Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Het menselijk lichaam

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vwo | 1929 woorden
  • 31 januari 2006
  • 87 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
87 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test

Mijn werkstuk gaat over het menselijk lichaam.
Na veel zoeken en nadenken heb ik gekozen voor het menselijk lichaam. Omdat het voor mij toch belangrijk is om te weten hoe mijn lichaam werkt en zo doe ik tegelijk een stukje van de les.
Ik vond het wel erg moeilijk om alles te zoeken en bij elkaar te zetten. Ik moest ook nadenken wat ik wil vertellen en wat niet.

INHOUD

*Inleiding
*Samenvatting
(De Huid,Spieren,Geraamte,Ademhaling,bloed,bloedsomloop, Spijsvertering,zenuwstelsel,Hersenen.)
*Eigenmening
*Bronnen

Inleiding

Het menselijk lichaam bestaat vooral uit botten, en dat zijn er ongeveer 208! Als je die botten niet zou hebben zou je in elkaar zakken, de botten geven dus veel steun. Alle botten zitten aan heel veel andere botjes vast, bijvoorbeeld de ruggengraat die zit aan 26 andere botjes vast. Dat zijn de wervels. Iedere wervel kan maar een klein beetje bewegen dat komt door een soort verbinding aan de boven en onderkant. Maar dankzij al die kleine beweginkjes is de ruggengraat gewoon goed buigzaam. Je kunt dus (misschien)met gestrekte knieën je tenen aan raken. Wat je ook gewoon goed kan is je ver omdraaien als je achterom wilt kijken. Dus al die kleine beweginkjes van de wervels vormen dus een grote beweging. De botten in je armen en benen zijn lang en stevig, net zo lang en stevig als dikke houten planken van een huis. Sommige botten beschermen ook dingen bijvoorbeeld de schedel die de hersenen beschermt. Onze botten zien er hetzelfde uit als de botten van een kip. Alleen zijn die van ons wat dikker. Dat komt omdat wij groter zijn dan de kip bijna alle wezens op Aarde hebben een geraamte. Behalve kwallen en dat soort dingen (die hebben dat dus niet)

Samenvatting

1.1 De huid
Het menselijk lichaam is bedekt met een elastisch omhulsel dat huid wordt genoemd, een soort jasje. De huid heeft belangrijke taken. De huid is een orgaan die beschermt tegen schadelijke invloeden van buiten af, dit zijn o.a. uitdroging, afkoeling, verhitting en het binnendringen van bacteriën. De huid helpt de lichaamstemperatuur te regelen en werkt ook als gevoelsorgaan.
Je huid waarschuwt ook voor pijn, warmte, kou en druk.
De dikte van de huid varieert. Op de meeste plaatsen van het lichaam is de huid ongeveer 2 mm dik. De huid van de voetzolen is echter bijna 6 maal dikker dan de huid van de oogleden die maar 0,5 mm dik is.
De huid bestaat uit miljoenen hele kleine cellen. Meer dan 600.000 van deze cellen zouden nodig zijn om een postzegel mee te bedekken.
Voortdurend sterven oude huidcellen af (huidschilfers. Deze huidcellen worden minstens eens per maand door nieuwe vervangen.
De huid bestaat uit twee lagen: de opperhuid en de lederhuid. De opperhuid kun je zien en de lederhuid niet.

1.2 Spieren
De helft van je lichaam bestaat uit spieren. Het zijn de 'bewegers' van je lichaam. Alle bewegingen, van een knipoog tot het ergens heen rennen, wordt in werking gezet door je spierstelsel (alle spieren bij elkaar.)
Er zijn drie soorten spieren: gladde spieren, hartspier en skeletspieren.
Gladde spieren.
Deze spieren zijn van de ingewanden en buikorganen (darmen, nieren, maag, luchtwegen enz.) Er zitten geen streepjes op de spieren, vandaar 'gladde spieren'. Deze spieren werken zonder dat we er iets voor hoeven te doen of te denken.
Hartspier.
Hier heb je er maar 1 van; deze vind je in je hart.
De skeletspieren.
Deze noem je zo, omdat ze aan het skelet vastzitten en ervoor zorgen dat het skelet kan bewegen. De meeste skeletspieren gaan aan het einde over in pezen. Dit zijn onrekbare koorden die stevig vast zitten aan het skelet. Ze noemen deze spieren ook wel gestreepte spieren. Dit komt omdat je streepjes op de spieren ziet als je ze onder de microscoop bekijkt. Deze spieren moet je aanzetten tot werken; als je iets wilt, denk je dat en zo kun je de spieren bewegen.
Spieren in bijvoorbeeld je armen werken samen. Bekende spieren die samen werken zijn de biceps en de triceps. Deze zitten in je bovenarm.
De biceps trekt zich samen, zodat je arm buigt. De triceps trekt daarna weer samen, zodat de arm weer recht gaat.
1.3 Geraamte
Onder de huid en de spieren bevindt zich het geraamte. Dit bestaat uit been en kraakbeen.
Het geraamte geeft stevigheid aan het lichaam en beschermt kwetsbare inwendige delen. De stevige schedel beschermt bijv. de hersenen. Hart en longen worden door de borstkas beschermd.
Door deze botten, gewrichten en daarnaast natuurlijk ook spieren zijn allerlei bewegingen mogelijk. Het bot (of been) bestaat uit levende beencellen die in een harde tussencelstof liggen. Deze tussencelstof bestaat uit beenaarde en lijmgevende stof. Hierdoor is been stevig en elastisch. In been worden ook bloedcellen gevormd. Kraakbeen beschermt de gewrichten tegen slijtage.
1.4 Ademhaling
Zonder zuurstof kunnen de meeste cellen van ons lichaam maar enkele minuten blijven leven. Uit de lucht in de longen wordt zuurstof opgenomen in het bloed en naar de lichaamscellen vervoerd. In de cellen wordt de zuurstof gebruikt om voedingsstoffen tot de kleinste moleculen af te breken. Bij dat proces ontstaan; energie, kooldioxide en water. Kooldioxide en waterdamp worden uitgeademd. Ademhaling is dus uitwisseling van gassen; zuurstof opnemen en kooldioxide afgeven.
De lucht komt door de neus en mond, luchtpijp en twee hoofdbronchiën (één naar elke long) in de longblaasjes die door fijne bloedvaatjes zijn omgeven. Hier vindt uitwisseling van de gassen plaats. De hemoglobine in de rode bloedlichaampjes houdt zuurstof vast tijdens het vervoer.
Bij het inademen worden de ribben omhooggetrokken door spieren: de middenrifspieren maken het middenrif platter. Hierdoor wordt de borstholte vergroot. De luchtdruk in de longen neemt af en er wordt lucht aangezogen. Door ontspannen van de spieren wordt de borstholte weer kleiner.
De longen hebben bijna 2 miljoen longblaasjes met een totale oppervlakte van ca. 200 m2. De rechterlong heeft drie kwabben, de linker twee. De long is aan de buitenzijde bekleed met het longvlies, een deel van het borstvlies.
1.5 Bloed
In je lichaam zit heel veel bloed. Het wordt vervoerd door een soort buizenstelsel, het bloedvatenstelsel. In je lichaam zit ongeveer 5-6 liter bloed, dat is dus hetzelfde als 5-6 pakken melk! Dit alles is ongeveer 7% van je hele lichaamsgewicht.
BLOED IS ROOD!
Bloed bestaat uit verschillende dingen, waar onder bloedcellen (rode en witte. De rode bloedcellen zorgen ervoor dat het lijkt alsof het bloed rood van kleur is, maar eigenlijk klopt dit niet. Als je namelijk een buisje bloedt een paar uur laat staan, dan zakken de bloedcellen naar beneden en dan blijft er een gele kleur over. Dat is het plasma.
Het bloed bestaat voor 40% uit rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Je hebt veel meer rode bloedcellen dan witte. Als je duizend rode bloedcellen hebt, is er 1 witte bij.
Plasma bestaat voor 90% uit water en voor de rest uit andere stoffen, zoals mineralen. Deze heb je nodig om te groeien en om gezond te blijven. Het bloed wordt door het lichaam gepompt via je hart. Zo komt het langs alle delen van je lichaam. Deze delen halen eruit wat ze nodig hebben om te werken en om te groeien, ze halen er voedingsstoffen en zuurstof uit.
Tegelijkertijd stoppen ze ook weer wat in het bloed, namelijk afvalstoffen die ze zelf niet meer nodig hebben. Het bloed laat dat weer achter in de nieren en die zorgen ervoor dat jij het uitplast.
Daarnaast zorgt het bloed ook voor verspreiding van warmte. Ze brengt het bloed van warme plekken naar koele plekken, zodat je temperatuur verdeeld wordt.
De paarse pijl duidt aan dat er afval in het bloed komt. De groene pijl scheidt voedingsstoffen uit. De organen hebben ook zuurstof nodig en dat geeft de blauwe pijl aan. De andere onderdelen zijn benoemd.
Bloedtransfusies!
Al heel lang geleden ontstond het idee om bloed over te gieten van de ene mens in de andere. Wij noemen dit nu bloedtransfusies. Dit ging in vroegere tijden heel vaak mis, wat betekende dat degene die ziek bloed kreeg, dood ging. Een Oostenrijkse arts (meneer Landsteiner) kwam er achter dat het zo vaak mis ging, omdat er verschillende soorten bloed waren. Sindsdien wordt er gepraat over bloedgroepen. Als je nu bloed krijgt van een ander, (bijvoorbeeld tijdens een operatie) dan krijg je bloed dat in jouw lichaam past. Niet zomaar een zakje bloed.
je eigen lichaam weer herstellen. Het stoppen van het bloeden van een wond, doet het bloed zelf.
1.6 Bloedsomloop
Het bloed moet rond gepompt worden, omdat alle organen dan zuurstof krijgen en hun afval kunnen achterlaten in het bloed. Dit rondpompen gebeurt via het hart.
Het rondpompen
De hartspier pompt bloed door gangen of vaten, de slagaders. Dit zijn de wijdste vaten die je hebt. De ader vertakt zich elke keer in kleine aders, de haarvaten. Je kunt het vergelijken met een boomstam. Dit is de dikste 'tak', daarna 'haakt' er elke keer een tak af, die de bladeren aan de tak voedsel geeft. Zo gaat dat ook ongeveer bij de bloedvaten in je lichaam. Vanuit het hart loopt er een groot vat, de slagader dus, door het lichaam. Deze slagader noemen we de aorta en is eigen de stam van een boom. Elke keer vertakt dit vat en loopt er een klein vaatje, een haarvat, naar een orgaan. Daarna loopt het bloed weer verder via een haarvat en komt het weer terecht in een groot bloedvat. Dit bloed stroomt weer naar het hart. Daar wordt het weer hard weg geduwd, zodat het bloed weer vaart krijgt.
1.7 Spijsvertering
Om in leven te blijven, heb je voedsel nodig. Je krijgt namelijk energie van de dingen die zitten in je eten. Het voedsel kan alleen niet zo gebruikt worden in je lichaam. Het moet eerst heel klein gemaakt worden. Dit vindt plaats in je mond, maag en dunne darm. Van daaruit komt het terecht in je bloed en gaat het langs al je organen (nieren, longen, hersenen.) De rest van je voedsel gaat via je dikke darm, je endeldarm en je anus weer naar buiten.
Onderweg wordt er van alles aan je eten toegevoegd, zoals speeksel en sappen. Deze zorgen ervoor dat het voedsel goed verteerd kan worden (klein gemalen). In de dikke darm wordt het water er weer uitgetrokken, om zo een vaste ontlasting te krijgen.
Het kanaal (spijsverteringsstelsel) heeft een lengte van 8-9 meter. Een maaltijd doet er ongeveer 24-30 uur over om er doorheen te komen. De langste tijd brengt het eten door in de dikke darm en de endeldarm.
1.8 Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is het communicatienetwerk in ons lichaam, vanuit alle delen van het lichaam geleiden zenuwen in de vorm van impulsen allerlei informatie via het ruggenmerg naar de hersenen. In het 'hoofdkantoor' wordt de informatie verwerkt en er worden commando's naar de spieren en klieren gezonden.
Uit onze omgeving verkrijgen we informatie door onze zintuigen (huid, tong, neus, oren en ogen). De zenuwen geleiden de berichten als elektrische signalen, die impulsen worden genoemd.
Het zenuwstelsel verstuurt berichten door je lichaam met een snelheid van ongeveer 300 km per uur.
1.9 Hersenen
De hersenen behoren tot de grootste organen van je lichaam. Ze vullen je schedel bijna helemaal. De hersenen bestaan uit twee stukjes, de kwabben.
Je zenuwen geven aan de hersenen wat je ziet, voelt, hoort, proeft of voelt. Dit alles wordt in de hersenen bewaard. De hersenen gebruiken deze gegevens om te kunnen denken, onthouden en reageren.
Daarom heeft elk deel van de hersenen heeft zijn eigen taak.
Eigen mening

Ik vond het een erg leuk onderwerp en heb er veel van geleerd en ben zo ook meer over mijn eigen lichaam te weten gekomen.

Bronnen

www.google.nl
www.startpagina.nl
Biologie boeken van me zus.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.