvereniging, ‘Arts and crafts’, wat kunst en handwerk betekent. Hij wilde graag dingen combineren, hij gebruikte plastiek, bouwkunst en schilderkunst en versmolt het met Jugendstil samen tot één geheel. - Alfons Mucha was een Duitser, die van 1860 tot 1939 leefde. Hij was een technische kunstenaar. Zijn missie was het om met sierlijke vormgeving de natuur als voorbeeld te nemen voor al zijn werk. Hij maakte veel vervlochten ranken en bloemige motieven. - Antonio Gaudi was een Spanjaard, die van 1852 tot 2936 leefde. Hij was architect. Hij maakte veelvormige stenen bouwwerken (vooral in Barcelona), waarbij het net leek of je met een levend organisme te maken had. Mijn ontwerp In mijn ontwerp wil ik graag de golvende lijnen en de sierlijke, krullende vormen terug laten komen. Ik denk eraan een erker te maken of om het onderraam een andere vorm te geven. Ook wil ik graag het romantische weergeven, ik weet alleen nog niet precies hoe ik dat ga doen.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
erg erg slecht
13 jaar geleden
Antwoorden