Reumatoïde Artritis
Reumatoïde Artritis (chronische gewrichtsreuma) is een vorm van reuma die relatief vaak voorkomt.
Zo'n 1 op de 100 mensen heeft hier last van. De ziekte komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en kan op iedere leeftijd beginnen, maar bij de meeste patiënten begint de ziekte op latere leeftijd.
Het is een ziekte die voornamelijk de gewrichten aantast. In eerste instantie raakt het gewrichtskapsel ontstoken wat gaat zwellen en ontstekingsvocht gaat produceren. (vooral in knieën, enkels en polsen)
Geleidelijk kan ook het kraakbeen en/of de botten worden aangetast.
Op röntgenfoto's kan worden vastgesteld dat na verloop van tijd het bot steeds dunner wordt en zelfs dat er stukjes uit het bot verdwijnen (het zogenaamde erosie effect) De ontstekingen bij patiënten met Reumatoïde Artritis zijn meestal chronisch. De periode van ontstekingen verschilt altijd, het kan lange periode aanhouden en kan ineens verdwijnen of opkomen.
In eerste instantie merkt een patiënt pijn en zwellingen in handen en/of voeten. Vaak breiden de klachten zich langzaam uit en zijn gewrichten voor een langere periode ontstoken. Niet alleen gewrichten maar ook kunnen bijvoorbeeld bloedvaten, vlies van de longen en hart ontstoken raken. Andere klachten die patiënten met Reumatoïde Artritis kunnen hebben zijn:
• droge mond en/of ogen
• vermoeidheid
• ochtendstijfheid
• lichte temperatuursverhoging.
Het duurt vaak lang voordat de diagnose reumatoïde artritis kan worden vast gesteld. De diagnose wordt gesteld uit de volgende kenmerken:
• gewrichtszwellingen
• afwijkingen op röntgenfoto's
• afwijkingen in het bloed.
De diagnose wordt niet alleen vastgesteld door bloedonderzoeken. Bij Reumatoïde Artritis is vaak de bezinking verhoogd en is er een zogenaamde reumafactor (bij meer dan de helft van patiënten met Reumatoïde Artritis is deze reumafactor via het bloed te meten).
De oorzaak van Reumatoïde Artritis is nog steeds niet bekend. Waarschijnlijk zijn er meerdere oorzaken die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan ervan.
Koude, vocht en voeding hebben waarschijnlijk geen invloed op het veroorzaken van Reumatoïde Artritis
Erfelijkheid: Het lijkt er op dat Reumatoïde Artritis niet erfelijk is. De kans dat het kind met een aandoening geboren wordt is nagenoeg even groot als bij andere mensen.
Afweersysteem: Een van de factoren die optreed bij Reumatoïde Artritis, is ontregeling van het eigen afweersysteem. Het is niet duidelijk of deze ontregeling van het afweer de ziekte veroorzaakt of juist een gevolg ervan is. De cellen gaan zich richten tegen het eigen lichaam. Reumatoïde Artritis wordt dan ook een auto-immuunziekte genoemd. Bij Reumatoïde Artritis vergissen de cellen zich en ruimen niet alleen de bacteriën en virussen op maar gaan ook de gewrichten en de gewrichtkapsels te lijf. Hierbij treden de ontstekingsverschijnselen op. Waarom dit gebeurt is (nog) niet bekend.
Het verloop: Het verloop van Reumatoïde Artritis is bij iedereen anders. Sommige mensen hebben lichte aanvallen, andere hebben langdurige periodes waarin de ziekte actief is. Men kan aan langdurige aanvallen beperkingen van de gewrichten overhouden.
Met een goede behandeling kan het ziekteproces worden vertraagd, de pijn dragelijk gemaakt worden en blijvende beschadigingen aan de gewrichten worden verminderd. Door de verbeteringen van medicijnen wordt de kans kleiner dat iemand met Reumatoïde Artritis blijvend in een rolstoel terecht komt.
Medicijnen bij R.A. : Medicijnen vormen het belangrijkste middel om de ontstekingen af te remmen en de pijn te verminderen. Het gebruik van medicijnen beperkt zich bij de meeste mensen met RA niet voor een korte duur. Meestal is er voor lange tijd medicijngebruik nodig.
Bij de keuze van medicijnen voor patiënten met reumatoïde artritis spelen verschillende factoren een rol:
• hoe ernstig is de ziekte
• welke bijwerkingen kunnen er optreden
• hoe reageert u op het middel.
Er wordt steeds een afweging gemaakt tussen de schade die de ziekte aan de gewrichten kan veroorzaken en de mogelijke bijwerkingen van een medicijn. Hoe deze balans uitvalt, verschilt van persoon tot persoon.
Het is van belang de medicijnen in te nemen zoals ze zijn voorgeschreven. Alleen dan kan worden vastgesteld of ze ook tot de gewenste resultaten leiden.
Welke soorten medicijnen zijn er? Er zijn verschillende soorten medicijnen tegen reuma. Doordat ze zo verschillend werken, wordt vaak een combinatie van verschillende medicijnen voorgeschreven. Ze worden in het algemeen onderverdeeld in de volgende vier groepen:
• Pijnstillers
• Ontstekingsremmende pijnstillers (=eerstelijnsmiddelen, NSAID'S)
• Lang werkende ontstekingsremmers (=tweedelijnsmiddelen)
• Bijnierschorshormoon
Pijnstillers: Deze middelen - verkrijgbaar als tabletten of als zetpillen - zorgen ervoor dat u de pijn minder voelt. Ze beïnvloeden de pijngewaarwording in de hersenen, maar hebben geen ontstekingsremmend effect. Ze werken snel, maar zijn ook weer snel uitgewerkt.
Voorbeelden van de meest gebruikte pijnstillers zijn:
• paracetamol
• codèine
• tramadol
• acetylsalicylzuur
• carbasalaatcalcium
Ontstekingsremmende pijnstillers: Deze medicijnen worden ook wel de eerstelijnsmedicijnen of NSAID's genoemd. NSAID is de afkorting voor Non-Steroidal Anti-inflammatory Drugs. Deze medicijnen - verkrijgbaar als tabletten of als zetpillen - werken snel en voor een korte tijd. Ze werken pijnstillend en remmen tevens de ontsteking af. Daardoor kan ook de zwelling en stijfheid van het ontstoken gewricht minder worden. Deze medicijnen hebben geen invloed op de activiteit van ook het ontstaan van gewrichtsbeschadigingen niet tegen. Ze kunnen leiden tot bijwerkingen als maag- en darmproblemen, vochtophoping en duizeligheid. Om eventuele maagklachten te voorkomen, kunnen ze het beste rond etenstijd worden ingenomen. Soms worden tegen de bijwerkingen pillen voorgeschreven die de maag beschermen.
Voorbeelden van de meest gebruikte NSAIDs zijn:
• ibuprofen
• ketoprofen
• naproxen
• diclofenac
• piroxicam
• meloxicam
• nabumetone.
Langwerkende ontstekingsremmers: Deze groep medicijnen, ook wel tweedelijnsmiddelen genoemd, heeft tot doel de chronische ontstekingsreactie af te remmen. Deze groep medicijnen vermindert de activiteit van de ziekte, zodat schade aan de gewrichten ingeperkt kan worden. Het kan geruime tijd duren - soms weken, soms wel enige maanden - voordat het effect van deze middelen is te merken. Deze medicijnen kunnen leiden tot bijwerkingen als huiduitslag, maag- en darmklachten, nier- of leverfunctiestoornissen en afwijkingen in de bloedaanmaak. Als u deze medicijnen gebruikt, wordt regelmatig uw bloed gecontroleerd om eventuele bijwerkingen vroeg op te sporen. In bijna alle gevallen verdwijnen de bijwerkingen weer als het middel wordt gestopt.
Voorbeelden van meest gebruikte tweedelijnsmiddelen zijn:
• methotrexaat
• sulfasalazine
• goud
• azathipprine
• d-penicillamine
• chioroquine
• hydroxychloroquine
• cyclofosfamide
• cyclosporine.
Bijnierschorshormoon: Het bijnierschorshormoon - prednison is hiervan het bekendste - onderdrukt de reacties van het afweersysteem. Prednison is een middel dat veel bijwerkingen kan hebben, zoals gewichtstoename, dunner worden van de huid, botontkalking, hoge bloeddruk en suikerziekte.
Als langwerkende ontstekingsremmers worden gegeven, kan prednison worden gegeven om de tijd te overbruggen waarin de langwerkende ontstekingsremmers nog niet werken. Daarnaast kan bijnierschorshormoon worden ingespoten in een ontstoken gewricht of pees, of in een reumaknobbeltje. De injectie is te vergelijken met een bloedprik. De werkzame stof zit opgelost in een vloeistof en kent niet de bijwerkingen van prednison in pilvorm. De injectie mag niet vaker dan twee tot drie keer per jaar in hetzelfde gewricht worden gegeven.
Beweging: Steeds meer wordt nadruk gelegd op "verantwoordelijk" blijven bewegen (ook wanneer de ziekte actief is). Ervaringen en wetenschappelijk onderzoek hebben bewezen dat bewegingsfuncties die verloren zijn gegaan moeilijk zijn te herstellen. Ook voelt de patiënt zich minder moe door in beweging te zijn. De conditie moet ook op pijl blijven.
De reumatoloog en fysiotherapeut kunnen het beste adviseren welke oefeningen en bewegingen voor de patiënt binnen zijn mogelijkheden het meest geschikt zijn want het is natuurlijk ook belangrijk om de gewrichten zoveel mogelijk te blijven ontzien
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
bedankt
19 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Wat! heb jij dit in 2005 geschreven!! hoe oud niet moet jij nu wel niet zijn!!(niet verkeerd bedoelt hoor)
9 jaar geleden
E.
E.
Handig, mijn tante heeft ook reuma, dus nu weet ik hoe dat een beetje zit.. Bedankt!!!! Liefs van Emma
9 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Leuk gemaakt voor kids en jongeren!!
Ik heb zelf ook reuma en ik vindt dat het hier goed is uitgelegd.
Goed gedaan!
9 jaar geleden
Antwoorden