Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Menselijk lichaam

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 8849 woorden
  • 28 mei 2008
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
66 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test

In dit werkstuk kom je alles te weten over het menselijk lichaam. Je zult wel denken dat er smerige plaatjes in voorkomen maar ik heb alleen getekende plaatjes gebruikt. Ook kom je allerlei weetjes te weten die wel eens handig kunnen zijn. Zoals bijvoorbeeld dat je oog helemaal gevuld is met een waterachtige gelei. Of dat er miljoenen huidcellen sterven per dag maar er ook weer miljarden bij komen. Als je dit werkstuk gelezen hebt kun je (bijna letterlijk) als je dokter wilt worden zo een heel stuk van je studie overslaan omdat je dat allemaal al weet!

Ik heb dit onderwerp gekozen omdat de juf zei dat je diep door moest gaan.
Daarmee bedoelde ze dat je niet alleen mag hebben dat je oog helemaal gevuld is met gelei, maar dat je door moest zoeken tot je echt alles had gevonden, zoals dat je te weten komt dat je door een lens kijkt die je beeld omdraait.
Ik ben van plan heel veel werk in dit werkstuk te steken, en mijn allerbeste beentje voor zetten.

In dit werkstuk kom je dus alles te weten over je lichaam van het uiterste puntje van je haar tot die allerlaagste huidschilfer die aan je voet hangt te bungelen.

Het is niet echt duidelijk wanneer het onderzoek naar het menselijk lichaam begon. Dat komt door de kerk, die zei vroeger dat je niet in lichamen van andere mensen mocht snijden, omdat God het jou gegeven had en het goed gedaan had en dat het een soort belediging zou zijn als je dat wilde onderzoeken en vragen over wilde stellen. In die tijd geloofden een heleboel mensen in Goden deden ze wat de kerk zei.

Maar er waren ook mensen die nieuwsgierig van aard waren en juist wilden onderzoeken wat er in het menselijk lichaam zat omdat de kerk dat verbood. Zij wilden dat graag weten voor hun beroep (dokter bijvoorbeeld).

Die mensen gingen dus in mensen snijden. Maar eerst stonden ze voor een grote vraag, hoe kwamen ze aan mensen. Ze moesten dus een soort van andere mensen stelen. En om dat ongezien te doen kon je het best naar een plek gaan waar veel oplichters werden opgehangen. En zo verdween er op eens een been van de moordenaar waarvan niemand de naam wist of een arm van piet de dief. Die waren dan gestolen door mensen die in mensen wilde snijden.

Rond 1500 werd het pas voor het eerst echt toegestaan om in mensen te snijden en zo kennis te krijgen van de onderdelen, ook wel organen genoemd, en hoe die organen allemaal werken. Tegenwoordig kunnen mensen zelf bepalen of ze hun lichaam na de dood aan de wetenschap nalaten.

Ons lichaam is opgebouwd uit organen. Dat zijn alle dingen in je lichaam die iets voor je doen (een functie en betekenis hebben), dus tong, oor, huid, spieren, hersenen, longen, maar niet de blinde darm want die doet niks!

Dat wordt de rode draad in het verhaal zodat de hoofdstukken in elkaar overgaan. En niet los door elkaar liggen.

Het skelet is een belangrijk orgaan in je lichaam. Het helpt je namelijk rechtop staan, zodat je niet als een pudding in elkaar zakt (dat zijn de ruggengraat en de benen), geeft je bescherming (ribben en schedel) en zorgt voor soepele beweging (ruggengraat en voeten).

Een volwassen iemand heeft 206 botten in zijn lichaam, maar een baby heeft 350 botten. Dat komt doordat sommige botten langzaam samensmelten tot een groot bot.

Wat voor soorten bot zijn er?

Er zijn twee soorten bot voor zover ik weet: kraakbeen en gewoon bot.

Kraakbeen is een bot dat maar op sommige plekken voor komt bijvoorbeeld in je oor. Kraakbeen is heel buigzaam en je kan er van alles mee doen (ronddraaien soort van kneden en buigen), en is het zachtste bot in je lichaam.

Om meer over botten te weten te komen hoef je alleen maar verder te lezen, als je niet meer over botten te weten wilt komen moet je drie of meer bladzijdes overslaan.

Waar bestaan de botten uit?

Je botten zijn gemaakt van kalkkristallen (die stof lijkt veel op schoolkrijt, je kunt het niet buigen, als je het toch probeert breekt die en hij is heel stevig) en lijmstof (een stof dat je kan buigen als een gum en net als dat een gum weer terug op zijn plaats komt op zijn plaats terug komt). Daardoor is een bot heel erg stevig want het kan een beetje buigen en toch weer niet zo veel als een gum!

Hoe kan het dat je botten wel door röntgen worden gezien en verder niks anders?

Dat komt doordat het bot de röntgenstraling in zich opneemt en röntgenstraling door al dat andere heen gaat. En doordat sommige stralingen tegen je botten komen en niet verder kunnen, komen die stralingen ook niet op de computer.
De röntgenstraling is uitgevonden door meneer Röntgen toen hij aan de andere kant van een röntgenbuis keek die hij zat te inspecteren en zijn hand in het licht hield hij had daar achter een plaat staan die dat opving (hij moest heel verbaasd zijn geweest toen hij zijn eigen botten op dat scherm zag; misschien is hij wel gestorven van de schrik), helaas stierf hij vlak daarna aan botkanker omdat hij te vaak en te lang zijn hand in het licht hield (als je te lang aan röntgenstraling wordt blootgesteld kan je omdat röntgenstraling kankerverwekkend is krijg je botkanker). Daarom gaat de tandarts altijd even de kamer uit en achter een loden plaat staan om niet geraakt te worden, want de straling kan daar niet doorheen.

Hoe kunnen je botten bewegen?

Gewrichten

Draaigewricht. nek
Kogelgewricht. schouder
Rolgewricht. arm
Ellipsvormig gewricht. pols
Zadelgewricht. vinger
Scharniergewricht. knie

Botten bewegen met de hulp van spieren en gewrichten die ronddraaien en op en neer kunnen gaan. Spieren zijn eigenlijk een beetje raar: ze kunnen wel trekken maar niet duwen, bijvoorbeeld als je de arm naar boven trekt doet R niks maar is S aan het trekken en als je de arm weer naar beneden wils trekken doet S niks en zit R te trekken. Door je scharnieren kunnen je spieren je arm op en neer trekken. Als je die niet had zouden je spieren kunnen trekken zo hard ze willen maar ze krijgen je arm niet omhoog of naar beneden.

Schedel

De schedel is eigenlijk het belangrijkste bot van je lichaam, en wel omdat het je hersenen en je oog beschermt en je tong en je oor draagt.

Ruggengraat

Je ruggengraat is na je schedel het belangrijkste stuk bot uit je lichaam. Alle zenuwen lopen van je hersenen via de ruggengraat naar de rest van je lichaam, bijvoorbeeld naar de spieren als je wilt gaan rennen, en weer terug naar je hersenen, bijvoorbeeld als je pijn hebt.

De ruggengraat zorgt ook voor de automatische reflexen (zonder dat de hersenen er aan te pas komen). Als je bijvoorbeeld op een scherpe steen stapt, dan zendt de ruggengraat een signaal terug naar de spieren van je been om het snel terug te trekken, voordat de hersenen dat hebben kunnen doen waardoor je veel sneller kunt reageren, pas daarna word het signaal naar de hersenen gestuurd.
De ruggengraat wordt ook wel wervelkom genoemd en bestaat uit 33 botjes (wervels) daarvan zijn de bovenste 24 wervels als een ketting met elkaar verbonden

De bovenste 7 wervels zijn nekwervels, die zitten vlak onder je nek en kunnen je laten knikken.
Daarna volgen 12 borstwervels die met twee ribben verbonden zijn.
Dan komt als laatste nog de lendenwervels dat zijn 5 wervels die er voor zorgen dat je zware gewichten kan tillen
Je hebt ook veel vergroeide wervels, zoals de onderste negen die samen het heiligbeen vormen. Dat zijn 5 botten die in het midden van je bekken zitten en je heupen met elkaar verbinden (ook vergroeide botten).
En dan nog vier vergroeide wervels die samen het staartbeen heten (beter bekend als het stuitje) die vroeger het begin van je staart waren en nu niks meer doen.

Als je naar het plaatje kijkt zie je dat je ruggengraat een zigzag vorm maakt. Dat is handig als zodat rug niet constant breekt, die vorm vangt klappen op, staat zo dat je zware gewichten kan tillen en maakt de mens soepeler.
Ribben

De ribben zijn heel belangrijk voor je lichaam, want ze beschermen het hart, de longen en belangrijke bloedvaten!
De ribben zijn eigenlijk een veerkrachtige kooi, je hebt 8 paar ribben (de vrouwen, de mannen hebben 7 ribben, denk maar eens aan Adam en Eva, Eva is uit een rib van Adam geboren!), daarvan zitten er zeven paar vast aan het borstbeen, drie paar valse ribben die vastzitten aan een rib daar boven, en twee paar die rond zweven.
Tussen die ribben en er aan vast zitten een paar laagjes dunne spieren die je borstkast omhoog en omlaag halen waardoor je makkelijker kan ademen. Zo zijn je ribben vijf miljoen keer op en neer gegaan in een jaar.
Het borstbeen is ongeveer 15 centimeter lang en bestaat uit drie aan elkaar geplakte botten, het bovenste stuk heeft veel weg van een driehoek, een lang, smal middenstukje en een enigszins buigzaam onderste stukje.
Armen

Je opperarmbeen is een lang bot van je schouder tot je elleboog. Ook hier krijgen we te maken met gewrichten.
Kijk maar eens naar het bovenste deel van je opperarmbeen; dat is een knobbel die precies in je houder past en aan het onderste deel is een gewricht dat precies in je ellepijp en je spraakbeen past.
Je spaakbeen en je ellepijp zijn eigenlijk een beetje aan het stoeien, ze rollen over elkaar heen weer terug, dat gebeurt als je de pols rond laat draaien. Als je de handpalm naar beneden hebt dan liggen je spraakbeen en je ellepijp naast elkaar, maar als je de handpalm naar boven hebt vormen ze een soort X-teken.
Je hand bestaat uit 27 botjes die er voor zorgen dat je de hand kan laten bewegen waarvan je botten in drie groepen zitten, bij de pols zitten 8 handwortelbeentjes die zijn zo groot als een knikker. Je middenhandsbeentjes, dat zijn vijf korte platte botjes die ieder het begin van een vinger vormen. En dan heb je als laatste je vingerkootjes nog, dat zijn de botjes die het midden en het einde van een vinger vormen (behalve bij je duim, die heeft er een minder).

Bekkengordel

Het bekken (waarvan je heupen ook een deel vormen) verbindt de ruggengraat met je benen. Je bekken zit in het midden van je lichaam. Hij draagt het bovenste stuk van je lichaam en beschermt je organen die daar in zitten (voortplantingsorganen). Bij meisjes is het bekken iets breder dan bij jongens, dat komt doordat de meisjes de baby’s door dat gat in het midden moeten wurmen om ze uit de buik te laten komen.

Aan beide kanten zit een gewricht (een kogelgewricht) die je bovenlijf laat bewegen, dat gewricht word vaak je heup genoemd. Dat bestaat uit drie aan elkaar vergroeide botten. Het grootste bot daarvan is het darmbeen die voel je ook uitsteken. Aan de zij- en voorkant van je buik. Daarna komt het zitbeen. Het woord zegt het al: het zitbeen draagt het hele lichaam als je zit. En dan komen we bij het schaambeen dat zit vlak onder het piemeltje en de vagina.

Het bekken van de mens is anders dan bij ander dieren. Dat komt daar dat menen rechtop lopen en dieren niet! Bij mensen zijn het bekken recht maar bij dieren krom. Omdat bij die ren hun poten naar beneden staan en hun lijf naar voeren bij een mens staan de benen naar beneden en het lijf omhoog!

Benen
De benen zijn het onderste deel van het lichaam en deze zijn hard nodig om op te staan (je kunt ook op je handen gaan staan maar dan kan je niks vastpakken).

Dijbeen

Het dijbeen is het grootste bot in het bovenbeen en het loopt van de heupen tot de knie. Het bovenste deel daarvan zit met een kogelgewricht aan het bekken vast, waardoor je de heupen rond kan laten draaien. Het onderste deel van het dijbeen heeft ook een functie en die laat de knie op en neer gaan!

Knieschijf

De knieschijn is zoals een paar andere gewrichten een sesambeen: dat is een ovaal botje dat zich van een zacht botje (ofwel kraakbeen) tot een hard bot heeft ontwikkeld rond een paar of één pees die warm zijn geworden omdat het kniegewricht warmte maakte door de gewrichten langs elkaar te schuren. Je knieschijf is hard nodig, want het beschermt je kniegewricht.

Onderbeen

Het onderbeen bevat twee botten: het scheenbeen en het kuitbeen, die beide aan de voet zijn verbonden. Het scheenbeen is na het dijbeen het langste en zwaarste bot in het lichaam. Het scheenbeen kun je voelen aan de voorkant van het been, want er zit spier tussen de huid en het bot; je scheen doet ook veel meer pijn als je het schaaft dan als je het op een andere plek schaaft!
De scheenbeen ondersteunt het hele lichaam. Als je dacht dat het kuitbeen dat deed dan heb je het mis! het kuitbeen ondersteunt alleen het enkelgewricht (gewricht bij de enkel). En wist je dat die twee knobbels aan allebei de kanten van je voet niet van je enkel afkomstig zijn maar dat dat van je scheenbeen is!

Voet

De voet bestaat uit 26 botjes die worden verdeeld in drie groepen: 7 als een wirwar door elkaar liggende voetwortelbeentjes, die samen de enkel en de hiel zijn. 5 Lange middenvoetsbeentjes die het midden van de voet vormen. En 14 teenkootjes die het uiteinde van de voet vormen. De grote teen heeft 2 en de andere tenen 3.

De voet heeft ook veerkracht in zich. Al denk je dat van niet. Als je de voet plat op de grond zet word de voet ook plat. Maar als je de voet dan weer optilt treedt de veerkracht in en word de voet een soort boog. Door die veerkracht word de schok als je de voet neerzet ook minder.

Mensen hebben wel ongeveer zeshonderd spieren in hun lichaam. Die ieder hun eigen ding doen. De meeste zaten je lopen of voortbewegen maar er zijn ook heel veel spieren die voor iets anders helpen bijvoorbeeld bij het ademhalen. Ongeveer 40% van ons lichaam bestaat uit spieren, bij vrouwen is dat iets minder. Waardoor zij weer andere dingen meer kunnen doen.

Je skelet helpt je recht op staan, geeft je bescherming en maakt dat je soepel kunt lopen, maar het zijn de spieren en pezen, die je laten bewegen (de skelet spieren) maar ook binnen in het lichaam zelf beweging veroorzaken (de hartspier, de pupil de maag en darmwand en de wand van de slagaders.

Skelet spieren
Skeletspieren kun je zelf besturen en bewegen niet vanzelf; je hebt er dus de controle over.
Spieren kunnen (zoals je in het hoofdstuk “het skelet” hebt kunnen lezen ) alleen maar trekken en niet duwen. Daarom zitten aan beide Trekkende biceps kanten van je armen, benen, buik/rug en nek, anders kon je alleen maar omhoog gaan of alleen maar naar beneden gaan en dan niet meer naar beneden gaan of niet meer omhoog gaan. De pezen zitten tussen het bot en de spieren en zorgen er voor dat de spieren aan de pezen kunnen trekken en zo het bot kunnen laten bewegen.

Hoe kunnen spieren bewegen?

Spieren kunnen dus alleen maar trekken, maar dat doen ze niet uit zichzelf! Ze krijgen via de zenuwen in het lichaam een prikkel van de hersenen om samen te trekken.

Wist je dat spieren ook eten nodig hebben? Ze eten het eten dat opgegeten is en krijgen het via de darmen en het bloed aangevoerd. Het eten dat door het bloed word aangevoerd zijn zuurstof en voedingsstoffen. Een spier laat een arm optrekken door zich zo kort mogelijk te maken waardoor hij een stuk van je arm meeneemt terwijl de spier aan de andere kant van je arm zich ontspant.

Pezen

Pezen zijn net een soort riemen. Ze houden de spieren vast en zitten ook zelf vast aan het dichtbijziendste bot en ze zorgen er ook voor dat je spieren te horen krijgen wat ze moeten doen. Pezen zijn wit je kan op de twee plaatjes op de vorige bladzij zien wat de pezen zijn.

Spieren in je gezicht

De kleinste spiertjes zitten in je gezicht. Waar door je allerlei hele kleine kan doen, zoals bijvoorbeeld je neusvleugels uit elkaar zetten, één wenkbrauw optillen en je oren bewegen.
Door die spieren kunnen de lippen op en neer gaan om te praten, kun je knipperen en wist je dat je tong ook een spier is? Door die spieren in je gezicht kun je ook emoties uitdrukken, zoals boos, verdrietig, blij en verbaast. In je gezicht zitten dus heel veel spieren. En de meeste daar van zitten rond je wenkbrauwen. Wist de dat niet? Als je lacht bewegen er veel minder spiertjes dan als je fronst.

Blessures

Er zijn vier soorten blessures dat zijn:
- spierpijn
- spierverrekking
- acute blessure
- en chronische blessure

Spierpijn
Spierpijn komt niet onmiddellijk na een zware training maar komt na ongeveer 24 tot 48 na een zware training. Bij die training is er dan een microstukje van je spier gescheurd maar het word snel gerepareerd. Naarmate je verder komt met die training zal de pijn minder worden.

Spierverrekking
Als er spierverrekking is heb je op vee plaatsen spierpijn gekregen op één spier. Dan kan de spier minder goed zijn werk doen. De genezing van een verrekte spier kan een week tot een paar maanden duren. Het beste advies is om rustig aan te doen en je huisarts te raad[plegen.

Acute blessure
Een acute blessure verlamt die spier 24 tot 48 uur of kan in die tijd zijn kracht verliezen. Als dat gebeurt moet de naar de huisarts.

Chironische blessure
Dat is een blessure die dagen, weken en soms maanden kan blijven en soms vaak nog eens terug komt.

Gladde spieren

Gladde spieren zijn bijna het tegenovergestelde van skeletspieren. Ze zorgen dat alles binnen in het lichaam beweegt. Al heb je er geen weet van bijvoorbeeld maagwand, darmwand, slokdarm, pupil en slagaderwand. Die spieren kunnen we niet zelf laten bewegen want het gaat automatisch! Het is een heel andere spier en wordt in tegenstelling tot de andere spieren nooit moe.

Hartspier

De hartspier is een bijzondere spier, hij zit namelijk alleen maar om het hart en is ook onvermoeibaar, anders zou het hart kunnen denken: “ik ben moe ik stop er mee!” En dan ga je dood. Je hartspier dus bijna net zoals de gladde spieren en doet net als hun de automatische beweging zonder dat je weet dat je het doet.

De huid is het grootste orgaan in het lichaam

Als jij denkt dat je huid iets is wat al je ingewanden bij elkaar houdt en verder niets doet heb je het gigantisch mis. Hij beschermt je tegen bacteriën zodat je niet ziek wordt en dood gaat. Je huid zorgt er voor dat je niet te koud wordt en onderkoeld raakt, en niet te heet wordt en oververhit raakt. En je huid zorgt er voor dat je niet uitdroogt en in elkaar schrompelt. Je huid kan dingen voelen, dat is hard nodig, want als je dat niet kon kan iemand je arm van je schouder af hakken zonder dat je dat merkt. En je huid laat je herkenbaar zijn voor anderen, anders is iedereen een gewone klont vlees en bloed.

Om te begrijpen hoe je vel in elkaar zit ga ik dat in stappen uitleggen.
Opperhuid
De opperhuid is het buitenste laagje van de huid die bestaat vooral uit hoorncellen. Dat zijn cellen die zich heel veel keer per seconden kunnen splitsen en vermenigvuldigen, zodat je huid mee kan groeien, want die hoorncellen kan je alleen met een heel goede microscoop bekijken (wist je dat de hele wereld en alles wat daar op leeft en niet leeft van cellen is gemaakt?). Die cellen worden telkens opnieuw gemaakt net onder de opperhuid; dan schuiven ze telkens een stukje naar buiten, doordat er onder hun nieuwe cellen worden gemaakt, die de oude cellen boven hun een eindje naar buiten duwen. Als die cellen dan boven op de huid liggen gaan ze dood, maar dan zijn ze juist zo belangrijk omdat ze dan een heel sterk pantser worden die moeilijk doordringbaar is voor de ziektes, de opperhuid wordt elke 30 dagen vervangen.

Tussen je hoorncellen zitten nog andere cellen: de pigmentcellen. Die zorgen er voor dat de huid wordt beschermd tegen zonnestraling, dat zijn kleine deeltjes van de zon die kunnen veroorzaken dat je kanker krijgt. Die pigmentcellen geven stoffen door aan de hoorncellen die de deeltjes van de zon bestrijden en vernietigen.

Lederhuid
In de lederhuid vinden we veel cellen die bindweefsel worden genoemd en alles dat daar is bij elkaar houden. Verder vinden we twee verschillende bloedvaten: een bloedvat, dat bloed aanvoert en een bloedvat dat afvalstoffen wegvoert. Dan zitten daar ook de zenuwen tussen want anders zou je niks voelen.

De bloedvaten spelen een hele grote rol in je lederhuid. Het voert bloed aan tot in de verste uithoeken van je lederhuid en de onderkant van je opperhuid. Het regelt je temperatuur: als je het warm hebt voet het lichaam warmte af om beer koud te worden door de bloedvaten te verbreden. Bij iemand die het koud heeft zijn de bloedvaten heel dun omdat ze warmte wille houden. Als je het warm hebt bijvoorbeeld als je gesport hebt heb je al gauw een rode huid omdat er dan veel bloed in je huid zit. En door te zweten koelt de huid ook af.

De lederhuid is ook een heel goed verdedigingssysteem van witte bloedlichaampjes. Als je dan een wond hebt zitten in dat bloed allemaal witte bloedlichaampjes die alle virussen tegen houden en bloedplaatjes die de wond weer dicht maken door er een korstje op te leggen.

De lederhuid maakt je huid ook elastisch en veerkrachtig, maar als je huid veroudert neemt dat af. Dat komt doordat er in de lederhuid talgkliertjes zitten die vet afscheiden en dat maakt de huid soepel.

Onderhuids bindweefsel
Dit is de onderste laag van de huid. Deze laag bestaat vooral uit vet grote stukken bindweefsel (bindweefsel is een soort plakkerig spul dat alles bij elkaar houdt) en bloedvaten. Het onderhuids bindweefsel zorgt voor wat meer warmte en energie in tijden dat je amper energie hebt doordat je lang hard gerend hebt.

Hier beginnen ook de haren te groeien (haarzakje); ook op je armen, benen en in je gezicht. En wist je dat wij meer haren hebben dan een aap wij hebben ze dichter op elkaar zitten dan een aap. Als een talgklier te veel vet afscheidt dan raakt het haarzakje ontstoken en krijg je een pukkel. Kinderen met een vette huid moeten hun huid daarom goed schoon houden.

In het onderhuids bindweefsel zitten ook de zweetkliertjes die je huid laten afkoelen door zweet naar buiten te duwen. Ze zitten dicht bij de bloedvaten zodat ze direct kunnen voelen hoe warm het bloed (het lichaam) is.

Het zenuwstelsel is (net als alle andere organen) heel hard nodig in je lichaam. Het is ook een zintuig (voelen). Je zenuwstelsel word door de hersenen aangestuurd, je hersenen is een soort directeur want hij zorgt voor heel je lichaam en laat je alles doen! Je hersenen gebruiken je zenuwstelsel als een soort koerier, als hij een bericht naar een stier in je arm wilt sturen stuurt hij dat bericht via je zenuwstelsel naar je spieren.

De hersenen bestaan uit twee helften links en rechts (logisch) die doen allebei iets anders, De rechter hersenhelft zorgt voor gevoel (als verdriet, blijdschap, en gevoel voor kunst), het herkennen van dingen (een hoofd in een boek herkennen), aanvoelen van dingen (je voelt dat er iemand over je schouder staat mee te kijken in je boek en dat geeft je een raar gevoel) en zorgt ervoor dat mensen kunnen bewegen.

De linker hersenhelft laat mensen denken over dingen, leren door iets te zien, luisteren en leren. De linker hersenhelft zorgt er ook voor dat je weet wat er om je heen gebeurt.

Het blauwe stuk van het linker plaatje kan je laten verstaan wat andere mensen zeggen en het laat je bewegen, het groene stuk heet het slaapbeenkwab waar je kunt horen en ruiken, het roze stuk heet de achterhoofdskwab waarmee je kunt zien en het gele stuk heet de wandbeenkwab waar je kunt proeven, praten, voelen en kunt lezen.

Er is nog iets heel interessant wat jullie moeten weten: de mens gebruikt maar 30% van zijn hersenen. Als hij 100% kan gebruiken zouden we nu misschien een maar miljoen jaar in de toekomst leven.

Ik ga jullie nu over hersenen vertellen in verschillende stukken.
Gedachten
Een gedachte is een soort geestelijke spanning (dan is de geest gespannen) die door de hersenen spookt met een vraag op zoek naar een oplossing. Zolang hij dat niet vindt zal die gedachte in je hoofd blijven rondspoken of je dat merkt of niet. Daardoor ben je constant aan het denken. Let maar eens op, als je iets dwars zit kun je het niet naast je neer leggen of komt het vroeg of laat wel weer terug.

Als je aan het denken bent is je lichaam ook bezig. Als je te veel denkt kunnen andere mensen zien dat je denkt. Dan ben je onrustig, zenuwachtig, kan je niet slapen of ben je de hele tijd aan het trillen. Constant denken is niet normaal, hoewel je denkt dat dat wel normaal is omdat je dat gewent bent.
Over gedachten zijn zelfs de beste deskundigen het niet over uit, omdat het de grootste computer op de hele wereld is. Ja, ja je hoort (leest) het goed, de hersenen zijn de grootste computer van de hele wereld.

Waarom je hersenen de grootste computer van de hele wereld zijn?
Omdat je hersenen je laten lopen en allerlei andere dingen kan wat een gewone computer niet kan. Bij de gedachten is dat net zo, dat zijn eigenlijk gewone regelingen in je hersenen dat gemaakt wordt van heel wat hersencellen (je hersenen bestaan alleen maar uit hersencellen een stuk of 1.000.000.000.000 en nog wat meer nullen.) die aan elkaar gesloten worden en dingen gaan doen, als je bijvoorbeeld denkt “oeps ik moet mijn tanden nog poetsen dan zijn er in je hoofd wat hersencellen aan elkaar gesloten die een rede hebben gezocht om iets te doen. Dit keer was dat dus of je je tanden had gepoetst.

Herinneren

Als je iets hebt herinnerd zijn je hersenen weer eens bezig geweest. Dan zoeken je hersencellen naar wat stukjes herinnering. Als ze het begin vinden volgt de rest vaak vanzelf. Door sommige dingen te begrijpen kan je dingen beter herinneren. Bijvoorbeeld als je snapt waarom tandpasta goed is voor je tanden weet je ook hoe dat ene gaatje in je kies kwam en herinner je dat je vaker. Die herinneringen van je kies liggen ergens bij wijze van spreken ergens in een laatje achter in je hoofd. Maar het vinden van je herinneringen is alleen moeilijk.

Leren

Als je iets gaat leren, leggen je hersenen een bepaalde verbinding aan die datgene wat je hebt geleerd moet bewaren, en omdat dat een gewone regeling is van je hersenen en heel vaak uitgevoerd kan worden, kan iedereen een soort professor worden die alles weet wat hij geleerd heeft (als hij dat zou willen). Hoe snel dat gaat kan verschillen, maar iedereen kan eigenlijk een genie worden.

Hersenritmes

Mensen hebben 4 hersenritmes. Van laag naar hoog zijn dat: diepe slaap, dromerigheid, ontspannenheid en aandacht. De meeste mensen zitten teveel op het aandachtritme ofwel het stressritme, door dan rustiger aan te doen en te plannen kunnen die mensen naar het ontspannenheidritme. Dan voelen zij zich veel prettiger en zijn ze veel creatiever en speelser.

Gewoontes

Gewoontes heeft iedereen wel. Het is een soort patroon (een ding) wat je vaak doet en daardoor dus zonder nadenken gaat. Gewoontes zijn gemakkelijk want dan hoeven we niet telkens denken “linkervoet naar voren, rechter voet naar voren door de knieën zakken en zitten “ en ga zo maar door. Dan kunnen we ons op andere dingen concentreren. Een gewoonte is eigenlijk een aansluiting van wat hersencellen die een beweging gevormd hebben.
Duizenden keren per dag doen we iets onbewust. Het is een zeer belangrijke functie die ieder redelijk normaal wezen heeft. Zonder dat zouden we niet kunnen denken en zouden onze hersenen overvol zitten.

Dromen

Een droom is iets wat iemand denkt te zien en te horen terwijl hij slaapt. Dromen komen voor tijdens de REM-slaap (REM = Rapid Eye Movement ofwel : snelle oog beweging). Dat is een gedeelte van de nacht dat je slaapt en dat je ogen in turbosnelheid gaan trillen. Dat betekent dat je aan het dromen bent en dan lijkt het net als of je wakker bent terwijl je slaapt maar je beweegt maar een heel klein beetje, omdat je een soort van verlamd bent als je slaapt. En dat is maar gelukkig ook want anders lig je altijd als je wakker wordt naast je bed of sta je op eens in een andere kamer.

Kleine hersenen

De kleine hersenen zijn klein maar doen heel veel ze zorgen voor namelijk 10 % van de hersenbezigheden en zitten vlak onder de hersenen ze doen natuurlijk ook het belangrijkste: ze kunnen je laten aanpassen, bewegen, laten je ogen bewegen, en kunnen kijken of je iets wel goed doet. En ook iets belangrijks is: ze zorgen voor je reflex samen met je ruggengraat!

Hersenstam

De hersenstam is ook een soort stam van de hersenen, het is het oudste stuk hersenen van het begin van de mens. 10 van de 12 hersencellen komen oorspronkelijk daar vandaan. Dat is ook heel goed mogelijk. Want de hersenstam zorgt voor het waakzaamheid in je slaap, het bewegen van je oog je pupilgrote, voelen van bewegingen en zwaartekracht, het huilen, het plassen, het kauwen en slikken, het proeven, het aanvoeren van speeksel in je mond, het kotsen, de spijsvertering, het ademhalen, het bloed dat door je lichaam stroomt en sommige vormen van horen.

Er zijn vijf zintuigen: horen, proeven, voelen, kijken en ruiken. Dat zijn ook allemaal organen, maar ook vijf speciale organen: ze vertellen ons (de hersenen) namelijk wat er om ons heen gebeurt.

Zien

Zien doe je met je ogen maar hoe zien je ogen?
Het oog is een bijzonder zintuig dat van kilometers ver en dichtbij kan zien.
Het oog heeft ook wat hulpmiddelen nodig, bijvoorbeeld de wenkbrauw die zorgt er voor dat al je zweet niet in je oog druppelt.

Het oog heeft een bovenste en een onderste ooglid. Deze oogleden beschermen het oog door heel snel dicht te gaan als iets in je oog komt of te dicht bij je oog komt zodat je oog niet wordt beschadigt. Op die oogleden zitten een soort ooghaartjes (wimpers) die er voor zorgen dat er geen stof in je oog kan komen en zonlicht van boven niet in je oog kan schijnen. In het bovenste ooglid zit een traanklier die er voor zorgt dat je oog nat blijft en niet uitdroogt. Door het knipperen van je oogleden word dat traanvocht over je oog verspreid. Dat traanvocht stroomt dan over je oog naar beneden waar het wordt opgevangen door een traanbuisje dat het traanvocht naar je neus toe brengt. Daar wordt het afgevoerd naar je neusholte (binnenkant van je neus), daardoor kan je huilen en snotteren tegelijk.

Het oog is eigenlijk een met gelei gevulde bol met een sterke doorzichtige buitenkant dat midden in een laag van vet en spieren ligt. Het oogbol bestaat uit drie lagen 1: de buitenste laag (de harde oogrok) 2: de middelste laag(het vaatvlies en 3: de binnenste laag (het netvlies). De harde oogrok is het doorzichtigste deel van je oog, dat komt door het hoornvlies, dat is een soort raam op je oog dat net op het iris zit. Het vaatvlies is het belangrijkste deel van het oog: daar zit de lens die het beeld omdraait en door laar schijnen tot het achterste deel van het oog. Het netvlies is het achterste deel van het oog en vangt de straling van de lens op, dan stuurt hij dat nar de hersenen die dat ontvangen en omdraaien omdat de lens het beeld omdraait.

Horen

Horen doe je met je oren, dat weet iedereen, maar hoe je hoort, dat weten veel mensen niet!

Dat ga ik je nu eens allemaal uitleggen; dat ligt samen met het grootste deel van je oor achter je slaap.

Je oren kunnen wel 400.000 verschillende geluiden horen.

Geluid is eigenlijk een trilling in de lucht (net als wanneer je een steentje in het water gooit en daar kringen om heen komen, alleen zie je het niet) die tegen je trommelvlies aankomen en als trillingen worden opgevangen door haartjes in je oren die verbonden zijn met je zenuwen die dat doorseinen naar je trommelvlies die het weer doorseint naar je hersenen waar het word verwerkt tot geluid.

In je oor zit ook je evenwichtsgevoel daarmee kun je op een been blijven staan.

Ruiken

Ruiken doe je met je neus, dat is inmiddels wel bekend. Maar hoe ruikt je neus? Dat is een grote vraag! Als je dit hebt gelezen, is het je allemaal duidelijk.

Boven in je neus zit je reukorgaan, ook wel je reukepitheel genoemd. Op dat reukorgaan zit een laag slijm (geen snot) met daar onder je zintuigcellen. Als de lucht door de neus ingeademd wordt moet die lucht eerst helemaal door al dat slijm heen (ben jij blij dat je geen lucht bent!) en komt dan pas bij die zintuigcellen waar de stofjes uit de lucht tegen die cellen plakken. Daarna wordt bekeken wat voor een geur het is en zenden de zenuwen die met de cellen verbonden zijn dat naar je hersenen. Die reageren op die geur (als je poep ruikt laten ze je weg lopen).

Is het je wel eens opgevallen dat je neus zich kan aanpassen? Als je bijvoorbeeld een kamer binnen loopt met geurende bloemen ruik je dat meteen, maar al na een paar minuutjes ruik je dat niet meer, omdat je neus aan die geur is gewend.

Je neus kan wel miljoenen dingen ruiken maar er zijn maar duizenden geuren op de aarde.

Wist je dat je neus een heleboel herinneringen heeft en een geur direct herkent als je hem al eens eerder hebt geroken!

Proeven

Proeven doe je met je tong. Maar niet met je hele tong. Dat kan maar op sommige plekken. Op het begin van je tong proef je zoet, daar naast proef je zout, daar boven proef je zuur en daar tussen in zitten je bittersmaakpapillen. Smaakpapillen zijn van die kleine bolletjes die je ziet als je voor de spiegel gaat staan, die laten je proeven (als je me niet snapt kun je nog altijd naar het plaatje hier onder kijken) dat kun je testen: als je een suikerklontje op het puntje van je tong legt proef je zoet, maar als je het suikerklontje op het achterste van je tong legt proef je niks!
Die smaakpapillen hebben een eigen vorm. Als er een andere pappil aan komt moet die precies aan die pappil passen als dat zo is sturen je maakpapillen een bericht naar je hersenen dat je dat proeft

Voelen

Je kunt vier dingen voelen warmte, kou, pijn en aanraking, Dat komt door je zenuwuiteinden, die zitten vlak onder je huid en kunnen dus alles voelen wat er zich buiten afspeelt.

Warmte en kou

De zenuwuiteinden weten hoe warm je lichaam is. Omdat ze zelf in de huid zitten. En weten dus of je iets kouds of iets warms aanraakt. Je lichaam is 37 graden. En als er iets kouder is dan 37 graden wordt dat dus als koud gesignaleerd. Maar iets dat warmer is dan 37 graden word dus als warm gesignaleerd.

Pijn

Pijn is hard nodig in je lichaam. Als je bijvoorbeeld een wond hebt en je merkt dat niet kan je helemaal leeg bloeden. Door een harde klap of een scherp mes merken de zenuwuiteinden dat er een wond of blauwe plek is en sturen een signaal naar de hersenen die soms word opgepikt door je ruggengraat en een signaal terug zendt zodat je extra snel dan reageren.

Aanraken
Aanraken noemen we met een duur woord de tastzin. De tastzin is dat je voelt of het hard of zacht is, scherp of bot. Tastzin is dus eigenlijk gewoon voelen wat iets is!

Iedereen weet wat bloed is: dat is dat rode spul dat uit je lichaam komt als je een wondje hebt. Dat bloed stroomt in bloedvaten door je huid. Je bloedvaatjes lopen door je hele lichaam. In je lichaam zit ongeveer 5 liter bloed( bij een volwassene, kinderen hebben ongeveer 2 of 3 liter bloed in hun lichaam zitten). Bloed is ook heel veel meer dan alleen dat rode spul dat naar buiten komt, het houdt ook bacteriën tegen. En geeft je spieren zuurstof zodat ze kunnen bewegen.

Waar bestaat bloed uit?

Bloed bestaat voor 54 % uit doorzichtig bloedplasma.
Dat bestaat voor 92% uit water.
Voor 7% uit eiwitten, dat zijn enzymen, en dat zijn stoffen die het voedsel uit het eten helpen halen.
En verder voor 1% uit andere cellen zoals hormonen (een stof die je laat groeien van baby tot oma/opa)

Bloedplasma is een soort bezorger voor je lichaam en vervoert rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bouwstoffen (zuurstof en andere dingen) die je spieren en cellen gezond houden.

Voor 1% uit witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes die beschermen je lichaam als er een wondje is, door tegen de bacteriën te vechten die binnen proberen te komen.

En voor 45 % uit rode bloedlichaampjes, daardoor is je bloed zo rood!
Ze zorgen er voor dat er zuurstof van je longen naar je spieren en je hersenen die die zuurstof nodig hebben gaat en dan weer terug komen met kooldioxide.

Je rode bloedlichaampjes voeren ook afvalstoffen weg (kooldioxide. Verbruikte zuurstof) die adem je dan weer uit.

Bloedplaatjes

Bloedplaatjes laten je niet leeg bloeden. Ze houden het bloed juist tegen! En wel door op je wond te gaan liggen, en een korstje te worden. Als de wond genezen is vallen de bloedplaatjes vanzelf weer af

Waar is bloed goed voor?

Bloed is hard nodig (dat zal je wel vaker horen in dit werkstuk) in je lichaam, het houdt virussen tegen vervoert bloed in je lichaam. Verder laat het je afkoelen en houdt het je lichaam warm.

Hart

Het hart is het begin en het eindpunt van je lichaam voor het bloed. Het bloed waar geen zuurstof in zit komt door de bovenste en de onderste holle ader naar binnen en gaat via de longslagadersnaar buiten om zuurstof te krijgen, dan komt het weer terug naar het hart via de longaders en komt het bloed weer in het lichaam via de aorta.

Bestrijding van ziektes

Ziektes kunnen dodelijk zijn. Vooral als je er nooit eerder mee te maken had, dan is je lichaam er niet tegen bestand omdat je lichaam dat nog nooit eerder heeft gezien en dus ook geen tegenmiddel heeft.

Daar hebben de mensen iets op bedacht (zoals gewoonlijk): ze doen wat dode bacteriën in je lichaam waardoor je niet ziek word maar wel even misselijk wordt, want je lichaam moet bliksemsnel wat bestrijdingsmiddelen ontwikkelen om die dode cellen weg te halen (op te eten, een cellen die elkaar bestrijden gaan niet met een harnas en een zwaard of een met een pistool vechten. ze hebben een andere manier ontwikkeld. ze proberen hun armen om de tegenstander heen te slaan en ze dan in één hap op te eten) je lichaam heeft bij je geboorte al wat cellen die de ziektes te bestrijden die cellen worden de witte bloedlichaampjes genoemd die bestaan uit een T-cel een B-cel en een macrofaag de als de T-cel bemerkt dat er een ziekte in je lichaam zit rennen ze achter die ziekte aan als ze een ziekte vinden zoekt hij snel een B-cel die een vies goedje over de ziektes heen spuit zodat de ziektes niet weg kunnen zwemmen dat is een race tegen de klok want de ziektes kunnen zich in een seconde voortplanten door zich te splijten, als er dan een heleboel ziektes bij elkaar zitten komt de macrofaag er aan die zijn armen om hen heen sluit en ze opslokt (hij kan wel twintig ziektes opslokken in een hap!).

Ademhalen doe je met je mond en je neus. Dat weet iedereen, maar wat gebeurt er met die lucht voordat je het weer uitblaast?
Dat kom je in dit hoofdstuk allemaal te weten.

De lucht die wij inademen bestaat voor 21% uit zuurstof en voor 79% uit stikstof. De zuurstof uit de lucht heb je nodig om te kunnen doen wat ze moeten doen. De organen in ons lichaam, bijvoorbeeld onze spieren, hebben zuurstof nodig dat via het bloed aangevoerd wordt om hun werk te kunnen doen.

Mond en neus

Je ademt met je neus of mond lucht in, in die lucht zit zuurstof. De lucht die je inademt gaat als eerste door je keel (de neus en je mond zijn met elkaar verbonden bij het uiteinde van je tong), de lucht neemt in het begin van je keel de zelfde weg als het eten, maar gaat halverwege je keel zijn eigen weg.

Luchtpijp

Allereerst gaat de lucht naar je luchtpijp dat is een lange pijp van halverwege je keel tot je ribben, soms komt daar wel eens wat eten in en dat moet niet; daardoor ga je hoesten dan wordt het eten dat per ongeluk in je keel is gegaan naar buiten gehoest.

Longen

Als het bij je longen is schiet de lucht door allerlei smalle gangetjes en wordt het zuurstof er uit gehaald. Die zuurstof wordt dan naar je hart gevoerd waar het wordt vermengt met het bloed dat langs komt; dat bloed is dan zuurstof arm en kooldioxide rijk, en levert je zuurstof aan je hele lichaam en geeft de zuurstof door aan de spieren. Je spieren gebruiken zuurstof om te bewegen en geven kooldioxide terug. Je bloed voert dat weer mee terug naar het hart waar het kooldioxide afgeeft en weer nieuwe zuurstof krijgt; de kooldioxide die ze dan teruggeven wordt weer teruggevoerd naar je longen die het weer terug geven aan je luchtpijp en je het weer uit ademt, die lucht die je hebt uitgeademd is kooldioxide.

De groene puntjes die je op deze tekening ziet zijn de longblaasjes gevuld met ingeademde lucht. Vele kleine bloedvaatjes halen het zuurstof daar uit de longblaasjes, en geven kooldioxide weer af. Die bloedvaatjes zijn een soort kringloop: ze brengen zuurstof naar het hart, die hun het lichaam weer in stoot naar alle organen in het lichaam, en dan komen ze met kooldioxide weer terug bij het hart die hun naar de longen stuurt waar ze nieuwe zuurstof krijgen en weer naar het hart!

Steeds weer nieuwe zuurstof

En nu vraag je je zeker af waarom na miljoenen jaren nog steeds voldoende zuurstof in de lucht is. Dat komt doordat, (je gelooft het of niet) de planten omgekeerd kooldioxide inademen en zuurstof uitademen.

In totaal duurt het vanaf dat je het broodje kaas hebt ingeslikt 17 tot 46 uur voor dat je het uit kan poepen. Hoe komt je lekkere broodje met kaas er nou als een bruine gelei uit?

Dat kom je in dit hoofdstuk te weten.
Je moet ook even weten dat het spijsverteringskanaal onwijs lang is (spijsverteringskanaal betekend eigenlijk de weg die je eten aflegt en die onwijs lang is) dat is in totaal 8,35 meter met nog de maag erbij waar je eten ook nog van boven naar benenden moet zwemmen.

Hier even een tabel over de lengte en inhoud van je spijsvertering:
Slokdarm lengte 25 cm (van de mond tot de buik)
Maag Max. inhoud 4 liter (in de buik)
Dunne darm lengte 6,4 meter (onder de maag)
Dikke darm lengte 1,5 meter (onder de dunne darm)
Endeldarm lengte 20 cm (tussen het kruis en de dikke darm.)

Mond

Allereerst beginnen we met hoe het eten naar je maag gaat. Dat gaat via je mond, en als je het eten inslikt naar het achterste van je mond, genaamd je “huig.” Als je je mond open doet voor de spiegel is een soort hangend ding boven in je mond het begin van je huig. Dan gaat het door het strotklepje dat zich aan het begin van je tong bevindt (halverwege je keel), waarmee je kunt praten. Door dat strotklepje kan eten en lucht (maar niet allebei), omdat als je slikt de klepjes van je strotklepje dan de weg van de lucht afsluiten, zodat het eten daar niet in kan (het eten kan wel naar de maag want daar zit ook lucht denk maar eens aan een boer). Als het daar langs is komt het bij de slokdarm die het naar de maag vervoert.

Slokdarm ( 25 cm )

Je slokdarm is een soort gang met allemaal slijm aan de randen die er samen met het speeksel uit je mond voor zorgen dat het eten niet in je keel blijft steken.

Maag

Dan komt het tien seconden nadat je het eten hebt ingeslikt in je maag, dat is een soort zak gevuld met bacteriën die het eten aanvallen dat in de maag komt en dat verteren, dat duurt ongeveer drie uur tot het in de dunne darm komt als een dikke brij.

Dunne darm (6,4 meter)
De dunne darm is bij een kind 4 meter lang en bij een volwassene 6,5 meter lang hij groeit behoorlijk. Dat is natuurlijk niks vergeleken bij de darm van een koe want die is wel 45 meter lang en dat komt omdat een koe een plantereter is en dan kost het veel meer tijd om je (gras) eten te verteren.
In de dunne darm zijn drie verschillende darmen: de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm.

Bij de twaalfvingerige darm worden de stoffen afgebroken die je gaat uitplassen of in je bloed worden opgenomen. De stoffen genaamd de “Enzymen” in het begin van de darm breken de vetten koolhydraten (stoffen waardoor je energie krijgt) en eiwitten (bouwstoffen voor je lichaam) af. Dat voedsel blijft drie tot zes uur in de dunne darm. Spijsvertering betekend eigenlijk het afbreken van stoffen uit je eten voor energie. Die stoffen in je dunne darm worden in je bloed gestopt en gaan naar je lever. Daar vertel ik je in het stuk “lever” meer over.
In de nuchtere darm wordt het eten nog meer verteerd dan blijft er nog maar weinig over.
In de kronkeldarm staan een soort van pilaren. Op die pilaren stikt het van de enzymen. Die enzymen breken het vloeibare eten af tot voedingstoffen voor je energie. Die voedingsstoffen worden meteen afgevoerd door het bloed en niet naar je lever gestuurd.

Lever

Je lever (dat rode ding) boven je maag controleert het bloed op giftige stoffen die hij dan in de galblaas op slaat die de stoffen door andere stoffen laat afbreken en daarna moet je plassen. En het bloed dat nog goed is wordt naar je hart gestuurd.

De dikke darm ( 1,5 meter)

De dikke darm kijkt of er nog restjes energie in je eten zitten en haalt het water er uit, als je ziek bent werken je darmen niet goed en krijg je diaree, en ben je minder fit, dat water dat je dikke darm uit je eten heeft gehaald wordt in je galblaas gestopt om uit te plassen.

De endeldarm ( 20 cm )
De endeldarm is het allerlaatste stuk van je spijsvertering, die krijgt onverteerbare ingedikte voedselresten, om het even geleerd te zeggen dat is poep (moeilijk woord ) ofwel ontlasting. Je anus zit aan het eind van je endeldarm en houd de poep tegen, anders zou het er zomaar uit lopen. In je endeldarm wacht je poep dan tot je sluitspier van je anus open gaat en dan gaat het er uit.

Je hormonen worden in je hersenen gemaakt. Het zijn chemische stoffen (scheikundig) die worden bediend door speciale klieren (zakjes vol met speciale stoffen), waarna ze door je hele lichaam worden gestuurd. Elk hormoon heeft een speciale opdracht die stoffen worden direct in het bloed opgenomen. Als er meer hormonen in het bloed zitten hoe beter ze hun werk kunnen doen.

De belangrijkste verbinding tussen de zenuwen en hormonen zit in het onderste deel van de onderste hersenen genaamd de hypothalamus (spreek uit: hiepotalamus). De hypothalamus regelt het hele systeem doordat ze de belangrijkste klier , de hypofyse bestuurt. De hypofyse is zo groot als een erwt maar maakt wel de tien belangrijkste hormonen zoals bijvoorbeeld het groeihormoon.

De andere belangrijke klieren zijn: de schildklier, de bijschildklier, de bijnieren, de alvleesklier, de eierstokken en de teelballen.

Hormonen zijn bijzondere dingen in je lichaam, je hormonen laten je groeien, kunnen je laten voortplanten en kunnen je stemming veranderen (tijd van de maand bij vrouwen).

Wat doen hormonen?

Er zijn veel soorten hormonen, zoals het groeihormoon, gemaakt door de hypofyse. En het voortplantingshormoon die gemaakt wordt in de eierstokken of de teelballen. Die hormonen maken je een mens anders zou je niet groeien en geen baby’s kunnen maken of krijgen.

Groeihormoon

Een groeihormoon laat je groeien (tot zover nog duidelijk?). die groeihormonen zitten in je bloed en op nog veel andere plaatsen.

Voortplantingshormoon
Voortplantingshormonen gaan in je bloed zitten als je in groep 7 – 8 zit, je balletjes glijden dan naar beneden of laten je eierstokken eitjes maken. Zodat je kinderen kan maken en/of krijgen. Bij mannen heet dat hormoon testosteron, gemaakt in de teelballen. En bij vrouwen zijn dat twee hormonen namelijk oestrogeen en progesteron. Deze worden gemaakt in de eierstokken.

Testosteron zorgt bij mannen voor de ontwikkeling van de geslachtsorganen, voor de haargroei in de oksel en de schaamstreek. Tijdens de puberteit zorgt dit hormoon voor baardgroei, voor spierontwikkeling en dat mannen een baard in de keel krijgen.
Oestrogeen en progesteron zorgen bij vrouwen voor de ontwikkeling van de geslachtsorganen en de groei van borsten. Ook dat er haargroei in de oksels en schaamstreek komt en voor het maken van vet.

Adrenaline

Het hormoon adrenaline wordt gemaakt in de bijnieren (die liggen vlak bij de nieren) en werkt veel samen met het zenuwstelsel en zorgt er voor dat het lichaam tegen stress kan. Bij stress worden de oogpupillen groter zodat er meer licht naar binnen kan komen, kleine bloedvaatjes worden kleiner waardoor je bleker wordt, maar het bloed naar de spieren wordt juist groter zodat de spieren heel plotseling kunnen bewegen. Verder krijgt het bloed meer zuurstof en de lever maakt meer energie en het hart begint sneller en harder te kloppen. Het hormoon adrenaline komt in een paar seconden in je lichaam vrij bij een plotselinge schrik of angst. Vroeger als een mens in de oertijd met een gevaarlijk wild dier oog in oog kwam te staan had het lichaam twee keuzes: vechten of vluchten. Nu moet je dat beheersen en dat kan best vermoeiend zijn.

De andere hormonen
Er zijn wel meer dan 200 hormoon of hormoonachtige stoffen ontdekt, en elke paar maanden ontdekken wetenschappers een nieuw hormoon waardoor het steeds ingewikkelder word om er achter te komen hoe het lichaam met de hormonen precies werkt.

Nieuwe organen?
Hoe ziet de mens van de toekomst eruit? Krijgt de mens nieuwe organen?
Ja, de toekomst dat is heel moeilijk te achterhalen, veel mensen denken dat we vliegende auto’s krijgen maar ik denk dat de mens teleportatie apparaten gaan maken.

Veel mensen denken ook dat er zelfdenkende robots worden uitgevonden die de wereld veroveren en de mens als batterij gebruiken, of dat mensen later niet meer worden geboren, maar gekweekt.

In ieder geval wordt het leven veel gemakkelijker.

Geneeskunde
Er worden veel meer medicijnen gemaakt, dat is vrijwel zeker. Maar er breken ook meer ziektes uit. Dat brengt de wereld in evenwicht. Er blijft dan werk, worden dingen uitgevonden en daardoor word het leven nog simpeler. De mensen denken ook dat als je arm er af is gevallen je gewoon een robot arm krijgt

Machines

Machines worden sowieso verbetert. We kunnen op het water gaan wonen, kunnen misschien andere planeten maken, kunnen planeten laten ontploffen en kunnen het veer van een eeuw tevoren voorspellen en misschien word je ergens naartoe geteleporteerd (naar een trainingskamp bijvoorbeeld). Al die machines maken het leven van de mens steeds makkelijker en uiteindelijk hoeven de mensen niks anders te doen dan slapen eten en drinken, en dan hebben ze daar meestal de puf niet voor.

Mensen

Dit is waar de meeste mensen bang voor zijn, de toekomst van de mens. Worden we gekweekt een plaats van geboren? Worden de robotten ons de baas? Wordt de hele wereld vernietigd door de derde wereldoorlog? Al die vragen worden beantwoord (over een paar honderd jaar of minder).

Na een lange tijd heb je dit werkstuk uitgelezen en heb je er zo je mening over. Ik hoop dat je dit werkstuk leuk hebt gevonden en er veel plezier aan hebt beleefd. Ikzelf heb het heel leuk gevonden om die allemaal in te typen en informatie te zoeken.

Arnold N; Serie: waanzinnig om te weten, Bloed, Botten en de rest van je Body
Ganeri A; Serie: Mijn Lichaam, hersenen
Ganeri A; Serie: Mijn Lichaam, bloedsomloop
Parker S; Serie: oog getuigen, het Menselijk lichaam
Prins W; Serie: Encyclopedie van, het Menselijk Lichaam
Towsend A; Reis door het lichaam,.
Walker R; Hét boek over het Menselijk Lichaam
Williams F; Serie: binnenstebuiten, het Menselijk Lichaam
Witfield P: Ons lichaam, de wondere werking van de menselijke machine
Serie: lichaam in beeld, longen & hart & bloed
Serie: Informatie van Wolters Noordhoff de volgende boekjes:
Verder heb ik heel veel van internet afgehaald, veel van de sites: natuurinformatie.nl, scholieren.com en werkendlichaam.nl.

REACTIES

G.

G.

i ik wil gwn weten wrm men holle botten heeft

12 jaar geleden

C.

C.

Heey!

Dit is echt een super goede werkstuk!!
Echt top!
Cijfer 10! hahaha

Groetjesss

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.