Inhoud
Overgang naar een nieuwe tijd
Zijn fascinatie
Parijs in de tijd van Toulouse-Lautrec
Mijn mening
Overgang naar een nieuwe tijd
Ongeveer het midden van de 19de eeuw deden zich vele veranderingen voor die voor de kunst grote gevolgen had. Ten eerste: de uitvinding van de fotografie.
Veel schilders zagen in de fotografie een bedreiging van hun vak. Ook al waren
de foto’s nog heel gebrekkig, weinig gedetailleerd, zwart-wit en hadden ze geen ruimteweergave. Een tweede verandering was het langzaam wegvallen van
2 belangrijke opdrachtgevers: de kerk en de overheid. De kunstenaars moesten gaan zoeken naar een nieuwe taak voor de kunst, naar waarden die in de fotografie nog niet bereikt konden worden; sfeer, kleur en abstracte waarden. Ze konden zaken afbeelden die in werkelijkheid helemaal niet bestonden. Het schilderij werd beschouwd als een middel om eigen emoties en gevoel tot uitdrukking te brengen. Dit leidde vaak tot eigenzinnige veranderingen van de werkelijkheid, de kleuren enz… Hierdoor ontstaat het expressionisme.
Realisme (ca.1840-1860) Het realisme ontstaat ongeveer 1840 bij schilders die de romantische benadering maar niks vonden. Zij hadden bezwaren tegen het vluchten uit de realiteit. Ze vonden het hun taak de werkelijkheid te registreren. Gewone, alledaagse onderwerpen. Hoewel het onderwerp vernieuwend was, bleven ze in hun manier van schilderen vasthouden aan de tradities van de romantiek. Dit veranderd met het ontstaan van het impressionisme in de jaren zestig van de 19de eeuw.
Impressionisme (1865–1885) Het impressionisme sloot aan bij de kunst van de realisten. Ook de impressionisten schilderden alledaagse onderwerpen bij voorkeur in de open lucht. Maar ze hadden nog meer aandacht voor sfeer en licht. Ze probeerden de steeds veranderende momenten in de wereld om hen heen te registreren. Zo ontstonden in een kort tijdsbestek, indrukken van de zichtbare werkelijkheid. Monet noemde een schilderij van een zonsopgang ook “een indruk”; l’impression, soleil levant. Naar aanleiding op deze titel gebruikte een criticus spottend de term impressionisten. Ook al ging volgens tijdgenoten te veel inhoudelijke diepgang en compilatie verloren door de snelle registratie, de invloed van de impressionisten zou enorm zijn.
Postimpressionisme (1880–1990)
Postimpressionisme is een verzamelnaam voor een aantal, meest Franse stromingen tussen 1880 en 1990. Het was een reactie op het door veel oppervlakkig gevonden karakter van het impressionisme. Een aantal schilders, die hun loopbaan als impressionist begonnen waren, wilden meer diepgang. Al probeerden ze die allemaal op een andere manier te bereiken, waardoor de geproduceerde schilderijen van karakter nogal verschillen. Verschillende schilders uit die tijd zijn:
Paul Cézanne (1839–1906), Georges Seurat (1859–1891),
Paul Gaugain ( 1848–1903), Vincent van Goch (1853–1890) en
Henri Toulouse Lautrec (1864–1901)
Ik heb besloten om deze laatste schilder, Henri Toulouse Lautrec, wat verder uit te diepen.
Zijn fascinatie
Jeugd (1864-1882) Henri de Toulouse-Lautrec kwam uit een adellijk geslacht en groeide op in Château de Malromé. Hij beschikte al in zijn vroege kinderjaren over een buitengewoon schildertalent. In de kringen van de adellijke stand was het kunstenaarsberoep echter zeer zeldzaam. Volgens familietraditie zou hij een militaire carrière gaan krijgen. Zijn kwetsbare gezondheid en 2 beenbreuken die slecht waren genezen, beperkte echter zijn bewegingsvrijheid. Hij werd niet groter dan 1.52 m. Hij had zijn hele leven een wandelstok nodig om te kunnen lopen. Op elfjarige leeftijd schilderde hij al met olieverf en hij ging in opleiding bij René Princeteau. Uit deze schilderijen blijkt dat Princeteau zijn leerlingen vertrouwd had gemaakt met de kunst van de romantische schilder Delacroix. Terwijl de kunstacademies in die tijd veel waarde hechtten aan anatomisch correcte tekeningen, Toulouse-Lautrec toonde een overduidelijke belangstelling voor bewegende onderwerpen uit de natuur, een interpretatie van de werkelijkheid. Daarmee onderscheidt hij zich van de impressionisten die zich intensief bezig hielden met het uitbeelden van het landschap en minder met de menselijke figuur. De belangstelling van de impressionisten ging vooral uit naar de effecten van licht en niet zozeer het figuratieve.
Aankomst in Parijs (1882-1884) Op advies van René Princeteau verhuisde Toulouse-Lautrec naar het atelier van Léon Bonnat. De verhuizing betekende een verbreding van zijn artistieke horizon. In de Metropool heeft hij de mogelijkheid om de meest recente stromingen te leren kennen en zijn schilderijen te exposeren. De belangstelling voor kleur en beweging kwam wat in de verdrukking door de portretschilderopleiding in het atelier van Bonnat. Maar Toulouse schilderde liever actuele onderwerpen. Gefascineerd door het nachtleven begon hij momenten te schetsen, die hij later gebruikte voor zijn schilderijen.
Het leven schilderen (1884-1890) Nadat hij besefte dat hij niets meer kon leren van academische schilders, vestigde hij zijn aandacht op de kunstenaar Edgar Degas. Deze schilderde stadstaferelen zoals paardenraces en de theaterwereld. Met zijn deelname aan groepstentoonstellingen begin 1988, wilde Toulouse-Lautrec zijn werk onder de aandacht brengen van het grote publiek. Dankzij de nieuwe toepassing van olieverf met veel oplosmiddel, bereikte hij aquareleffecten en met een vibrerend kleurgebruik wist hij beweging te suggereren in zijn vlakke composities. Door het succes van zijn schilderij Au Moulin Rouge – La Danse werd hij aangemoedigd zijn experimenten in deze richting voort te zetten. Het schilderen van het nachtleven in Parijs vroeg om een nieuwe kunstopvatting, die Toulouse-Lautrec met grote energie uitwerkte.
Plotselinge roem (1891-1892) Met zijn eerste affiche voor de ‘Moulin Rouge’ : “La goulue”” werd Toulouse-Lautrec in één klap in heel Parijs bekend. Hij begon affiches, titelpagina’s en illustraties voor tijdschriften te ontwerpen. Gelijktijdig werkte hij aan olieverfschilderijen met taferelen uit het Parijse nachtleven. Hij had een voorkeur voor sterke drank en affaires met kunstenaressen van het cabaret werden afgewisseld met frequent prostitueebezoek. In deze periode werkte de dertigjarige schilder als een bezetene om zijn vele waarnemingen te verwerken in zijn kunst.
Het hoogtepunt (1892-1894) Talrijke nieuwe contacten inspireerden hem tot beeldcreaties die nieuwe artistieke hoogtepunten voor zijn oeuvre zouden vormen. Hij gebruikte voor zijn kunst fotografie en de lithografie, hij trok zich dus weinig aan van traditionele criteria en werkwijzen. Zijn succes bleek uit zijn eerste grote solo-expositie in de gerenommeerde galerie Goupil in 1893. Waarna hij op zichzelf ging wonen, hij raakte echter steeds meer verslaafd aan alcohol en had zichzelf niet meer in de hand.
Gezondheid (1894-1895) Ondanks zijn steeds slechter wordende gezondheid werkte Toulouse-Lautrec vol energie aan zijn schilderijen, drukken en illustraties voor boeken en tijdschriften. De perfectionering van de lithografische techniek vestigde daarentegen zijn reputatie als modernste affichekunstenaar van Parijs. Op zijn reizen maakte hij kennis met talrijke andere kunstenaars.
Vervreemding (1895-1899) De periode 1895-1899 stond volledig in het teken van de exposities waaraan Toulouse-Lautrec deelnam en die hem ook in het buitenland roem brachten. De grote solo-expositie in mei 1898 in London bij Goupil bestond uit 78 werken en vormde een hoogtepunt in zijn artistieke loopbaan. Langzaam maar zeker had de creativiteit van Toulouse-Lautrec te lijden van zijn onbeteugelde manier van leven. In de herfst van 1898 raakte hij steeds meer vervreemd van zijn omgeving en vertoonde hij tekenen van achtervolgingswaan, wat tot conflicten met vrienden en familie leidde. Door zijn onberekenbare gedrag veranderde de charmante schilder in problematisch figuur.
De laatste jaren (1899-1901) Toulouse-Lautrec raakte in een geestelijke en lichamelijke crisis. Door een gedwongen opname in een psychiatrische inrichting besefte hij dat zijn situatie ernstig was. Wanhopig probeerde hij zijn omgeving te bewijzen dat zijn artistieke carrière nog niet ten einde was. Na zijn ontslag op 20 mei 1899 ontstonden er ondanks de beperkingen door allerlei ziekten, tot aan zijn dood nog regelmatig werken die blijk geven van een consequente verdere ontwikkeling van zijn creatieve proces. Er restte hem echter niet meer voldoende tijd om alle nieuwe ideeën in schilderijen om te zetten. In de winter van 1900-1901 verslechterde zijn gezondheid. Hij bracht zijn nalatenschap op orde en keerde terug naar het huis van zijn moeder. Op 9 september 1901 overleed Toulouse-Lautrec in het bijzijn van zijn ouders op Château de Malromé. De laatste woorden van Toulous-Lautrec op zijn sterfbed waren: “Mama, U alleen! Doodgaan valt verdomd niet mee!
Parijs in de tijd van Toulouse-Lautrec
Sinds het midden van de 19e eeuw was het aanzien van Parijs sterk veranderd. Door het radicale sloop- en verbouwingsbeleid van baron Haussmann ontstonden in plaats van nauwe steegjes, boulevards en brede pleinen. Op de nieuwe gecreëerde vrije vlakten werden op belangrijke kruispunten representatieve gebouwen als de Opera en het tentoonstellingsgebouw Grand Palais opgetrokken. De boulevards met hun brede trottoirs, de straatcafés en het drukke verkeer werden al gauw populaire bestemmingen voor alle lagen van de bevolking.
Groepen mensen en een groot aantal voertuigen trokken de belangstelling van kunstenaars, die deze scènes uit het dagelijkse leven tot een belangrijk onderwerp van de moderne schilderkunst maakten. Ook de kunst nam net als de architectuur een enorme vlucht. Naast de Salon, de vanaf 1863 jaarlijks terugkerende grootste kunstexpositie van Europa, ontstonden galerieën en verenigingen, waar men kunstwerken kon exposeren en kopen. Met name in de in 1884 opgerichte ‘Salon des Indépendants’ werden werken tentoongesteld die door de jury van de Salon werken afgekeurd. In het kader van de wereldtentoonstellingen van 1889 en 1900 kwam Parijs in het middelpunt van de internationale belangstelling te staan.
Naast de nieuwste ontwikkelingen op technisch gebied en allerlei industriële producten werden ook werken uit de wereld van de kunst en kunstnijverheid getoond. Op deze manier konden de bezoekers de internationale ontwikkelingen op kunstgebied naast elkaar zien en beleven. De kunstcritici hielden zich uitvoerig bezig met de tentoongestelde werken en de discussies over de kwaliteit ervan, over het doel en de inhoud van de beeldende kunst, bepaalden meer dan ooit het openbare leven. Parijs gaf Toulouse-Lautrec een overvloed aan inspiratie. Hij werd gefascineerd door de taferelen van het stadsleven, dit toont het doek Danseressen uit 1886. Toulouse-Lautrec voelde zich in Parijs in zijn element. Hij vond in de nachtclubs mensentypen om zich heen die hem boeiden en die hij uitbeeldde als niemand voor hem had gedaan. In het keiharde licht van de gaslampen observeerde hij de welgestelde heren met een bloem in het knoopsgat, de opgeblazen officieren. De krijtwitte dametjes van lichte zeden en de maîtresses met hun zwaar aangezette ogen en lippen. Kunst en dagelijks leven leken moeiteloos in elkaar over te vloeien.
Het valt te begrijpen dat Toulouse-Lautrec wordt gezien als de uitvinder van de moderne reclamekunst en niet alleen om zijn prachtige affiches. Hij heeft ook een aantal moderne schilders geïnspireerd, van de expressionisten tot Picasso, Roulault en anderen. Toulouse-Lautrecs tijdgenoten beschouwden hem allereerst als graficus en illustrator. Mogelijk was hij zich bewust van zijn grote artistieke talent, maar tegenover collega’s was hij in ieder geval bescheiden en zelfs bedeesd. Zijn invloed op het gebied van de affichekunst is aanzienlijk geweest. In een tijd waarin de 19e eeuwse Japanse prenten werden bewonderd en geïmiteerd, werd hij geïnspireerd door de geest van deze kunst, zonder deze naar de vorm te kopiëren. Het is een reden te meer om Toulouse-Lautrec te beschouwen als de vader van de moderne reclamekunst.
Mijn mening
Ik vind Toulouse-Lautrec een inspirerende schilder. Hij geeft het menselijk lichaam en de hele wereld erom heen, geheel op zijn eigen manier weer. Een hele aparte manier van schilderen. De vrouwen die hij schildert zijn niet mooi, maar je ziet wel gelijk hoe ze zich voelen, dit vind ik goed aan zijn werk.
Ik vind het interessant dat de moderne reclamekunst, waar ik nu zelf ook voor leer, zijn begin kent bij Toulouse-Lautrec. Ook, de voor in zijn tijd, vernieuwende manier van schilderen, composities en vlakverdeling spreken mij erg aan. Dit komt vooral naar voren in zijn affiches.
Ik heb zijn, naar mijn mening, beste werk bijgevoegd aan mijn verslag.
REACTIES
1 seconde geleden