1. Wat is multiple sclerose?
Multiple sclerose is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (= grote, kleine hersens en het ruggenmerg). Ongeveer één op duizend mensen krijgt af te rekenen multiple sclerose. In België is dit goed voor zo’n 10.000 mensen die aan deze ziekte lijden. De ziekte is niet erfelijk, maar sommige families lijken er toch vatbaarder voor te zijn. Vrouwen blijken er vatbaarder voor te zijn dan mannen.
Door nog onbekende oorzaak ontstaan bij multiple sclerose beschadigingen aan het zenuwweefsel die littekens en uiteindelijk verhardingen achterlaten (multiple=meerdere, sclerose=verharding). Deze verhardingen ontstaan in de beschermlaag die om elke zenuwbaan zit. Doordat het littekenweefsel geen goede bescherming kan geven aan de zenuwbaan, kunnen de elektrische signalen van de hersenen naar de verschillende lichaamsdelen en andersom niet meer goed geleiden. Hierdoor kunnen allerlei stoornissen ontstaan zoals:
· gevoelsstoornissen
· moeilijkheden bij het zien (wazig zien, dubbel zien)
· duizeligheid
· vermoeidheid
· krachteloosheid in armen en/of benen
· spasticiteit
· coördinatiestoornissen
· blaas - en darm problemen
Het soort klachten dat ontstaat hangt af van de plaats in de hersenen of het ruggenmerg waar de littekens zich bevinden. Zo zal een beschadiging van zenuwen, die laag in het ruggenmerg liggen, minder gevolgen hebben dan wanneer deze hoger liggen.
De genoemde stoornissen hoeven beslist niet allemaal, of tegelijkertijd, bij één persoon voor te komen. Het kan zijn dat slechts een enkele stoornis zich manifesteert en dat dit verschijnsel weer (grotendeels) verdwijnt. De persoon zal zich niet onmiddellijk bewust zijn van een bepaalde stoornis omdat deze geleidelijk opkomt, en dus in de beginstadia een andere oorzaak te lijken hebben.
getuigenis:
‘Ik was toen 31 jaar. Het begon met een lichte tinteling in mijn rechterhand. In het begin besteedde ik er eigenlijk geen aandacht aan. Op een gegeven moment besefte ik dat mijn rechter arm minder kracht had. Ik had een vrij lichte doos vast, die ik ineens niet meer kon houden. Toen ben ik naar de dokter geweest, die stuurde me door naar de neuroloog. Toen ik daar voor de eerste keer kwam deed ook mijn rechter been een beetje raar.’
2.Vormen waaronder multiple sclerose voorkomt
Multiple Sclerose heeft een onvoorspelbaar beloop en bestaat uit drie grof te onderscheiden vormen.
De ziekte kan in aanvallen optreden. Deze aanvallen komen bij sommigen een paar keer per jaar voor, maar een tweede aanval kan ook wel 20 of 30 jaar op zich laten wachten. Na een aanval kan weer geheel of gedeeltelijk herstel optreden: een "remissie". In de medische wereld wordt deze vorm "relapsing remitting" genoemd.
Bij anderen kan multiple sclerose juist langzaam (uitzonderlijk ook snel) progressief verlopen, zonder aanvallen of remissies. Deze vorm wordt "primair progressief" genoemd.
Ook kan de vorm met aanvallen en remissies na verloop van tijd overgaan in de progressieve vorm die langzaam of soms snel kan verlopen. De multiple sclerose is dan "secundair progressief".
getuigenis:
‘Na de eerste twee maanden na de opname heb ik nooit meer iets gevoeld. Ik skiede, ik zwom, ik fietste, ik deed alles zoals normaal. Ik deed het huishouden zonder problemen. En dan komt een periode dat je zegt… Nee hoor dat kan niet waar zijn. Dit is een groot misverstand. Die diagnose, dat klopt niet. Ik heb geen multiple sclerose. En onbewust ga je het dan ook ontkennen.’
3.Het ziekteverloop
3.1 Bij de huisarts
De eerste verschijnselen van multiple sclerose zijn vaak zo onbenullig en verdwijnen vaak volledig na enkele tijd dat het niet de moeite lijkt om naar de dokter te gaan.
De eerste klachten zijn vaak snelle vermoeidheid, futloosheid, hoofdpijn, etc. Deze worden vaak toegeschreven aan lichamelijke of geestelijke stress. Vaak duurt het lang en neemt het vele bezoeken aan de huisarts voordat er aan een ernstigere oorzaak gedacht wordt. En het valt te bedenken dat dit nog niet zo slecht is vermits het weten dat men een ongeneeslijke ziekte heeft vaak een stempel drukt en veel stress op de persoon zet. Dat heeft natuurlijk geen bevorderlijk effect op het ziekteverloop. Om deze reden kan de huisarts het bij een vermoede van multiple sclerose houden tot er meer duidelijkheid is. Want een foutieve diagnose zou wel eens onnodige spanningen kunnen meebrengen.
Later komen er meerdere klachten bij zoals afname van spierkracht en duizeligheid. Als een huisarts dit hoort zal hij verder vragen naar mogelijke klachten. En indien nodig verder onderzoek doen naar mogelijke signalen die zouden kunne wijzen op multiple sclerose. Zo zijn er vijf indicatoren die kunnen wijzen op multiple sclerose:
1. Verlies van spierkracht: Multiple sclerose heeft tot gevolg dat men spierkracht verliest. Men zal bijvoorbeeld niet meer op de tenen kunnen lopen.
2. Gevoelsverlies: De nauwkeurigheid waarmee mensen voelen die multiple sclerose hebben neemt af. Zo zal men temperatuur minder goed kunnen inschatten en een stompe van een botte naald niet kunnen voelen.
3. Afwijkende reflexen: Het kan zijn dat iemand met multiple sclerose niet of anders reageert als men de kniepeesreflex test. Normaal schiet het onderbeen ongecontroleerd naar boven als er vlak onder de knieschijf met een hamertje geslagen wordt. Er zijn nog andere reflexen die men hiervoor kan gebruiken zoals de positieve reflex van Babinski, de voetzoolreflex en de buikhuidreflex.
4. Gestoorde coördinatie: Bij nauwkeurige bewegingen werken de ogen en de ledematen nauw samen. Bij multiple sclerose gebeurt de coördinatie minder nauwkeurig. Dit kan men eenvoudig testen door de patiënt de twee wijsvingers tegen elkaar te laten plaatsen.
5. Afwijkend zicht: Dit is vaak het gevolg van verlies aan spierkracht of zelfs verlamming van de oogspieren. Dit heeft vaak dubbel of gestoord zicht tot gevolg. Men test dit door mensen horizontale en verticale bewegingen te laten volgen met de ogen.
Als de huisarts klaar is met het onderzoek kan hij indien er niet genoeg zekerheid is de patiënt doorsturen naar een fysiotherapeut en afwachten. Maar indien hij een genoeg aanwijzingen zou hebben dat het om multiple sclerose gaat zal hij de patiënt doorverwijzen naar een neuroloog.
3.2 Bij de neuroloog
De neuroloog zal beginnen met een uitgebreider onderzoek van de testen die de huisdokter heeft uitgevoerd. Wanneer nu ook zijn de gedachten uitgaan naar multiple sclerose, zal men meestal in het ziekenhuis worden opgenomen voor verder onderzoek.
getuigenis:
‘De neuroloog trof bij onderzoek als eerste geen buikwandreflexen aan. Dat was voor mij nog geen signaal. Ik dacht nog nergens aan. En hij zei, ach, we kunnen hierover blijven zeuren maar ik heb liever dat je naar het academisch ziekenhuis gaat. En nog steeds ging er bij mij geen lichtje branden. Omdat er verder ook niets aan de hand was. Totaal geen klachten, alleen dat gekke gevoel.’
Die neuroloog zei niets?
‘Nee die zei helemaal niets. Die heeft me alleen naar een hoogleraar in het academisch ziekenhuis gestuurd. Achteraf heeft hij me gezegd: “Toen jij daar voor het eerst op de tafel lag en ik je onderzocht, dacht ik: Géén buikwandreflexen en een positieve Babinski – het enige wat ik wil is een lumbale punctie.” ‘
3.3 In het ziekenhuis
In het ziekenhuis kan men meer uitgebreide test doen om met meer precisie te bepalen of het al dan niet om multiple sclerose gaat:
1. ruggenprik of lumbale punctie: De hersens en het ruggenmerg zijn omgeven door vliezen die een vocht bevatten. Via een ruggenprik kan men een beetje van deze vloeistof afnemen. Veel mensen zien tegen deze ingreep op omdat ze soms pijnlijk kan zijn. Dit wordt vaak uitgelokt door de zenuwen want al men stil zit en ontspannen is voelt men er niets van maar als men gespannen en beweegt kan dit inderdaad zeer pijnlijk zijn. Na de ingreep kan men duizelig zijn en last van hoofdpijn hebben. Men kan dan het vocht onderzoeken naar een afwijkend eiwit.
2. registratie van de oogbewegingen: Normaal staan de ogen stil als een persoon voor zich uitkijkt maar multiple sclerose patiënten hun ogen flitsen de ogen soms heen en weer als ze voor zich uitkijken. Vaak wijs7t de klacht van dubbel zicht ook op multiple sclerose. Dit komt door van aantasting van de oogzenuw die verlamming van de oogspieren tot gevolg heeft.
3. uitgelokte prikkels: Men laat de patiënt een beeld zien dat bestaat uit zwart – wit schaakbordpatroon. En meet dan via elektroden op de hoofdhuid hoelang het duurt voor dit beeld de hersenschors bereikt. Doordat er bij multiple sclerose iets schort aan het doorgeven van de prikkel kan een later aankomen van de prikkel in de hersenschors wijzen op multiple sclerose.
4. inwendig onderzoek door middel van scans: Er zijn twee soorten scans die ons een beter beeld van de ziekte kunnen geven:
· computerscan of CT-scan: Hierbij gebruikt men een roterende stralingsbron zodat men afwijkend weefsel in de hersenen kan onderscheiden. De scan wordt zichtbaar gemaakt op een scherm. Vele mensen vinden het eng om dit soort scan te laten uitvoeren omdat men vaak alleen in de kamer ligt en men volledig met het hoof in het apparaat zit.
· Kernspinresonantie of MRI: MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Om te begrijpen hoe deze scan werkt moet men weten dat het opgebouwd is uit atomen die zich gedragen als magneetstaafjes. Als er dus een magnetisch veld op wordt geworpen zullen ze zich hiernaar richten. De MRI werkt specifiek op de waterstof-atomen, als op deze atomen radiogolven worden gericht veranderd hun kern van richting. Als deze golven wegvallen zenden de waterstof-atomen zelf radiogolven uit (= resonantie). Omdat elk weefsel anders is van samenstelling varieert de golflengte ook. Deze radiogolven worden dan door middel van een computer omgezet in een beeld en zo krijgt men een beeld van goed en slecht weefsel. Deze techniek heeft wel enkele nadelen. Zo mag niet iedereen deze techniek ondergaan, bijvoorbeeld mensen met pacemakers, vaatclips, inwendige gehoorprotheses en metaalsplinters, omdat er gewerkt wordt met sterke magnetische velden. Bovendien kan het zeer beangstigend zijn voor mensen met claustrofobie omdat de scan wordt uitgevoerd in een nauwe tunnel.
getuigenis:
‘Als een lumbale punctie goed gedaan wordt voel je niets, helemaal niets. Het ligt eraan wie er prikt. De één kan het wel de andere niet. Ik heb er ook wel eens een gehad. Die heeft het zes keer moeten doen… totdat ik zei: “Hou nu maar op”. Als het niet goed gedaan wordt voel je een hele boel. De ene tandarts boort ook beter dan de andere, dat is nu éénmaal zo.’
getuigenis:
‘De neuroloog stuurde me naar een hoogleraar in het academisch ziekenhuis. Achteraf heeft hij me pas gezegd: “Het enige wat ik wil van haar is een lumbale punctie”. En ik nog nergens aan gedacht. Ik dacht, ach doe dat dan maar. Nou, lumbale punctie gedaan. Na een dag of vier kwam hij heel vroeg ’s morgens. Ik lag prinsheerlijk vrolijk in mijn bed. Toen zei hij alleen iets tegen mij van: eh… Het is niet goed wat ik in de lumbale punctie gevonden heb. Nou wat hebt u dan gevonden? Ja, het gammaglobuline is te hoog. Hij stond er zo’n beetje bij van: moet ik het vertellen of moet ik het niet vertellen. En toen zei hij: Je hebt een chronische ontsteking van het ruggenmerg. En daar kan ik niets aan doen, daar kun je ook niet beter van worden, daar is helemaal niets aan te doen. En toen liet hij me alleen achter in mijn bed.
Ik geloof dat ik het me op dat moment nog niet realiseerde, hoe of wat. Maar toch ging het hier wel werken. Wat zou het kunnen zijn. Waarom heeft hij geen naam genoemd? Volgens mij wist hij zelf ook niet wat hij ermee aan moest. Hij draait erom heen, hij durft het niet recht in mijn gezicht te zeggen, dat gevoel had ik. Ik had verder helemaal geen klachten op het moment toen ik daar lag. Ik lag als een prinses in bed, van alle kanten werd ik vertroeteld en verzorgd. Die opdracht had ik ook gekregen, je moet alleen maar zes weken rust hebben, je mag verder niets doen. Dat was zijn eerste therapie’
3.4 Conclusies na de onderzoeken
De vooraf beschreven onderzoeken zijn bedoeld om zoveel mogelijk uitsluitsel te geven over het al dan niet hebben van multiple sclerose. Maar dit kan eigenlijk niet met 100% zekerheid gezegd worden. Pas na de dood en bij een autopsie kan men het volledig bevestigen. Daarom hebben artsen internationale regels opgesteld wanneer men er kan vanuit gaan dat het om multiple sclerose gaat:
1. De klachten moeten zo zijn dat ter spraken moet zijn van enige haarden op diverse plaatsen in de hersenen of ruggenmerg. Dit betekent dat iemand zowel gevoelsstoornissen als oogverschijnselen heeft.
2. De ziekte moet een beloop hebben met schommelingen dan wel geleidelijk verergeren gedurende meer dan een half jaar.
3. Het ruggenmerg moet afwijkingen vertonen die bij multiple sclerose passen.
4. Verschijnselen en klachten moeten van die aard zijn dat er geen andere mogelijk is dan de diagnose van multiple sclerose te stellen.
Bij iemand die slechts voldoet aan twee van de eerste drie normen is de diagnose waarschijnlijk multiple sclerose. Wanneer er maar wordt voldaan aan één van de drie eerste voorwaarde is de diagnose mogelijk multiple sclerose. Maar wanneer aan alle drie de normen voldaan is de diagnose klinisch zeker multiple sclerose.
getuigenis:
‘Ik voelde me ook helemaal niet ziek toen. Ik voelde me prima. Toen ik daar lag had ik ook al lang niet meer dat gevoel in mijn benen.
Dan heeft het zo’n vier jaar geduurd. Het is vier jaar volledig weg geweest. Het kwam bij mezelf wel eens boven. Maar dan meer van: moet je nou toch zien, ik loop toch keurig, dat klopt toch niet. Die diagnose is een grote vergissing.
Misschien was dat struisvogelpolitiek. Ik wilde er niet mee leven. Ik denk zelfs dat je in zo’n periode gaat bewijzen dat je wel alles kunt.’
3.5 Verschijnselen in de loop der jaren
Nadat de diagnose is gesteld is het moeilijk het verdere ziekteverloop te voorspellen omdat er verschillende vormen van multiple sclerose zijn (zie: 2. Vormen waaronder multiple sclerose voorkomt). Wel zijn er gemiddelden over de levensverwachting, maar deze zijn te individueel om conclusies uit te trekken. En misschien maar goed ook voor de patiënt. Wanneer men al maar bezig is met hoe verschrikkelijk de toekomst er zal uitzien, is het moeilijk te genieten van de mogelijkheden van het heden.
3.5.1 Factoren die het verloop van de ziekte kunnen beïnvloeden
3.5.1.1 Lichamelijke inspanningen
Lichamelijke inspanning en hoge temperaturen kunnen tijdelijke verslechtering veroorzaken. Dus ziekten zoals griep kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van opflakkeringen.
getuigenis:
‘De eerste keer dat ik er iets van merkte was toen we net een ander huis hadden gekregen. Ik moest een avondje organiseren voor een bestuur, voor mijn man, met echtgenotes. Ik was die dag dus wel heel druk geweest. Nou ’s avonds ben je dan ook druk in de weer. En de volgende dag werd ik wakker, achteraf voelde ik me die avond al niet 100%, ik dacht: zou ik ziek worden of zo. Ik had ontzettend hoge koorts. Maar er was een baby en het andere kindje moest naar de peuterspeelzaal. Dus ging ik gewoon door. Het was halfzes toen mijn man thuis kwam en ik zat op de bank en zei: ik kom bijna de trap niet meer op, ik heb koorts, ik red het niet meer. En eigenlijk nog niet denken, nu slaat die multiple sclerose toe. Want koorts en multiple sclerose, ik dacht dat het niet samenging. Toen kwam de huisarts en die stuurde me naar het ziekenhuis. Ik was zo ziek als een hond.’
3.5.1.2 Zwangerschap
Zwangerschap en de bevalling hebben geen invloed op de afloop van de ziekte. Vaak ziet men tijdens de zwangerschap relatief weinig opflakkeringen. Het is vaak pas na de bevalling en na de extra inspanningen die een baby met zich mee brengen dat er meer opflakkeringen komen.
Multiple sclerose heeft geen invloed op de vruchtbaarheid en ook geen rechtstreekse invloed op mogelijke afwijkingen van het kind.
Wel zijn er aanwijzingen dat een verdoving via het ruggenmerg tijdens de bevalling een verergerende invloed kan hebben op de ziekte. Ook een ruggenmerg punctie zou een toeval kunnen uitlokken. Maar een algehele narcose heeft dit effect niet.
getuigenis:
‘We wilden graag een tweede kind. De gynaecoloog heeft overlegd met de neuroloog of dat mogelijk was en wat de risico’s zijn. Op een gegeven ogenblik zei hij: als je goed begeleid wordt en jezelf tijdens de zwangerschap in acht neemt, dan is er geen enkele contra-indicatie. Dus na drie maanden was ik zwanger.
Achteraf zeg ik dat ik me nog nooit zo goed heb gevoeld als tijdens de zwangerschap. Ik denk dat het ongeveer een jaar na de bevalling was, dat mijn rechter been niet meer mee wilde. Ik was toen ook ziek, had hoge koorts. Eerder had ik wel gemerkt dat ik tijdens het badmintonnen niet te snel moest draaien, want dat mijn evenwicht dan wat gek deed. Je moet dan hup op je ene been staan, hup op je andere, en dat lukt soms niet. Ik dacht: ach, misschien ben ik nog wat slap na de bevalling.’
3.5.1.3 Stress
In hoeverre emotionele stress hier wel een invloed op kunnen hebben is niet volledig bekend. De ziekte zet de persoon wel onder extra druk en op die manier kan het ziekteverloop wel beïnvloed worden. Zo kan de stress de weerstand verlagen zodat men sneller ziek wordt, die ziektes kunnen dan op hun beurt een negatieve invloed hebben op het verloop van de multiple sclerose.
3.5.2 Het verloop van de verschijnselen
Hier volgen enkele verschijnselen die voort komen uit multiple sclerose. Ze zijn zeker geen maatstaf want de klachten zijn zeer persoonsgebonden, net zoals het algemene verloop van de ziekte. Het kan dus zijn dat iemand van een bepaald verschijnsel totaal geen last heeft terwijl de andere de frequentie van een klacht zienderogen ziet toenemen.
3.5.2.1 Moeheid
Driekwart van de mensen met multiple sclerose hebben last van moeheid. Vaak zelfs voor ook maar een ander verschijnsel is. De moeheid is vaak niet zoals bij normale mensen evenredig met de geleverde inspanning. Zo kunnen multiple sclerose patiënten ’s ochtends uit bed stappen en zich dan al uitgeput voelen. Maar vaak is de vermoeidheid het grootst in de namiddag. Dit hangt samen met het feit dat de lichaamstemperatuur dan het hoogst is. Zoals al eerder is vermeld hangt temperatuur en verschijnselen van multiple sclerose nauw samen. Een verhoging van de temperatuur hangt vaak samen met een verergering van de verschijnselen.
Aan de moeheid is weinig te doen wel kan men bijhouden wanneer men vaak moe is om zo misschien een patroon te herkennen en dan op gepaste tijden rustperiodes in te bouwen om de vermoeidheid het hoofd te bieden. Ook de geleverde inspanningen dienen aangepast te worden.
Toch steekt de vermoeidheid vaak zonder enige waarschuwing de kop op. Dit kan zeer vervelend en zelfs frustrerend zijn indien men dingen heeft gepland of mensen in de steek moet laten omdat met niet meer genoeg energie heeft. Denk maar aan een moeder die voor haar kinderen wil zorgen.
Soms kan het geneesmiddel amantadine helpen bij het overwinnen van de vermoeidheid. Toch zou het hierop geen rechtstreekse invloed hebben, het zorgt vaak enkel voor een beter humeur. En er kan verondersteld worden dat iemand die goed gehumeurd is ook beter opgewassen is tegen de vermoeidheid.
getuigenis:
‘Ik was gebroken toen ik de kamer gestofzuigd had. Vergeleken met de enorme energie die ik altijd had was dit bizar. Ik kon toen zeggen ’s avonds: nou jongens bekijk het allemaal maar, ik ga zitten nietsdoen. Dat was een onbekende situatie voor mij’
3.5.2.2 Spierverschijnselen
Hierin kan je twee vormen onderscheiden: spierzwakte (die kan gaan tot verlamming) en spasmen.
Spierzwakte is ook één van de eerste klachten bij een patiënt, vooral in de benen. Zo zal men zelfs na korte wandelingen zware benen krijgen. Later zullen dingen als trappen oplopen een onmogelijke opgave worden. Al snel heeft men hulpmiddelen nodig, eerst een stok dan een kruk en dan komt men onvermijdelijk tot een rolstoel. Zo worden mensen systematisch meer en meer aangewezen op hulpmiddelen. Dit is niet altijd even makkelijk te aanvaarden. En in het begin zal men zo veel mogelijk vragen proberen te vermijden zoals een paraplu nemen om op te steunen in plaats van een wandelstok. Dit kan tijdelijk een oplossing geven omdat mensen het ook zelf moeilijk hebben om toe te geven dat ze het niet meer aankunnen.
getuigenis:
‘Als ik bijvoorbeeld ’s middags een lang stuk autoreed en ik moest remmen, dan moest ik mijn hele been optillen om de voet op de rem te krijgen. En dan kon ik wel gewoon remmen. Levensgevaarlijk’
Spasmen zijn in het begin vaak onschuldig, een arm die niet makkelijk meer wil ontspannen, een been dat wat stijf is. Maar langzaamaan kunnen de ledematen volledig verkramt raken. Wat zeer pijnlijk kan zijn en zelfs vergroeiing van de ledematen tot gevolg kan hebben. Hierbij is fysiotherapie een grote hulp bij het soepel houden en rekken van de spieren.
Men kan besluiten om over te gaan tot spierverslappende geneesmiddelen zoals dantrium, lioresal,e.a. Maar deze kunnen vaak nogal zware en hinderlijke bijwerkingen zoals extra krachtverlies, leverstoornissen en vermindering van de erectie tot gevolg hebben.
getuigenis:
‘De fysiotherapie was in het begin zeer duidelijk gericht op het zelfs oefeningen doen. Maar op een gegeven moment is de spasticiteit in mijn benen zo groot geworden dat het me niet lukte zelf oefeningen te doen. Dus toen zijn ze duidelijk overgegaan op passieve fysiotherapie. Hij doet ook oefeningen om te rekken, want die spieren korten zo in. Twee keer per week, dat gaat prima. En het helpt ook echt wel.’
3.5.2.3 Gevoelsstoornissen
Dit verschijnsel komt vrijwel bij elke multiple sclerose patiënt voor. Dit kan gaan van lichte tintelingen tot volledig gevoelloos worden. Indien de pijnzin dus verminderd is, is voortdurende waakzaamheid geboden. Men zal als men niet oplet ledematen kunnen verbranden zonder dat men het voelt wat zware gevolgen kan hebben.
In sommige gevallen komt het zelfs voor dat men bij een buiging van de nek een elektrische schok door de ledematen voelt. Dit is het gevolg van aantasting van het ruggenmerg. Het dragen van een ondersteunende halsband kan hier hulp bieden.
3.5.2.4 Pijn
Veel mensen die lijden aan multiple sclerose hebben last van pijn als gevolg van andere verschijnselen. Zo kunnen spasmen zeer pijnlijk zijn. Het gaat dan ook in de meeste gevallen over pijn in spieren en gewrichten. Ook kan een been pijn doen doordat het de functie van het andere, verzwakte been, wil overnemen.
Ook gevoelsstoornissen kunnen pijn tot gevolg hebben. Het gevoel valt niet alleen weg maar men kan soms ook pijn hebben zonder dat er een oorzaak voor is.
Vaak gaat de pijn weg als men het verschijnsel dat het veroorzaakt behandeld.
3.5.2.5 Oogverschijnselen
Verlies van een deel van het gezichtsveld is ook een veelvoorkomende klacht bij multiple sclerose patiënten. Dit is het gevolg van een ontsteking aan de oogzenuw. Vaak heeft men een plots verlies van een deel van het gezichtsveld, later herstelt zich dit gedeeltelijk. Na een aantal keren kan het verlies van gezichtsveld al aanzienlijk zijn. Verlies van contrasten en kleuren kunnen ook bijverschijnselen zijn.
Dubbel zien is ook een veelvoorkomend verschijnsel. Dit vindt de oorzaak in een verhard deel van de hersenstam waardoor de twee ogen niet perfect naar hetzelfde punt zien. Omdat deze klacht zich vaak niet hersteld kan het mogelijke zijn om één oog af te plakken of een bril te dragen met een mat glas.
3.5.2.6 Coördinatiestoornissen
Coördinatiestoornissen kunnen zich manifesteren als er multiple sclerose haarden ontstaan in de kleine hersenen. Als dit in lichte vorm voorkomt kan men de bewegingen van hand en vingers niet goed meer controleren en wordt het geschrift een beetje onregelmatig. Ook wandelen kan moeilijk worden en de mensen zullen ook last krijgen met duidelijk te spreken.
getuigenis:
‘Je levert heel langzaam wat in. Het begon ermee dat los de trap oplopen niet meer ging. Ik moest altijd een steuntje hebben. De buitenwereld merkte dat nog niet eens, maar ik en mijn man zagen het wel. Als ik me snel omdraaide, ging dat niet. Het evenwicht deed dan gewoon niet mee.’
3.5.2.7 Duizeligheid
Met duizeligheid krijgen multiple sclerose patiënten vaak te maken. Soms is het evenwicht volledig verstoord. De ergste vorm is die waarbij de duizeligheid acuut wordt. De duizeligheid wordt dan bij elke beweging erger en heeft braken en misselijkheid tot gevolg. Die misselijkheid kan wel worden verholpen met medicatie maar de duizeligheid op zich niet.
getuigenis:
‘Ik kon zelfs niet meer kruipen zonder om te vallen’
3.5.2.8 Stoornissen van het onwillekeurig zenuwstelsel
Het onwillekeurig zenuwstelsel regelt een aantal lichaamsfuncties die we niet kunnen controleren zoals lichaamstemperatuur, hartslag, bloeddruk, e.d. Dit gebeurt vanuit de hersenstam. Als de hersenstam aangetast is kunnen de lichaamsfuncties gestoord worden. Mensen moeten dan zelf in het oog houden en de omgeving een beetje aanpassen.
3.5.2.9 Seksuele problemen
Normaal heeft seks geen invloed op het ziekteverloop. Wel kan de inspanning zwaar zijn en erg uitputtend. Dit kan ook een impact hebben op de relatie en frustraties tot gevolg hebben. De behoefte aan seks kan ook verstoord worden door de emotionele problemen die multiple sclerose met zich meebrengt of door aantasting van de seksuele centra in de hersens.
Veel mannen met multiple sclerose hebben erectieproblemen. Een ander verschijnsel waarmee zowel mannen als vrouwen mee te kampen hebben, is het overgevoelig of ongevoelig zijn van de geslachtsdelen.
3.5.2.10 Stemmingsstoornissen
Als men het feit dat men multiple sclerose heeft niet kan aanvaarden gaat men zich euforisch gedragen en doen of er niets aan de hand is. Deze euforie kan plots omslaan in zware depressiviteit als de mensen ook daadwerkelijk met de ziekte te maken krijgen. Depressiviteit is zeer normaal omdat de ziekte emotioneel zeer zwaar kan doorwegen. Ook de als maar toenemende verschijnselen waardoor de ziekte meer tot uiting komt zijn niet bevorderlijk voor de stemming.
Normale antidepressiva en gesprekken met psycholoog en psychiater kunnen hier nuttig zijn. Veel hangt ook af van hoe de patiënt en de omgeving op de ziekte reageren.
REACTIES
1 seconde geleden