Het principe van de evolutie

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 1148 woorden
  • 9 december 2002
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
44 keer beoordeeld

Vragen

1. Wat is het principe van evolutie? Evolutie is een geleidelijke ontwikkeling, waarbij uit eenvoudig gebouwde organismen ingewikkelder gebouwde organismen ontstaan.

2. Hoe wordt in het Lamarckisme de evolutie verklaart? Het Lamarckisme ging er precies van uit dat wijzigingen in de M/E structuur van het levend systeem, automatisch werden overgedragen naar de volgende generatie. Bijvoorbeeld de lange nek van een giraf is volgens deze theorie ontstaan omdat de giraffen steeds hoger moesten grijpen naar de bladeren in de bomen, waardoor hun nek werd uitgerokken. Volgens het Lamarckisme werden zo de nekken van opeenvolgende generaties steeds langer.

3. Wie was Leaky? Een bekende archeoloog.

4. Hoe is de Piltdown-vervalsing ontmaskerd? Door middel van fluordatering. De botten die onder de grond liggen veranderen langzaam in fossielen. Tijdens dat proces treden er chemische veranderingen op. In bepaalde gebieden wordt hierbij de van nature aanwezige chemische stof fluor uit het grondwater opgenomen. De hoeveelheid opgenomen fluor is afhankelijk van de hoeveelheid die in het grondwater voorkomt en varieert dus sterk. Verschillende vindplaatsen kunnen dus moeilijk met elkaar worden vergeleken, maar verschillende botten op één vindplaats kunnen wel weer goed met elkaar worden vergeleken. Hoe meer fluor de botten bevatten hoe langer zij daar hebben gelegen.

5. Waarom duurde het tot ruim in de jaren vijftig voordat men Afrika als een bakermat van de mensheid zag? Omdat men pas laat in de vondste van Raymond Dart ( het Taung-schedel) geloofden dat dat de goede schedel was en niet het Piltdown-vervalsde schedel de voorouder van de mens is. En men vond pas laat dat er genoeg bewijs was voor het Taung-schedel en ook pas nadat het bekend was dat het Piltdown-schedel een vervalsing was. Het Taung-schedel is in Afrika door Raymond Dart gevonden. Nu volgt een stuk tekst waarin staat dat het bewijs voor het Taung-schedel niet genoeg was: Hij schreef een artikel over zijn bevindingen dat hij stuurde naar Engeland, naar het beroemde tijdschrift Nature. Haar hoofdredacteur had zijn twijfels. Jongere mensaapjes vertonen namelijk grotere overeenkomsten met mensen, dan hun ouders. De kans op vergissingen was dus groot. Dart had geen sluitend bewijs geleverd vond men in Engeland. Een kind gold niet als bewijsmateriaal. Men wilde pas luisteren, als hij een volwassen versie zou vinden. De meeste wilden alles laten zoals het was. Men zei: \"We hebben Piltdown toch?\" Het was een heel oud fossiel en het oogde modern. Bovendien bevestigde de Piltdown-mens de Britse superioriteit en de bestaande racistische vooroordelen jegens bijvoorbeeld Afrikanen. De vondst van Dart was bedreigend. De Britten hielden vol, dat Piltdown en niet Taung de ontbrekende schakel was. In Afrika vond Dart eindelijk iemand die het met hem eens was, Robert Broom. Tijdens zijn eerste bezoek aan Dart knielde Broom voor de schedel van Taung, om het fossiel eer te bewijzen. Broom was medicus, had in Australië fossielen van buideldieren bestudeerd en was een wereldwijd bekend deskundige op het gebied van zoogdierachtige reptielen uit Zuid-Afrika. Hij onderzocht de Taung-schedel ook en kwam tot de conclusie, dat de interpretatie van Dart de juiste was. Broom was vastbesloten het bewijsmateriaal te vinden, dat de ontdekking van Dart zou bevestigen. Hij begon een speurtocht naar een volwassen versie van het kind van Taung. Zo ging de jacht op de Australopithecus africanus onverminderd door. Samen met studenten van Dart bezocht Broom de kalksteenafzettingen van Sterkfontein in de buurt van zijn woonplaats. Al snel vonden ze fragmenten van fossielen. Op zijn tachtigste, na ruim tien jaar hardnekkig speuren vond Broom een complete schedel. Hij had het geringe hersenvolume van een mensaap, maar hij liep als een mens. Darts schedel van Taung stond niet langer alleen. Het besef drong door, dat het niet een raar schedeltje betrof, maar een complete gemeenschap, een populatie. Nieuw bewijsmateriaal stapelde zich op en het tij keerde. 6. Wat houdt de ´wet van superpositie´ in? Volgens de \'wet van de superpositie\' liggen jongere afzettingsgesteenten boven op de oudere. Fossielen die dicht bij het oppervlak liggen zijn dus recenter dan die in oudere lagen. Helaas is dit niet altijd het geval. Door aardbevingen, breuklijnen, vorming van gebergten en vulkanische uitbarstingen worden de gesteentelagen gesleten, gebogen, opgetild en zelfs omgedraaid.

7. Hoe zal de toekomst er voor de mens uit zien? De mensheid zal de evolutietheorie blijven volgen. Over miljoenen jaren zal ---- een mens er weer heel anders uitzien dan nu. Het zal zich dan hebben --------------aangepast aan dat tijdperk en aan die leefomgeving.

Nr, naam, periode, lengte, herseninhoud, opmerkingen. 1, Ardipithecus ramidus, Tertiair, 122 cm lang, 375 cm3 tot 550 cm3, Ramidus heeft een meer chimpansee-achtig uiterlijk dan alle andere soorten. Zijn poten leken namelijk een beetje op die van chimpansees, maar ook op die van de Australopithecus afarensis. De fossielen die zijn gevonden wijzen op het leven in de bossen. Ze schijnen wel tweevoetig te zijn geweest; zo konden ze naar een savanneklimaat trekken. 2, Australopithecus afarensis, Tertiair, 122 cm lang, 375 cm3 tot 550 cm3, Zijn tanden leken veel op die van oudere apen. Benen en armen waren al meer ontwikkeld. Door dit laatste is het vrij zeker dat ze op twee voeten liepen. 3, Australopithecus afarensis, Tertiair, 107 cm tot 152 cm lang, 375 cm3 tot 550 cm3, De vingers en tenen waren nog erg krom, waarschijnlijk nog een overblijfsel van het klimmen in de bomen. Het kan ook zo zijn dat ze nog steeds in bomen klommen, hierover twisten de geleerden nog steeds. De vingers en tenen waren groter dan die van mensen. 4, Australopithecus africanus, Tertiair, 110 tot 155 cm lang, 400 cm3 en 500 cm3, De Australopithecus afarensis en de africanus staan bekend als de gracile Australopithecines, omdat ze lichter waren gebouwd in de schedel en tanden. Gracile betekent dan ook tenger of zwak. 5, Australopithecus aethiopicus, Tertiair, 112 tot 155 cm lang, 410 cm3, Erg veel is er nog niet bekend over de aethiopicus, omdat de opgravingen niet gehele skeletten naar boven brachten. 6, Australopithecus robustus, Tertiair / Kwartair, 114 tot 157 cm lang, 530 cm3, De botten die zijn gevonden van de robustus wijzen erop dat ze die botten hebben gebruikt als graafgereedschap. 7, Australopithecus boisei, Kwartair, 116 tot 159 cm lang, 610 cm3, De Australopithecus aethiopicus, robustus en boisei zijn bekend als de robuuste Australopithecines, omdat hun lichaam vrij robuust gebouwd was. 8, Habilis, Tertiair / Kwartair, 127 cm lang, 500 cm3 tot 800 cm3, Geen. 9, Erectus, Kwartair, 120 tot 160 cm lang, tussen de 750 cm3 en 1225 cm3, De Afrikaanse en Europese Homo erectus schijnen wel efficiënter te hebben gelopen dan de moderne mens. De vorige soorten zijn tot nu toe alleen nog maar in Afrika gevonden, maar de Homo erectus is ook in Europa en Azië gevonden. Homo erectus heeft verder waarschijnlijk ook als eerste vuur gebruikt. 10, Sapiens (archaic), Kwartair, 122 tot 165 cm lang, 1200 cm3, De fossielen van deze soort zijn gevonden in Afrika en Europa. 11, Sapiens neanderthalensis, Kwartair, 160 cm lang, tussen de 1300 en 1700 cm3, Heeft veel overeenkomsten met de mens van nu. 12, sapiens sapiens (modern), Kwartair, Man: 180 cm lang - Vrouw: 165 cm lang, 1350 cm3, De mens zoals ze nu is.

Bronnen Internet: http://www.lucyonline.nl
http://www.talkorigins.org/faqs/homs/species.html
library.thinkquest.org/26070/data/no/dut/date.html

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.