Mieren

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vwo | 1340 woorden
  • 20 december 2004
  • 244 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
244 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studeer met een open blik

Een studie die filosofie, psychologie en sociologie combineert, en waarin je ook nog eens goed leert te reflecteren en gesprekken te voeren – klinkt dat als jouw droomstudie? Dan is de bachelor Humanistiek misschien iets voor jou.
Kom kennismaken op de Open Dag van 16 november.

Meld je aan voor de Open Dag

* Is de mier een insect?

Een insect is een geleedpotig dier. Dat wil zeggen dat de poten uit verschillende delen bestaan. Het ene deel van de poot gaat via een diepe, beweeglijke groef over in het volgende deel. Ongeveer de helft van de geleedpotigen zijn insecten; de andere helft behoren tot de verwante diersoorten zoals krabben, spinnen en schorpioenen.

Hoe weten we nu dat we met een insect te maken hebben? - Een volwassen insect heeft altijd 3 poten (in totaal dus 6) - Het insectenlichaam is altijd uit 3 delen opgebouwd: de kop, het borststuk en het achterlijf.

De kop bestaat uit: 1 paar ogen, 1 paar antennes (voelsprieten), de bovenkaken (bestaan meestal uit een paar eenvoudige “tangen” waarmee het insect het voedsel kan verteren.), de onderkaken en de onderlip. De ogen zijn meetsal facetogen: ze bestaan uit een groot aantal heel kleine oogjes.

Het borststuk bestaat uit: 3 segmenten (ringen). Elk segment draagt 1 paar poten. Het middelste en het achterste segment dragen vaak elk 1 paar vliezige vleugels.

In het achterlijf zien we ook een aantal segmenten. Meestal dragen deze segmenten geen andere lichaamsdelen; alleen het laatste segment kan 1 of meer staartdraden dragen.

Een insect voelt vrij hard aan. Een insect heeft zijn skelet aan de buitenkant. Dit heet een uitwendig skelet.

Wanneer is een mier een insect?

Een mier kun je herkennen aan zijn erg smalle borststuk. Hij ziet er “mager”uit. De voelsprieten zijn naar voren geknikt. Zijn achterlijf is een beetje eivormig. De kleur van de mieren zijn meestal geel, roodbruin of zwart. Ze worden zelden groter dan 1 centimeter; meestal zijn ze veel kleiner.

Tot welke groep insecten behoort de mier?

De mier behoort tot de gevleugelde insecten met een volledige gedaanteverwisseling en wel de vliesvleugeligen, waar o.a ook de wespen en de bijen toebehoren. De ‘wetenschappelijke’ naam voor vliesvleugeligen is Hymenoptera. Dit is een orde waarbij meer dan 100.000 verschillende soorten insecten toebehoren. Ze vormen de grootste insectenorde van ons land. Het zijn zowel planten als diereneters.

* Hoe leven mieren?

Bij insecten zie je allerlei vormen van de samenleving. Ze leven of alleen (solitair), met uitzondering van de voortplantingstijd, of in groepen (sociaal). De hoogst ontwikkelde vorm van samenleving vinden we onder andere bij de mieren. Ze leven namelijk in kolonies (volken) waar iedereen tot dezelfde familie behoort. In zo´n volk zijn de taken verdeeld: er is een koningin, verder zijn er mannetjes en werksters. De meeste mieren in een dergelijke kolonie zijn werksters. Het zijn ongevleugelde vrouwtjes, die soms wel eieren kunnen leggen. De eitjes van de ongevleugelde vrouw is niet bevrucht. Dat zijn alleen de eitjes van de koningin. Dit betekent dat uit onbevruchte eieren wel mieren ontstaan! Het precieze tijdstip van het paren wordt bepaald door het weer. Daardoor komt het vaak voor dat in de wijde omgeving uit alle mierenkolonies gelijktijdig de mannetjes en vrouwtjes gaan vliegen (paren). Al snel na de paring gaan de mannetjes dood; de vrouwtjes verliezen hun vleugels en zoeken naar een geschikte nestelplaats (mierennest). En zo worden zij de nieuwe koninginnen van nieuwe kolonies.

Voorbeelden van mieren:

Grote houtmier: Deze 8 tot 14 millimeter lange mier is één van de grootste soorten. Deze mieren nestelen in boomstronken en boomstammen in Midden-Europa. Omdat ze ook gezonde bomen aantasten kunnen ze soms schadelijk worden.

Werksters van de rode bosmier: De werksters zijn 5 tot 10 millimeter lang en ongevleugeld. Rode bosmieren zijn erg nuttig: het zijn afvalopruimers en ze verdelgen bovendien veel schadelijke insecten. Eén enkel volk kan een oppervlakte van 2 tot 4 hectare vrij houden van schadelijke insecten. In één redelijk grote kolonie leven dan ook zo’n 500.000 tot 800.000 werksters!

Rode knoopmier: De kolonies van deze mieren kun je vinden onder platte stenen die in de zon liggen. Soms maken ze hun nest ook wel “zomaar” op een zonnige plek in de grond. Hun belangrijkste voedsel is de suiker in de uitwerpselen van de bladluizen. Bladluizen zuigen plantensap op. En in die sappen zitten veel eiwitten en suikers. Veel mierensoorten beschouwen een bladluiskolonie als een stel koeien: ze ‘melken’ de bladluizen dan ook, door met de sprieten op het achterlijf van een luis te trommelen. Hierdoor laat de bladluis een druppel suikerrijk vocht uit zijn lichaam gaan, dat door de mier wordt opgelikt.

Wijfje van de rode bosmier: Tegen de tijd van het zwermen (in het late voorjaar) komen uit de poppen de gevleugelde, ± 10 millimeter grote mannetjes en vrouwtjes (koninginnen). In de lucht paren de mieren, waarna de wijfjes een nieuwe kolonie gaan stichten. De mannetjes hebben gepaard en sterven vrij snel na de paring.

* Wat zijn opvallende mieren?

Een aantal opvallende mieren:

Bosmier: De rode bosmieren bouwen grote heuvels boven hun ondergrondse nest, waarvoor ze grote hoeveelheden dennennaalden en takjes aanslepen. Door hun harde bouwactiviteiten zijn de rode bosmieren bij velen bekend. De rode bosmieren komen voor in Europa, zij leven daar in open bossen en op licht beboste heidevelden. Bosmieren zijn rood van kleur met een zwart achterlijf en ze hebben een schub op de steel tussen borststuk en achterlijf. De werksters zijn 0.5 tot 1 cm lang, de koninginnen 1.3 cm, de mannetjes zijn iets kleiner dan de koninginnen.

Trekmier: Deze miersoort behoort tot één van de grootste van Europa. Ze kunnen langer worden dan 2.5 centimeter. Vaak is er zo’n verschil tussen de mannetjes, de wijfjes en de werksters dat men ze vroeger aanzag voor 3 verschillende soorten. De vrouwtjes of koninginnen zijn vleugelloos, de mannetjes die wel vleugels hebben lijken op wespen, en van de werksters komen er aan aantal onderling zeer uiteenlopende vormen voor. De grootste vormen hebben krachtige kaken en nemen de taken waar als soldaten.

Parasolmier: De parasolmier behoort tot één van de bekendste mier. Ze hebben zeer grote en hun nest loopt grotendeels ondergronds. De mieren verzamelen stukjes blad uit een groot stuk blad die ze zelf uit de bladeren van planten knippen, en daarna naar het nest dragen. De stukjes bladeren worden met de kaken vastgehouden en hoog boven de kop gedragen. De koningin kan ruim 2 centimeter lang worden, het mannetje wordt ruim 1 centimeter. En de werksters worden ook ruim 1 centimeter. * Kan een mier schadelijk zijn?

Mieren in huis kunnen tot een plaag uitgroeien. Net als wespen en bijen. De gewone Zwarte Tuinmier bouwt z’n nest nooit in een huis, maar onder tegels of andere platte stenen, die ook na zonsondergang de warmte nog lang vasthouden. Hun tochten op zoek naar voedsel strekken ze echter wel uit tot in de huizen en het gebeurt dan wel eens, dat je geen suikerpot of jampot kan opendoen zonder er mieren in te vinden zijn. Vieze dieren zijn het niet, integendeel, ze zijn erg netjes en schoon, maar dat neemt niet weg, dat we ze toch liever niet in huis willen hebben. De Zwarte Tuinmier is makkelijk te bestrijden. Je hoeft niets anders te doen dan het nest op te sporen en ook dit is zeer eenvoudig. In de voegnaden van de tegels zie je gemakkelijk de kleine gaatjes, die de toegangswegen tot het nest vormen en waar bij zonnig weer de mieren bedrijvig in- en uitlopen. Wanneer je zo’n tegel optilt, zie je daaronder een groot aantal mieren, die onmiddellijk een wit voorwerp in hun bek nemen en trachten weg te komen naar het dieper gelegen nest. Deze witte voorwerpen zijn de poppen, die door de arbeidsters verzorgd worden. Een paar scheppen insectenpoeder onder de bewuste tegel strooien is voldoende.

Bronvermelding:

* Informatie in woord en beeld over schadelijke en lastige dieren * De wereld van de insecten * Spectrum Dieren Encyclopedie * Informatie in woord en beeld over insecten * Diergedrag * De wereld van de insecten * Het leven der Dieren * Insecten

Nawoord

Ik vond het een moeilijk werkstuk om te maken, want we hebben heel veel boeken over mieren dus werd het heel moeilijk om informatie te zoeken. Het leukste vond ik om te ‘zien’ hoe de mieren leven. Ik vond alles eigenlijk wel leuk. Ik had problemen met de foto’s scannen, want ik kon toen ik het werkstuk aan het maken was kon ik niet scannen (scanner was niet aangesloten) dus moest ik alleen de bron van de foto er neer zetten.

REACTIES

R.

R.

hoi kan je niet meer over insecten doen



rut

13 jaar geleden

B.

B.

er staat niet wat de taak is van mieren

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.