Inhoud:
Hoofdstuk 1, de zenuwen pagina 2
Hoofdstuk 2, pijnbeleving pagina 3
Hoofdstuk 3, een alarmsysteem pagina 3
Hoofdstuk 4, soorten pijn pagina 4
Hoofdstuk 5, verschillende oorzaken pagina 6
Hoofdstuk 6, reactie op pijn pagina 7
Hoofdstuk 7, pijnbestrijding pagina 8
Hoofdstuk 8, alternatieve geneeswijzen pagina 11
Hoofdstuk 9, voorkomen is beter dan genezen pagina 12
Nawoord pagina 13
Hoofdstuk 1, de zenuwen
In de huid zitten allemaal kleine draadjes. Dat zijn de uiteindes van de zenuwen. De zenuwen zorgen ervoor dat je bijvoorbeeld warmte, kou en pijn kunt voelen. Daarom zitten er in ons lichaam duizenden zenuwen. De zenuwen lijken wel een beetje op telefoondraden. Ze kunnen boodschappen doorgeven aan de “telefooncentrale” van het lichaam. Dat heet het centrale zenuwstelsel.
Zo noemen we de hersenen. Daar hoort ook het ruggenmerg bij. Als een prikkel (de “boodschap”) in het centrale zenuwstelsel aankomt, dan merk je iets. Dan komt er een pijnsnelle reactie: de zenuwen geven een “opdracht” aan bepaalde spieren, die dan in actie komen.
Bijvoorbeeld; als je je hand brandt aan een kaars, dan voel je pijn, de zenuw geeft een seintje aan de spier dat je de hand moet terugtrekken en dan moet je de lucifer wegdoen en je vinger onder koud water houden. [plaatje0]
Hoofdstuk 2, pijnbeleving
Als iemand zijn bezeert, sturen de zenuwuiteinden een prikkel (ook wel genoemd als stroomstootje) naar de zenuwen. Via de zenuwen wordt de boodschap doorgegeven aan het centrale zenuwstelsel. Als de boodschap in de hersenen is aangekomen is, merkt die iemand dat hij/zij pijn heeft. Dat noemen we: ”pijngewaarwording”. Daarna komen er allerlei gevoelens op. Zoals: verdriet, omdat hij/zij zich pijn heeft gedaan. Angst en schrik, omdat hij is gevallen, omdat hij/zij misschien bloed ziet en omdat hij/zij nog niet precies weet wat hij/zij allemaal heeft. Dat is de “pijnbeleving”.
Hoofdstuk 3, een alarmsysteem
Pijn is een vervelend gevoel. Niemand vind het fijn om pijn te hebben. Toch is het wel goed dat we af en toe pijn hebben, voelen of krijgen. Pijn heeft een belangrijke functie voor de gezondheid van een mens. Als je pijn voelt, waarschuwen de hersenen, dat er iets mis is. Het lichaam is beschadigd of kan beschadigd raken. Er moet dus iets gebeuren om de beschadiging te herstellen of de beschadiging te voorkomen. Pijn werkt dus als een alarmsysteem: je weet dat je iets moet doen. Als je je hand snijdt met een mes bijvoorbeeld, voel je pijn. Je schrikt van de pijn en je doet het mes vlug weg. Deze reactie zorgt ervoor dat je geen verdere schade aanricht.
Soms voel je geen pijn. Dat lijkt handig maar dat kan gevaarlijk zijn. Want als het alarmsysteem van je lichaam niet werkt, kun je je verwonden zonder dat je dat merkt. Als je voet verlamd is, heb je er geen gevoel meer in. Zelfs als je je voet verbrandt, voel je niks. Dus sturen de hersenen niet de boodschap dat je je voet weg moet trekken.
Hoofdstuk 4, soorten pijn
Er zijn verschillende soorten pijn: Acute pijn, Acute pijn begint heel plotseling en is meestal best heftig. Je kunt vaak goed uitleggen waar de pijn is. De dokter kan de oorzaak meestal wel snel vinden en hij kan je dan helpen. Je kunt ineens heel erge pijn in je buik krijgen. Dat kan lijden naar een blindedarmontstekening. Meestal moet je dan naar het ziekenhuis voor een operatie. De pijn die je voelt als je je ergens aan bezeert, is ook een acute pijn.
Chronische pijn, Chronische pijn is een pijn die heel lang duurt, of zelfs nooit meer over gaat. Daarom ook het woord “Chronisch” want dat betekent: langdurig. De oorzaak kan duidelijk zijn, maar soms wordt de oorzaak helemaal niet gevonden.
Er is nog een mogelijkheid: de oorzaak van de pijn is genezen, maar de pijn blijft. Mensen met chronische pijn noemt men pijnpatiënten. Een voorbeeld van chronische pijn is hoofdpijn en rugpijn die vaak terugkomt. Chronische pijn is vaak moeilijker te behandelen dan acute pijn.
Maar wat voel je? Om aan te geven wat we voelen, gebruiken we veel verschillende benamingen. Je kunt bijvoorbeeld scherpe, hevige, brandende, zeurende, stekende, irritante of kloppende pijn voelen. De pijn die je voelt als je je stoot, is kort en hevig. Het is een ander gevoel dan wanneer je kiespijn hebt. Die voelt vaak zeurend en kloppend.
Als je ziek bent, ga je naar de dokter. Hij vraagt je waar het pijn doet en wat voor pijn je ongeveer voelt. Het is handiger voor de doktor als je dat wel goed uitlegt want dan begrijpt hij beter wat je mankeert. Zo help je hem bij de diagnose. Want bepaalde soorten pijn horen bij bepaalde soorten ziektes.
Hoofdstuk 5, verschillende oorzaken
Pijn kan veel verschillende oorzaken hebben. Soms is oorzaak wel duidelijk. Bijvoorbeeld als je valt. Of als je je stoot, brandt of verwondt. In die gevallen zie een beschadiging buiten op de huid. Bij pijn door een ziekte zíé je geen beschadiging. Toch waarschuwt de pijn dat er iets niet in orde is. Een doktor kan de oorzaak meestal wel vinden en misschien wel snel. Door de ziekte te behandelen, kan de doktor vaak voorkomen dat je lichaam van binnen (nog) verder beschadigd wordt.
Als je oorpijn hebt, kan dat door een ontsteking komen. Als die niet behandeld wordt, kan het gehoor verminderen.
Pijn door verwonding of ziekten heeft een lichamelijke oorzaak.
Maar je kunt ook pijn voelen omdat je verdriet hebt. De pijn heeft dan geen lichamelijke oorzaak, maar een psychische oorzaak. Dat betekend dat het met je gedachten en je gevoelens te maken heeft. Dat noemen we je geest. Je lichaam en je geest hebben veel met elkaar te maken. Ze beïnvloeden elkaar. Je kunt door je verdriet wel weer lichamelijke pijn krijgen. Bijvoorbeeld als je een “gebroken hart” hebt. Dan ben je ziek van liefdesverdriet. Soms heb je zelfs buikpijn en wil je niet meer eten! Maar soms is er geen oorzaak om de pijn te vinden. Dat kan bij chronische pijn het geval kan zijn. Er is dan weinig of niets aan te doen. Misschien is alleen de pijn op zich nog te bestrijden.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
bedankt voor de info
11 jaar geleden
Antwoorden