Hormonen en voortplanting
Inleiding
In de vs ontstond in de jaren 50 vorige eeuw de anti conceptiepil. Dit was een enorme voorruit gang in de voorbehoedsmiddelen branche, al werkte de pil in het begin nog niet goed. Er zat aan stoffen 50 mg in, dit bleek teveel tezijn want vrouwen kregen vet ophopingen en last van hun groter geworden borsten. De hoeveelheid stoffen werd verminderd en het werkte goed. Nu zat er minder dan 50 mg aan stoffen in, dit is ontzaggelijk weinig maar er is niet meer nodig. Deze stoffen zijn namelijk hormonen en deze zijn aktief in zeer geringe hoeveelheden. Hormonen regelen (zoals een agent op een kruispunt) te lichchaamsprocessen. Zo heb je de speeksel-, traan-, oorsmeer-, slijm-, en de prostaatklier. Dit zijn externe klieren(externe secretie), dat betekent dat ze stoffen maakt die het lichaam naar buiten brengt. Er zijn ook interne klieren (interne secretie)die stoffen maken die je aan de buitenkant never nooit zult zien. Dit zijn bijvoorbeeld de hormoon-, ovarium-, testis-, en schildklier. Over deze zullen we het voornamelijk hebben.
Definitie hormonen: Een hormoom is een stof, gemaakt door een een klier met interne secretie die in geringe hoeveelheden belangrijke lichaamsprocessen regelt.
1.2 De hypofyse
(onderaan de hersen), \"zit vast met een steeltje (nr3, hypofysesteel)en dit alles hangt een kuil, het turkszadel, zodat bij het headbangen niks breekt.\"
De neurohypofyse en de adensohypofyse zijn er al bij een embrio van 3 weken. Het is de bedoeling dat ze allebei hormonen gaan maken, maar nr2( adensohypofyse )doet dat never nooit. De kernen (nr5) maken deze groeihormonen en geven ze via zenuwcellen(wat ook heel raar is, door zenuwcellen horen berichten tegaan en geen stoffen) door aan de adensohypofyse. Deze hormonen worden gebruikt om de barensweeen op te wekken en het regelt de verweking van de schaambeenvoeg, zodat de baby naar buiten kan kukelen. Uit de neurohypofyse komen hormonen die de schildklier aanzet tot werken. Deze hormonen heten: Het schildklier stimulerend hormoon. De neurohypofyse maakt nog meer hormonen dat andere klieren aan zet tot werken. De schildklier maakt tyroxine. De hypothalamus checkt de hoeveelheid tyroxine in het bloed, en als er te weinig is maakt het hormonen die via bloedvaatjes naar de neurohypofyse gaan, om deze aan te zetten om \"het schildklier stimulerend hormoon\" te maken. Zo werkt eigenlijk het grootste gedeelte van die klieren, iedereen maakt voor elkaar hormonen om andere aan het werk te zetten.
1.3 de nieren
De nieren zijn ontzettend belangrijk, zij houden het ons lichaam schoon van giftige stoffen. Per dag wordt er zo´n 180 L bloed schoon gemaakt, waar dan 1.5 L urine uit komt. Hoe werkt dit? (zie ook bijlage tekening van de nieren met benoemde onderdelen) Bloed komt door druk van het hart in de nieren, hier worden ze door zgn haarvaatjes geperst. Deze haarvaatjes zijn heel klein, dun, en poreus. Er wordt dus water naar buiten geperst, terwijl bloedcellen en eiwitten achterblijven omdat deze te groot zijn voor de gaatjes. Dit gaat door een kronkelbuisje verder. In dit vocht zit: giftige stoffen(ureum van eiwitten), vitaminen, mineralen, glucose, vetzuren, aminozuren, hormonen, g, k en s stoffen. De stoffen glucose, vetzuren, aminozuren en hormonen kan het lichaam nog gebruiken, deze worden in het kronkelbuisje dan ook weer opgenomen door het bloed. Na het kronkelbuisje komt de lus van Henle. Hier wordt de vloeistof geconcentreerd. Hoe geconcentreerder, hoe geler je urine. Na deze lus, komt het weer in een kronkelbuisje waar stoffen en vocht kan worden opgenomen door het lichaam. Hoeveel er wordt opgenomen bepaalt het hormoon ADH, dat door de neurohypofyse gemaakt wordt. Als je bijvoorbeeld erg inspannt, heb je meer vocht nodig voor zweet, dan zegt het ADH: Heee, we hebben meer vocht nodig! Maak de urine nog geconcentreerder en haal meer vocht eruit! Na dit laatste kronkelbuisje verdwijnt het in het nierklekje, en wordt je urine naar de urineleider gebracht die het weer verder leidt naar je blaas.
1.4 de schildklier
Vroeger hadden veel mensen last van krop/strum (zie kopie voor voorbeeld) door jodium tekort. De schildklier krijgt via het SSH de opdracht tyroxine(= een stof wat cellen aanzet tot harder werken)te maken. Dit doet hij ook, maar wanneer er te weinig jodium is worden er ipv 4, maar 3 jodium dingen in gestopt. Dit heeft tot gevolg dat de hypothalamus deze stof niet herkent als tyroxine en meer RF gaat maken, die de hypofyse aanspoort SSH te maken, en SSH spoort de schildklier aan om tyroxine te maken. Zo gaat het de hele tijd door, en de schildklier krijgt het nogal druk waardoor hij dikker wordt.
1.5 de pancreas
De pancreas is als een van de weinige onafhankelijk van de hypofyse. De pancreas houdt de hoeveelheid glucose in je bloed in te gaten, dit mag niet teveel worden anders wordt het bloed te stroperig en kunnen aderen verstopt raken wat kan leiden tot een hartaanval. Achterin de pancreas liggen de Insel van Langerhans. Deze maken insuline als er teveel aan glucose is. Dit insuline geeft opdracht aan de lever om glucose cellen op te nemen. Maar omdat glucose uitzet als het opgeslagen wordt en er vocht bij komt, moet het worden omgezet in een andere stof: Glycogeen. (=dierlijk vetmeel) Bij te weinig glucose wordt er een hormoon glucagon aangemaakt. Deze geeft weer de opdracht aan de lever Glycogeen af te breken.
Dus:
Door insuline daalt glucose % in bloed
Glucagon maakt insuline kapot, waardoor glucose in bloed weer stijgt.
Een suikerpatient heeft te weinig of teveel glucose in z´n bloed. Zij hebben alleen de suiker voorraad dat al in het bloed is (als hier teveel van komt wordt het uitgeplast), en geen glycogeen. Ze hebben dus nauwelijks voorraad en vallen sneller flauw bij inspanningen.
1.6 de bijnieren (zitten boven aan de nieren vast)
Wat gebeurt er als je bang wordt
Hogere hartslag, snellere ademhaling, zweten, droge keel, wit worden, alerter, in je broek doen, koud krijgen, paniek, bonken van je hart en je keel.
Als je iets engs waarneemt, geven de hersenen meteen een seintje aan de bijnieren. Deze bijnieren gaan gelijk een heel opdringend hormoon maken: Adreline. Dit hormoon zorgt voor deze kenmerken van angst, zodat je een snellere reactie hebt en meer kracht om te vluchten of om te vechten. Het brengt meer bloed naar je spieren, dit bloed komt van onder je huid vandaan, vandaar dat je wit wordt en het koud krijgt. De sluitspier bij je blaas krijgt ook minder bloed en wordt minder geprikkeld, vandaar dat het mogelijk is dat je in je broek piest. Het zelfde geldt ook voor je speekselklieren. Er wordt minder speeksel aangemaakt en dus krijg je een droge mond.
Als de schrik voorbij is en je spieren hebben niet hoeven werken, moet de glucose ipv in beweging in iets anders worden omgezet, namelijk warmte. Je gaat zweten.
Dit allemaal gebeurd in een paar seconden.
1.7 het ovarium
Het ovarium is de eierstok, dit is 100% vrouw. De eierstok is geen stok, maar meer een ronde opberg plaats (zijn er 2 van) waar bij de geboorte 2.000.000 eicellen inzitten. Als je als meid ongesteld begint te worden zijn er nog maar 400.000 van. De rest is allemaal afgestorven. Dit is niet ernstig, want 400.000 baby´s baar je nooit en te never, en al helemaal geen 2 miljoen! In sperma zitten ook grote hoeveelheden zaad. We zien dus dat er bij de man als bij de vrouw grote hoeveelheden te vinden zijn. Dit hebben we nog van onze voorouderen, de vis, die hun zaad en eieren los in het water gooien in de hoop dat er genoeg bevrucht worden. Zij hadden dus grote hoeveelheden nodig, en zo hebben wij dat nog steeds!
De eicellen in de eierstok zijn nog niet helemaal af. Ze zijn in staat van ISN. Uit de hypofyse komt FSH, (follikel stimulerend hormoon, follikel = blaasje). Deze stimuleerd een eicel volledig te worden. de eicel wordt groter, en er komt een blaasje omheen (hoe dit er komt leren we later). In de eicel wordt veel vocht gepomt, en zo wordt deze alsmaar groter en groter. Ondertussen maakt de eicel ook een hormoon, oestron. Dit hormoon zegt tegen de hypofyse: er is een eicel in ontwikkeling, stop met FSH maken. Als dit niet zou gebeuren zouden er meer eicellen zich tegelijk gaan ontwikkelen en krijg je altijd meer dan 1 baby, en dat wordt een beetje veel. Oestron zorgt ook voor een dikkere slijmvlies in de baarmoeder, zodat een eventuele bevruchting goed doorbloed kan worden en dat er later genoeg spieren zijn om de baby naar buiten te duwen. Na een tijdje is de eicel zo groot, dat hij elkaar knalt. Dit wordt begeleid door het hormoon LH (luteiniserend hormoon, uit de hypofyse). Dit gebeurt altijd rond 2 weken na de ongesteldheid en heet \"ovulatie\". \"Vingers\" om de eierstok dwingen de eicel de eileider in tegaan. Hier wacht de eicel op een spermazaadje. maar, wanneer deze niet komt, gaat het eicelletje weer dood, en breekt de baarmoeder slijmvlies weer af. Je wordt ongesteld. er wordt geen oestron meer gemaakt, dus komt er weer FSH, en er ontstaat zich een nieuwe eicel en zo begint het weer op nieuw.
1.8 de testis
De testis is 24 uur per dag bezig met sperma cellen aanmaken. Dit doet hij onder een aangename koele temperatuur van 34°c. Als deze temp. steigt, krijg je mislukte spermacellen die de eicel niet kunnen bevruchten. Om deze temp. op 34°c te houden zit er een spier om je testis die je testis bij koud weer tegen je lichaam aan drukt (bijvoorbeeld zwemmen in kou water), en bij warm weer het juist van je lichaam afhoudt. Wanneer de spermacellen klaar zijn, worden ze afgevoerd naar verzamelbuisjes. Dit zijn dan alleen nog maar puurcellen, later bestaat je sperma nog maar uit 3% spermacellen. Als het in de verzamelbuisjes volraakt, gaat het naar de bijbal, deze is zo´n 7M lang. Vandaar wordt het boeltje weer verder geduwt naar en door de zaadleider. Bij nr 8 op de tekening wordt de zaadleider breder. Sperma wat hier ligt komt eruit bij je orgasme. Als ze hier te lang liggen gaan ze dood en verdwijnen ze. Het zaadblaasje maakt vocht aan, met base en glucose. Base zijn er om het zure milieu in de vagina op te heffen en glucose is er voor de sperma cellen, zodat ze wat te eten hebben onderweg.
De motor
Een sperma cel bestaat uit een rond ding met 23 chromozomen met daaraan een staart. Aan het begin van die staart zit een motor, 9x2 draadjes die afwisselend geprikkeld worden zodat de staart rond gaat draaien en het celletje voorruit komt. vroemmmmmmmmmmmmmmm!!!!!!!
De prostaatklier zorgt voor veel vocht in het sprema, zodat niet alles cellen, base en glucose is. Bij het orgasme gaat vanalles netjes achter elkaar. Eerst wordt je zaadblaasje uitgeknepen, daarna prostaatklier, en daarna gaat het behulp van peristaltiek door je urine buis. In je testisbuisjes wordt ook testoron aangemaakt(op commando van FSH). Dit is een hormoon. Je ziet dat bij de vrouw deze stof er ook is, en uit nader onderzoek blijkt dat de geslachts dingen bij vrouw en man allebei uit het zelfde weefsel bestaan. Testoron zorgt voor spierweefsel, baard in de keel, spermatogenese(productie) etc. Inhibine (wordt ook in de testis aangemaakt) remt deze testoron juist.
1.9 Celdeling
De eicel van de vrouw, en de spermacel van de man bedragen allebei precies 23 chromosomen, wat samen 46. Dit moet ook, andere getallen maakt het leven onmogelijk. In een chromosoom zit verschillende genen, dit zijn de erfelijkheid overdragers. Totaal hebben we 30.000 verschillende genen! Zie verder tekening.
1.10 De voortplanting
Om de eicel zit een laag waar de spermacellen niet direct door naar binnen kunnen dringen. Deze laag is niet af te breken door lymfocyten (dit zijn witte bloedcellen die het lichaam beschermen tegen vreemde stoffen, ze kunnen dus niet de vreemde beginnende kiem vernietigen)
Peppermacellen bevatten wel een enzym wat deze heel langzaam afbreekt, zodat 1 spermacel te kans krijgt naar binnen te dringen. Direct daarna maakt de eicel een nieuwe laag aan waar de spermacellen niet doorheen kunnen komen. Nu is de eicel bevrucht, we noemen het nu een zijgote.
In de zijgote gebeuren veel duistere dingen. De spermakop valt uit elkaar zodat de chromosomen paren kunnen vormen. Dit heet Myose.
Dit clubje cellen groeit en vertrekt alvast naar de baarmoeder. 6 dagen na de bevruchting is het daar (het eicellen clubje heet dan morula). De eicellen blijven zicht vermenigvuldigen, maar blijven zelf van de zelfde omvang. Als sommige cellen knappen komt er vocht vrij en ontstaat er een blaasje met vocht en celletjes, de blastula.
Dit blaasje nestelt zich in het baarmoeder slijmvlies en er ontstaan uitlopers waar het blaasje voedingsstoffen en zuurstof binnen haalt. Het blaasje kan gaan groeien, de Trofoblast
De uitlopers zijn het begin v/d placenta (moederkoek). Dit is de plaats waar de baby later zijn voedsel zal krijgen.
Het blaasje ontstaat zich steeds meer en er ontstaat een nieuwe holte.
Het geheel ligt diep in het slijmvlies. Een aantal cellen v/d kiemschijf laten los en vormen een nieuw blaasje er naast, de dooierblaas. De exocoel groeit groeit hierin.
Met de 15e dag zit het geheel 1,5 cm diep in het baarmoederslijmvlies. De ammonholte gaat groeien en die kiemschijf wordt in koepel gedrukt. Er ontstaat een nieuwe embryo.
Op de dooierblaas vormen zich bloedeilandjes die verbonden worden door buisjes. Dit vormen de eerste bloedvaatjes. Hier stroomt vocht doorheen naar de embryo.
Laat je het even weten wanneer je dit verslag gebruikt? groetjes, jan willem
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
bedankt voor de info. ik kan het goed gebruiken voor mijn werkstuk.
groetjes
=xxx=jes
nicole
23 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
bedankt ik kon het goed gebruiken voor het leren van mijn proefwerk.
groetjes
d.
thank you verry mutch
22 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
he jan-willem bedankt voor je werkstuk. ik zit in de 2e maar ik had er toch iets aan.
Wolter
22 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Heyyyyyyyy lieve Jan-Willem!!!!
onwijs bedankt voor je werkstuk.
Wij moesten voor Biologie een werkstukje over dit onderwerp maken, en ik heb hierdoor veel steun gehad aan jouw werkstuk op het internet.
XxXxXxXxXx LISA
22 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
Ik heb jouw werkstuk over voortplanting gebruikt als samenvatting voor een toets.
groetjes Tjitske.
22 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
ik heb je werkstuk nog niet gebruikt maar het is een goed werkstuk ik ga ff kijken of ik het kan gebruiken maar toch bedankt....
kuzz Hilly
21 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
leuk werkstuk veel info
20 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
je moet niet zoveel nooit en te never gebruiken staat heel storend
20 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Heej Jan Willem,
Bedankt voor het gebruiken van jou verslag.
Ik moest het even laten weten en ik vond het een erg goed verslag.
Bedankt,
Groetjes, Nadine
19 jaar geleden
Antwoorden