AIDS

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 1390 woorden
  • 13 april 2001
  • 138 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
138 keer beoordeeld

Inleiding

Jaarlijks sterven er enkele honderden mensen aan Aids. Dit virus is nog steeds niet te beheersen ook al zijn de professoren nog zo intelligent. Voor de patiënten is het frustrerend om te weten dat ze over een tijd sterven, dat weten wij ook wel maar dat duurt nog wel eventjes en dan ben je er misschien ook wel aan toe.

Hoe werd Aids ontdekt?

Aids werd het eert ontdekt in de Verenigde Staten. Anno het jaar 1981. Een bepaald type longontsteking kwam opeens heel apart vaak voor. Deze ziekte kwam voorheen alleen voor bij mensen met een zwak afweer systeem, maar nu werden vooral jonge (homoseksuele) mannen getroffen die in de kracht van hun leven stonden. Ook werden bij deze groep mensen plotseling opvallend veel gevallen van een huidkanker geconstateerd (kaposi sarcoom). Deze ziekte kwam tot voorheen alleen nog maar bij oude mannen voor. Door te combineren kwam men erachter dat dit een nieuw soort ziekte moest zijn: Aids. Toen men erachter kwam wat de oorzaak van de ziekte was, dacht men nog: 'Oh, wacht maar even, dan vinden we wel een vaccinatie uit tegen Aids en dan is de zoveelste ziekte de wereld uit. Maar die vlieger ging jammer genoeg niet op. Tot op de dag van vandaag is er nog geen middel tegen Aids. Men ontdekte dat het ging om een ernstige aantasting van het afweersysteem waaraan je tenslotte overleed. Aids werd en wordt veroorzaakt door en virus. Dat virus is vergelijkbaar met een ander virus dat bij apen voorkomt.

Wat is Aids?

De letters AIDS staan voor Acquired Immune Deficiency Syndrome, dat is in het Nederlands: Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Kort samengevat betekend dit dat het afweersysteem van de mens wordt aangetast en zo niet meer goed functioneert.


A - acquired - tijdens het leven opgelopen, dus niet geërfd

I - immune - immuniteit - afweer(systeem)

D - deficiency - tekort, gebrek. verminderde functie

S - syndrome - syndroom, ziektebeeld, de gezamenlijke verschijnselen van een bepaalde ziekte

Aids is dus een ziekte die je afweersysteem aantast en niet kan erven.

Wat is HIV?

HIV staat voor Humaan Immunodeficientie Virus. Of ook wel Aids-virus genoemd. Er bestaan verschillende soorten HIV. Het virus breek het afweersysteem af, het lichaam wordt daardoor vatbaar voor allerlei soorten van kanker en andere ziekte, waar het anders wel tegen bestand zou wezen. Door middel van een test kun je vaststellen of je het virus hebt, of anders gezegd: of je seropositief bent. Als je seropositief bent hoef je niet perse ziek te wezen. Het kan nog heel lang duren voordat je klachten krijgt. Dat kan na 2 jaar zijn, maar ook pas na 10 jaar. Er bestaat geen middel tegen HIV, maar er is wel een medicijn dat de werking van HIV sterk remt.

Aids in de hele wereld

Aids komt overal ter wereld voor. Nu eerst even een paar statistische gegevens. Er wordt geschat dat ongeveer 40 miljoen mensen HIV en Aids hebben. Per dag overlijden er 6000 mensen aan de gevolgen van Aids en worden er 16000 geïnfecteerd met HIV. Zoals gezegd komt Aids overal ter wereld voor maar dan vooral in de ontwikkelingslanden. Zoals Afrika ten zuiden van de Sahara, India China en Brazilië. In ontwikkelingslanden is Aids een regelrechte ramp met grote economische gevolgen. Geld voor medicijnen, onderzoek en voorlichting is er niet. In Noord-Amerika en West-Europa is er wel geld voor die dingen maar toch komen er hier ook steeds weer nieuwe gevallen bij. De kans dat je overlijdt aan Aids is in ontwikkelde landen wel een stuk kleiner dan in ontwikkelingslanden.


Aids in Nederland

In Nederland stijgt het aantal besmette mensen nog steeds, al is het minder dan dat men aanvankelijk dacht. Het aantal seropositieven ligt naar schatting tussen de 8000 en de 15000. Dat dit getal erg onprecies komt doordat er in Nederland geen lijst bestaat met alle seropositieven. Wel is bekent hoeveel mensen met Aids er zijn in Nederland: 5000. Intussen zijn er in Nederland 3500 mensen gestorven aan Aids. Een op de tien Nederlanders heeft wel eens iemand ontmoet die met HIV besmet is of aan Aids lijd.

Hoe wordt het HIV-virus overgedragen?

Het virus bevind zich in: bloed, vaginaal vocht, voorvocht, sperma en moedermelk. HIV kan daardoor overgedragen worden door:

A. Onveilig seksueel contact

B. Drugs spuiten met eerder gebruikte naalden en spuiten

C. De seropositieve moeder op haar kind, tijdens de zwangerschap, de bevalling of bij borstvoeding

D. Het gebruik van onveilige bloedproducten of een bloedtransfusie met besmet bloed.

Bij iemand die geïnfecteerd is met HIV bevatten zijn bloed en sperma en hoge concentratie van het virus. In voorvocht en vaginaal vocht is dit veel minder. In de overige lichaamsvochten (speeksel, zweet, traanvocht, urine en ontlasting)is het virus wel aanwezig maar niet gevaarlijk doordat er (bijna) geen virus in voorkomt. Wanneer je risico loopt en wanneer niet wordt hieronder uitgewerkt.

A: Als je onveilig vrijt loop je risico om het virus op te lopen. Dit is vooral het geval als je geslachtsgemeenschap heb met iemand uit een groep mensen waar het veel voorkomt. Zoals met homoseksuele mannen met die het met iedereen doen, mensen die uit een gebied komen waar het virus veel voorkomt (ontwikkelingslanden) en mensen die drugs spuiten. Het is aan te raden veilig te vrijen als je niet zeker weet of je partner virusvrij is.


Onveilige seksuele handelingen zijn:

1. Vaginale geslachtsgemeenschap zonder condoom.

2. Anale seks zonder condoom.

3. Orale seks *

4. Seksuele gebruiksvoorwerpen onderling uitwisselen.

* Bij orale seks is de kans dat je geïnfecteerd raakt buiten de menstruatieperiode en zonder klaarkomen in de mond zo klein dat je die mag verwaarlozen

B: Je kunt geen Aids krijgen door drugs te gebruiken. Als je elkaar naalden en spuiten gebruikt loop je wel risico, omdat daar nog bloedresten aan kunnen zitten met het virus daarin. Ook het (uit)lenen van spuitbenodigdheden brengt risico met zich mee, net zoals het overgieten van de ene spuit naar de andere. Het HIV-virus (maar andere virussen net zo goed!) kunnen zo in de bloedbaan terecht komen.

C:Een seropositieve moeder die in verwachting is kan het virus dan al aan het kind meegeven. Ook als de geboorte plaatsvindt (veel bloed) kan het virus worden overgedragen. Ook in de moedermelk kan het virus voorkomen zodat bij borstvoeding het kind ook nog eens besmet kan raken. In het Westen is de techniek zover gevorderd dat de kans dat een baby ook seropositief is minder is dan 5%. Dat komt door onder anderen medicijnen en geen borstvoeding.


D:De kans om in Nederland het virus op te lopen d.m.v. bloedtransfusies is bijna helemaal uitgesloten. Sinds 1985 wordt het bloed gecontroleerd om het virus in alle westerse landen. In ontwikkelingslanden wordt het bloed niet altijd gecontroleerd.

Hoe wordt het virus niet overgedragen?

Als je iemand ontmoet die het Aids of HIV virus heeft hoef je echt niet ongerust te worden, want in de normale dagelijkse omgang

met die mensen loop je geen risico. Verder kan het virus niet doorgegeven worden door:

1. Een hand geven.

2. Een onbeschadigde huid heen. (een pleister op een wond is voldoende)

3. Tongzoenen

4. Toiletartikelen en andere gebruiksvoorwerpen.

5. De buitenlucht, dus ook niet op kopjes, beddengoed, bestek, enz.

6. adem, hoesten, niezen, enz.

7. Eerste hulp te verlenen

8. Insecten

9. Etenswaren

10. Zwemwater en sauna's

Als je de gewone hygiëne regels in acht neemt kan je niets gebeuren. Het kan juist heel belangrijk voor een geïnfecteerd persoon zijn om hulp en bijstand te krijgen van mensen om hem heen.

De pil en condooms

De pil bied bescherming om niet zwanger te raken en ook alleen maar daarvoor. De condoom beschermt ook tegen geslachtsziektes en Aids. Gebruik daarom altijd een condoom als je niet zeker weet of je partner virusvrij is. Je weet dan 100% zeker dat je niet besmet kunt raken door de betreffende geslachtsgemeenschap.


Bestrijding

HIV is tot nu toe niet definitief uit het lichaam te krijgen. De maatregelen tegen aids zijn veilig vrijen, voorlichting en veilig spuiten. Er zijn een aantal aids-remmers of medicijnen zoals ddC, ddl en AZT. Door de medicijnen stopt bij veel mensen de vermenigvuldiging van hiv, daardoor blijven mensen langer zonder klachten en blijven langer leven. Er zit wel een nadeel aan de medicijnen tegen aids, dat zijn namelijk de bijwerkingen zoals misselijkheid, diarree en hoofdpijn. De bijwerkingen zijn soms te erg dat de mensen besluiten ermee te stoppen. Aids is dus nog niet uit het lichaam te krijgen maar men is wel in staat om het af te remmen.

REACTIES

K.

K.

Hallo,
Zou u zo vriendelijk willen zijn dit werkstuk anoniem te plaatsen en mijn naam niet meer te vermelden?
Bij voorbaat dank,
Kors

14 jaar geleden

K.

K.

bedankt voor jullie mooie eindopdracht over Aids

met vriendelijke groet kevin en leon

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.