Voortplanting van de reuzenpanda

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 1447 woorden
  • 11 juli 2003
  • 254 keer beoordeeld
Cijfer 6
254 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inleiding

Ik heb heel lang nagedacht over welke dier ik als onderwerp zou gaan gebruiken in mijn werkstuk. Uitendelijk heb ik toch gekozen voor de reuzenpanda. En dit heb ik niet zomaar gedaan maar om een paar redenen. Toen ik klein was , was ik een echte fan van panda's. Daardoor was ik al lang erg geinteresseerd in panda's. Maar ik heb nooit geweten hoe panda's met name reuzenpanda's zich voortplanten. Ik weet dat reuzenpanda's een erg bedreigde diersoort is, vooral in deze omstandigheden zou het moeilijk zijn dat de panda's zich voortplanten. In mijn onderzoek naar de voortplanting van de reuzenpanda's is dat ook gebleken. Ik heb als bronnen boeken en het internet gebruikt. Voor specefieke details over mijn bronnen ziet u achter in mijn werkstuk. Ik vond het erg leuk om te doen, vooral omdat ik het altijd al heb willen weten.

De reuzenpanda wordt ook wel een bamboebeer genoemd. Omdat de reuzenpanda zoveel bamboe eet, hoewel de voorouders van de reuzenpanda vleeseters waren is de reuzenpanda toch vegetarier. De reuzenpanda heeft poten, kleine ronde oren, en een vacht om zijn ogen die zwart zijn. Er loopt een brede zwarte band over de schouders van voorpoot naar voorpoot. Verder is de reuzen panda geelwittig. De reuzenpanda behoort tot de schuwste en zeldzaamste dieren en ook nog tot éen van de meest bekende zoogdieren ter wereld. Die bekendheid is met name te danken aan zijn leuke en bijzondere uiterlijk. Maar ook door de symbool van de Wereld Natuur Fonds. De symbool van de WNF is de reuzenpanda. Omdat de reuzenpanda een bedreigd en zeldzaam diersoort is het moeilijk om ze in het wild te bestuderen. De reuzenpanda is niet een verwant van de kleine panda. De reuzenpanda is een verwant van de beren( kleine panda van wasberen). Door de woonomstandigheden van de reuzenpanda werden ze pas later ontdekt door de Europeanen. De Fransman Peter(Pére) David maaktte in 1869 in Europa bekend dat de panda bestond maar de Chinzen wisten dat allang. De reuzenpanda is een nachtdier. 's Nachts trekt hij er op uit, op zoek naar bamboestruiken. De reuzenpanda eet het liefst jonge bamboescheuten, de oude harde stengels laat hij staan. De scheuten zijn vaak hard, vezelig en wel een vinger dik. Er zitten weinig voedingsstoffen in. Daarom eet de reuzenpanda verschrikkelijk veel. Hij is wel twaalf uur bezig zijn om zijn kostje te eten. Hij eet ook de stengels en bladeren van verschillende bamboebomen. Als hij eet zit hij meestal rechtop(net als een mens) met de poten wijd uiteen naar voren gestrekt en de rug tegen een boom. Hij klemt de bamboe waarvan hij eet stevig tussen zijn voorpoten. Met de 'zesde vinger' van de reuzenpanda kan hij zijn voedsel beter vastpakken. De reuzenpanda is helemaal ingesteld op het eten van taaie bamboe. De reuzenpanda moet zo'n 10 tot 20 kilo bamboe eten door het lage voedingswaarde van de bamboe. De reuzenpanda heeft van alle beren verreweg de breedste kop. Want aan de schedel zitten richels waar de sterke kaakspieren aan vast zitten. Die heeft hij nodig om de vezelige bamboe goed te kauwen. De kiezen van de panda zijn groter en breder dan die van andere beren. Daarmee kan hij de stengels nog beter vermalen. Ook al heeft hij het voedsel nog zo goed doorgekauwd, er blijven altijd harde splinters achter. Die slikt hij zonder er last van te hebben gewoon door. Omdat de reuzenpanda zijn ogen niet gebruikt bij het zoeken van voedsel, is zijn gezichtsvermogen zwak ontwikkeld. Het gehoor van de panda is zeer scherp, hiermee kan de reuzenpanda de naderbij sluipen van vijanden opmerken.
Leefwijze van de panda

De reuzenpanda's leven in de dichtbegroeide bossen van Oost Tibet en Zuidwest China hoog op de steile berghellingen. Soms wonen ze zelfs hoger, waar de bergen rotsachtig zijn met gevaarlijke rotsspleten en ravijnen. Daar ligt vaak sneeuw en het is er mistig. Tweederde van de dag brengen panda's door met het zoeken van voedsel, de rest van de tijd gaan ze rustten meestal liggen ze dan op een matras van bladeren in rotsen of in bomen. Wanneer er gevaar dreigt te komen van roofdieren zoals wilde honden, luipaarden of bruine beren dan maken de reuzenpanda's gebruik van hun bijzondere klim vermogen en dan gaan ze vluchtten in de eerste de beste boom die ze zien en blijven daar tot de gevaar over is. Maar als de reuzenpanda het niet lukt om te klimmen dan verdedigt hij zich met zijn sterke kaken en klauwen. Panda's hebben geen vaste rustplaats, ze gaan gewoon ergens in een plaats liggen waar ze zich toevallig bevinden. Het bamboebos waar de reuzenpanda's zich bevinden is bijna ondoordringbaar. De reuzenpanda leeft in een koud en vochtig klimaat, maar door zijn bijzonder dichtbehaarde en waterafstotende vacht wordt het beschermd tegen die klimaat. Zelfs onder zijn voetzolen groeien haren. Met de urine en uitwerpselen geeft de reuzenpanda zijn sporen aan. Zelfs het staartlompje van de reuzenpanda dient als een soort 'borstel' waarmee de geur uit de erondergelegen geurklieren wordt verspreid voor het markeren van zijn terriorium. . De reuzenpanda houdt geen winterslaap, maar zoekt bij zeer koud weer beschutting in grotten of holle bomen.

Voortplanting van de reuzenpanda

De reuzenpanda's zijn solidair, alleen voor het paren komen de solitaire panda's bijelkaar, dat is in de paartijd. Alleen in de paartijd komen een mannetje en vrouwtje samen. Het geslacht van reuzenpanda's is moeilijk te bepalen. Het vrouwtje is alleen te herkennen doordat ze tijdens de paring de houding van de meeste vrouwtjesdieren aanneemt: staart omhoog en rug omlaag. De pandamoeder leeft het grootste deel van het jaar alleen. Het is moeilijk om een partner te vinden. De vrouwtjes zijn maar een paar dagen in mei “in stemming” om te paren. Om niet te laat te komen, gaat het mannetje al in maart op zoek naar een vrouwtje. Na vier maanden worden meestal één of twee hulpeloze jongen geboren in een hol. Reuzenpanda's hebben toch al moeilijkheden bij de voortplanting, gezien het kleine aantal jongen dat geboren wordt. De voortplanting van reuzenpanda's die in gevangenschap worden gehouden hebben geen succes, omdat die reuzenpanda's psychische problemen die de lust tot voortplanten verminderen. Mensen probeerden weleens reuzenpanda's kunstzinnig te insemineren. Het enige probleem hierbij is dan wel dat een vrouwtjespanda maar één dag per jaar vruchtbaar schijnt te zijn. De reuzenpanda moeder draagt zijn jong ongeveer 45 dagen. Mannetjespanda's dringen gewoonlijk niet elkaars territorium binnen, behalve om te paren, maar vrouwtjes kunnen vijandig worden als een ander vrouwtje haar territorium betreedt. Na de paring, die maar een paar minuten duurt, jaagt de vrouwtjespanda de mannetjespanda weg door hem te bijten en gaat ze een plek zoeken om te slapen.

Babies van de reuzenpanda

Er wordt weleens een tweeling geboren, maar dat is zelden. En als dat gebeurd dan overlijdt er éen van de twee omdat de moeder er maar éen van wilt verzorgen. De pasgeboren jong is dan heel erg klein, dat is trouwens ook bij grote beren. Het is dan ongeveer 15 cm lang en 100 gram zwaar. De jong wordt onbehaard en blind geboren en blijft ongeveer 18 maanden bij de moeder. Vier jaar later is de jong geslachtsrijp. Men veronderstelt dan ook dat net als bij de andere beerachtigen het begin van de dracht van de reuzenpanda wordt uitgesteld: deze begint pas als het eitje zich in de baarmoederwand heeft genesteld. Wanneer de reuzenpanda moet werpen in de maand augustus of september, trekt het vrouwtje zich terug in een rotshol of een holle boom. Enkele maanden lang is de moedermelk het enige voedsel van het jong. Het blijft 4-7 weken in het hol waarin het het levenslicht aanschouwde. Het vrouwtje verlaat het alleen om snel even te gaan eten en drinken. Het tijdstip waarop ze het hol met de kleine verlaat, komt ongeveer overeen met het moment waarop een echte vacht deze begint te bedekken en te beschermen, en waarop zijn oogjes opengaan. Hij kan nog niet lopen en het vrouwtje moet hem dan ook dragen. De jonge reuzenpanda ontdekt het bamboe na 5-6 maanden, in het voorjaar. Na 8-9 maanden wordt hij pas gespeend. De hechte band tussen moeder en jong duurt praktisch 18 maanden. Als alles goed gaat, kan een vrouwtje dus elke twee jaar een jong ter wereld brengen. Als het jong sterft, paart het vrouwtje het volgend jaar opnieuw. Wanneer hij nog zeer jong is, kan de jonge reuzenpanda soms het slachtoffer worden van een luipaard of een wilde hond. Maar na 30 maanden weegt hij ongeveer 80 kg en heeft hij geen enkele andere vijand dan de mens.

Bronnen

Het internet heb ik als bron gebruikt. De site van de wereld natuur fonds, de dieren encyclopedie en een proefexemplaar over de reuzenpanda van een verzamelmap over dieren.

REACTIES

S.

S.

ik vind dit een leuke site

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.