Het nijlpaard

HOOFDSTUKINDELING:

UITERLIJK
LEEFGEBIED
VOEDSEL
VOORTPLANTING
VIJANDEN
FAMILIE

INLEIDING

Ik heb het nijlpaard gekozen omdat mijn omdat ik het een leuk beest vind omdat hij zo’n grote bek heeft en omdat het een groot beest is. Ik heb het ook gekozen omdat mijn zus er informatie over had en bij de bibliotheek hadden ze veel boeken.
Ik heb ook alleen maar informatie uit boeken gehaald.

1. UITERLIJK

Het nijlpaard is bruin en soms roze, dat komt doordat hij zweet, dan komt dat zweet uit kliertjes en blijft op zijn huid zitten. Zijn huid is dik en daaronder zit een dikke vetlaag zodat hij in het water niet afkoelt.
Het nijlpaard heeft borstelharen aan de onderkant van zijn bek en die bek heeft tanden tot 50 cm lang. Hij heeft korte poten met vier tenen die hij een klein beetje kan spreiden. Het nijlpaard heeft een staart van veertig centimeter lang. De lengte van het nijlpaard is vier en een halve meter. Het gewicht van een mannetje is tot 3200 kilo en dat van een vrouwtje vijftienhonderd. Het nijlpaard kan ongeveer veertig kilometer per uur lopen. De schouderhoogte 1.45 meter. Het nijlpaard verliest vier keer zo snel vocht als een mens in droge lucht. Zijn neusgaten zijn afsluitbaar want als hij onderwater loopt, loopt er water in zijn neus. Ossenpikkers houden het nijlpaard schoon door kleine diertjes van zijn huid weg te pikken. Zijn ogen, oren en neus zitten boven op zijn kop, want als hij dan gaat duiken kan hij zien horen en ademen. De poten van het nijlpaard zijn zo groot als hondjes. Een nijlpaard kan met zijn bek in één keer een mens doormidden bijten!!! Nijlpaarden kunnen ongeveer een kwartier lang onder water blijven, sommige mensen zeggen dat ze wel een half uur onder water kunnen blijven, maar dat is overdreven.
2. LEEFGEBIED

Het nijlpaard leeft in langzaam stromende rivieren en in meren ten zuiden van de sahara.
Het liefst waar water en gras dicht bij elkaar zijn.
Bij elkaar leven er ongeveer honderdzestigduizend nijlpaarden in Afrika.
Dat zijn er veel minder dan Afrikaanse olifanten, want dat zijn er wel zeshonderdduizend!
Ongeveer een kwart van alle nijlpaarden leeft in Zambia: veertigduizend.
Dicht bij het leefgebied van het nijlpaard wordt veel vee gehouden.
Er zijn ook veel akkers.
Daar groeit vaak maïs en tabak.
Als het nijlpaard onder water is, lijkt hij wel een danseres, omdat hij dan heen en weer door het water heen slingert.
Een nijlpaard is zo zwaar dat hij niet kan blijven drijven.
Nijlpaarden vechten vaak om een gebied. Dan gebruiken ze hun tanden of ze gaan met poep slingeren.
Dat doen ze door hun staart onder de staart van een ander nijlpaard te houden als hij moet poepen.
Dan slingeren ze dat helemaal in de rondte.
Soms vechten nijlpaarden zo hard dat er een doodgaat.
Bij gevaar gaan nijlpaarden ook wel het water in.
Als ze moeten vluchten kunnen ze zo hard rennen als een mens.
Er was een keer dat er wel zestig nijlpaarden op een kilometer rivier leefden, maar nu zijn ze in veel landen weg waar ze eerst wel leefden en zijn sterk in aantal afgenomen.

3. VOEDSEL

Het belangrijkste voedsel van het nijlpaard is gras, soms hapt hij een stukje fruit mee. Als het helemaal donker is komt hij het water uit om te gaan grazen. Hij loopt altijd over hetzelfde paadje. Dat loopt hij dus helemaal plat. Voor vier uur gaat hij het water weer in.
Weer over hetzelfde paadje. Sommige paden worden al zo lang gebruikt dat als een vader sterft, het kleintje wat dan geboren wordt over dezelfde paden loopt.
Een nijlpaard graas niet met zijn tanden, maar met zijn lippen.
Het dwergnijlpaard maakt ook paden, maar die lijken meer op tunnels, omdat een dwergnijlpaard heel schuw is. Dwergnijlpaarden leven niet in groepen het gewone nijlpaard wel. Zelfs een mannetje en een vrouwtje blijven niet lang bij elkaar, alleen in de paartijd. Een nijlpaard graast soms ook in een moeras.

4. VOORTPLANTING

De kalfjes van nijlpaarden worden onder water geboren.
Ze zwemmen dan gelijk naar boven om adem te halen.
Het jong van een nijlpaard loopt altijd naast zijn moeder. Als het te verweg gaat krijgt het een kopstoot en dat doet zeer. De moeder zorgt er altijd voor dat een jong aan de kant loopt waar geen gevaar is.
Het aantal jongen per keer is bijna altijd een en heel soms twee.
Vergeleken met andere grote dieren is een erg kort zwanger: acht maanden. Na twee jaar kan een jong al een beetje uit de buurt van de moeder.
Als het nijlpaard vijf jaar is kan het zijn adem al lang inhouden.
Bij vijftien jaar heeft het nijlpaard al zijn tanden pas.
In het water moet het jong bij zijn vader blijven. Het jong wordt geboren in een soort nest van platgetrapt riet. Veel jongen worden gedood als ze nog geen jaar oud zijn.
Dat gebeurt door leeuwen, luipaarden en hyena’s. Soms valt ook de krokodil aan, maar dit gebeurt veel minder dan ze vroeger dachten. Als een jong niet wordt gedood, dan kan hij ongeveer vijftig jaar oud worden.
Bij het dwergnijlpaard zorgt de moeder alleen voor het jong.
Net als bij het gewone nijlpaard heeft het dwergnijlpaard per keer bijna altijd een jong.
Een dwergnijlpaard is ook veel kleiner dan het gewone nijlpaard. Soms let een andere moeder even op, als de echte moeder weg is.

5. VIJANDEN

De vijanden van het nijlpaard zijn leeuwen, luipaarden, hyena’s en krokodillen.
Maar de belangrijkste vijand is de mens.
Die jaagt op hem vanwege zijn tanden, want die zijn van ivoor.
En Afrikaanse stammen doden het nijlpaard om het vlees.
De krokodil leeft in dezelfde rivieren als het nijlpaard.
De leeuw, het luipaard en de hyena leven in savannes om de rivieren.
Soms is een nijlpaard een vijand van een ander nijlpaard.
Want ze maken elkaar soms dood.
Maar vaak is dat niet zo, want ze laten daarvoor allemaal dingen zien.
Als de een ziet dat de ander het beter kan, dan loopt hij ook al weg.
Ze vechten altijd om een gebied.
Vaak wint met vechten de eigenaar van het gebied.
Een gevecht van een nijlpaard kan soms langer dan een uur duren.
Als een nijlpaard een mens ziet in een bootje of zo, dan gaat hij er gelijk op af.
Dan kan hij het bootje zo laten zinken.
Soms als een mens gaat jagen wordt hij zelf gedood.

6. FAMILIE

De familie van het nijlpaard is het varken.
Hij wordt nijlpaard genoemd omdat als het “nijlvarken’’ was, dan stond het een beetje gek omdat een nijlpaard veel groter is dan een varken. “Nijlpaard’’ is alweer een beetje beter, omdat een paard groter is.
Het varken is familie van het nijlpaard omdat ze allebei heel dik zijn.
En ze rollen allebei in de modder, en ze houden allebei van water.
Het varken is ook familie van het nijlpaard omdat ze allebei een kort staartje hebben.
Alleen leeft het nijlpaard bijna alleen maar in het wild en het varken vaak op een boerderij.
Het nijlpaard lijkt wel veel op de neushoorn en de olifant, maar toch is hij geen familie.
Want een neushoorn heeft een hoorn en een olifant een slurf.
En een nijlpaard leeft het meest in water, en olifanten en neushoornen leven op savannes.