Sport en Doping

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 4009 woorden
  • 22 mei 2001
  • 203 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
203 keer beoordeeld

Sport & Doping

Voorwoord

In deze tijd wordt er veel gesproken over doping. Er zijn heel wat gevallen van doping bekend in de topsport. Denk maar aan het wielrennen met de gevallen van EPO uit de Tour de France van 1998 en het recente geval van een te hoog hematocriet gehalte van Pantani in de Giro de Italia. Verder had je een jaar geleden in het zwemmen de Chinese vrouwen met hun \"schildpaddensoep\" (dihydrote-testosteron). In het voetbal had je Diego Maradona met cocaïne. Maar wat is nou precies doping? Waar komt het vandaan? Wat doet het en wat voor gevolgen heeft het?

Waarom doping gebruiken?

Uiteraard is het normaal dat mens of dier trainen om in een wedstrijd een topprestatie neer te zetten of om over een bijzonder goede conditie te beschikken. Dit doen ze dan door een evenwichtige balans van rust, voeding en beweging te respecteren. Als men dan dopes toevoegt aan de voeding, heeft dit een gunstigere invloed op de prestaties. Wat doet die doping nu eigenlijk? Sportprestaties, die voor een belangrijk deel zijn terug te voeren tot spierprestaties, vereisen in de eerste plaats een in optimale conditie verkerend spierstelsel, dat op de juiste manier moet worden onderhouden. Hierbij is er een belangrijk scheikundig proces in het geding. De voeding die de spieren aan het bloed onttrekken bestaat voor een belangrijk deel uit suikers, met name druivensuiker, die na de actie tot melkzuur worden verbrand. Dit melkzuur wordt beschouwd als een soort van vermoeidheidsstof die via de bloedbaan overal in het lichaam terecht kan komen, ook in de hersenen. Dit vermoedheidverschijnsel dient echter niet alleen om het wegspoelen van stofwisselingsproducten te bevorderen, maar ook om rust te geven aan de lichaamscellen. In de sport komt men dan op het zo gehete dode punt. De sportbeoefenaar, mens of dier, raakt dan volledig uitgeput en dreigt in elkaar te zakken, maar ervaren sportlieden weten dat dat punt overwonnen kan worden. Het is een kwestie van reserve-energie vrij te maken. In de sportfysiologie is het belangrijkste dus eigenlijk om dit punt te kunnen overwinnen. Maar er blijft altijd een moment wanneer de hersenen een einde stellen aan onze inspanningen, louter om het lichaam te beschermen en te behoeden voor een te grote belasting. Nu komen we op het gebied waar doping begint te werken. Doping schakelt namelijk dat alarmsysteem van de hersenen uit, zodat we kunnen volhouden. Maar op dat moment wordt het lichaam enorm veel geweld aangedaan zonder dat er bezwaren gevoeld worden, want bv. pijn, duizeligheid en vermoeidheid zijn uitgeschakeld. Ook de levensnoodzakelijke lichaamsreserves worden zonder waarschuwing opgebruikt, wat meestal leidt tot vergiftigingsverschijnselen. De eerste gevallen van doping waren te vinden vooral in wielrennen en beroepsvoetbal. Het gebruik ervan werd ontdekt doordat de wielrenners of voetballers opeens morsdood neervielen, zonder enige doodsoorzaak. Dit komt natuurlijk doordat de eerste doping nog niet zo gesofistikeerd was en zodoende de sportbeoefenaar zijn volledige reserves verbrandde. Doping heeft ook heel negatieve psychische effecten, zoals verslaving of depressie, omdat de sporter beseft dat hij zonder de doping niet goed genoeg is.

Wat is doping en waar komt het vandaan?

Het is moeilijk een definitie te geven van doping, een eenvoudige omschrijving: \"doping is het toedienen van stimulerende middelen, om een hogere prestatie te krijgen.\"

Er is een dopinglijst, hierop staan alle stoffen die tot stimulerende middelen worden gerekend. Deze is niet in elk land en bij alle sporten hetzelfde. Het vreemde is dat van veel van deze stoffen niet eens bewezen is dat de sportprestatie verbeteren.

Bij deze lijst moet je erg oppassen, want in onschuldige middeltjes zoals neusdruppels en hoestsiroop kunnen ook al stoffen zitten die als doping worden gezien. Een ander voorbeeld is de cafeïne in koffie en redbull. Je mag ongeveer 4 à 5 kopjes koffie en niet eens 1 blikje redbull drinken om onder de toegestane hoeveelheid cafeïne te blijven.

Het woord doping is afkomstig uit Engeland. Men denkt dat de Kaffers, een volk in Zuidoost Afrika, een plaatselijke vorm van een sterke drank, die \"dop\" heette, gebruikte als een stimulerend middel. Tijdens de Boerenoorlog is dit woord overgenomen in de Engelse taal. De oudste verhalen over doping komen uit Griekenland. Als je erg moe was werd er vrouwenmelk gedronken rechtstreeks uit de borst van een jonge moeder. Ook kende zij een dieet dat vooral uit magische kruiden bestond en stimuleerde de lichaamsconditie. Ook de Romeinen waren al op de hoogte van wat doping was. Ze gaven namelijk de paarden een mengsel van honing, water en kruiden, waardoor de paarden een groter uithoudingsvermogen hadden. Later, in de 15de eeuw, kauwden de Inca’s cocabladeren. Deze bladeren bevatten cafeïne en verlichtte zo hun vermoeidheid en verhoogde de arbeidsprestaties. Bij oude Olympische Spelen werden er wel eens paddestoelen geslikt om de prestatie te verbeteren. De Azteken uit het oude Mexico haalden uit cactussen strychnineachtige stoffen, waarmee ze in staat waren om 3 dagen achterelkaar te lopen. Deze stof wordt nu nog gezien als een krachtbrengende stof en staat dan ook op bijna alle lijsten van de voor sporters verboden middelen. Het eerste geval waarin het gebruik van middelen bij een wedstrijd kon worden aangetoond was dat van Amsterdamse Kanaalzwemmers in 1865. Zij hadden cafeïne bevattende middelen. Hierna begon een lange strijd tegen het gebruik van doping. Als je denkt dat er alleen middelen worden gebruikt om prestatie van sporters te verbeteren heeft u het mis. Mensen, die bijvoorbeeld een belangrijk optreden hebben, gebruiken soms ook bètablokker. Dit zijn middelen waarvan je rustig wordt, je faalangst gaat weg, deze wordt in de sport niet veel meer gebruikt, je reactiesnelheid gaat namelijk door deze stof achteruit. Ook bij dierensporten wordt doping gebruikt, denk maar aan paardensporten, windhondenrennen en tegenwoordig ook bij postduivenwedstrijden.

Verschillende soorten doping

Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) heeft de dopinglijst in drie categorieën ingedeeld en die categorieën weer in hoofdgroepen. De totale lijst met bijlagen bevat enkele honderden verboden stoffen en methoden, hier houden we het echter op een kort overzicht.

1. Verboden groepen van stoffen
A. Stimulantia: Stimulantia zijn stoffen die een directe, stimulerende werking hebben op het zenuwstelsel. Ze worden gebruikt om hetzelfde effect te krijgen dat adrenaline, een stof die het lichaam zelf aanmaakt, veroorzaakt. Stimulantia zorgen ervoor dat men beter geconcentreerd is, het gevoel van vermoeidheid afneemt, minder pijn voelt en dus zwaardere inspanningen kan leveren. Het meest bekende voorbeeld van stimulantia zijn amfetaminen, die vooral door duursporters worden gebruikt. Ook stoffen als cocaïne, efedrine en cafeïne worden tot de stimulantia gerekend. Het gebruik van stimulantia is niet geheel zonder risico. Door het gebruik kan het lichaam minder makkelijk afkoelen en is het mogelijk dat het hart of andere organen niet meer goed functioneren. Verschillende sporters zijn hieraan overleden. Andere bijwerkingen zijn rusteloosheid, hoofdpijn, duizeligheid, hallucinaties, hartkloppingen en stijging van de bloeddruk.

B. Narcotische analgetica: Narcotische analgetica zijn eigenlijk pijnstillers. Ze werken op het centraal zenuwstelsel, hebben een versuffend effect en onderdrukken pijngevoel. Door het gebruik van narcotische analgetica hopen sporters minder pijn te voelen. Daarnaast onderdrukken narcotische analgetica hoest. Veel narcotische analgetica zoals morfine kunnen verslavend zijn. Ook codeïne, een stof die tegen hoesten wordt gebruikt viel jarenlang onder deze groep, maar is tegenwoordig toegestaan. Het gebruik van narcotische analgetica kan problemen met de gezondheid veroorzaken. Door de pijnstillende werking voelt de sporter niet dat hij geblesseerd is, hij sport verder met het risico ernstige schade aan zijn eigen lichaam te veroorzaken. Andere bijwerkingen zijn misselijkheid, ademhalingonderdrukking, stoornissen bij het urineren en slaperigheid.

C. Anabole middelen: De anabole middelen zijn eigenlijk ook weer onder te verdelen in twee groepen. Ten eerste de androgene anabole steroïden. Androgene anabole steroïden zijn afgeleid van het natuurlijke, mannelijke hormoon testosteron. Anabool betekent weefselopbouwend en androgeen betekent vermannelijkend. Door de inname van testosteron wordt vooral de vorming van eiwit in de geslachtorganen, de huid het skelet en de skeletspieren bevordert. Sporters proberen door anabolengebruik te combineren met een nauwkeurige trainingsopbouw en juiste voeding hun spiermassa en spierkracht te vergroten. Androgene anabole steroïden worden het meest gebruikt door krachtsporters. De tweede groep anabole middelen zijn de bèta- 2 agonisten. Dit zijn stimulerende middelen die tevens een anabole werking kunnen hebben. Een voorbeeld van bèta- 2 agonisten is clenbuterol, wat door gebruik kan leiden tot een afname van het vetpercentage en een toename van spiermassa. Ook bij anabole middelen kunnen ernstige bijwerkingen optreden. Ze hebben invloed op de groei en kunnen bij vrouwen vermannelijking en menstruatiestoornissen veroorzaken en bij mannen prostaatvergroting en remming van de vorming van zaadcellen.

D. Diuretica: Diuretica, ofwel plaspillen, werken direct op de nieren om de hoeveelheid urine te vergroten en het afvoeren van die urine te versnellen. Sporters gebruiken diuretica om hun lichaamsgewicht te verminderen. Bij sporten als judo, gewichtheffen, boksen en worstelen is het belangrijk om in een zo licht mogelijke gewichtsklasse uit te komen, en net op de grens te zitten tussen het goede en het te zware gewicht voor die klasse. Diuretica worden ook gebruikt als maskeringmiddel. Door het gebruik van diuretica wordt de urine sneller uitgedreven, waardoor de concentratie van geneesmiddelen in de urine wordt verlaagd en verboden stoffen dus moeilijker zijn aan te tonen. Tot de bijwerkingen behoren uitdroging, vermoeidheid en kramp.

E. Peptide, glycolproteïne hormonen: Peptide en glycolproteïne hormonen zijn natuurlijke stoffen die als een soort boodschappenjongen in het lichaam fungeren. Ze stimuleren de productie van lichaamseigen hormonen of bevorderen de lichaamsgroei. Tot deze groep behoort ook het middel EPO, dat in de Tour de France zoveel commotie veroorzaakte. EPO kan het aantal rode bloedcellen in het bloed verhogen, wat het bloed dikker maakt en waardoor de kans op klonteren van het bloed toeneemt. Als gevolg hiervan kan men een hartinfarct of beroerte krijgen.

2. Verboden methoden. A. Bloeddoping: Sporters die gebruik maken van bloeddoping laten zes tot twaalf weken voor de wedstrijd hun bloed aftappen. Ze trainen vervolgens door met een kleiner bloedvolume. Kort voor de wedstrijd, minimaal 24 uur, laten ze zich het eerder afgetapte bloed toedienen. Hierdoor neemt het bloedvolume en het hemoglobine- gehalte in het bloed toe. Hierdoor wordt het vermogen om zuurstof op te nemen, en dus ook het uithoudingsvermogen groter. Daarom wordt bloeddoping vooral bij duursporters aangetroffen. Bij bloeddoping hoeft men niet persé gebruik te maken van het eigen bloed, men kan ook donorbloed gebruiken. Hier door heeft men echter risico op virusinfecties en allergische- en afstootreacties. Algemene bijwerkingen van bloeddoping zijn bloedstolsels, koorts en koude rillingen.

B. Farmacologische, chemische en fysieke manipulatie: Met farmacologische, chemische en fysieke manipulatie wordt het gebruik van middelen of methoden bedoeld die de betrouwbaarheid van de tijdens de dopingcontrole afgenomen urinemonsters beïnvloeden. Een voorbeeld is het afgeven van oude of andermans urine of het toevoegen van stoffen aan de afgegeven urine. Ook het gebruik van epitestosteron, dat het gebruik van testosteron verhult en diuretica vallen onder deze groep. Manipulatie met de dopingcontrole wordt door het IOC gelijk gesteld aan het gebruik van doping.

3. Groepen van middelen die niet altijd verboden zijn, maar waarvoor beperkingen gelden. A. Alcohol: Alcohol wordt door sommige sporters gebruikt om trillen te verminderen, het zelfvertrouwen te vergroten en te ontspannen. Het gaat hier om de stof alcoholsoort ethanol. De regels kunnen voorschrijven dat bij overmatig gebruik een sanctie volgt. Het IOC laat dit aan de sportorganisaties over.

B. Marihuana: Marihuana, of hasj, wordt net als alcohol gebruikt om te ontspannen, er gelden in grote lijnen ook dezelfde regels voor als voor alcohol.

C. Lokale anaesthetica: Lokale anaesthetica zijn stoffen die de start en overdracht van zenuwimpulsen voorkomen. Het gebruik ervan is bedoeld om bepaalde delen van het lichaam ongevoelig voor pijn te maken. Lokale anaesthetica kunnen oppervlakkig worden gebruikt, bijvoorbeeld crèmes, sprays, oogdruppels, of door middel van een injectie. Alleen het gebruik door middel van injectie is aan beperkingen onderhevig. De kunstmatig gemaakte lokale anaesthetica zijn wat structuur betreft te vergelijken met cocaïne.

D. Corticosteroïden: Corticosteroïden zijn lichaamseigen hormonen die door de bijnierschors geproduceerd worden of kunstmatig vervaardigde hormonen die verwant zijn aan de bijnierschorshormonen. Ze kunnen worden gebruikt om ontsteking en pijn te onderdrukken, maar ook vanwege de stemmingverbeterende werking. Het stijgende gebruik van corticosteroïden in de sport heeft de overkoepelende sportorganisaties doen besluiten strenge regels op te stellen voor dit gebruik. Het gebruik ervan is alleen toegestaan als er medische redenen voor zijn, bijvoorbeeld voor de behandeling van astma.

E. Bètablokkers: Bètablokkers behoren tot een groep geneesmiddelen die gebruikt worden voor de behandeling van hoge bloeddruk, pijn op de borst, migraine en bepaalde hartritmestoornissen. Het gebruik van bètablokkers zonder medische reden is niet alleen ongezond maar heeft in de meeste sporten ook een averechts effect op de sportprestatie. Bij enkele sporten zouden ze gebruikt kunnen worden om rustiger te worden, de hartslag regelmatiger te krijgen en om het trillen van handen te verminderen. Bètablokkers worden dus voornamelijk gebruikt bij sporten die om een goede beheersing van de motoriek vragen. Het gebruik ervan heeft een negatieve invloed op het vermogen langdurige inspanningen te leveren, verdere bijwerkingen zijn: te lage bloeddruk, koude handen en voeten en slaapstoornissen. Bètablokkers zijn niet in alle sporten verboden.

Enkele getallen over het gebruik van doping:

Problemen bij doping: Wat is er tegen doping? -doping is oneerlijk. Bij wedstrijden gaat het om wie de sterkste, snelste enz. is. Hierbij moet je je aan bepaalde regels houden als je dit niet doet is dat onsportief. Zo wordt door de meeste mensen het gebruik van geneesmiddelen om de prestatie te verbeteren gezien als oneerlijk. Er moet een gelijke kans zijn voor iedereen. -dopingmiddelen kunnen gevaarlijk zijn. Sommige dopingmiddelen brengen gevaren met zich mee. Dit is in het artikel beschreven. -doping kan ook anderen in gevaar brengen. Bijvoorbeeld als een wielrenner onder invloed van doping ten val komt en het hele peleton over hem heen stort.

Er komen nogal wat problemen kijken bij doping. Alles wat op de lijst staat is doping en alles wat er niet opstaat niet. Deze streep is nogal scherp. Er zijn ook nog andere middelen, die niet tot doping worden gerekend, maar die toch zeker de prestatie bevorderen. Een voorbeeld is Creatine, een lichaamseigen stof. Creatine is betrokken bij de stofwisseling, als je hiervan de concentratie verhoogt kan je een inspanning langer volhouden.

Creatine gewoon in de winkel te koop
Een ander voorbeeld is alcohol. In kleine hoeveelheden werkt dit stimulerend en neemt je faalangst weg. Het staat niet op alle dopinglijsten. Een ander probleem bij doping zijn geneesmiddelen. Als een sporter een ziekte krijgt, zoals diarree en griep. Soms heb je daar geneesmiddelen voor nodig die op de dopinglijst staan. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is de medicijnen tegen astma. Deze staan op de dopinglijst. Als een topsporter astma heeft, moet je hem of haar dan verbieden deze middelen te nemen? Olympische spelen worden vaak in grote steden gehouden. Vaak zijn deze steden berucht om hun SMOG. Wat moeten topsporters beginnen met een allergische aanleg als ze terechtkomen in deze SMOG? Mogen ze zijn dan wel die medicijnen gebruiken die op de verboden lijst staan? Tenslotte volgen nog een aantal voorvallen in de sport, waarvan men niet weet of je ze tot doping moet rekenen. -Bij turnsters zou gebruik worden gemaakt van hormonen om de groei te remmen. Dit is van belang omdat dan het zwaartepunt lager blijft liggen in je lichaam en je zo beter kunt turnen. -anale luchtinblazing. Het inblazen van lucht via de anus in de dikke darm, zodat een zwemmer beter op het water licht. -verschuiving van de menstruatie. Met behulp van de moderne middelen is mogelijk de menstruatie van de vrouw te verplaatsen. Voor topsportsters is dit zeker aantrekkelijk. -Er gaan geruchten rond van vrouwen, die zich express zwanger lieten maken door hun trainers en na de prestatie abortus lieten plegen. Er is een zwangerschap-hormoon (HCG) dat mogelijk de prestatie zou verbeter.

Dopingcontrole

1. Het waarom van de dopingcontrole. Algemeen kan gesteld worden dat de Vlaamse Gemeenschap en sportfederaties dopingcontroles organiseren om hun sportbeoefenaars te beschermen tegen schadelijke bijwerkingen van dopinggebruik, alsook om bedrog te voorkomen. Er schuilen nu eenmaal bedriegers onder ons en geneesmiddelen, andere middelen en/of behandelingsmethoden worden niet alleen gebruikt voor het geneeskundig doel waarvoor ze oorspronkelijk bestemd waren. Sommigen mensen gebruiken deze middelen in een poging hun sportprestaties te verbeteren, daarbij niet beseffend dat ze hiermee hun gezondheid in gevaar brengen. In de sport is er op deze manier geen sprake van fair-play, maar van regelrecht bedrog. Alleen indien het medisch verantwoord is, is het geoorloofd onder toezicht van een arts tijdens wedstrijden of trainingen geneesmiddelen te gebruiken. Let wel: zelfs dan nog mogen slechts geneesmiddelen worden gebruikt die niet in strijd zijn met de dopingreglementering!

2. Het hoe van de dopingcontrole. 2.1. De oproep voor de dopingcontrole. Ter gelegenheid van een wedstrijd of een training wordt u door een controlearts of zijn assistent bij middel van een oproepingsformulier meegedeeld dat u aangeduid wordt voor een dopingcontrole. Deze controle mag in geen geval het normale verloop van de wedstrijd hinderen. Alle sportbeoefenaars (dwz. aangeslotenen zowel als niet aangeslotenen), en welke ook hun nationaliteit is, kunnen worden opgeroepen.

2.2. De ontvangstmelding. U tekent voor ontvangst het oproepingsformulier waarop uur en plaats van de controle zijn vermeld. Bij weigering van ondertekening zal dit door de controlearts gemeld worden.

2.3. De registratie en identificatie in het controlelokaal. Bij aankomst in het controlelokaal wordt uw identiteit gecontroleerd en worden intussen de administratieve gegevens ingevuld op het proces-verbaal van de monsterneming.

2.4. De keuze van een dopingcontroleset. U mag zelf een verpakking met opvangbeker, een trechter, en twee genummerde flesjes met afsluitdoppen kiezen.

2.5. Het plassen onder toezicht. Onder toezicht van de aanwezige controlearts urineert u in de opvangbeker, tot er minstens 80 ml. geproduceerd is. De controlearts kan alle maatregelen nemen om bedrog en onwil uit te sluiten (hij kan bijvb. verzoeken u volledig uit te kleden!). U blijft onder zijn toezicht tot u de noodzakelijke hoeveelheid urine hebt geproduceerd. U mag evenwel onderwijl drinken!

2.6. Verdelen van de urine. In uw aanwezigheid wordt uw urine uit de opvangbeker verdeeld over twee genummerde flesjes.

2.7. De verzegeling van de flesjes. Nog steeds in uw aanwezigheid worden beide flesjes verzegeld. Vervolgens worden deze flesjes in de verpakking gestopt die op haar beurt wordt verzegeld. Op de buitenzijde van de verpakking wordt nogmaals het codenummer vermeld, samen met de identificatie A of B. Het B-flesje dient voor het geval dat u, bij een eventuele positieve uitslag, in beroep gaat en een tegenanalyse aanvraagt.

2.8. Het invullen van de formulieren. Op het proces-verbaal van monsterneming wordt vermeld: uw naam, voornaam, adres en geboortedatum, startnummer of vergunningsnummer, naam en adres van uw begeleider (eventueel), medicatie die werd genomen de laatste drie dagen, welke arts deze voorschreef en welke apotheker deze afleverde (eventueel), uur van de urineafname, codenummer van de flesjes, de hoeveelheid geproduceerde urine, alle opmerkingen in verband met de procedure

2.9. De ondertekening van het proces-verbaal van de monsterneming. Uzelf, of eventueel uw wettelijke vertegenwoordiger, tekenen voor akkoord. Met uw handtekening verklaart u zich akkoord met de gevolgde procedure, alsook dat er geen klachten zijn over de gang van zaken tijdens de dopingcontrole. Mocht u evenwel niet akkoord gaan over de gang van zaken tijdens de controle, dan vermeldt u dit op het proces-verbaal van monsterneming. Op het document is hiervoor een speciale ruimte voorzien. Let echter wel: u bent verplicht te tekenen! De dopingcontrole is hiermee afgelopen. U ontvangt één exemplaar van het proces-verbaal van monsterneming.

2.10. Mededeling van het resultaat. Enkel een gevonden positief resultaat wordt u binnen de acht dagen meegedeeld. Met een aangetekend schrijven kan u hiertegen binnen de tien dagen in beroep gaan.

3. Nuttig om weten. 3.1. Mag u iemand meenemen? Jazeker, u mag zelfs vragen dat de controle plaatsvindt in de aanwezigheid van een arts van uw keuze. Als minderjarige sporter kan u zich laten vergezellen door één van uw wettelijke vertegenwoordigers. Het is niet de bedoeling dat u meer dan één persoon meeneemt en het normale verloop van de controle mag hierdoor niet in het gedrang komen. Let wel: de controlearts is echter niet verplicht op zo\"n verzoek in te gaan, maar hij moet in dat geval de redenen van de weigering vermelden in het verslag van urinemonsterafname.

3.2. Hoe kan u een positieve uitslag vermijden? Vraag steeds aan uw arts of apotheker of er zich al dan niet verboden producten bevinden in de voorgeschreven geneesmiddelen. En opletten is immer de boodschap: zelfs \"onschuldige\" middelen zoals neusdruppels, hoestsiroop, sommige pijnstillers en ja, zelfs de anticonceptiepil kunnen verboden bestanddelen bevatten!

3.3. Welke zijn de disciplinaire sancties? Bij een vaststelling van dopinggebruik zal de Disciplinaire Commissie een straf uitspreken: een verbod van deelname aan sportmanifestaties en/of georganiseerde voorbereidingen, voor een termijn van drie maanden tot maximaal twee jaar. Bij herhaling worden deze termijnen verdubbeld. Bovendien kunnen u de kosten van de controle aangerekend worden.

Een verhaal van hoe het in de praktijd gaat: Uit mijn eigen ervaring en die van anderen heb ik kunnen vaststellen dat het er in de praktijk niet steeds vlekkeloos aan toe gaat. Persoonlijk werd ik tot hiertoe éénmaal aan een dopingcontrole onderworpen en meteen liep er één en ander fout. Het begon eigenlijk al tijdens de wedstrijd. In de laatste ronde van een halve marathon liep ik in vierde positie. Bij het overschrijden van de aankomstlijn wordt ik aangesproken door de controledokter die me een oproepingsformulier laat tekenen, maar me terloops meldt dat ik tweede ben! Hoe kan dat: ik ben op ´t laatst niemand meer voorbij gestoken! De dokter weet het ook niet. Blijkt achteraf dat de nummers één en twee in de laatste kilometer van het parkoers gesukkeld (?) zijn en verloren liepen. Pech toch! Of heeft iemand hen verwittigd dat er een dokter stond te wachten aan de meet? Geen nood: ze worden in de officiële uitslag als één en twee geklasseerd. Eén van deze twee ongelukkige slaagde er na een andere wedstrijd en na wel het wedstrijdparkoers te hebben afgelegd, in een tweede maal aan de controle te ontsnappen toen hij aan de eindstreep recht in de armen van een controledokter liep, zich meteen losrukte en riep dat hij diaree had en dringend naar \"t wc moest. U begrijpt dus meteen dat zo\"n dokter een beetje machteloos is in sommige gevallen. Maar nu terug naar mijn eigen geval. De dokter verzocht me om me uiterlijk één uur later bij hem aan te bieden. Nu kan ik je verzekeren dat je na een halve marathon op een warme zomerdag niet meteen de behoefte voelt om te plassen, integendeel. Drinken dus. Eén fles plat water, vervolgens, en al met een beetje meer moeite, nog een fles... En nog steeds is er geen behoefte om te urineren. Nog tien minuten: wanhoop, want niet kunnen is hetzelfde als niet willen, dus nog maar eens de ganse inhoud van een fles door mijn strot geduwd. En dan is het zover. Voor alle zekerheid nog een fles meegenomen. En dan wachten tot het mijn beurt is. Gelukkig schijn ik niet de enige met problemen te zijn en heb ik nog rustig de tijd om fles nummer vier helemaal naar binnen te gieten. Ik heb het gevoel dat mijn maag gaat ontploffen. Dan is het mijn beurt. De dokter stelt me meteen gerust: hij heeft tijd genoeg. En ik slaag er na enige tijd en in etappes in om de gevraagde hoeveelheid urine te produceren. Oef! De dokter vergeet evenwel mijn identiteitskaart te vragen, hetgeen natuurlijk een procedurefout is. Ik vergeef het hem, blij dat ik ervan af ben. Ik ben overigens zeker dat ik negatief ben, en zal geen procedurefouten moeten aanwenden om me wit te wassen. Ondertussen is de prijsuitreiking afgelopen. De twee verloren zonen staan fier te pronken met beker, bloemen, medaille en prijs. Ze grijnzen in mijn richting. Maar ik weet tot op heden niet of dit nu te maken had met het feit dat ik wellicht in de plaats van één van hen naar de controle moest of omdat niemand eraan had gedacht voor mij zelfs maar een kleinigheidje opzij te leggen. Toch kan ik niet zeggen dat ik zonder iets naar huis ging, want op de terugweg ben ik driemaal moeten stoppen voor een zeer dringende boodschap.

REACTIES

M.

M.

Leuk werkstuk, maar je hebt de helft overgeschreven van andere dopingsites. Heb je een 1 gekregen?

23 jaar geleden

I.

I.

Great Job, Goed Werktuk.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.