Fruitvliegen

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 719 woorden
  • 12 januari 2004
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 5
32 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel

Probleemstelling: Fruitvliegen hebben vershillende eigenschappen, welk van deze eigenschappen komen wanneer tot uiting als je een bepaalde stam met een andere stam kruist?

Hypothese:

1) We denken dat de eigenschappen autosomaal zijn, omdat de kans op geslachtsgebonden eigenschappen veel kleiner is. Omdat er maar twee geslachtscellen zijn, de X of deY, en de Y kan geen erfelijke eigensschappen bevatten.
2) We denken dat de eigenschappen dominant-recessief zijn. Omdat er vliegjes bestaan met twee verschillende kleuren ogen. En er is geen derde mengkleur. Bijvoorbeeld de kruising tussen rood en wit word rose.

Onderzoeksvragen:

- Hebben fruitvliegen dominante-recessieve allelen of intermediair allelen?
- Zijn deze allelen autosomaal of geslachtsgebonden?

Verwachting:

Als we een homozygoot wild mannetje kruisen met een homozygoot White vrouwtje moet er in de F1 alleen maar Wild uitkomen. In de F2 moet er dan 1:3 uitkomen, dat wil zeggen dat er 75 % kans is dat er Wild uitkomt en 25% dat er White uitkomt.

P1 AABB x aaBB
Gesl. Cel. AB aB
F1 AaBB
P2 AaBB x AaBB
Gesl.cel AB of aB AB of aB
F2 AABB AaBB AaBB aaBB (dat is 1:3 op Wild)

Aof a = Oogkleur
B of b = Lichaamskleur

Resultaten: zie volgende bladzijde
Conclusie:

Gekeken naar 3A en bij 4A hebben we een kruisingsschema gemaakt, we gaan er vanuit dat de fruitvliegen waarmee we begonnen niet homozygoot waren. Omdat de resultaten niet uitkwamen als de fruitvliegen homozygoot waren voor alle eigenschappen. Dit laten we later zien. De reslutaten gaven aan dat er van type Wild 152 vrouwtjes waren, en van type White 106 mannetjes. We kijken bij deze kruising alleen naar de oogkleur omdat lichaamskleur en vleugelvorm bij bijde soorten hetzelfde zijn. We kijken of de eigenschap voor oogkleur X-chromosomaal gekoppeld is omdat het schema anders niet klopt.

F1
Xa Xa
XA XAXa XAXa
Y Xa Y Xa Y
A of a = Oogkleur
Hieruit hebben wij opgemaakt dat de eigenschap voor de oogkleur X-chromosomaal gekoppeld is. Dit betekent dat er alleen mannetjes kunnen ontstaan met een witte oogkleur, alle vrouwtjes echter kunnen alleen een rode oogkleur hebben in de F1.
De types die uit de F1 komen zijn XA Xa of Xa Y. Dit wil zeggen dat er vrouwtjes ontstaan van het type Wild, en mannetjes van het type White
F2
XA Xa
Xa XAXa XaXa
Y XA Y Xa Y
Hieraan kan worden opgemerkt dat de kans dat een vliegje man/vrouw Wild/White is even groot is (1:1). Dat klop precies als je kijkt naar de resultaten van de kruisingen: Wild: ‰ 90, Š 68. White ‰ 61, Š 77.
Discussie: We vonden dat de resultaten niet betrouwbaar waren, omdat er te weinig vliegjes waren om een betrouwbare conclusie te trekken. Het had geholpen als de vliegjes langer de tijd hadden gehad om uit te komen, dan had het aantal mannetjes en vrouwtjes meer overeen gekomen.
3B
Probleemstelling: Fruitvliegen hebben vershillende eigenschappen, welk van deze eigenschappen komen wanneer tot uiting als je een bepaalde stam met een andere stam kruist?

Hypothese:

1) We denken dat de eigenschappen autosomaal zijn, omdat de kans op geslachtsgebonden eigenschappen veel kleiner is. Omdat er maar twee geslachtscellen zijn, de X of deY, en de Y kan geen erfelijke eigensschappen bevatten.
2) We denken dat Ebony recesief is omdat deze een afwijkende kleur heeft, van de dominante stam Wild.

Onderzoeksvragen:

- Hebben fruitvliegen dominante-recessieve allelen of intermediair allelen?
- Zijn deze allelen autosomaal of geslachtsgebonden?

Verwachting:

Als we een homozygoot Wild mannetje kruisen met een homozygoot Ebony vrouwtje dan moet er in de F1 een hetrozygoot Wild typen uitkomen. In de F2 moet er dan 3:1 uitkomen. Dat wil zeggen dat er 75% kans is dat er Wild uitkomt en 25% kans dat er Ebony uitkomt.

P1 AABB x AAbb
Gesl.cel AB Ab
F1 AABb
P2 AABb x AABb
Gesl.cel AB of Ab AB of Ab
F2 AABB AABb AABb AAbb (dat is 1:3 op Ebony)

Reslutaten: zie terug

Conclusie:
Gekeken naar de resultaten in de F1: Alleen Wild, ‰ 77 en Š 119. De aantallen lijken heel erg uit elkaar te liggen, echter als je kijkt naar kruising 4A waarin het resultaat Wild: ‰ 15, Š12 is, kun je zien dat het verschil minimaal is. En er hoeft dus geen rekening meer gehouden te worden.
Onze verwachting klopt dus, want het genotype dat we voorspeld hadden was AABb, Wild dus.
Gekeken naar de resultaten in de F2: Wild ‰ 143, Š 139. Ebony ‰ 47, Š 54. Is de verhouding 1:3 Dit wil zeggen dat de verwachting die we hebben gemaakt juist is.

REACTIES

A.

A.

Wat voor cijfer heb je voor dit p.o. gekregen?

20 jaar geleden

L.

L.

Heej Kirsten!

Ff een vraagje.. Wat had je voor je fruitvlieg verslag?

Groetjes Laura

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.