Inleiding
Je hoort mensen vaak praten over, dat ze niet of juist wel in homeopathie geloven. De meesten weten eigenlijk helemaal niet wat homeopathie precies inhoudt. Ik zelf wist dat ook niet voordat ik dit werkstuk ging maken. Daarom besloot ik om mijn werkstuk over homeopathie te doen. Om informatie te krijgen over dit onderwerp ben eerst naar de internetsite van de bibliotheek gegaan om te kijken welke boeken ze allemaal hadden over homeopathie. Daarna ben ik naar de bibliotheek gegaan en heb daar uiteindelijk twee boeken meegenomen. Ook heb ik nog op internet gezocht naar sites over homeopathie. Toen ik al deze informatie had ben ik het gaan verwerken. Eerst heb ik hoofdstukken gemaakt en daarna heb ik alle stof verdeeld over die hoofdstukken. Dit werkstuk gaat in op de volgende punten:
1.Wat houdt homeopathie precies in?
2.Wat is de geschiedenis van de homeopathie?
3.Hoe gaat een homeopaat te werk?
4.De stromingen binnen de homeopathie
5.De klassieke homeopathie
6.Klinische homeopathie
7.Hoe word je homeopathisch arts?
8.Is homeopathie wetenschappelijk bewezen?
9.Waarom zijn mensen tegen homeopathie?
10.Krijg je een homeopathisch consult vergoed?
-1- Wat is homeopathie?
Het woord homeopathie komt van de Griekse woorden: Homeois en Pathos. Homeois betekent in het Grieks gelijksoortig en pathos betekent lijden. Homeopathie is een geneeswijze, die is gebaseerd op de gedachte dat het gelijke met het gelijkende kan worden genezen. Dit wordt ‘de similiawet’ genoemd. Er kan dus worden behandeld met een stof die bij een gezond persoon ziekteverschijnselen opwekt, maar juist genezend werkt bij een ziek persoon. Een homeopaat probeert de oorzaak van de ziekte aan te pakken. Er wordt niet zozeer gekeken naar de ziekte of het zieke orgaan maar naar de gehele mens of dier. De geestelijke, emotionele en lichamelijke toestand van de persoon in zijn geheel is van belang bij de keuze van de juiste homeopathische behandeling. Een veel gebruikt voorbeeld is het bestrijden van neusverkoudheid met tranende ogen door het homeopathische middel ‘Allium’, het sterk verdunde extract van een ui. Een wetenschappelijke verklaring voor het effect van homeopathie is tot op heden nog niet gevonden. Men vermoedt echter dat de eigen afweer van het lichaam wordt gestimuleerd door toediening van het sterk verdunde extract. Dat betekent dus, dat niet het geneesmiddel zelf de ziekte bestrijdt, maar dat het lichaam hiertoe wordt aangezet. Bovendien gaat de homeopathie ervan uit dat het menselijke lichaam één geheel is en niet per orgaan kan worden bekeken bij medische behandelingen. Deze benadering verklaart de afwijkende manier van behandelen ten opzichte van de reguliere bestrijding van ziekten door de homeopathische geneeskunde, immers is de geestelijke, emotionele en lichamelijke toestand van een persoon in zijn geheel van belang bij de keuze van de juiste homeopathische behandeling.
De geschiedenis
Het geneeskundige principe van het genezen door toediening van het gelijkende blijft in de medische literatuur steeds terug komen. Zelfs in de tijd van Hippocrates ( 100 voor Christus.) Maar het was Samuel Hahnemann die dit principe gebruikte voor de grondslag van een nieuwe geneeswijze. Hahnemann was een arts die teleurgesteld in de bijwerkingen van medische behandelingen. Hij was ervan overtuigd dat er een andere manier van genezen gevonden moest worden. Toen hij de uitwerking van Kinabast (kinnie) als middel tegen malaria onderzocht, ontdekte hij iets vreemds. Toen hij een beetje kinine innam, kreeg hij dezelfde koorts die je krijgt bij malaria.
Dit zette hem aan het denken. En tussen 1790 en 1805 deed Hahnemann met 60 geneesmiddelen allerlei soorten proeven op zichzelf en een kleine groep studenten. Deze methode van het toetsen van stoffen om allerlei symptomen te ontdekken die ze konden genezen, stelde Hahnemann in staat om erachter te komen wat ze konden genezen. Hij ontdekte dus dat je het gelijke met het ongelijkende kan genezen. In de tijd van Hahnemann werden ziekten behandeld met grote hoeveelheden giftige stoffen en veel patiënten werden vergiftigd door medicijnen als arsenicum en kwik. Hahnemann zorgde ervoor dat deze stoffen heel erg verdund werden getest. Toen bleek dat de effectiviteit van de geneesmiddelen toenam naarmate het verder verdund werd. Hahnemann ontwikkelde een systeem van achtereenvolgens verdunnen en schudden om de genezende kracht in stoffen vrij te maken.
-2- Hoe gaat een homeopaat te werk?
Doordat bij homeopathische behandelingen van ziekte wordt gekeken naar het hele lichaam van de mens en niet alleen de klacht, duurt een homeopathisch consult veel langer dan een consult bij een huisarts of specialist. Deze tijd is nodig om een goed beeld van het gestel, en de lichamelijke en geestelijke gesteldheid te krijgen. Voordat je naar zo’n consult gaat moet je eerst voorbereid zijn op de vragen die de homeopaat gaat stellen. Hoe beter je bent voorbereid des te beter zal het resultaat van de behandeling zijn. De homeopaat vraagt bijvoorbeeld: wanneer heeft u last gekregen? Welke invloeden maken de klachten minder of erger? Hoe werkt u lichaam? ( slaap, transplantatie, ontlasting, temperatuurregeling, enz. Hoe is uw karakter? ( uw reacties op verdriet, boosheid, enz) Met behulp van deze vragen zoekt de homeopaat naar alles wat een individu onderscheid van andere individu’s. Ieder mens is anders. Een homeopathisch geneesmiddel past bij een mens als een sleutel in een slot en activeert het hele lichaam om beter te werken. Door herstel van het natuurlijke evenwicht zal het homeopathisch geneesmiddel je lichamelijke en geestelijke toestand verbeteren. Dit kan ervoor zorgen dat je in de toekomst minder vaak ziek wordt. Je eigen weerstand functioneert dan beter en je wordt minder afhankelijk van geneesmiddelen. Een homeopathisch geneesmiddel werkt anders dan een gewoon geneesmiddel. Het effect lijkt meer op de reactie bij vaccinatie, waarbij ook je eigen weerstand wordt gestimuleerd. Dat betekent dat in het begin klachten tijdelijk erger kunnen worden. Dit effect kan worden verzwakt door bijvoorbeeld het geneesmiddel minder vaak te nemen. Een homeopathische arts beoordeelt bij ieder consult je gezondheidstoestand. Het kan voorkomen dat verder onderzoek of andere behandeling noodzakelijk is. Je wordt dan zo nodig terugverwezen naar je huisarts. Reguliere geneeskunde en homeopathie vullen elkaar aan. Je kan daarom reguliere geneesmiddelen naast homeopathische middelen gebruiken.
Stromingen
Binnen de homeopathie bestaan er verschillende stromingen. De belangrijkste twee zijn ‘de klassieke’ en de ‘klinische homeopathie’. De klinische homeopathie richt zich voornamelijk op de verschijnselen van de ziekte en dus minder op de ziekte zelf. Hoewel de meeste klinisch werkende homeopaten meer geneesmiddelen tegelijk toedienen en meestal lagere potenties gebruiken dan de klassiek werkende homeopaten, ligt het essentiële verschil in hun benaderingswijze van de chronische ziekte. Bij de behandeling van de acute ziekten hanteren beiden ongeveer dezelfde methode. Sinds Hahnemann is hier niet veel in veranderd.
-3- De klassieke homeopathie
Homeopathie is een 200 jaar oude geneeswijze. Daarvoor waren er ook al mensen die zich bezig hielden met het gelijk met het gelijkende te genezen, maar pas vanaf 200 jaar geleden werd het echt een nieuwe geneeswijze. De klassieke homeopathie is gebaseerd op drie natuurwetten, die tot op de dag van vandaag nog niet kunnen worden bewezen.
Ten eerste: Volgens Hahnemann berusten spontane ziekten op een verstoring van de in de mens veronderstelde ‘levenskracht’, een immaterieel beginsel dat verantwoordelijk is voor het goed kunnen functioneren van alle delen van het lichaam. Geneesmiddelen veroorzaken ook ziekten, maar die verdwijnen weer als het middel wordt gestaakt. Twee sterk op elkaar lijkende ziekten kunnen niet in één mens naast elkaar bestaan. Elke spontane ziekte wordt verdreven door een geneesmiddelziekte als die er wat de verschijnselen betreft maar sterk op lijkt. Na staken van het geneesmiddel zijn dus zowel spontane ziekte als geneesmiddelziekte voorbij en is de patiënt weer gezond. Ze zeggen: similia similibus curentur, men moet het gelijke met het gelijkende behandelen. Dit is de basis van de homeopathie. Na de ontdekking van deze natuurwet gingen Hahnemann en zijn familie en vrienden allerlei stoffen innemen. Zo verzamelde hij van meer dan 100 middelen een enorme hoeveelheid verschillende symptomen die samen het zogenoemde geneesmiddelbeeld van de stof vormen. Hieronder waren tal van psychische eigenaardigheden die we tegenwoordig niet gauw meer ziekteverschijnselen noemen, zoals ‘de behoefte om meer tabak te gebruiken dan normaal’, verliefde dromen’ enz. In later serieus gecontroleerd onderzoek konden al deze bevindingen uiteraard niet bevestigd worden, maar toch baseren hedendaagse homeopaten zich bij het zoeken naar het juiste, gelijkende middel nog altijd op deze geneesmiddelbeelden, die zijn verzameld in tien boekdelen.
Ten tweede: Het genezend vermogen van een stof berust niet op een materieel proces, maar op een immateriële, geestelijke kracht. Deze kracht moet door schudden worden vrijgemaakt, waarbij het middel tegelijkertijd wordt verdund. Hoe vaker geschud, dus hoe sterker verdund, hoe groter de geneeskracht. Verdunnen gebeurt met behulp van alcohol, in stappen. Bij elke stap wordt het middel een voorgeschreven aantal malen zodanig geschud dat het glas telkens tegen een enigszins elastische ondergrond stoot, waarbij dus een schok door de vloeistof gaat. Onoplosbare stoffen worden in de verhouding 1:10 of 1:100 langdurig verwreven met melksuiker. Dit verdunningsproces, waarbij dus de geneeskracht steeds toeneemt met het afnemen van de hoeveelheid stof, noemt men potentiëren en de homeopathische bereidingen die zo ontstaan noemt men potenties. De verdunningsgraad wordt aangegeven met een letter of een getal. Pyrogenium C12 staat bijvoorbeeld voor 12 keer geschud en in stappen van 1:100 verdund bedorven vlees, dus 1:1.000.000.000.000.000.000.000.000. De kans dat in hogere potenties nog moleculen van de oorspronkelijke stof gevonden worden is uitermate klein, maar dat is voor homeopaten geen reden om aan de geneeskracht te twijfelen, want aan genezen komt volgens hen immers geen materie te pas. Moderne homeopaten, vooral als ze enigszins natuurwetenschappelijk geschoold zijn zoals artsen, hebben nogal eens moeite met het concept van ‘geestelijke geneeskracht’. Ze spreken liever van ‘energetische processen’ die niet met conventionele middelen te meten zijn.
-4- Ten derde:
Viervijfde van alle chronische ziekten, zowel van psychische als van lichamelijke aard, worden veroorzaakt door een chronische miasma, een immateriële smetstof met de naam ‘psora’ die in het begin een jeukende huidaandoening, een soort schurft veroorzaakt. Door de plaatselijke behandeling van de huid trekt de psora naar binnen, om (soms jaren) later weer te voorschijn te komen in de vorm van een chronische kwaal zoals kanker, astma, impotentie, aambeien, jicht enz. Deze psoraleer speelt in de moderne homeopathie geen rol meer. Althans niet in West-Europa, maar in andere werelddelen behoort ook de psoraleer, in de oorspronkelijke of enigszins aangepaste vorm, nog volledig tot de homeopathische gedachten.
De klinische homeopathie
Klinische homeopathie noemt men de methode, waarbij arts of therapeut kiest voor een middel dat meer overeenkomt met de symptomen van de ziekte, dan met de algemene symptomen van de patiënt. Niet de gehele persoon, maar de ziekte staat centraal. Deze methode, die meestal toepassing vindt in acute situaties en bij zelfmedicatie, is dus duidelijk een andere dan die van klassieke homeopathie. Het onderscheid tussen de klassieke en klinische benadering blijft wat kunstmatig. Volgens de richtlijnen van de VHAN (Vereniging Homeopathische Artsen Nederland) dient altijd gezocht te worden naar het middel dat optimaal bij de persoon en diens situatie past. Bij gebrek aan symptomen en bij sommige ziekteprocessen is dit niet altijd mogelijk. Bij acute ziekten moet soms hoofdzakelijk op de symptomen van de ziekte worden gelet. Vooral een huisarts heeft hier vaak mee te maken.
-5- Hoe wordt je homeopathisch arts?
In Nederland werd de homeopathie tot in de jaren zeventig voornamelijk beoefend door huisartsen en therapeuten. In die tijd stond de homeopathie bij de meeste dokters in een kwaad daglicht. Het gebeurde vaak dat een huisarts die zijn patiënten homeopathisch behandelde, door zijn collega’s werd geboycot, omdat ze vonden dat hij een kwakzalver was.
De artsen die zich met homeopathie bezighielden, waren verenigd binnen de Vereniging van Homeopathische Artsen in Nederland (VHAN.) Zij probeerden door zelfstudie en onderlinge uitwisselingen van kennis en ervaring de homeopathie eigen te maken. Voor huisartsen sloot de klinische benadering het beste aan bij hun dagelijks werk. In de tijd vóór de antibiotica, dus tot het einde van de tweede wereldoorlog, waren veel acute ziekten alleen met homeopathie te behandelen. Gedurende de laatste dertig jaar is het aantal chronische ziekten toegenomen. Deze ziekten vragen een andere benadering. Een aantal homeopaten ging om die reden de werken van Hahnemann nader bestuderen. De therapeuten waren verder dan de meeste artsen in hun studie van de behandeling van chronische ziektes. Om zich te onderscheiden van de klinisch werkende huisartsen noemden zij zich klassiek homeopaten.
In de afgelopen twintig tien jaar is er veel veranderd. Dankzij enkele homeopathische artsen ontstond in 1981 de Stichting Homeopathische Opleidingen (SHO.) De eerste artsen waren allemaal opgeleid door dokter Arij Vrijlandt. Hij had zijn leerlingen, die chronische ziekten te behandelen kregen, aangeraden zich te verdiepen in de klassieke homeopathie. Het resultaat was dat de SHO vanaf haar oprichting les geeft in de klassieke homeopathie. Tijdens deze opleiding leren de leerlingen om de homeopathie toe te passen binnen de huisartsenpraktijk.
De opleiding van de arts is aan strenge regels gebonden en wordt door de overheid gecontroleerd. Het is een universitaire studie, daarom worden eisen gesteld aan de vooropleiding (VWO.) De aanstaande arts moet intelligent zijn en een goed geheugen hebben. Hij/zij wordt dan ook 4 jaar lang fulltime, door zeer gekwalificeerde leerkrachten, onderwezen over het gezonde functioneren van de mens en over mogelijke tekortkomingen in dit gezonde functioneren. Kennis over behandelingen beslaat ongeveer eentiende van de opleiding. Na ieder jaar wordt een door de overheid gecontroleerd examen afgenomen. Daarna wordt gekeken of de aanstaande arts ook voor de praktijk geschikt is door twee jaar zeer intensieve stage in ziekenhuizen. Tijdens die stage leert men vooral hoe verraderlijk ziekte kan zijn. Een hoest en een beetje benauwd zijn kan betekenen dat de patiënt een longembolie heeft. Buikpijn met nauwelijks koorts kunnen de enige symptomen zijn van een blindedarmontsteking. Als er dan niet ingegrepen wordt is de patiënt binnen een dag dood. Algemene groei en ontwikkelingsstoornissen kunnen een eerste uiting zijn van aandoeningen die dringend regulier geëvalueerd en behandeld moeten worden, zoals schildklierziekten, of de ziekte van Recklinghausen. Dit soort aandoeningen wordt vaak pas geleidelijk herkend, namelijk door het ziektebeloop. Iemand die alleen homeopathisch kijkt kan grote fouten begaan. En zo zijn honderden voorbeelden te noemen. Daarom is het belangrijk dat een dokter goed kan leren en intelligent genoeg is om al die kennis ook in de praktijk toe te passen.
-6- Is homeopathie wetenschappelijk bewezen?
Zoals iedere wetenschap is ook de homeopathie tegenover zichzelf en tegenover anderen verplicht om door middel van onderzoek aan te tonen dat zij werkt en liefst ook hoe ze werkt. In de tijd van Hahnemann werd er geen onderzoek verricht in de geneeskunde. Therapieën die werden toegepast waren voornamelijk gebaseerd op overlevering en traditie. Eigen ervaringen werden nauwelijks geëvalueerd. Herhaalde bevestiging van bepaalde waarnemingen werd in die tijd geaccepteerd als wetenschappelijk bewijs. Aan deze eis voldeed Hahnemanns onderzoek naar de werking van homeopathie volledig.
Tegenwoordig echter worden andere methoden gebruikt om de werkzaamheid van geneesmiddelen aan te tonen: de zogenaamde dubbelblind tests met placebo. Bij zo’n onderzoek wordt gebruik gemaakt van minstens twee stoffen: de stof die onderzocht wordt op haar geneeskrachtige werking en een placebo, een substantie waarvan kan worden aangenomen dat zij geen medicinale invloed heeft op het lichaam. Soms wordt er nog een stof aan toe gevoegd waarvan de effectiviteit bewezen is. Als de te onderzoeken stof werkzaam blijkt te zijn, dan kan tegelijkertijd worden vastgesteld hoe deze werking is in vergelijking met het bekende geneesmiddel. Dubbelblind betekent dat noch de arts noch de patiënt weet of de placebo wordt toegediend of de te onderzoeken stof of het bekende geneesmiddel. Hierdoor wordt de kans kleiner dat suggestie de realiteit verdoezelt. De invloed van suggestie wordt gemeten door middel van de placebo.
Doordat homeopathische geneesmiddelproeven tegenwoordig worden gedaan volgens de regels van het dubbelblind-placebo-onderzoek voldoen zij automatisch aan de eisen van de moderne wetenschap. Er blijven echter een paar punten van kritiek bestaan in de wetenschappelijke wereld ten opzichte van homeopathie. De meeste afkeuring komt door de hoge verdunning waarmee door homeopaten wordt gewerkt. Vooral de werking van een oplossing die hoogst waarschijnlijk geen moleculen van de oorspronkelijke stof meer bevat, wordt zeer in twijfel getrokken. Dit idee gaat namelijk ook in tegen alle chemische-farmacologische theorieën. Het andere punt van kritiek betreft de wetmatigheid van de homeopathie. Daarmee wordt dus de juistheid van de methode betwijfeld.
Maar tegenwoordig beschikt men over een aantal volgens de regels uitgevoerde onderzoeken die de juistheid van de homeopathische methode en de werkzaamheid van de hogere potenties bewijzen. Om echter de wetenschappelijke wereld te overtuigen, zal echter nog heel veel bewijsmateriaal nodig zijn. Wellicht worden in de toekomst ook andere vormen van onderzoek als wetenschappelijk bewijs geaccepteerd. Volgens voorstanders is de homeopathie wel degelijk te bepalen. Volgens hen duurde het een tijd voordat een analyse van homeopathisch onderzoek gedaan werd. De Nederlandse medische wereld waagde zich er niet aan. Het \'Geneesmiddelenbulletin\' nam nog wel een dubieus onderzoekje van een Frans zusterblad over waarin goed opgezette onderzoeken nog eens achteraf werden beoordeeld. En jawel, men vond in de onderzoeken die gunstig waren voor homeopathie enkele tekortkomingen die natuurlijk niet zaten in de onderzoeken die geen effect van homeopathie lieten zien.
-7-
De volgende degelijke analyse liet ruim zes jaar op zich wachten. Vooral omdat de auteurs (Linde e.a., \'The Lancet\') eindeloos met hun analyse moesten leuren bij de verschillende medische vakbladen. Aan de kwaliteit van hun analyse lag het niet. Volgens een van de redacteuren van \'The Lancet\', die hierover later uit de school klapte, was die perfect. Uiteindelijk nam \'The Lancet\' de wetenschappelijke uitdaging aan (sept. 1997.) De conclusie was, voor de gevestigde medische orde, inderdaad behoorlijk bedreigend: de werking van homeopathie kan onmogelijk alleen op een placebo-effect berusten en vertekening door het niet publiceren van negatief onderzoek is ook uitgesloten.
Diverse onderzoekers proberen antwoord te geven op de vraag hoe een sterk verdunde oplossing, zelfs voorbij het getal van Avogadro, zijn informatie kan behouden en daarmee het herstelmechanisme van het organisme kan stimuleren. Een van de veelbelovende onderzoeken toont aan dat stabiele (niet smeltende) ijskristallen in een oplossing een elektrisch veld in stand houden. Deze ijskristallen, ook wel waterclusters genoemd, die zelfs bij hogere temperaturen stabiel blijven, worden gevormd als een stof in een wateroplossing afwisselend sterk geschud en verdund wordt, zoals dat bij de bereiding van homeopathische geneesmiddelen gebruikelijk is. Deze clusters kunnen met een elektronenmicroscoop worden gefotografeerd. Met de moderne inzichten blijft er weinig over van de theoretische bezwaren. Ten eerste het bezwaar tegen de theorie dat ziekmakende stoffen ook kunnen genezen. De auteur geeft een uitgebreide lijst van voorbeelden waar dit principe ook in de conventionele geneeskunde opgaat. Ook in de celbiologie is dit principe inmiddels erkend en staat bekend onder de naam hormesis. Het meest verrassende is dat een conventionele wetenschapper hier het bezwaar tegen de hoge verdunningen ook onderuit haalt. Hij geeft voorbeelden van conventionele onderzoeken waar verdunningen als placebocontrole werden ingezet. Deze verdunningen geven consistente en volkomen onverwachte effecten te zien, waarbij hogere verdunningen zelfs sterkere effecten hebben dan lagere.
Het totstandkomen van reguliere geneesmiddelen berust op een deductieve aanpak: je hebt een theorie hoe een geneesmiddel moet werken en op basis daarvan wordt het ontwikkeld. Het probleem met deze benadering is dat de werkelijkheid ingewikkelder is dan de theorie. Allerlei terugkoppelingsmechanismen maken dat het effect van een regulier geneesmiddel in de praktijk tegenvalt; de klachten komen telkens terug en er treedt gewenning aan en afhankelijkheid van het middel op. De homeopathie berust op een inductieve aanpak: vanuit praktijkervaring wordt naar een algemeen hanteerbaar systeem gewerkt. Het nadeel van deze benadering is meer onzekerheid. Het voordeel is een beter effect in de praktijk. De inductieve wetenschappelijke benadering is in de farmacologie weinig gewaardeerd, maar in andere wetenschapsgebieden juist essentieel. De homeopathie wordt zich steeds meer bewust van een eigen wetenschappelijke identiteit. Een werkgroep van de VHAN heeft een nota geschreven waarin deze identiteit wordt geschetst.
-8- Waarom zijn mensen tegen homeopathie?
Er bestaat in Nederland een vereniging tegen kwakzalverij. Het doel van die vereniging is de evaluatie van alternatieve geneeswijzen en bestrijding van kwakzalverij in de ruimste vorm van het woord. Onder kwakzalverij verstaan ze toepassen van behandelmethoden en/of onderzoeksmethoden waarvan het nut niet wetenschappelijk is aangetoond. Ze onderscheiden ‘kwakzalverij in engere zin’, dat wil zeggen bedreven door niet-artsen en zogenaamde ‘medische kwakzalverij: het toepassen van waardeloze therapieën door artsen. Omdat juist artsen door hun wetenschappelijke opleiding beter zouden moeten weten, verdient medische kwakzalverij zo mogelijk nog krachtiger bestrijding dan kwakzalverij in engere zin. De vereniging probeert hun doel te bereiken door het uitgeven van tijdschriften, door het geven van commentaren op radio en tv, door het publiceren van artikelen in dagbladen en vaktijdschriften en door het geven van advies aan potentiële slachtoffers van alternatieve genezers en andere kwakzalvers. Ook proberen ze hun standpunt onder aandacht te brengen van politici. Tenslotte onderhouden ze betrekkingen met verwante verenigingen en stichtingen.
Krijg je een homeopathisch consult vergoed?
Het aantal zorgverzekeraars en ziekenfondsen dat vergoedingen betaalt voor homeopathische behandelingen en medicijnen, is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. De ontwikkelingen op dit terrein zijn echter nog steeds gaande en daardoor verandert het beeld nog regelmatig. De regelingen van de diverse verzekeraars zijn nogal verschillend. Een enkele maal is homeopathie al in het basispakket opgenomen, maar praktisch altijd gebeurt dit via de zogenaamde aanvullende verzekering. Daarvoor moet men zich dan uitdrukkelijk meeverzekeren. Gesteld kan worden, dat het grootste deel van zorgverzekeraars en ziekenfondsen in hun verzekeringspakketten zodanige vergoedingen betalen, dat de kosten van een homeopathische behandeling op jaarbasis redelijk tot goed gedekt zijn. Vele zorgverzekeraars vergoeden de kosten echter alleen geheel of ten dele, wanneer het consult een erkend arts betreft en de medicijnen door hem zijn voorgeschreven.
Conclusie
De mensen die tegen homeopathie zijn geven als hoofdargument, dat de homeopathische geneeskunde niet is bewezen. Iedereen kan zich homeopaat noemen, daar heb je geen opleiding of diploma voor nodig. Daarom loop je het gevaar om naar een homeopathische arts te gaan die eigenlijk helemaal niet heeft gestudeerd voor arts.
-9- Bronvermelding:
1. Titel: Samuel Hahnemann : biografie van de grondlegger der homeopathie
Auteur: Cook, Trevor M
2. Titel: Homeopathie
Auteur: Bos, Robbert
3. Titel: Homeopathie in de praktijk
Auteur: J. Voorhoeve
4. Internet : www.dds.nl
5. Internet : www.skepsis.nl
6. Internet : www.members.tripod.lycos.nl
7. Internet : www.kvhn.nl/homeopathie
8. Internet : www.xs4all.nl/~apollo
9. Internet : www.vhan.nl
10. Internet : www.homeoweb.nl
11. Internet : www.vsminfo.nl
-9- Inhoud
Inleiding
Wat is homeopathie?
De geschiedenis
Hoe gaat een homeopaat te werk?
Stromingen
De klassieke homeopathie
De Klinische homeopathie
Hoe wordt je homeopathisch arts?
Is homeopathie wetenschappelijk bewezen?
Waarom zijn mensen tegen homeopathie?
Krijg je een homeopathisch consult vergoed?
Conclusie
Bronvermelding
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
super werkstuk
23 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Ik heb het werkstuk erg goed kunnen gebruiken
voor een verslag van verzorging Bedankt !!!
Groetjes Joyce
22 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Bedankt, ik kan dit goed gebruiken voor m'n spreekbeurt.
Groetjes
Henk
22 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
hojj bedankt ik heb mijn spreekbeurt erover ik kan goede informatie gebruiken thynx..............
12 jaar geleden
Antwoorden