Panda's

De panda komt eigenlijk alleen maar voor in China. Om precies te zijn in zuidwest China, in de provincies: Sichuan, Gansu en Shanxi. De pandabeer woont daar in de bamboebossen. Dat moet wel, want bamboestengels is het voornaamste voedsel van de panda.

Het totale woongebied van de panda is 30.000 m2 kilometer. Dat is heel Nederland zonder de provincies: Noord–Brabant, Zeeland en Limburg. Maar dat is eigenlijk best klein, want de pandabeer leeft niet in groepen, maar hij leeft alleen. Toch wordt dat gebied bedreigd. Dat komt door Chinezen die stukken bamboebos weg halen voor hun akkers. Dus wordt het gebied van de panda steeds kleiner en kleiner.

Bamboestengels, waarvan de panda het meeste eet worden bedreigd. Dat komt door dat er te weinig oerbossen zijn (bamboebossen worden ook wel oerbossen genoemd ). De helft van de panda’s leeft in reservaten omdat er steeds meer bamboeplanten uitsterven.

Vroeger leefden pandaberen ook in Vietnam en Birma. Panda’s houden van rust en van bamboeplanten. Die konden ze daar krijgen, maar nu niet meer.
Panda’s zijn 10 tot 12 uur per dag bezig met eten en het zoeken naar voedsel. Toen de mensen nog niet zo veel van de panda wist, dacht men hij alleen maar bamboe at. Dat is niet zo. Panda’s eten ook wel vis. De vissen slaan ze met hun voorpoten uit het water. Ook eet de panda gras, bladeren en bessen. Een volwassen panda eet en dat heeft hij nodig 15 tot 20 kilo bamboe.
De panda is erg kieskeurig met wat hij eet. Hij eet alleen maar bamboe wat er nog maar net staat, de rest laat hij staan.
Bamboe blijft maar een aantal jaren staan, zo ongeveer 60 tot 80. Dus als alles in een keer in bloei zou staan, zou alles in een keer dood gaan. Dan hebben wij, maar natuurlijk ook de panda een heel groot probleem. De Chinese regering doet er alles aan om dat te voorkomen. Als eerst het ene gebied in bloei zou staan en dan het andere gebied zouden de panda’s rustig verder kunnen leven.
Panda's eten bijna alleen maar bamboe. Maar veel bamboebossen worden gekapt omdat de mensen meer grond nodig hebben voor de landbouw. Doordat steeds meer bamboebossen verdwijnen, vinden de panda's steeds minder voedsel. Ze sterven van de honger. In enkele grote dierentuinen zijn er nog reuzenpanda's. Zo wil de mens deze prachtige dieren redden. De panda leeft in Australië.

Waarom is de panda zo beroemd?

De Chinese naam voor panda is 'Beishung'. En dat betekent witte-beer. Hij is het symbool van de bedreigde natuur, omdat er bijna geen panda's meer zijn. In het wild vind je ze alleen in de bamboebossen in China. Ze leven alleen. Waarschijnlijk zijn er geen duizend panda's in de hele wereld meer, daarom worden ze nu beschermd. Panda beren zijn heel erg zeldzaam. Ze houden ook heel erg veel van bamboe, daarom leven ze ook in bamboebossen. Panda beren komen oorspronkelijk uit China. Daar leven ze ook. Nog ongeveer 1.000 In China leven nog tussen de 800 en 1.200 panda's. Ongeveer de helft van deze dieren leeft in reservaten die door de Chinese regering, met hulp van het Wereld Natuur Fonds, zijn opgericht. Er zijn 33 van zulke reservaten. Panda als plaatje Tijdens de vergadering waarin het Wereld Natuur Fonds in 1961 werd opgericht krabbelde Peter Scott een panda op een blaadje papier.

Vegetarisch of vlees?

Een vleeseter die van bamboe leeft, zou dat juist zijn? Er is nog maar weinig onderzoek gedaan aan kleine panda's in het wild. Een onderzoeker moet er wat voor over hebben, om maandenlang in de koude en vochtige bamboebossen te overleven. En over bloedzuigers nog maar te zwijgen.
Kleine panda's in dierentuinen geven mogelijk een idee over de natuurlijke levenswijze. Sommige dieren wachten bij hun voerbak op hongerige duiven. Deze vogels vormen dan het menu van de dag. Inmiddels is van grote pandas bekend dat zij resten van kadavers eten. En wanneer zij de kans zien doden ze - volgens een Chinese professor - een schaap of een geit.
Toch zijn beide panda's geen volledige vleeseters. De praktijk in dierentuinen leert dat zij dagelijks de nodige hoeveelheid ruwe vezels (bamboe) nodig hebben. Anders raken de darmen overstuur

Het vrouwtje is maar een keer per jaar vruchtbaar, in de lente.
Alleen dan vind ze het goed dat het mannetje met haar paart.
Omdat het vrouwtje en het mannetje altijd een eigen weg gaan moet het vrouwtje een mannetje oproepen met een lokroep.

Als de mannetjes dat horen komen ze op haar af, meestal wel meer dan een mannetje.
Daar zijn de mannetjes niet blij mee, want ze willen natuurlijk allemaal wel met haar paren.
Ze vechten om haar en natuurlijk mag de winnaar met het vrouwtje paren.
Als ze klaar zijn gaan ze allebei weer hun eigen weg.

De draagtijd van een pandabeer is ongeveer 4 tot 5 maanden.
Tegen de tijd dat de jongen komen zoekt de moeder een holle boom op, en laat de jongen daar op de wereld komen.
Als het jong geboren is, is het nog helemaal kaal, is ongeveer 15 tot 17 cm lang en weegt het ongeveer 90 tot 120 gram.
Het jong kan nog niet zien,lopen of kruipen, dat kan hij pas als hij drie maanden uit is.Als het jong een half jaar is gaat hij voor zichzelf zorgen, en heeft hij zijn moeder niet meer nodig. En dan kan het vrouwtje zich weer klaarmaken voor een nieuw jong.

De panda is het logo van het WNF(Wereld Natuur Fonds)

Voor de panda bestaan eigenlijk best veel namen.
De bekendste zijn panda en reuzenpanda.
Hij wordt reuzenpanda genoemd omdat hij niet groot is maar er bestaan wel kleinere.
De panda word ook wel “bamboebeer” genoemd door zijn woonplaats.
De chinezen noemen de panda ook wel witte beer of grote beerkat.

De panda weegt bij zijn geboorte tot 150kg.
Het gewicht bij de volwassen panda 80-150kg.
De maximale lengte is 1.50m.
En van de staart 50cm.
In het wild kunnen de panda’s 15 jaar worden en in een dierentuin 30 jaar.

De panda ziet er zo uit:

Ogen:
Door de grote zwarte vlek lijken zijn ogen veel groter dan dat ze zijn.
Een reuzenpanda ziet zo heel veel.

Wangen:
Hij heeft een hele brede ronde kop door de kauwspieren.
Die heeft hij nodig om op het bamboe te malen.

Vacht:
In het leefgebied van de panda kan het heel erg koud worden.
Maar met zijn dikke vacht kan hij daar goed tegen.

Staart:
Hij heeft een hele korte staart. Maar toch is hij heel nuttig.
De reuzenpanda gebruikt hem als borstel.

Neus:
De panda’s kunnen heel erg goed ruiken.

Voetzool:
De voetzool van een panda is heel erg zacht.
Dat is erg warm en het voorkomt het uitglijden.

Gebit:
De panda heeft erg stevige kiezen.
Het lijkt helemaal niet op een gebit van een roofdier.