Wat is astma?
Ruw geschat hebben wereldwijd meer dan 100 miljoen mensen astma en er zijn aanwijzingen die erop wijzen dat het voorkomen van astma over de hele wereld toeneemt, vooral onder kinderen. De ziekte is niet leeftijdsgebonden, maar treft wel meer kinderen en adolescenten dan volwassenen.
Astma is meer dan alleen kortademigheid. Het is een chronische aandoening die niet alleen zijn weerslag heeft op de hele mens, maar ook op zijn omgeving. Gelukkig is in de laatste decennia het inzicht in de ziekte astma belangrijk gegroeid, waardoor ook de visie op de behandeling ervan is bijgesteld. Zo heeft men op het gebied van de anti-astmamedicijnen de inhalatiecorticosteroïden verworven, maar is er tegelijkertijd ook op niet-medisch gebied veel veranderd, vooral in de benadering van de astmapatiënten. Met betrekking tot dat laatste wordt tegenwoordig veel aandacht besteed aan preventieve maatregelen, maar ook aan begeleiding en ontwikkeling van zelfzorgprogramma's, zodat patiënten zelf meer grip kunnen krijgen op hun astma.
Tegenwoordig kunnen de meeste astmapatiƫnten klachtenvrij worden zolang ze tenminste bereid zijn hun medicijnen trouw te gebruiken en eventuele adviezen met betrekking tot sanering (vermijden van prikkels die aanleiding geven tot kortademigheid) en leefgewoonten op te volgen. Maar hoewel astma vaak voorkomt, bestaan er toch nog flink wat misverstanden over deze ziekte, ook bij de patiƫnten zelf.
Definitie van astma
Luchtwegaandoeningen zijn voor de meesten van ons geen onbekende kwalen. Ieder mens heeft wel eens last van een verstopte neus, van niezen, hoesten, benauwdheid, enzovoort. De hinder die mensen van slecht functionerende luchtwegen hebben, kan sterk variƫren. Soms zijn de klachten van korte duur, zoals bij een verkoudheid. Maar er zijn ook luchtwegaandoeningen die al op kinderleeftijd beginnen en niet, of niet helemaal, overgaan bij het ouder worden. We spreken dan van chronische luchtwegaandoeningen. Tot deze aandoeningen behoort ook asthma bronchiale of kortweg astma.
Een precieze definitie geven van astma is niet eenvoudig, ofschoon het begrip astma al bekend was in de Griekse oudheid, waar het benauwdheid of hijgen betekende. Bij astma is sprake van een vernauwing van de luchtwegen, die totstandkomt doordat de spiertjes in de luchtwegwanden meer aangespannen zijn, en doordat het slijmvlies in de luchtwegen geprikkeld en ontstoken is (het is roder en gezwollen). Daarnaast kan ook de aanwezigheid van veel slijm de doorgang in de luchtwegen belemmeren.
De ernst van de vernauwing kan zeer wisselend zijn, spontaan verbeteren of verbeteren door behandeling met medicijnen. Een ander karakteristiek kenmerk van astma is de verhoogde prikkelbaarheid van de luchtwegen (ook wel bronchiale hyperreactiviteit genoemd).
Symptomen
De belangrijkste klachten bij astma zijn:
- kortademigheid, meestal in aanvallen;
- piepende, zagende of brommende ademhaling;
- hoesten en soms ophoesten van taai slijm.
De hoestklachten treden voornamelijk op doordat de luchtwegen verhoogd prikkelbaar zijn. De piepende, zagende en brommende ademhaling ontstaat doordat de lucht door de vernauwde luchtwegen geperst moet worden, waarin dan ook meestal nog dik taai slijm aanwezig is. Kortademigheid ten slotte, wordt veroorzaakt doordat het lichaam meer dan normale inspanning moet leveren om te kunnen ademhalen. Daarbij zet de borstkas uit en gebruikt men hulpademhalingsspieren (deze spieren - zoals de spieren van hals en schoudergordel - worden normaal gesproken niet gebruikt bij de ademhaling). Sommige mensen klagen over een beklemd gevoel op de borst, sufheid, enzovoort. De klachten en verschijnselen kunnen bij astma in de loop van de dag sterk wisselen.
Verder kunnen astmapatiƫnten last hebben van de bovenste luchtwegen (neus), ogen en huid. De klachten die daar bij horen zijn niezen, een loopneus of verstopte neus, jeukende en tranende ogen, en eczeem. De jeukklachten treden meestal op bij patiƫnten met een zogenoemde allergische constitutie, en kunnen gepaard gaan met huiduitslag of eczeem. Bij jeukklachten moet men er rekening mee houden dat deze ook het gevolg kunnen zijn van bijwerkingen van de gebruikte medicijnen.
Alhoewel veel symptomen bij astma terug te brengen zijn tot vernauwing van de luchtwegen, ervaren astmapatiƫnten hun aandoening op verschillende manieren. In verband hiermee spreken we wel over een lichte, matige of ernstige vorm van astma.
Bij een lichte vorm van astma hebben mensen in de regel weinig klachten en zijn ze bijvoorbeeld alleen kortademig bij inspanning, mistig weer of andere specifieke omstandigheden. De groep mensen met een matige vorm van astma heeft relatief vaak klachten van kortademigheid, soms in aanvallen. In het geval van een ernstige vorm van astma, zijn de mensen voortdurend kortademig, en hebben zij bovendien last van aanvallen die soms zo ernstig zijn dat acute medische hulp noodzakelijk is. Het is trouwens maar een klein aantal mensen dat astma in deze ernstige mate heeft. Bij het merendeel van de patiƫnten komt de aandoening in lichte, dan wel matige vorm voor.
Begin van astma
De aanleg om astma te ontwikkelen is bij een deel van de bevolking aangeboren (erfelijke aanleg). Astma kan zich op elke leeftijd openbaren, maar begint meestal in de kinderjaren en gaat vaak gepaard met allergie.
Bij kinderen onder de twee jaar is de diagnose astma nog moeilijk te stellen. Bij deze leeftijdsgroep kan astma namelijk sprekend lijken op hoesten en benauwdheid als gevolg van virale infecties met ontsteking van de kleine luchtwegen: bronchiolitis. Kinderen met acute bronchiolitis kunnen zelfs zo ernstig kortademig zijn en 'piepen' dat er zuurstofgebrek ontstaat, waarvoor zij met spoed moeten worden opgenomen in het ziekenhuis. Slechts een deel van deze kinderen krijgt later astma, maar het is niet te voorspellen welke van deze kinderen dat zijn.
In de kinderjaren komt astma overigens vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Dit hangt samen met het feit dat de luchtwegen van jongens op die leeftijd nauwer zijn dan die van meisjes. Rond het 10e tot 11e jaar verdwijnt dit verschil geleidelijk. Overigens kunnen astmaklachten na de puberteit ophouden, maar bij een aantal mensen keren de klachten op latere leeftijd terug.
Astma kan ook seizoensgebonden zijn. Zo zien we dat personen die allergisch zijn voor pollen, zoals gras- en berkenpollen, voornamelijk, of soms alleen, klachten hebben in het voorjaar en in de zomer. Weer anderen hebben juist problemen in de wintermaanden. Waarschijnlijk speelt hier de huisstofmijt een rol.
Prognose
Met de moderne manier van behandelen heeft astma over het algemeen een gunstig vooruitzicht gekregen. Het ontstekingsproces dat zich bij astma in de luchtwegen voordoet, geeft meestal geen blijvende weefselschade, zolang men tenminste tijdig met medicijnen begint. Bij een aantal mensen verdwijnen de klachten voor kortere of langere tijd en bij sommigen zelfs voor altijd. Volledige genezing is echter op dit moment niet mogelijk.
De meeste patiƫnten leren tegenwoordig goed met de aandoening omgaan, maar toch blijven er beperkingen bestaan. Zo moeten ze goed nadenken over het beroep dat ze willen kiezen. Wanneer iemand astma heeft, is het bijvoorbeeld onverstandig om een werkplek te kiezen waar hij voortdurend met allergenen in aanraking komt (bijvoorbeeld een dierenasiel of de praktijk van een dierenarts). Goede voorlichting over het beroep dat men wil uitoefenen, is van groot belang en kan ernstige teleurstellingen in de toekomst voorkomen.
Onderzoek heeft aangetoond dat de prognose van astma voor een belangrijk deel bepaald wordt door de mate van luchtwegvernauwing en bronchiale hyperreactiviteit op de kinderleeftijd. Bij heronderzoek op volwassen leeftijd van kinderen met astma bleek dat 50% nog klachten had. Daarom is het voor de toekomst van groot belang dat men bij klachten op de kinderleeftijd zo vroeg mogelijk onderzoek doet om de diagnose astma zeker te stellen, zodat men ook zo snel mogelijk met de behandeling kan beginnen. Ook moet veel aandacht worden besteed aan preventieve maatregelen, zoals:
- streven naar een rookvrije lucht: thuis, in de werkomgeving, in openbare gebouwen, restaurants, openbaar vervoer, enzovoort;
- sanering van woon- en werksituatie in overleg met bedrijfsarts en wijkverpleegkundige;
- bevordering van een goede patiƫnt-artsrelatie zodat voorlichting en behandeling optimaal kunnen zijn.
De patiƫnt zelf zal zorg moeten dragen voor een gezonde manier van leven en het verkrijgen en behouden van een goede geestelijke en lichamelijke conditie. Welk aandeel elk van deze maatregelen bijdraagt aan de optimalisering van de prognose, zal in de toekomst moeten blijken.
Het vóórkomen van astma
Astma komt onder alle bevolkingsgroepen over de hele wereld voor, maar het is opmerkelijk dat er tussen de verschillende landen een groot verschil bestaat in het percentage van de bevolking dat astma heeft. Zo lopen de landelijke percentages van kinderen met astma uiteen van 0 tot 30%. Er bestaan ook verschillen tussen welvarende en niet-welvarende bevolkingsgroepen. Een afdoende verklaring hiervoor heeft men (nog) niet gevonden.
Ook opvallend is de - internationale - toename van het vóórkomen van astma in de laatste 20 à 30 jaar. Het is niet bekend of de toename van astma het gevolg is van veranderingen in het milieu, bijvoorbeeld door de toename van allergenen (stoffen die een allergische reactie en daarmee astma kunnen veroorzaken) in de lucht en in de werksituatie.
Overigens neemt Nederland een uitzonderingspositie in; er is hier geen stijging van het vóórkomen van astma aangetoond. Bij een in 1992 uitgevoerd onderzoek bij schoolkinderen in 15 regio's in Nederland werd zelfs een duidelijke afname van de meeste luchtwegsymptomen geconstateerd. Bij de onderzochte kinderen nam ook het voorkomen van de astma-aanvallen af met de leeftijd. Bij 4- tot 5-jarigen was het percentage bij de jongens 12% en bij de meisjes 8%, bij 10- tot 12-jarigen respectievelijk 7% en 5%.
Over het voorkomen van astma bij volwassenen in Nederland zijn maar weinig vergelijkbare en recente onderzoeken beschikbaar. Sinds kort is een aantal gegevens bekend uit het in 1991 en 1992 verrichte Europees Luchtwegonderzoek in Nederland (ELON). Dit onderzoek vond plaats in Noord-Brabant, Limburg en Groningen. Uit het onderzoek bleek dat het percentage volwassenen met astmatische klachten varieerde van 8-13%. De frequentie van astma was bij 20- tot 24-jarigen het hoogst, en nam daarna met het stijgen van de leeftijd af. Bij 40- tot 44-jarigen was de frequentie het laagst. Daarna nam de frequentie van astma weer met de leeftijd toe.
Behandeling
Sanering
Onder sanering (saneren betekent letterlijk āgezond makenā) verstaan we bij astma het vermijden van prikkelende stoffen. Dit is niet altijd eenvoudig, omdat vele allergische en niet-allergische prikkels in ruime mate voorkomen, en soms gewoonweg niet vermeden kunnen worden, zoals pollen in de buitenlucht.
Het kan echter wel zinvol zijn om saneringsmaatregelen thuis of op het werk te treffen. Als algemene regel geldt dat men de ruimtes schoon moet houden en voor goede ventilatie moet zorgen. Meer specifieke saneringsmaatregelen, die soms ingewikkeld en kostbaar zijn, kan men het beste nemen in overleg met deskundigen, bijvoorbeeld de arts of de wijkverpleegkundige. Allereerst moet men goed onderzoeken welke stoffen de problemen veroorzaken. Vervolgens moet men een saneringsplan opstellen, waarbij rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden en het budget van de patiƫnt.
De meest voorkomende allergie is die voor de huisstofmijt. Aangezien men in het eigen huis toch een groot deel van de tijd doorbrengt, zijn saneringsmaatregelen ter bestrijding van dit diertje sterk aan te raden. De huisstofmijt houdt van een vochtige omgeving, dus vochtbestrijding (goede ventilatie en verwarming) is een eerste maatregel. Daarnaast moet men stof in het huis zoveel mogelijk zien te vermijden, door geregeld schoon te maken en materialen te wassen. Verder is het aan te raden bij de inrichting van het huis āhuisstofmijt-onvriendelijkeā materialen en stoffen te kiezen voor bijvoorbeeld vloerbedekking, gordijnen, meubels, enzovoort. Hierbij kunnen deskundigen adviseren.
Ook huisdieren kunnen zodanige problemen opleveren voor astmapatiënten, dat de dieren het huis uit moeten. Het is voor de meeste mensen moeilijk en pijnlijk afstand van hun dier te doen, omdat ze er zo aan gehecht zijn. Men kan deze situatie vóór zijn door het dier niet in huis te nemen als men weet dat men er allergisch voor is. In het geval dat het dier al aanwezig was voor de allergie ontdekt werd, zal het van de klachten afhangen of het dier weg moet. In de meeste gevallen zal het daar helaas wel op neerkomen. Dit is vooral het geval wanneer het huisdier leeft in een gezin met kleine kinderen van wie een of beide ouders een allergie hebben. De kans is namelijk groot dat deze kinderen erfelijk belast zijn en door het voortdurend contact met de huidschilfers van het dier ook een allergie ontwikkelen.
Als laatste kunnen ook niet-allergische prikkels, zoals tabaksrook, bak- en braadluchtjes, bij mensen met prikkelbare luchtwegen klachten veroorzaken als hoesten, kortademigheid en slijmvorming. In deze situatie is het belangrijk om de prikkels zoveel mogelijk te vermijden (houd het huis bijvoorbeeld rookvrij) en zorg te dragen voor een goede ventilatie in huis.
Behandeling met medicijnen
De werkzaamheid en relatieve veiligheid van de huidige medicijnen maken het mogelijk dat het merendeel van de astmapatiƫnten na behandeling klachtenvrij wordt. Men moet de medicijnen dan wel trouw en op de juiste manier innemen.
Inname van medicijnen
Anti-astmamedicijnen kunnen op allerlei manieren worden ingenomen: via een tablet, capsule, drankje, injectie of via inhalatie (inademing). De voorkeur gaat uit naar inhalatie, omdat het voor astmapatiƫnten een aantal belangrijke voordelen heeft.
Allereerst is de benodigde dosis veel lager dan wanneer het medicijn oraal (via de mond) gegeven wordt. Bij het slikken van tabletten of capsules wordt het medicijn via de darmwand in het bloed opgenomen en zo door het lichaam getransporteerd. Hierbij bereikt uiteindelijk maar een klein deel van het medicijn de plaats van bestemming: de luchtwegen. Bij inhalatie maakt het medicijn die omweg niet; het komt meteen in de luchtwegen terecht. Een tweede voordeel is dan ook dat het medicijn bij goede dosering in de regel geen bijwerkingen in de rest van het lichaam veroorzaakt. Het derde voordeel bij inhalatie is dat de medicijnen sneller werken. Tot slot worden sommige medicijnen gewoon niet goed opgenomen door de darmwand of maag, dus is het sowieso verstandig ze te inhaleren.
De apparaten die gebruikt worden bij het inhaleren van medicijnen noemt men inhalatoren. Op het eerste gezicht lijkt het gebruik hiervan eenvoudig, maar in de praktijk blijken veel mensen er niet goed mee overweg te kunnen. Hierdoor lopen zij het risico de benodigde hoeveelheid medicijnen niet binnen te krijgen. De astmapatiënt moet dan ook goed geïnstrueerd worden over de gebruikswijze, vooral omdat er veel soorten inhalatoren zijn, die niet allemaal hetzelfde werken. Naast mondelinge instructie kan foldermateriaal of een videofilm hierover heel nuttig zijn.
Er zijn grofweg drie soorten inhalatoren:
- verstuiver (dosis-aƫrosol);
- droge-poederinhalator;
- vernevelapparaat.
Bovendien zijn er nog allerlei hulpstukken, zoals voorzetkamers, inhalatiekamers, enzovoort. De manier van inhaleren verschilt per type inhalator. Bij een verstuiver moet bijvoorbeeld rustig ingeademd worden, terwijl het bij de droge poederinhalator van belang is krachtig in te ademen.
Bijwerkingen
Bij het medicijn Atrovent zijn de bijwerkingen, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en een droge mond. Dit zijn bjwerkingen die vaker voorkomen.
In uitzonderlijke gevallen kunnen de volgende bijwerkingen optreden:
- hartritmestoornissen en hartkloppingen.
- Bijwerkingen in het oog, accomodatiestoornis.
- Maag-darmstoornissen
- Vasthouden van urine
- Huidreacties of allerhische reacties (huiduitslag, een acute plaatselijke zwelling van de tong, lippen en gezicht, netelroos en spasme van het strottehoofd).
Bronnen
Ik heb als bron het internet (http://www.spreekuurthuis.nl/themapag.html?thema=Astma&hfdstk=5) gebruikt en de bijsluiter van het medicijn Atrovent dosis-aƫrosol.
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
ik vindt het wel goed maar je moet wat meer hoofdstukken!
maar toch prima!
20 jaar geleden
Antwoorden