Inleiding
Het onderwerp van dit artikel is de ziekte ‘Aids’. Jaarlijks sterven er enkele honderden mensen aan Aids. Dit virus is nog steeds niet te beheersen ook al zijn de professoren nog zo intelligent. Voor de patiënten is het frustrerend om te weten dat ze over een tijd sterven, dat weten wij ook wel maar dat duurt nog wel eventjes en dan ben je er misschien ook wel aan toe. Aids is dus een verschrikkelijk ziekte, omdat er geen middelen zijn om Aids tegen te gaan. In dit artikel wil ik graag wat meer gaan uitleggen over de ziekte Aids. Dit zal ik gaan doen aan de hand van een onderzoeksvraag. Deze onderzoeksvraag is weer onder verdeeld in meerdere deelvragen. Door een antwoord te formuleren op de deelvragen zal dus uiteindelijk ook een antwoord geformuleerd kunnen worden op de onderzoeksvraag. De onderzoeksvraag luidt als volgt:
Hoe is men tot de ontdekking gekomen van de ziekte aids? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat de ontdekking van de ziekte Aids met de wetenschap van dit moment voorgoed van de wereld verdwijnt? Of is deze ziekte echt niet te bestrijden?
Ik wil graag antwoord proberen te geven op deze hoofdvraag aan de hand van een aantal deelvragen, dat zijn de volgende: 1. Wanneer is de ziekte aids ontstaan? En wat is er in het verleden al gedaan om de ziekte aids tegen te gaan? 2. Wat is aids eigenlijk precies? Waaruit bestaat aids en wat maakt aids tot zo’n levensgevaarlijke ziekte? 3. Wat houdt het immuunsysteem in? Waartegen beschermt het immuunsysteem jou? En wat heeft aids gemeen met het immuunsysteem? 4. Hoe wordt het HIV-virus overgedragen? En hoe wordt het HIV-virus niet overgedragen?
Met behulp van deze deelvragen wil ik dus graag een antwoord gaan formuleren op de hoofdvraag. Ik zal hiervoor Aids was informatie voor gaan zoeken, onder andere in boeken en op internet (zie ook literatuurlijst).
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Aids
Aids werd het eerst ontdekt in de Verenigde Staten. In het jaar 1981. Een bepaald type longontsteking kwam opeens heel apart vaak voor. Deze ziekte kwam voorheen alleen voor bij mensen met een zwak afweersysteem, maar nu werden vooral jonge (homoseksuele) mannen getroffen. Ook werden bij deze groep mensen plotseling opvallend veel gevallen van een huidkanker geconstateerd. Door te combineren kwam men erachter dat dit een nieuw soort ziekte moest zijn: Aids. Toen men erachter kwam wat de oorzaak van de ziekte was, dacht men nog: \'Oh, wacht maar even, dan vinden we wel een vaccinatie uit tegen Aids en dan is de zoveelste ziekte de wereld uit’. Maar zo simpel ging het niet. Men ontdekte dat het ging om een ernstige aantasting van het afweersysteem waaraan je uiteindelijk overleed. Aids werd en wordt veroorzaakt door een virus. Dat virus is vergelijkbaar met een ander virus dat bij apen voorkomt.
Aan het eind van de jaren \'70, begin jaren \'80 stak er een onbekende ziekte op in Amerika en iets later in Europa. De weerstand van de getroffen personen was aangetast, negen van de tien waren homoseksueel en 98 % was man. Het leek een \'Homoziekte\', zoals veel kranten toen berichtten. Later bleek deze aanduiding onjuist te zijn. In 1982 werd duidelijk dat ook gebruikers van verdovende middelen en lijders aan de bloederziekte Hemofilie de ziekte kregen. Deze laatstgenoemden kregen bloedtransfusies met besmet bloed. Eind 1990 kreeg het de naam ‘Aids’.
Professor dr. J. Goudsmid presenteerde in mei 1997 zijn boek \"Vrijend virus\"; over aard en oorsprong van het aids-virus. Hij schrijft dat het aids-virus, HIV, al tientallen jaren eerder dan gedacht voorkwam in Europa. Deze primitieve vorm van het virus zou verantwoordelijk zijn geweest voor enkele epidemieën van de bovengenoemde Pneumocystis-longontsteking. De eerste epidemie was in de Duitse stad Danzig (Gdansk) in 1939 en het virus was waarschijnlijk meegekomen met Duitse soldaten vanuit Kameroen. De tweede epidemie stak de kop op tussen 1955 en 1958 in de Kweekschool voor Vroedvrouwen in Heerlen.
Volgens Goudsmid is het huidige aids-virus oorspronkelijk een apenziekte. Het virus is bij de mens terechtgekomen door de jacht op en de handel in apen, het kappen van het Afrikaanse regenwoud en de kolonisatie van Afrika. Aids is een virus, heeft dus gastheren nodig, het aids-virus stapte dus van de ene gastheer (de aap) over naar een andere gastheer, de mens, en evolueerde verder.
Nu kan het antwoord op deelvraag 1 worden geformuleerd. Aids is in 1981 ontdekt in de Verenigde Staten. Op het eerste moment wordt er te makkelijke gedacht over de ziekte Aids en dacht men dat ze wel even een vaccinatie zouden maken die de ziekte Aids de wereld uit zou kunnen drijven, maar dit viel tegen. Aids tast het afweersysteem erg aan waaraan je uiteindelijke overleed. Er is dus in het begin te makkelijk over gedacht en ook nu, 2002, is er nog geen oplossingen gevonden om de ziekte Aids de wereld uit te halen.
Hoofdstuk 2: Wat is Aids?
De letters AIDS staan voor Acquired Immune Deficiency Syndrome, dat is in het Nederlands: Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Kort samengevat betekent dit dat het afweersysteem van de mens wordt aangetast en zo niet meer goed functioneert.
A - acquired - tijdens het leven opgelopen, dus niet geërfd
I - immune - immuniteit - afweer(systeem)
D - deficiency - tekort, gebrek. verminderde functie
S - syndrome - syndroom, ziektebeeld, de gezamenlijke verschijnselen van een bepaalde ziekte
Aids is een verschrikkelijke ziekte, die een dodelijke afloop heeft. Aids is een virus en kan worden overgedragen op andere personen door onveilig seksueel contact of door besmetting met bloed. Dit laatste kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld bij verslaafden die elkaars naalden lenen of bij een bloedtransfusie, maar ook als je een gewonde helpt bij een ongeluk die besmet is met het aids-virus. Ook zwangere vrouwen kunnen het virus aan hun baby doorgeven. Aids is dus een ziekte die je afweersysteem aantast en niet kan erven.
HIV staat voor Humaan Immunodeficientie Virus. Of ook wel Aids-virus genoemd. Er bestaan verschillende soorten HIV. Het virus breek het afweersysteem af. Het lichaam wordt daardoor vatbaar voor allerlei soorten van kanker en andere ziekte, waar het anders wel tegen bestand zou zijn. Door middel van een test kun je vaststellen of je het virus hebt, of anders gezegd: of je seropositief bent. Als je seropositief bent hoef je niet perse ziek te wezen. Het kan nog best lang duren voordat je klachten krijgt die aanduiden dat je bent besmet met het HIV-virus. Dat kan na 2 jaar zijn, maar ook pas na 10 jaar. Er bestaat geen middel tegen HIV, maar er is wel een medicijn dat de werking van HIV sterk remt.
Aids is een ziekte die bij mensen meestal veroorzaakt wordt door HIV-1. Er is een stamboom van aids-virussen, daarbij wordt verschil gemaakt tussen mensvirussen (HIV) en aapvirussen (SIV), simian immunodeficiency-virus. De mensvirussen worden onderverdeeld in het veel voorkomende HIV-1 en het zeldzame HIV-2, dat vooral voorkomt in West-Afrika. Een besmetting met HIV-1 is fataal, maar mensen die met HIV-2 besmet worden, krijgen niet altijd aids. De aapvirussen kun je splitsen in een Chimpanseevirus, een Roodkopmangabé-virus en verschillende Meerkatvirussen. De verschillen tussen deze virussen komen door verschillen in het erfelijk materiaal, RNA, een stof die sterk op het DNA lijkt.
Als het aids-virus eenmaal in de bloedbaan is gekomen gaat het zich voortplanten. Virussen kunnen zich niet alleen voortplanten, ze maken daarbij gebruik van een gastheercel. Die gastheercel spuiten ze vol met hun eigen erfelijk materiaal en die gastheercel gaat dan nieuwe aids-viruscellen produceren. Dit is heel simpel gezegd hoe het aids-virus zich vermenigvuldigt.
Een virus is geen cel en heeft geen enzymen waarmee een stofwisseling in stand kan worden gehouden. Daarom dringt een virus levende lichaamscellen binnen en dwingt deze om nieuwe virusdeeltjes te maken die gelijk zijn aan het oorspronkelijk binnengedrongen deeltjes. Het virale RNA wordt met behulp van enzymen \'vertaald\' tot DNA. Het virale DNA dringt binnen in het DNA van de gastheercel en zet de gastheercel aan tot het maken van viraal RNA voor in het aids-virus.
Alleen via een bloedonderzoek kan nagegaan worden of je in contact geweest bent met het virus. Was er in het verleden geen risicogedrag, dan kan je ook niet besmet zijn en is testen volkomen zinloos. Een test verandert niets aan de voorzorgen die je moet nemen. Om te vermijden dat je besmet zou worden of om te vermijden dat je besmetting zou doorgeven, is veilig gedrag noodzakelijk. Als je besmet bent met het aids-virus kan je je eerst nog erg goed voelen, het kan soms zelfs meer dan 10 jaar duren na de besmetting voordat je pas overlijdt aan deze ziekte.
Aids komt overal ter wereld voor. Nu eerst even een paar statistische gegevens. Er wordt geschat dat ongeveer 40 miljoen mensen HIV en Aids hebben. Per dag overlijden er 6000 mensen aan de gevolgen van Aids en worden er 16000 geïnfecteerd met HIV. Zoals gezegd komt Aids overal ter wereld voor maar dan vooral in de ontwikkelingslanden, omdat vooral in deze landen de economische situatie slecht is en het virus sneller over te dragen is dan in ontwikkelde landen.
Nu kan het antwoord op deelvraag 2 worden geformuleerd. Aids is een ziekte die je afweersysteem aantast en niet zo goed meer functioneert. Aids heeft een dodelijk afloop, maar het kan nog vele jaren duren eer dat je overlijdt aan deze ziekte. Aids bestaat uit HIV-1. Als er wordt aangetoond dat je HIV-1 hebt dan ben je besmet met de ziekte Aids, maar als blijkt dat je HIV-2 hebt is er niets aan de hand. Aids is zo’n gevaarlijke ziekte, omdat het aids-virus dodelijke eigenschappen bezit, waaraan je dus uiteindelijk overlijdt.
Hoofdstuk 3: Het immuunsysteem
De hoofdtaak van het immuunsysteem is het beschermen van het menselijk lichaam tegen binnendringende micro-organismen. Een andere taak van het immuunsysteem is het herkennen en afstoten van lichaamsvreemd materiaal (antigeen), zoals kankercellen. Immuniteit kan worden onderverdeeld in verschillende soorten, o.a. humorale immuniteit en cellulaire immuniteit. Alleen gewervelde dieren, dus ook de mens, beschikken over een uitgebreid immuunsysteem, dat bestaat uit uitwendige en inwendige organen en veel stoffen. Die micro-organismen kunnen het menselijk lichaam aan alle kanten binnendringen. Vervolgens wordt het slijm door ciliën, trilhaartjes, naar de keel gestuwd, waarna het wordt doorgeslikt en de micro-organismen door het zuur van de maagsappen zullen worden gedood. De bacteriën, virussen, schimmels of andere micro-organismen kunnen ook op de huid terechtkomen waar ze door een enzym dat in de talg zit die de huid afscheidt, worden gedood.
Als de microbe het lichaam toch is binnen- gedrongen, zijn er in het lichaam organen die ervoor zorgen dat het micro-organisme zich niet gaat ontwikkelen. Als hetzelfde antigeen later weer het lichaam binnendringt kan de antistof sneller aangemaakt worden en blijft die ook langer in het bloed aanwezig, dus is de immuniteit langer. Bij cellulaire immuniteit spelen de T-lymfocyten een rol. Ook zij vermenigvuldigen zodra ze in aanraking komen met een antigeen, maar T-lymfocyten produceren moleculen die andere cellen van het immuunsysteem stimuleren om te groeien.
De antistoffen die het menselijk lichaam produceert worden ook wel immunoglobulinen (Ig) genoemd. Deze verbinden zich met het antigeen zodat het onschadelijk wordt. Er zijn vijf verschillende klassen immunoglobulinen, (IgG, IgA, IgM, IgD en IgE), met ieder hun eigen functie.
Aids en het Immuunsysteem:
Men dacht dat het aids-virus in het bloed rondzweefde, dat is echter niet het geval. Slechts 2 % van het aids-virus bevindt zich in het bloed. De overige 98 % zitten in de lymfklieren.
Er wordt maar een klein deel van de T-lymfocyten besmet en toch richt het aids-virus een enorme schade aan. Dit komt waarschijnlijk doordat de eiwitten van het aids-virus zich hechten aan de cellen die het HIV aanvallen. Deze worden dan door de cytologische T-lymfocyten aangezien als geïnfecteerde cellen (terwijl ze dat niet zijn) en worden gedood. HIV besmet niet alleen cytologische T-lymfocyten en helper-T-lymfocyten, maar ook macrofagen. De macrofagen kunnen dan geen micro-organismen meer doden.
Nu kan er een antwoord op deelvraag 3 worden geformuleerd.
De hoofdtaak van het immuunsysteem is het beschermen van het menselijk lichaam tegen
binnendringende micro-organismen.
Ook herkent het immuunsysteem lichaamsvreemd materiaal, zoals kankercellen. Het immuunsysteem stoot dit af.
Het immuunsysteem kan dus ook bepaalde stoffen herkennen die in het aids-virus voorkomen.
Hoofdstuk 4: Het overdragen van het HIV-virus en het niet overdragen van het HIV-virus
Hoe wordt het HIV-virus overgedragen? Het virus bevindt zich in: bloed, vaginaal vocht, voorvocht, sperma en moedermelk. HIV kan daardoor overgedragen worden door:
· onveilig seksueel contact; · drugs spuiten met eerder gebruikte naalden en spuiten; · de seropositieve moeder op haar kind, tijdens de zwangerschap, de bevalling of bij borstvoeding; · het gebruik van onveilige bloedproducten of een bloedtransfusie met besmet bloed.
Bij iemand die geïnfecteerd is met HIV bevatten zijn bloed en sperma een hoge concentratie van het virus. In voorvocht en vaginaal vocht is dit veel minder. In de overige lichaamsvochten is het virus wel aanwezig maar niet gevaarlijk doordat er (bijna) geen virus in voorkomt. Wanneer je risico loopt en wanneer niet wordt hieronder uitgewerkt.
Als je onveilig vrijt loop je risico om het virus op te lopen. Dit is vooral het geval als je geslachtsgemeenschap heb met iemand uit een groep mensen waar het veel voorkomt. Het is aan te raden veilig te vrijen als je niet zeker weet of je partner virusvrij is. Onveilige seksuele handelingen zijn:
· Vaginale geslachtsgemeenschap zonder condoom; · Anale seks zonder condoom; · Orale seks*; · Seksuele gebruiksvoorwerpen onderling uitwisselen.
* Bij orale seks is de kans dat je geïnfecteerd raakt buiten de menstruatieperiode en zonder klaarkomen in de mond zo klein dat je die mag verwaarlozen.
Je kunt geen Aids krijgen door gewoon drugs te gebruiken. Als je elkaars naalden en spuiten gebruikt loop je wel risico, omdat daar nog bloedresten aan kunnen zitten met het virus daarin. Ook het (uit)lenen van spuitbenodigdheden brengt risico met zich mee, net zoals het overgieten van de ene spuit naar de andere. Het HIV-virus (maar andere virussen net zo goed!) kunnen zo in de bloedbaan terecht komen.
Een seropositieve moeder die in verwachting is kan het virus dan al aan het kind meegeven. Ook als de geboorte plaatsvindt kan het virus worden overgedragen. Ook in de moedermelk kan het virus voorkomen zodat bij borstvoeding het kind ook nog eens besmet kan raken. De kans om in Nederland het virus op te lopen d.m.v. bloedtransfusies is bijna helemaal uitgesloten. Sinds 1985 wordt het bloed gecontroleerd om het virus in alle westerse landen. In ontwikkelingslanden wordt het bloed niet altijd gecontroleerd.
Hoe wordt het virus niet overgedragen? Als je iemand ontmoet die het Aids of HIV virus heeft hoef je echt niet ongerust te worden, want in de normale dagelijkse omgang met die mensen loop je geen enkel risico. Verder kan het virus niet doorgegeven worden door:
· Een hand geven; · Een onbeschadigde huid heen; · Tongzoenen; · Toiletartikelen en andere gebruiksvoorwerpen; · De buitenlucht, dus ook niet op kopjes, beddengoed, bestek, enz; · Ademen, hoesten, niezen, enz; · Eerste hulp te verlenen; · Insecten; · Etenswaren; · Zwemwater en sauna\'s.
Nu kan er antwoord worden gegeven op deelvraag 4. Het HIV-virus wordt onder andere overgedragen door onveilig seksueel contact, drugsspuiten met al eerder gebruikte naalden en spuiten, het gebruik van onveilige bloedproducten of een bloedtransfusie met besmet bloed enz (zie ook hierboven). Het HIV-virus kan niet overgedragen worden door een hand geven, tongzoenen, etenswaren, zwemwater en sauna’s, toiletartikel en andere gebruiksvoorwerpen enz (zie ook hierboven).
Conclusie
Na het beantwoorden van de vier deelvragen met verschillende hoofdstukken kan nu ook de hoofdvraag worden opgelost, de hoofdvraag is:
Hoe is men tot de ontdekking gekomen van de ziekte Aids? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat de ontdekking van de ziekte Aids met de wetenschap van dit moment voorgoed van de wereld verdwijnt? Of is deze ziekte echt niet te bestrijden?
De ziekte Aids is ontdekt in 1981 in de Verenigde Staten. De ziekte kwam eerst alleen voor bij mensen met een zwak afweersysteem, maar later ook bij jongen (homoseksuele) mannen die nog een heel leven voor zich hadden. Bij deze mensen kwamen ook plotseling veel gevallen van huidkanker voor. Dit kwam eerst alleen nog bij oude mensen voor. En door te combineren kwam men erachter dat dit een nieuwe soort ziekte moest zijn die de naam ‘Aids’ heeft gekregen.
Tot nu toe, mei 2002, is de ziekte Aids nog steeds niet te bestrijden. Maar dankzij een combinatie van nieuwe medicijnen lijken de symptomen van de ziekte beter te bestrijden. De medicatie bestaat uit een cocktail van medicijnen die het virus te lijf gaan. Hierdoor vermindert het de hoeveelheid virus in het bloed. Er bestaan ook immuunstimulatoren. Dit zijn geneesmiddelen die het immuunsysteem stimuleren voor de aanmaak van nieuwe afweercellen. Deze geneesmiddelen zijn niet geschikt voor bestrijding van het HIV-virus zelf. Ook bestaat er de PEP cocktail ( Post Expositie Profylaxe). Die kan van belang zijn na infectie met het HIV-virus door bijvoorbeeld ongelukken in de beroepssfeer, gezondheidswerkers, politie, e.d. Maar ook bij seksueel ongelukken, bijvoorbeeld bij een gescheurd condoom van een HIV -positieve partner. De behandeling met PEP moet binnen 48 uur worden gestart en duurt 4 weken. Er is weinig bekend over het werkelijk effect en de bijwerkingen van PEP.
HIV is dus tot nu toe niet definitief uit het lichaam te krijgen. De maatregelen tegen aids zijn veilig vrijen, voorlichting en veilig spuiten. Er zijn een aantal aids-remmers of medicijnen zoals DDC, DDL en AZT. Ook de al hierboven genoemde maatregelen kunnen de ziekte Aids verminderen, maar helaas nog niet verwijderen. Door de medicijnen stopt bij veel mensen de vermenigvuldiging van HIV, daardoor blijven mensen langer zonder klachten en blijven langer leven. Er zit wel een nadeel aan de medicijnen tegen aids, dat zijn namelijk de bijwerkingen zoals misselijkheid, diarree en hoofdpijn. De bijwerkingen zijn soms te erg dat de mensen besluiten ermee te stoppen. Aids is dus nog niet uit het lichaam te krijgen maar men is wel in staat om het af te remmen.
Of er in de toekomst een middel zal komen die Aids van de aardbodem zal laten verdwijnen is nog maar de vraag. Er zal in ieder geval een vaccin, dit is een inentingsstof die je beschermt tegen ziektemakende bacteriën en virussen, moeten komen tegen het HIV. Wetenschappers over de hele wereld zullen proberen om dit voor elkaar te krijgen.
Bronvermelding
Ik heb voor dit verslag over Aids de volgende bronnen geraadpleegd:
Ø Encyclopédie; Ø Encarta ’98; Ø ANW-boek van 4 Havo.
En met behulp van Google heb ik ook naar informatie over Aids gezocht op Internet. Ik ben daarmee op de volgende sites gekomen:
Ø http://www.hivnet.org Ø http://www.aidsfonds.nl Ø http://www.stopaidsnow.nl Ø http://www.aidsmap.com/sitmap.htm Ø http://www.gayutrecht.com/hiv/ Ø http://www.aidstootnis.homestead.com Ø http://www.soa-aids.net/
Met behulp van deze bronnen en natuurlijk een stukje zelfkennis over het onderwerp Aids heb ik alle deelvragen en de hoofdvraag kunnen beantwoorden.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
goe gedaan jochie
22 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
thanku voor je werkstuk op internet te zettten bespaart ons een hooooop werk!!!!! cuuuuu!
xxx janou en patricia
21 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
wat doe jij met je tanks, heb je aids
4 jaar geleden
I.
I.
tanx voor je werkstuk ik kan er veel informatie van daan halen tank you (K)(K)(K)iezzz moi
21 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
mooi werkstuk
21 jaar geleden
Antwoorden