De kudde
Olifanten
Andere naam: slurfdieren
Wetenschappelijke naam: Proboscide; Elephantidae
Verspreiding: Afrika; Zuidoost-Azië
Voedsel: plantaardig
Leeftijd: gemiddeld 60 jaar
Aantal nog levende soorten: 3
Afdeling: gewervelden
Klasse: zoogdieren
Samenleven
Olifanten leven in familiegroepen. Tenminste de vrouwtjes en de jongere mannetjes. Als een mannetjes olifant te oud wordt dan moet hij de wijde wereld in, dat is ongeveer als hij tien is. Daar moeten ze zelf eten bij elkaar zoeken, dat doet hij dan alleen of met een groepje andere mannen. Soms komen de mannetjes terug naar een groep om te paren. De familie wordt aangevoerd door het oudste en het meest slimme vrouwtje. Olifanten blijven hun hele leven groeien. Daardoor is de aanvoerster ook het grootste dier van de kudde. Bij de Afrikaanse olifant is dat ook meteen de olifant met de grootste slagtanden (bij de Aziatische olifant hebben de vrouwtjes geen slagtanden). Deze dieren worden eerder doodgemaakt omdat de ivoorjagers vaak olifanten met grote slagtanden schieten omdat die het meest opbrengen. Dit is vaak een ramp voor de kudde.
Begraven
Olifanten zijn de enige dieren die elkaar begraven. Als een olifant dood gaat komen alle olifanten van de groep om hem heen staan. Ze troosten hem met hun slurf en raken hem aan. Als hij dood is gegaan proberen ze hem vaak nog overeind te duwen. Olifanten bedekken de dode olifant dan met aarde en bladeren. Als een olifant een skelet ziet van een dode olifant zal hij er altijd even bij blijven staan.
Reizen
Olifanten trekken soms door grote gebieden. Op zoek naar zouten, voedsel en water. En soms om hun familie of andere olifanten op te zoeken. De leidster van de kudde wijst de weg aan de andere olifanten. En die leren dan zelf ook de weg kennen doordat ze daar dan zelf lopen. Sommige olifantenpaden zijn al eeuwen oud.
Bossen en savannes
De Aziatische olifant leeft vooral in bossen, zoals in de regenwouden van India. De Afrikaanse bosolifant leeft vooral in het bos. De Afrikaanse bosolifant is wat kleiner dan de Afrikaanse savanneolifant en de bosolifant heeft rondere oren en rechtere slagtanden die naar beneden wijzen. Alle olifanten zijn belangrijk voor hun omgeving. De olifanten die in het bos leven maken een netwerk van paden in het bos en zorgen voor open plekken. En zonder de savanneolifant zou de savanne er heel anders uit zien.
Jongen
Paren doen de vrouwtjes het liefst met een sterke en grote mannetjes olifant. Maar na de paring moet hij meteen weer weg. Pas na 22 maanden is de baby olifant geboren. De zwangerschap bij olifanten duurt ook het langst van alle dieren. Als de baby olifant is geboren is hij ongeveer 100 kilo. Ze kunnen al meteen met de groep mee, maar ze moeten dan nog wel veel dingen leren. Zijn slurfje goed gebruiken bijvoorbeeld. Een jonkie blijft in het begin heel erg dicht bij zijn moeder en tantes, want daar is hij veilig. Ze vertroetelen de baby olifantjes en als iemand ze kwaad wil doen dan is diegene nog niet jarig. Een olifantje drinkt de melk van zijn moeder niet met zijn slurf maar met zijn mond. Hij houdt zijn slurf boven zijn hoofd, zodat die niet in de weg zit. Later, als het babyolifantje wat groter is, speelt hij met de andere olifantjes. Door veel te spelen leert het olifantje wat hij moet weten als volwassen olifant.
Het lichaam
Slagtanden
De slagtanden zijn de trots van de olifant. Hoe ouder de olifant wordt, hoe groter de slagtanden. Maar dat is ook niet zo gek, want de slagtanden groeien als maar door. De slagtanden groeien ongeveer 17 centimeter per jaar. Olifanten met langere slagtanden dan 10 meter zul je nooit tegen komen. De slagtanden worden gebruikt om te graven, schors van boomstammen los te wrikken en andere klussen.
De slurf
De olifant gebruikt zijn slurf voor veel dingen. Als neus natuurlijk, maar ook als hand, als stofzuiger, douche, knuppel, graafmachine, vliegenmepper, trompet, snorkel en zo kun je wel een tijdje doorgaan.
Geheugen
Het geheugen van een olifant is erg goed. Ook wat jaren geleden is gebeurd weten ze nog. Hierdoor weten ze welke vruchten, bomen, planten en kruiden ze kunnen eten en welke niet. En ook de plaats waar ze leven kennen ze goed. In 1919 probeerde Zuid-Afrikaanse boeren 140 olifanten te vermoorden. Ongeveer 20 olifanten konden ontsnappen. Die olifanten hielden zich daarna altijd overdag schuil. Alleen ’s nachts kwamen ze nog te voorschijn. En als ze mensen tegen kwamen waren ze erg vijandig.
Koel blijven
Koel blijven voor een olifant is moeilijk maar gelukkig kent een olifant daar wel wat oplossingen voor, zoals een bad nemen. Doordat een olifant een rimpelige huid heeft blijft die langer nat en koelt hij sneller af. Een olifant rolt ook graag in de modder, want dat helpt tegen de zon en insecten. Olifanten kunnen ook met hun oren afkoelen omdat daar een netwerk van bloedvaten zit. Vlak onder de huid. Als de wind er langs waait kan het bloed wel 20 graden afkoelen. Dat is niet het enige dat een olifant kan met zijn flaporen, hij kan er natuurlijk ook mee horen. Hij kan de andere olifanten er ook mee waarschuwen dat er gevaar is of hij wil indruk maken door met zijn oren knallend te flapperen
Kiezen
Een olifant heeft niet alleen grote slagtanden maar ook kiezen, ongeveer 24. De eerste kiezen van een olifant zijn zo groot als luciferdoosjes. Met zijn kiezen vermaalt een olifant soms wel 200 kilo gras, takken, bladeren en schors per dag. De kiezen slijten, alleen groeien de kiezen niet aan. Ze schuiven langzaam naar voren en er komt een nieuwe kies achteraan. Het laatste restje tand valt dan uit de mond. De laatste kies die de olifant krijgt is zo groot als een baksteen. Zo’n tand gaat wel 40 jaar mee.
Wat stampen we lekker
In veel spreekwoorden en moppen zijn olifanten vaak stampende beesten. In het echt lopen olifanten heel geruisloos. Dat komt omdat olifanten op hun tenen lopen. In de hak van een olifantenvoet zit een verend kussen, die alle klappen opvangt.
Eten
Eten is het belangrijkste wat een olifant doet. Ongeveer 18 uur per dag is hij er mee bezig. Hij eet tot 200 kilo per dag. Allemaal plantaardig voedsel zoals gras, boomschors, takken en bladeren. Olifanten weten precies wat ze nodig hebben om gezond te blijven. Soms nemen ze een grote hap zoute aarde om genoeg mineralen binnen te krijgen. Ze weten dan ook precies waar ze dat moeten halen. In Kenia hebben de olifanten bijvoorbeeld een grot van honderden meters diep gegraven. Met hun slagtanden!! Olifanten drinken elke dag. Het liefst in een keer voor de hele dag: zo’n 20 emmers. Ze zuigen hun slurf vol en daarna laten ze het water weer terug stromen in hun mond. Dus niet zoals een rietje. Ze nemen altijd slokken van ongeveer tien liter.
Drollen
Doordat een olifant zoveel eet, poept hij ook veel. Tien kilo op een dag is heel normaal. De drollen zijn dan ook heel erg groot. Ze zijn niet alleen groot maar ook erg belangrijk voor de natuur. Want in een olifantendrol zitten heel veel onverteerde zaadjes. Ze komen de zaadjes ergens waar ze anders nooit zouden komen. Want als een olifant poept, komen de zaadjes op de grond en komt daar de plant. En de zaadjes groeien vaak ook heel erg goed omdat ze in hele goede mest liggen.
De olifant en de mens
De mens is al heel lang met de olifant bevriend. Al meer dan 5000 jaar geleden werd de olifant al getemd door de mens. Voor de mens was een olifant een sterke hulp en hij was erg handig als vervoersmiddel. Ook in sommige godsdiensten is de olifant een belangrijk dier. Maar er gebeuren ook niet zulke goede dingen met de olifant. De jacht op ivoor bijvoorbeeld. En omdat de olifant nu minder ruimte krijgt, ontstaan er vaker problemen tussen olifanten en boeren. De mens is eigenlijk de enige vijand van de olifant.
De oli-handel
Van slagtanden kun je mooie dingen maken. Dat wisten de oermensen ook. Meer dan 27000 jaar geleden sneden ze al beeldjes uit ivoor van mammoeten. Nog steeds doden de oorspronkelijke bewoners van Afrika olifanten om het ivoor.
Arena
De Romeinen gebruikten de olifant al voor gevechten in de Arena. De soldaten moesten dan op leven en dood vechten tegen de olifanten. Soms als een olifant in paniek raakte, maakte de olifant meer slachtoffers in het publiek dan in het strijdperk.
Circus
Al snel kwamen de Romeinen er achter dat je een olifant ook kunstjes kon leren. Zo werd de vecht olifant uiteindelijk een kunstjes olifant, zoals nu in het circus. Omdat een olifant zo’n goed geheugen heeft, kan hij goed optreden in het circus. Want wat een olifant leert, vergeet hij nooit meer. En de olifant wordt ook best oud. Dus kon je langer van hem plezier hebben als je van hem een kunstjes olifant liet maken dan een vecht olifant. Een circusolifant krijgt ongeveer één jaar een opleiding. Hij kan na een tijdje 30 kunstjes leren zoals aan een tafel zitten met een slabbetje om, zitten met twee poten in de lucht en over een evenwichtsbalk lopen. Maar het hoort natuurlijk niet, een olifant die kunstjes doet. Olifanten horen in het wild, want daar voelen ze zich thuis!
Tanks
Ongeveer 2000 jaar geleden werden olifanten door de mens gebruikt als een soort tanks. Om de olifanten strijdlustiger te maken kregen ze sap van druiven en moerbessen te drinken. Hannibal was een beroemde generaal in die tijd. Hij vertrok met vijftig olifanten uit Spanje naar Italië om tegen de Romeinen te vechten. Met die olifanten liep het slecht af. De meeste olifanten gingen dood toen Hannibal over de Alpen trok.
Wit goud
Toen de blanke mensen interesse kregen in ivoor werd het voor de olifant pas echt erg. Steeds meer mensen wilden dingen van ivoor, en daardoor gingen er steeds meer olifanten dood. Alleen voor biljartballen moesten er al duizenden olifanten worden gedood. Het liefst vrouwtjes met hun slanke slagtanden. En het liefst een vrouwtje met zo groot mogelijke slagtanden. De leidster van de kudde dus.
Biljartballen en pianotoetsen werden vroeger van slagtanden gemaakt, maar dat hoeft gelukkig niet meer. Er is nu materiaal dat veel op ivoor lijkt, maar veel goedkoper is. En het belangrijkste is natuurlijk dat het veel beter is voor de olifant
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
goed werkstuk alleen is er niet veel over skelet maar dat heb ik juist nodig
12 jaar geleden
Antwoorden