WAT IS ALCHEMIE?
Alchemie is een oude en geheime scheikunde die vooral in de middeleeuwen bedreven werd. Het was de voorloper van de chemie. De alchemie is een niet op zichzelf staande wetenschap, maar het is een onderdeel van de astrologie het werd omgeven met mystiek en rituelen. Er waren drie grote doelen van de alchemisten. Ten eerste wilde men gewone metalen in goud of zilver laten veranderen. Ten tweede was men op zoek naar het levenselixer, een drank die de drinker het eeuwige leven zou bezorgen, of in ieder geval het leven zou verlengen. Sommige alchemisten wilden ook nog een derde doel vervullen, namelijk het maken van menselijk leven. Een sleutelrol in de alchemie is een bepaalde stof, ‘Steen de Wijzen’ genaamd. Deze stof kon behalve steen, ook poeder of vloeistof zijn. De steen der wijzen kan dus metaal in goud of zilver veranderen en speelt ook nog een belangrijke rol in het maken van het levenselixer. Hoewel de technieken dubieus waren en vaak meer op goocheltrucs leken, was de alchemie in veel opzichten een voorloper van de moderne wetenschap, in het bijzonder van de scheikunde. De inzichten van de alchemisten kennen een geschiedenis die ver voor onze jaartelling zijn begonnen. Bij alchemie gaat het niet alleen om de steen der wijzen te maken, of het levenselixer. Het is allemaal gebaseerd op een levensfilosofie waarbij alles met elkaar in contact staat. Aristoteles koppelde de vier elementen aarde, water, lucht en vuur aan al het levende. Je kunt het dus in twee aspecten onderscheiden. Aan de ene kant ging het om een toegepaste wetenschap, een techniek, de bedoelingen waren praktisch en commercieel. Maar aan de andere kan is de alchemie ook een filosofie of een soort religie.
GESCHIEDENIS
De alchemie die in de westerse wereld zijn intrede heeft gedaan, gaat terug tot het begin van onze jaartelling. De westerse alchemie is beïnvloed door de Griekse en Chinese zienswijzen. Maar nog het is nog het allermeest beïnvloed door de Arabische alchemie. Dat kwam omdat toen het centrum van de alchemie lag in Syrië.
Als je het oppervlakkig bekijkt, was de alchemie een willekeurige opeenvolging van verwarming en afkoeling van ingewikkelde mengsels. Toch is er enigszins een systeem te ontdekken. Het doel waar iedere alchemist naar streefde was transmutatie. In West-Europa werd transmutatie vooral vertaald in het streven naar de omzetting van lood en zink in goud. In de filosofische denkwijze is het de betekenis van ziek naar gezond, of van oud naar jong. De steen der wijzen van de alchemisten is niet gewoon een klomp goud, maar ook een materiaal dat zieken weer gezond kan maken en de oudere weer jeugdig.
Men raakte meer en meer in de ban van de technische alchemie en zo waren de alchemisten ook nog eens nuttig voor de maatschappij. Alchemisten hielden zich ook nog bezig met het maken van medicijnen, elixers, parfum, mineralen, metalen, enzovoorts.
ALCHEMISTEN
Iedereen, die bestudeerde hoe metalen in goud of zilver veranderd kon worden, werd een alchemist genoemd. Het veranderen van metalen in goud of zilver werd gedaan om ze perfecter te maken, aangezien andere metalen minder werden geacht aan goud of zilver. Als andere metalen minder waren zou de natuur normaal gesproken diep in de aarde goud en zilver maken uit andere metalen. Het zou dan dus mogelijk moeten zijn om met de juiste technieken en kennis dit proces in het laboratorium te herhalen, maar dan sneller. Als iemand alchemist wilde worden ging hij in de leer in één van de vele alchemiescholen. De eerste bekende alchemieschool heette Summa Perfection. Dit was een Arabische school, waar de alchemisten werkten met goud, kwik, arseen, zwavel en de zouten en zuren. Hun methoden bestonden voornamelijk uit op goed geluk proberen. Ze ontdekten dingen dan ook alleen bij toeval. Door deze methoden vonden ze wel een aantal nieuwe stoffen en ontwikkelden ze veel nuttige processen.
UITVINDINGEN
Alhoewel de alchemisten zich meer bezighielden met mystiek en geloof dan met echte wetenschap, deden ze toch steeds meer bruikbare kennis op. Zo werden belangrijke experimentele methodes verfijnd zoals bijvoorbeeld de distillatie, en werden nieuwe stoffen ontdekt, zoals onder andere alcohol (rond het jaar 1000), salpeterzuur en buskruit. Later ontdekte Joseph Glauber de droge distillatie en vervolgens azijnzuur, benzeen, fenol en aceton. Ook tal van laboratoriumaparaten werden door de alchemisten ontwikkeld, zoals ovens, driepoten en destillatieapparatuur. Ook werden er veel methoden ontwikkeld zoals extractie, destillatie, kristallisatie, filtratie, cementatie en het scheiden van goud en zilver. Sommige ontdekkingen hadden ook praktisch nut. Alcohol bleek bijvoorbeeld medicinale werking te hebben. Zo ging de alchemie steeds meer over in de medische chemie.
EINDE VAN DE ALCHEMIE
De grondlegger van de medische chemie is Paracelsus. Hoewel hij in de alchemie geloofde, viel hij andere alchemisten aan vanwege hun goudkoorts. Hij vond dat ze beter hun tijd, energie en kennis konden gebruiken met het bereiden van medicijnen. Hij was het niet eens met Aristoteles, die elke behandeling volgens een bepaalde weg deed, namelijk met aarde, water, lucht en vuur. Aristoteles vond, dat als iemand heel warm was, je hem eerst moest afkoelen, en anders om. Paracelsus lacht om deze theorie. Hij geloofde niet in de behandeling van symptomen, maar in een behandeling van geest, lichaam en ziel tegelijk. Een medicijn is daarbij slechts een hulpmiddel. Hij beschouwde het lichaam als een chemisch systeem, waarbij een gezond lichaam een ideale verhouding had van de drie stoffen zwavel, kwik en zout. De Zuid Nederlandse arts Jan Baptist van Helmont bestreed op zijn beurt de theorieën van Paracelsus en Aristoteles. Van Helmont toonde aan dat metalen die in een zuur waren opgelost weer teruggewonnen konden worden. Dat bracht hem tot de wet der onvernietigbaarheid van de materie. Op het gebied van de geneeskunde heeft van Helmont veel werk verricht bij de ontdekking van het gistingsproces. Toch is van Helmont vooral bekend om zijn werk op het gebied van gassen en door zijn ideeën over de ‘generatie spontanea’, het ontstaan van leven uit levenloze stoffen. Heel bekend is de Van Helmont proef. Hij plantte toen een boom en woog hem. Vijftien jaar later woog hij hem weer en bleek het totale gewicht van de aarde en de boom veel meer te zijn dan in het begin. De boom had alleen maar water gekregen als voedsel. De grote vraag was in die tijd hoe de boom met zoveel gewicht was toegenomen.
Het woord gas is ook van Van Helmont afkomstig, dat waarschijnlijk is afgeleid van het Griekse woord Chaos. Het werk van Van Helmont betekende een keerpunt in de geschiedenis van de chemie. Na hem verdween de alchemie van het toneel om plaats te maken voor wetenschap en een wetenschappelijke benadering.
Het is de alchemisten niet gelukt om lood in goud te veranderen. Tegenwoordig is bekend dat het wel degelijk mogelijk is om door middel van kernreacties het ene element in het andere om te zetten en rond 1940 zijn kernfysici er daadwerkelijk in geslaagd om isotoop 196 van kwik om te zetten in goud. Maar het blijft echter de vraag of het ontstane radioactieve mengsel veel waard was.
Alchemie
7
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden