De afkomst
Over de afkomst van het zeepaardje is nog maar heel weinig bekend. Omdat er niet veel dieren zijn die op het zeepaardje lijken is het moeilijk een gezamenlijke voorouder te vinden. Ze worden tot vissen gerekend omdat ze een aantal eigenschappen hebben die standaard zijn voor de vis: ze ademen door middel van kieuwen, hebben vinnen en een inwendig skelet.
Zeepaardjes zijn verwant met zeenaalden omdat ze een aantal gemeenschappelijke kenmerken hebben die kenmerkend zijn voor de familie Syngnathidae. Deze familie is weer ondergebracht in de orde stekelbaarsachtigen. De kenmerken zijn: een langwerpig lichaam beschermd door huisplaten, een zeer kleine mondopening aan het eind van een buisvormige snuit, de afwezigheid van tanden en buikvinnen, kieuwblaadjes die zijn samengevoegd tot bundeltjes in een kieuwkamer die in verbinding staat met de buitenwereld door een opening, verkleind tot een porie. Tot de stekelbaarsachtigen behoren stekelbaarzen, trompetvissen, fluitbekvissen, snipvissen, snipmesvisjes, buisbekken en zeedraken. Het kortsnuitzeepaardje werd als eerste soort van deze orde beschreven door Linnaeus in 1758.
Het lijf van het zeepaardje
Het zeepaardje heeft een zeer eigenaardig lijf, dit komt vooral omdat verschillende delen van zijn lichaam je doen denken aan
andere beesten. Zijn kop en hals lijken op een paard, zijn lichaam zit in een hard pantser, zoals bij veel insecten, zijn grijpstaart doet je denken aan een slingeraap, zijn ogen die hij apart van elkaar alle kanten op kan bewegen lijken op de ogen van een kameleon, en hij heeft een buidel als van kangoeroe.
Het lichaam van een zeepaardje word gevormd door een wervelkolom, deze verschilt niet
veel van het skelet van de meeste vissen behalve een paar eigenaardige kenmerken: bij het zeepaardje heeft het skelet geen
ribben, dit komt omdat ze overbodig zijn geworden door het uitwendige skelet. Dit is gevormd door huidplaatjes die in rijen op
de romp en de staart te vinden zijn,ze beschermen hem tegen vijanden doordat ze samen een hard schild vormen. De huidplaatjes, die eruit zien als
knobbelige richeltjes.Ze hebben dezelfde beschermingsfunctie als de schubben van een vis. Bij zeepaardjes zijn de eerste 3 wervels met elkaar vergroeid, deze vormen een soort harde huls die de bewegingen van de nek beperkt en ervoor zorgt dat het hoofd “raar” op de rest van het lijf staat in een vrijwel rechte hoek.
Het zeepaardje ademt net als andere vissen door kieuwen, het grote verschil is dat de
kieuwen van een vis een kamvorm hebben en de kieuwen van een zeepaardje samengevoegd zijn in bundeltjes.
Het mannetje heeft een uitwendige broedzak waarin de eieren van het vrouwtje worden bevrucht. Dit is na 5 tot 6 maanden zichtbaar. Het mannetje heeft een gladde borst en het vrouwtje een gekartelde. Hieraan kun je ook de 2 geslachten uit elkaar houden.
Zeepaardjes hebben maar één nier en geen maag. De maag is niet nodig omdat bij een zeepaardje een verdikking in het spijsverteringskanaal is te vinden, hier komt het voedsel binnen en van daaruit gaat het eten naar de eenvoudige darm die kort en recht is of een klein beetje gekronkeld.
Het zeepaardje heeft voor een vis goed ontwikkelde zintuigen. De ogen zijn in vergelijking met de rest van het lichaam heel groot, ze zijn ook zeer ontwikkeld. Zeepaardjes kunnen goed kleuren onderscheiden. Je kan ook goed zien dat het gezichtsvermogen van groot belang is door naar de hersens van een zeepaardje te kijken. Het deel van de hersens bedoeld voor het gezichtsvermogen is erg groot in vergelijking met de rest. Het zeepaardje gebruikt zijn zicht voor het vroeg ontdekken van gevaar. De mogelijkheid de ogen apart van elkaar te bewegen is daarvoor ook handig, als hij met een ding bezig is kan hij het ander oog gebruiken om op eventuele vijanden te letten. Het zeepaardje heeft inwendige oren die in de oogholtes van de hersenpan te vinden zijn, deze oren hebben behalve het horen ook de mogelijkheid voor het zeepaardje zich te oriënteren. Dit komt doordat geluidstrillingen zich door water beter kunnen verplaatsen dan door lucht. Het reukvermogen van het zeepaardje is ook behoorlijk ontwikkeld. De geurholtes bevinden zich voor de ogen, de neusgaten voeren de waterstroom hiernaartoe.
Het voortbewegen. Zeepaardjes houden hun lichaam altijd verticaal: bij het zwemmen, uitrusten of andere dingen. Normaal gesproken verplaatsen ze zich door over de zeebodem tussen de planten door te kruipen, de planten als houvast gebruikend. Dit is mogelijk door het in-en-uitrollen van hun staart. Ze grijpen zich met hun staart vast aan een willekeurig voorwerp, ze bewegen hun lichaam mee en de “kin”doet dienst als steun wanneer de staart naar houvast zoekt. Zeepaardjes zwemmen alleen als er geen planten of iets dergelijks zijn om zich aan vast te klampen. Het komt ook wel eens voor dat zeepaardjes zich verplaatsen in een groep die voortbeweegt door elkaar te gebruiken als steunpunt ze trekken zich dan aan elkaar op. Ze zwemmen zo weinig omdat het erg vermoeiend voor hen is. Dit komt omdat niet alle vinnen aanwezig zijn die het zwemmen makkelijk maken, de staartvin en de buikvin ontbreken waardoor de rugvin en de borstvinnen er ondanks hun bewegingssnelheid voor zorgen dat het zeepaardje langzaam en houterig zwemt. De vinnen zorgen er wel voor dat het zeepaardje verticaal blijft, dit doen ze door het ritme van de golfbewegingen aan te passen. Het zeepaardje heeft een heel klein vinnetje bij de anus dat ook bijdraagt aan het evenwicht. Met zijn kop kan het zeepaardje sturen, als hij zijn kop naar rechts draait gaat hijzelf daar ook naartoe en andersom ook.
Eten Het zeepaardje heeft een heel apart voedingspatroon. De snuit is toelopend en eindigt in een kleine mondopening. Omdat ze geen tanden hebben kunnen ze alleen hele kleine diertjes of voedseldeeltjes eten. Ze eten vooral visjes, garnaaltjes, kreeftjes, larfjes en andere kleine kreeftachtigen. Bij het zoeken naar voedsel gaat het zeepaardje zeer nauwkeurig te werk. Zeepaardjes zuigen het voedsel via de snuit naar binnen. Omdat de maag bij het zeepaardje ontbreekt moet het heel vaak eten. De vertering van het voedsel is ook erg lastig omdat het spijsverteringsstelsel zeer eenvoudig is. Het is nog onduidelijk of dit een aanpassing is aan de gespecialiseerde manier van leven of dat het juist nog een primitief kenmerk is.
Voortplanting Zeepaardjes zijn sociale dieren, als ze eenmaal een paartje vormen blijven ze elkaar hun hele leven trouw. Bij zeepaardjes kiest het vrouwtje de partner uit. Elke morgen zoekt het paartje elkaar op, hun kleur wordt feller(blozen), ze krullen met hun staarten in elkaar en draaien een tijdje samen rond. Na ± 10 minuten gaan ze hun eigen gang. In het paarseizoen begint het baltsen, de zeepaardjes doen dit heel sierlijk: ze stijgen en dalen in het water, houden halt, gaan uit elkaar, maken een buiging naar elkaar en richten zich dan weer op. Hierna omstrengelen de twee elkaar en drukken zich tegen elkaar aan. Ze maken dan ritmische schommelbewegingen. Dan drukt het vrouwtje haar door de eieren opgezwollen buik tegen die van het mannetje, dan vloeit het eerste hom naar het mannetje toe. Daarna begint een van de twee over het gehele lijf voor een korte tijd te trillen waarna de ander dit overneemt. Hierna rusten ze allebei. Deze fases worden een tijdje afgewisseld totdat alle eieren zijn gedeponeerd. Het aantal eieren verschilt heel erg, het kan van 20 tot 650 eieren zijn. Het mannetje sluit dan de buidel af en bevrucht de eieren. De wand van de buidel wordt na een tijdje dikker en krijgt veel bloedvaten. Het vormt een soort moederkoek die voedsel en zuurstof naar de embryo´s voert. Het mannetje bewaart de eieren in zijn buidel, de tijd hiervan verschilt erg, het kan van enkele dagen tot bijna 2 maanden duren. De eieren komen uit in de broedbuidel, maar de jonge zeepaardjes blijven hier nog een tijdje omdat ze nog niet genoeg ontwikkeld zijn. Als dit wel zo is worden de jongen in kleine groepjes uitgestoten. Nadat ze allemaal zijn geboren gaan de stuiptrekkingen bij het mannetje nog een tijdje door totdat de buidel verdwenen is. Dit alles is erg vermoeiend voor het mannetje en het duurt ook een tijdje voordat het mannetje weer in zijn oude staat is. De jonge zeepaardjes gaan na de geboorte alle kanten op, en moeten gelijk voor zichzelf zorgen, ze grijpen zich vast aan alles wat ze tegen komen en beginnen met het zoeken naar voedsel. Dat is voor hen heel moeilijk omdat ze nog niet goed kunnen zwemmen en een minuscule mondopening hebben. Veel jonge zeepaardjes gaan dan ook vlak na de geboorte dood aan te weinig voedsel of ze dienen als voedsel voor andere beesten. Jonge zeepaardjes ontwikkelen zich razendsnel, na een aantal dagen hebben de meeste jongen geleerd te zwemmen en begint het doorzichtige lichaam de eerste pigmentpuntjes te vertonen. De groei gaat ook erg snel, na een maand zijn ze van 5 mm naar 4 cm gegroeid, na 2 maanden zijn ze ongeveer 5 cm en na 3 maanden ongeveer 7 cm. Het duurt voor de zeepaardjes ongeveer 5-8 maanden voordat ze geslachtsrijp zijn.
Camouflage
Behalve zijn harde buitenkant is camouflage het enige verdedigingsmiddel van het zeepaardje tegen vijanden. Dit is nodig omdat
Hij niet snel kan vluchten. Het zeepaardje kan de kleur aannemen van zijn achtergrond. De buitenkant krijgt voor het grootste gedeelte de kleur van de achtergrond. De stippen en vlekken van het zeepaardje zorgen dat hij vrijwel onzichtbaar is voor zijn vijand.
De rare uitstulpsels van het Zeepaardje lijken op het effect van koraal waardoor hij perfect door zijn omgeving wordt “opgeslokt”. De traagheid van het zeepaardje is ook een handige camouflagetechniek. Doordat de langzame bewegingen lijken op die van de altijd in beweging zijnde waterplanten lijkt hij een bewegende waterplant. Het veranderen van de kleur van het zeepaardje heeft soms ook te maken met zijn humeur, als hij gestrest is of zich niet goed voelt word zijn kleur donkerder en wanneer hij zich op zijn gemak voelt is hij lichter van kleur.
Leefomgeving Zeepaardjes komen in alle oceanen voor, maar de meeste soorten leven dichtbij de evenaar. Ze leven het liefst in gematigde tot tropische Zeeën. Er zijn ook een paar meldingen van zeepaardjes die in zoet water leven, het is echter wel lastig voor ze omdat zeepaardjes het deel van de nier waar het bloed wordt gezuiverd missen, dit is de glomerulus. Ze leven het liefst in ondiep water met een modderige bodem waar veel planten te vinden zijn. Dit is voor hen het veiligst, zo kunnen ze zich goed camoufleren en zich makkelijker voortbewegen. Bij ons in de buurt, voor de Nederlandse kust zijn er 2 soorten zeepaardjes te vinden, het kortsnuitzeepaardje en het langsnuitzeepaardje.
Slot/conclusie Het zeepaardje is een apart dier, het heeft veel bijzondere kenmerken. Het heeft zich aangepast aan zijn omgeving , een goed voorbeeld hiervan is zijn vermogen om zich te camoufleren. Dat het zeepaardje niet snel kan zwemmen heeft hij hierdoor ook opgelost, hij hoeft niet snel weg te komen maar kan zich vrijwel overal verstoppen. Het zeepaardje is een primitief dier in enkele opzichten maar veel van de lichaamstrekken die hij mist zijn onnodig en dus over de jaren verdwenen. De trekken die wel handig kunnen zijn heft het zeepaardje vervangen door zijn kenmerkende trekken. Ik vond het een erg interessant werkstuk om te maken, ik had nooit gedacht dat het zeepaardje zo veel aparte trekken had. Ik vond het dan ook leuk om te doen, het is altijd leuk om een heel apart dier te bestuderen waar je vrijwel niets van weet.
REACTIES
1 seconde geleden
F.
F.
heel intreassant!
jullie hebben een toffe site!!!
14 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
ja toffe site hebben ze hè vindt ik ook !!! x kelly
9 jaar geleden
R.
R.
heel leerzaam!!!
13 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
ik vond het een heel goed en leuk werkstuk, ik moest namelijk zelf oook een werkstuk maken over zeepaardjes.
ik zit dan wel in de eerste maar ik hb er wel een 9,3 voor!!!!!
thanxx hiervoor.
xxromy
11 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Zeepaardjes zijn sociale dieren, als ze eenmaal een paartje vormen blijven ze elkaar hun hele leven trouw. Bij zeepaardjes kiest het vrouwtje de partner uit. Elke morgen zoekt het paartje elkaar op, hun kleur wordt feller(blozen), ze krullen met hun staarten in elkaar en draaien een tijdje samen rond. Na ± 10 minuten gaan ze hun eigen gang. In het paarseizoen begint het baltsen, de zeepaardjes doen dit heel sierlijk: ze stijgen en dalen in het water, houden halt, gaan uit elkaar, maken een buiging naar elkaar en richten zich dan weer op. Hierna omstrengelen de twee elkaar en drukken zich tegen elkaar aan. Ze maken dan ritmische schommelbewegingen. Dan drukt het vrouwtje haar door de eieren opgezwollen buik tegen die van het mannetje, dan vloeit het eerste hom naar het mannetje toe. Daarna begint een van de twee over het gehele lijf voor een korte tijd te trillen waarna de ander dit overneemt. Hierna rusten ze allebei. Deze fases worden een tijdje afgewisseld totdat alle eieren zijn gedeponeerd.
Het aantal eieren verschilt heel erg, het kan van 20 tot 650 eieren zijn.
Het mannetje sluit dan de buidel af en bevrucht de eieren. De wand van de buidel wordt na een tijdje dikker en krijgt veel bloedvaten. Het vormt een soort moederkoek die voedsel en zuurstof naar de embryo´s voert. Het mannetje bewaart de eieren in zijn buidel, de tijd hiervan verschilt erg, het kan van enkele dagen tot bijna 2 maanden duren. De eieren komen uit in de broedbuidel, maar de jonge zeepaardjes blijven hier nog een tijdje omdat ze nog niet genoeg ontwikkeld zijn. Als dit wel zo is worden de jongen in kleine groepjes uitgestoten. Nadat ze allemaal zijn geboren gaan de stuiptrekkingen bij het mannetje nog een tijdje door totdat de buidel verdwenen is. Dit alles is erg vermoeiend voor het mannetje en het duurt ook een tijdje voordat het mannetje weer in zijn oude staat is. De jonge zeepaardjes gaan na de geboorte alle kanten op, en moeten gelijk voor zichzelf zorgen, ze grijpen zich vast aan alles wat ze tegen komen en beginnen met het zoeken naar voedsel. Dat is voor hen heel moeilijk omdat ze nog niet goed kunnen zwemmen en een minuscule mondopening hebben. Veel jonge zeepaardjes gaan dan ook vlak na de geboorte dood aan te weinig voedsel of ze dienen als voedsel voor andere beesten.
Jonge zeepaardjes ontwikkelen zich razendsnel, na een aantal dagen hebben de meeste jongen geleerd te zwemmen en begint het doorzichtige lichaam de eerste pigmentpuntjes te vertonen. De groei gaat ook erg snel, na een maand zijn ze van 5 mm naar 4 cm gegroeid, na 2 maanden zijn ze ongeveer 5 cm en na 3 maanden ongeveer 7 cm. Het duurt voor de zeepaardjes ongeveer 5-8 maanden voordat ze geslachtsrijp zijn.
11 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
ik vind het saai en ik snap niet hoe ze vrijen paren dus heeft iemand een filmpje ik moet er een hoofd stuk over maken dus heeft iemand een tip of een foto of filmpje?
11 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
goede informatie
11 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
leuk werkstuk xeva
10 jaar geleden
AntwoordenO.
O.
prima verslag, nog iets meer informatie over de zintuigen zou prettig zijn.
10 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
het werkt goed hierop kan ik al mijn antwoorden vinden voor mijn presentatie ik was zo klaar !!! xxx kelly
9 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
jammer dat er geen plaatjes bij staan.
8 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
vind ik ook maar, het is toch wel een leuke site veder?
8 jaar geleden