Inleiding
De komende decennia zullen steeds meer mensen, op een groeiend aantal plaatsen wereldwijd, met het fenomeen verwoestijning te maken krijgen. Op vele plaatsen in de wereld is dit proces reeds ver gevorderd, toch wordt er op dit moment mondiaal relatief weinig aandacht aan dit probleem geschonken. En, zoals het in de meeste gevallen gaat: Problemen waar mondiaal weinig aandacht voor is, worden niet snel vergaande maatregelen voor getroffen. Wij waren hier enigszins verbaasd over, gezien de impact die de gevolgen van verwoestijning op lange termijn kan hebben, voor de biodiversiteit, het leven van de lokale bevolking, en het mondiale klimaatsysteem. Maar de gevolgen strekken waarschijnlijk nog vele malen verder, wanneer niet snel ingrijpend actie wordt ondernomen. Dit proces kan op den duur een groot gevaar worden voor al het leven op aarde; vele organismen kunnen niet tegen de extremen die in een woestijn voorkomen, en zullen dus worden bedreigd, met alle gevolgen van dien.
Onze nieuwsgierigheid voor dit onderwerp was al snel gewekt. Verspreid over meer dan honderd landen hebben ongeveer een miljard mensen dagelijks te maken met verwoestijning en de gevolgen hiervan, en dit aantal zal de komende tijd alleen maar toenemen. Geïnspireerd door de grote impact van dit probleem, vroegen wij ons af wat wij voor deze mensen zouden kunnen betekenen, maar ook wat de mensen lokaal zouden kunnen doen om de gevolgen van verwoestijning op te vangen. Om deze vragen te kunnen beantwoorden hebben wij ons eerst verdiept in de precieze werking van het proces, de oorzaken en de gevolgen. Onze bevindingen hebben wij natuurlijk allemaal in dit verslag opgenomen. Wij hopen dat we aan het eind van deze praktische opdracht een antwoord kunnen geven op de vraag: ‘Wat kan men ondernemen om de gevolgen van verwoestijning op lange termijn op te vangen?’
Wat houdt verwoestijning precies in en hoe werkt dit proces?
Over de precieze definitie van verwoestijning zijn lang niet alle wetenschappers het eens. Om deze onduidelijkheid weg te nemen heeft de UNCCD de volgende definitie van verwoestijning opgesteld: ‘land degradation in arid, semi-arid and dry sub-humid regions resulting from various factors, including climatic variations and human activities’, vrij vertaald als het degraderen van land in aride, semi-aride en droge sub-humide regio’s als gevolg van verscheidene factoren, waaronder klimatologische variatie en menselijke activiteiten. Deze definitie wordt op dit moment algemeen gebruikt door onder andere wetenschappers, en daarom houden wij deze definitie ook aan tijdens ons praktisch onderzoek.
Om over verwoestijning te mogen spreken, hoeft er dus niet per se direct sprake te zijn van het ontstaan van een woestijn, ook het uitbreiden van bestaande woestijnen en het ontstaan van nieuwe zeer droge gebieden vallen onder verwoestijning.
Er zijn verscheidene zaken die dit proces veroorzaken en beïnvloeden, hier zullen we in de volgende deelvragen dieper op ingaan. Hetzelfde geldt voor de gevolgen.
Verwoestijning is een proces dat zichzelf versnelt: het werkt als een soort positief terugkoppelingssysteem, zie ook hiernaast. Wanneer een gebied langzaamaan droger wordt door bijvoorbeeld overmatig landbouwgebruik, zullen sommige soorten vegetatie verdwijnen. Hierdoor zal het plaatselijke klimaat veranderen en zal er op den duur maar weinig van de oorspronkelijke vegetatie kunnen overleven. Planten hebben een matigende werking op hele warme of hele koude temperaturen en slaan daarnaast ook nog eens vocht op voor in droge periodes en houden zo de grond voorzien. Maar als de vegetatie verder verdwijnt, verdwijnt ook hun matigende werking op de temperatuursextremen en het vasthouden van vocht. Het land wordt dus nog droger. Op een gegeven moment is het proces zo vergevorderd dat er bijna geen begroeiing meer over is en de wind vrij spel krijgt. De kleine hoeveelheid vegetatie die nog over is wordt onder zand en aarde begraven. De wind veegt het gebied als het ware leeg. Natuurlijke factoren zijn vaak niet in staat om dit proces te stoppen of terug te draaien. Dit leidt ertoe dat gebieden die eerst nog een (redelijk) vruchtbare bodem hadden, nu extreem droog zijn. De grond raakt onbruikbaar voor de landbouw en veeteelt. Dat betekent dat de biodiversiteit van een bepaald gebied flink af kan nemen.
Verwoestijning is een wereldwijd probleem en komt niet alleen voor in Afrika (de Sahara), zoals veel mensen denken, maar ook grote delen van Noord- en Zuid-Amerika, Azië, het Midden-Oosten, Australië en Zuid-Europa kampen met steeds meer problemen met betrekking tot de verwoestijning van hun land. En, als het zo doorgaat kunnen ook noordelijker gelegen gebieden meer last gaan krijgen van drogere gronden.
Om een indruk te geven welke gebieden vooral kwetsbaar zijn voor verwoestijning hebben we hieronder een lijst opgenomen van de gebieden die door het project DESIRE als risicogebied worden aangegeven.
Hotspot area |
Main problem / Desertification process |
Guadalentin Basin, Murcia, Spain |
Drought, soil erosion by water |
Forest fires |
|
Rendina Basin, Basilicata, Italy |
Soil erosion by water |
Crete, Greece |
Soil erosion by water, overgrazing, water stress |
Nestos Basin, Maggana, Greece |
Salinisation |
Konya Karapinar Plain, Turkey |
Soil erosion by wind |
Eskisehir Plain, Turkey |
Soil erosion by water |
Mamora/Sehoul, Morocco |
Increasing pressure due to urbanization nearby |
Zeuss-Kouting, Tunisia |
Competition for scarce water resources |
Djanybek, Russia |
Poor vegetation growth |
Novij, Saratov, Russia |
Salinisation |
Loess Plateau, China |
Soil erosion by water and wind |
Boteti Area, Botswana |
Overgrazing and decreased flooding |
Cointzio catchment, Mexico |
Soil erosion by water |
Walnut Gulch Watershed, USA |
Vegetation change, flash floods |
Glenelg Hopkins region, Australia |
Salinisation and sporadically bush fires |
Secano Interior, Chile |
Soil erosion by water, extensive gullying |
Santiago Island, Cape Verde |
Soil erosion, drought, flash floods |
Wij zullen ons in dit PO voornamelijk gaan richten op het gebied rondom de Sahara, maar zijn van mening dat we, om het complexe proces beter te kunnen begrijpen, andere risicogebieden niet onbesproken kunnen laten omdat we zo een veelzijdigere indruk op het probleem krijgen.
Het gebied rondom de
Sahara is één van de meest kwetsbare gebieden.
Waar wordt verwoestijning door veroorzaakt?
De globale verwoestijning heeft niet slechts één oorzaak. In werkelijkheid is er een lange lijst. Naast een aantal klimatologische oorzaken zijn er zeer veel invloeden die door mensen worden veroorzaakt.
Een van de oorzaken is tegelijkertijd klimatologisch en door menselijk toedoen. Dat is namelijk de opwarming van de aarde. Een deel hiervan is een natuurlijk proces dat kan worden veroorzaakt door de stand van de zon, het aantal water dat verdampt, hoeveelheid methaan in de atmosfeer en andere dergelijke verschijnselen. Maar aan de andere kant wordt dit proces versterkt door handelingen van de mens. Door de extra uitstoot van broeikasgassen door bijvoorbeeld auto’s en grote fabrieken wordt er meer warmte vastgehouden in de atmosfeer en wordt het mondiale klimaat droger, wat verwoestijning kan veroorzaken.
Andere klimatologische oorzaken zijn het verlies van vocht en het verminderen van de neerslag. Dit kan gewoon gebeuren door allerlei natuurlijke factoren. Wanneer er minder regen valt, wordt een gebied automatisch droger en verdwijnt de vegetatie beetje bij beetje.
Maar de meeste oorzaken komen toch tot stand door menselijk toedoen. Hieronder volgen een aantal veel voorkomende verschijnselen die de globale verwoestijning stimuleren:
- Ten eerste is er een oorzaak wat een moeilijk te stoppen proces is, namelijk de bevolkingsgroei. Een grotere bevolking leidt immers tot een intensiever gebruik van de beschikbare landbouwgrond, aangezien er meer voedsel geproduceerd moet worden om alle monden te voeden. Dit betekent een verhoogde druk op het gebied en misschien zelfs een overschrijding van de draagkracht. Dit kan massamigratie tot gevolg hebben waardoor er in een ander gebied precies hetzelfde kan plaatsvinden;
- Door het platbranden van bossen of het omhakken van bomen om landbouwgrond te werven of het te gebruiken als een brandstof. Dit zorgt voor een snellere bodemerosie door wind en water, waardoor veel vruchtbare stoffen uit het gebied verdwijnen;
- Ook het gebruik van een monocultuur, wat inhoudt dat je op een stuk land slechts één soort gewas verbouwt, zorgt voor verlies van vruchtbare stoffen. Doordat de grond steeds dezelfde stoffen moet leveren en geen tijd heeft om te herstellen, raakt de grond uitgeput;
- Overbegrazing is ook een belangrijke factor in dit proces. Woestijnsteppes of andere al redelijk droge gebieden met gelimiteerde vegetatie zijn erg gevoelig voor de gevolgen van overbeweiding.Toch laten boeren in deze gebieden, door gebrek aan beter, hun vee hier grazen. Hierdoor wordt de vegetatie extreem veel minder en is er zelfs een kans dat het verdwijnt samen met hun vermogen om vocht vast te houden;
- Een andere factor is het overmatig exploiteren van grondwater. In droge gebieden wordt erg veel gebruik gemaakt van het water dat in de grond aanwezig is. Maar door overmatig gebruik kan het voorkomen dat dit water, dat bovendien de vochtbalans in dat gebied in evenwicht hield, opraakt.
- Daarnaast is er ook nog het fenomeen van verkeerd aangelegde infrastructuur. Wanneer dit dwars door een kwetsbaar natuurgebied wordt aangelegd, kan dit een grote, negatieve invloed hebben op de natuurlijke instandhouding van het gehele gebied.
- Ook verkeerde irrigatietechnieken hebben een grote invloed op de verwoestijning. Hierdoor kan namelijk op grote schaal verzilting ontstaan. Door overmatige verzilting kunnen planten niet meer goed groeien en neemt de vegetatie in het gebied af.
Kort gezegd houdt dit dus in dat er slechts enkele factoren zijn die volledig klimatologisch uit te leggen zijn. De rest van de oorzaken worden allemaal veroorzaakt en versterkt door de, soms dagelijkse, handelingen van de mens.
Wat zijn de reeds voorkomende en verwachte gevolgen van verwoestijning?
Omdat de processen van verwoestijning reeds decennia bezig is, zijn er verschillende gevolgen die op dit moment al in grote mate het leven van talloze mensen beïnvloeden. Ook veel andere levensvormen hebben nu al flink te lijden onder de toenemende verwoestijning. Ook zal verwoestijning klimatologisch veel gevolgen hebben.
De gevolgen van verwoestijning zijn alleen maar negatief voor het wereldwijde klimaat. De landbouwproductie neemt extreem veel af waardoor men, bijvoorbeeld in Afrika, de groeiende bevolking op den duur niet meer van genoeg voedsel kan voorzien. Tegenwoordig is dit ook al een groot probleem. De toenemende verwoestijning verergert deze kwestie. Het directe gevolg hiervan is hongersnood en armoede. Dit zal Volgens het UNDP, zal dit verschijnsel, gecombineerd met de stijgende zeespiegel en de toename van extremere weersomstandigheden, de komende decennia leiden tot miljoenen klimaatvluchtelingen.
Ook op mondiaal niveau kan het afnemen van de landbouwproductie op den duur een, vooral economisch, probleem gaan worden. Immers, wanneer de wereldwijde landbouwproductie daalt, zal het voedsel duurder en duurder worden. Dit zal in het extreemste geval kunnen leiden tot een wereldwijd tekort aan voedsel en een economische crisis.
Het wildleven in de getroffen gebieden zullen ook gevaar gaan lopen door de sterke afname van voedsel en water. De kans dat bepaalde diersoorten bedreigd zullen raken of misschien zelfs zullen uitsterven wordt hierdoor veel groter. Hierdoor raakt de biodiversiteit onherstelbaar aangetast.
Daarnaast leidt het oprukken van bestaande woestijnen en het ontstaan van nieuwe zeer droge gebieden tot een mindering van de globale CO2-opnamecapaciteit, omdat de vegetatie, die dit normaal opneemt uit de lucht en omzet in andere stoffen door middel van fotosynthese, steeds in mindere hoeveelheden wordt vertegenwoordigd. Dit versnelt natuurlijk de opwarming van de aarde, wat nog allerlei andere negatieve gevolgen, zoals het smelten van de ijskappen, heeft. Bovendien krijgt de vegetatie niet de kans om zichzelf te herstellen waardoor de verwoestijning ongestoord kan blijven vorderen.
Verder kan verwoestijning ook zorgen dat de bevolking van bepaalde gebieden meer gevaar lopen bij een ‘natuurramp’. In gebieden waar regelmatig overstromingen voorkomen, beschermt de vegetatie het achterliggende land tegen het water doordat het een deel kan tegenhouden. Wanneer er verwoestijning plaatsvindt, zal er een gedeelte van de vegetatie verdwijnen. Dit betekent dat er meer water met meer kracht over het land heen zal razen dan voorheen. Meer dorpen zullen schade oplopen, meer oogsten zullen verwoest worden en meer mensen en dieren zullen verliezen lijden en mogelijk gewond raken.
Bovendien zullen er sneller conflicten kunnen ontstaan op lokaal, nationaal, of, wanneer je uitgaat van een doemscenario, zelfs op mondiaal niveau. Doordat de bruikbare landbouwgrond afneemt, zullen er sneller ruzies ontstaan over wie welke grond mag gebruiken om eten te produceren en een inkomen te vergaren. Het gehele sociale systeem raakt ontwricht en traditionele samenlevingen worden vernietigd. De buurlanden kunnen hierdoor ook aangetast raken. Wanneer de samenlevingen overhoop liggen, zullen de (handels)contacten tussen de getroffen landen en andere landen verslechteren. Dit leidt mogelijk tot internationale spanningen.
Kortom, er zijn erg veel gevolgen van verwoestijning die een negatief gevolg hebben op de getroffen gebieden maar ook op de rest van de wereld. Het proces zal alleen maar versnellen en de gevolgen zullen alleen maar verergeren als we niet in actie komen.
Wat kan de bevolking van getroffen regio’s ondernemen om de
gevolgen van verwoestijning op lange termijn op te vangen?
De gevolgen van verwoestijning kunnen voor sommige delen van de plaatselijke bevolking van zwaar beïnvloede gebieden desastreus zijn. Daarom moet men er zoveel mogelijk aan doen om deze gevolgen enigszins op te vangen zodat het niet uit de hand loopt. Enkele gevolgen kan je ook simpelweg tegengaan door de oorzaak te zoeken en het probleem bij de wortel aan te pakken.
Aangezien verwoestijning mede wordt veroorzaakt door verkeerde irrigatietechnieken waardoor verzilting ontstaat, zou de plaatselijke bevolking moeten gaan overstappen naar andere technieken, die de grond minder of niet aantast. Het probleem hierbij is natuurlijk wel dat boeren deze technieken eerst moeten leren en misschien ook nieuwe apparatuur nodig hebben. Dat kunnen velen van hen zich niet veroorloven, maar daar kan de rest van de wereld hen mee helpen (zie volgende deelvraag).
Daarnaast is er ook nog het probleem van de overbeweiding. Dit is nogal een moeilijk op te lossen kwestie omdat veel veehouders hun beesten gewoonweg nergens anders kunnen laten grazen. Een mogelijke oplossing hiervoor is een ‘publieke weide’, zoals we het nu maar even noemen. Met samenwerking van meerdere veehouders in de omgeving zou men een stukje weide kunnen creëren. Dit gaat als volgt in zijn werk. De veehouders zoeken samen een stuk land dat nog relatief vruchtbaar is en zaaien er gras. Ze kunnen de uitwerpselen van hun vee gebruiken als mest en door samen te werken moeten ze het stuk land bevochtigen. Hierdoor ontstaat een weide waar de dieren van de veehouders gezamenlijk kunnen grazen en de andere, kwetsbare gebieden niet aantasten. Maar ook hier hebben ze hoogstwaarschijnlijk hulp bij nodig van iemand die erbuiten staat.
Ook de overheid van een zwaar getroffen land kan een rol spelen bij het opvangen van de gevolgen. Immers, verkeerd aangelegde infrastructuur kan natuurgebieden onherstelbaar aantasten en het aanleggen van wegen en dergelijke is een beslissing van de overheid. Als de overheid andere keuzes maakt qua het aanleggen van wegen of bepaalde maatregelen neemt om het gebied. waar de weg komt, te beschermen zullen kwetsbare stukken natuur minder snel verwoest worden.
Bij bovenstaande oplossingen kijken we echter naar de wortel van het probleem en proberen we dat te veranderen zodat de gevolgen van verwoestijning in minder mate zullen voorkomen. Maar stel nou dat deze aanpak niet werkt omdat men het geld en de middelen niet heeft? Wat kan de lokale bevolking dan nog doen?
Ten eerste zou de bevolking vegetatie kunnen terugbrengen wanneer het uit zichzelf niet kan herstellen. Door kleine boompjes en andere gewassen te planten of zaaien en dit vervolgens te verzorgen, komt er weer enige vegetatie terug in het gebied. Deze zal ervoor zorgen dat er weer meer water wordt vastgehouden en dit weerhoudt het gebied ervan om droger te worden.
Een andere mogelijkheid is natuurlijk om zoveel mogelijk regenwater op te vangen en dit ondergronds te brengen. Doordat de grond zo droog is, wordt het water niet meer opgenomen en stroomt het via de rivieren weer terug naar zee, wat betekent dat het verloren raakt voor de bevolking die het water nodig heeft. De grond heeft een ondoordringbare laag opgebouwd. Maar wanneer men geulen gaat graven in de grond, opent men deze laag en kan het water nu wel door de grond worden opgenomen. Aangezien er weer meer water in de grond zit, kan vegetatie weer terugkeren. De vegetatie zorgt ervoor dat het gebied koeler wordt en dus ook meer regen aantrekt. Een voorbeeld van een dergelijke geul staat hiernaast afgebeeld
Het is wel duidelijk dat er heel veel mogelijkheden zijn om de gevolgen van verwoestijning op te vangen en het proces in zekere mate te remmen, maar deze oplossingen kosten stuk voor stuk tijd om daadwerkelijk uit te voeren. Ook is er geld, kennis en apparatuur voor nodig, die de getroffen landen niet altijd tot hun beschikking hebben. Daarom hebben ze hulp nodig van ander landen van over de hele wereld. Het is namelijk ook in hun belang dat de verwoestijning niet uit de hand loopt.
Hoe kan de lokale bevolking vanuit Nederland worden gesteund om de gevolgen van verwoestijning op lange termijn op te vangen?
Bij de vorige deelvraag kwamen we tot de conclusie dat er genoeg mogelijkheden zijn om de gevolgen op te vangen en mogelijk zelfs bij de wortel aan te pakken. Maar er zit wel een keerzijde aan al die mogelijkheden. De bevolking of overheid heeft vaak niet het geld en de middelen tot hun beschikking om deze ideeën uit te voeren. Maar de rest van de wereld, waaronder Nederland, kan hier een steentje bijdragen.
Ten eerste is het natuurlijk mogelijk om ontwikkelingshulp te verstrekken aan de zwaarst getroffen gebieden. Elk land kan apart beslissen aan wie ze wat willen schenken om de probleemgebieden te helpen. Met geld en kennis kan men de lokale bevolking ondersteunen. Op die manier kan de plaatselijke bevolking de juiste apparatuur aanschaffen en leren de mensen hoe ze de gevolgen moeten bestrijden.
Ook heb je de internationale instellingen die met allerlei landen samenwerken om de verwoestijning tegen te gaan. Een voorbeeld hiervan is de UNCCD. Deze instellingen hebben een bepaalde doelstelling en met behulp van donaties proberen ze dit doel te bereiken. Ze werken samen met beïnvloede landen en landen die hulp willen verlenen. Samen proberen ze de problemen op te lossen of in elk geval enigszins in te perken.
Daarnaast heb je nog het fenomeen van onafhankelijke instanties die gericht zijn op bepaalde problemen. Deze instanties zijn volledig afhankelijk van donaties en kunnen niks uitrichten als ze niet genoeg geld hebben. Vaak hebben ze echter wel goede ideeën en wanneer ze genoeg donaties binnen krijgen, helpen en leren ze de plaatselijke bevolking van getroffen regio’s om op allerlei manieren de gevolgen op te vangen en het probleem aan te pakken. Er zijn ook enkele organisaties opgericht die als doel hebben de verwoestijning tegen te gaan door nieuwe bebossing aan te leggen, Een voorbeeld van zo’n organisatie is de Just Digg It Organisation. Een uitgebreidere beschrijving hiervan staat onder ‘reeds bestaande initiatieven.’
De lokale bevolking in kwetsbare gebieden kunnen zonder financiële middelen moeilijk grote stappen nemen. Maar wanneer ze worden bijgestaan door andere landen of bepaalde instanties kunnen ze op allerlei manieren de gevolgen van verwoestijning opvangen en de problemen aanpakken. Daar ligt vooral een taak voor de rest van de wereld, waaronder Nederland. Zij kunnen dus vooral een financieel steentje bijdragen.
Welke initiatieven om verwoestijning tegen te gaan bestaan er op dit moment al en wat houden deze in?
Er bestaan op dit moment verschillende organisaties die zich bezighouden met de verwoestijningsproblematiek, door middel van projecten proberen zij grip te krijgen op dit proces. Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste en meest invloedrijke en deze kort toegelicht.
Één van de belangrijkste organisaties is het United Nations Convent to Combat Desertification (UNCCD). Het doel van deze organisatie is het bevorderen van de mondiale samenwerking in strijd tegen de gevolgen van verwoestijning, het bevorderen van de kwaliteit van leven voor bewoners van risicogebieden, mede in samenwerking met de lokale bevolking, en landdegradatie tegengaan. De UNCCD omschrijft haar doelen zelf als volgt: ‘To forge a global partnership to reverse and prevent desertification/land degradation and to mitigate the effects of drought in affected areas in order to support poverty reduction and environmental sustainability’
Het UNCCD werkt nauw samen met het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) en het Convention on Biological Diversity (CBD) omdat de gebieden waar zij zich mee bezighouden een sterke overlap hebben en deze organisaties zo samen de complexiteit van klimaatproblemen beter te kunnen dragen.
Een ander belangrijk initiatief is het internationale project DESIRE. Het doel van dit project is om succesvolle strategieën te ontwikkelen om verdere verwoestijning te voorkomen, waarbij een belangrijke eis is dat deze strategieën ter plaatse uitvoerbaar moeten zijn. Bovendien moeten ze landgebruikers een economisch voordeel opleveren. Het uiteindelijke doel van het project DESIRE is het ontwikkelen van praktische richtlijnen voor een verantwoord gebruik van land in kwetsbare gebieden.
In 2005 ontstond bij het African Ministerial Conference on Environment (AMCEN) en de klimaatconferentie in RIO het plan om een ingrijpende maatregel te nemen om de gevolgen van verwoestijning in de Sahara te onderdrukken. Deze maatregel bestond uit het plaatsen van een zogenaamde ‘Groene Muur’, the Great Green Wall of the Sahara and the Sahel Initiative (GGWSSI). Deze beslaat een breedte van 15 kilometer en loopt van Dakar tot Djibouti (7100 kilometer). Het doel van deze groene strook is het vergroenen van het continent Afrika om de vruchtbaarheid van de bodem in de gebieden die worden bedreigd door verwoestijning te waarborgen en ook te verbeteren. Het GGWSSI wordt momenteel geleid door de Panafrican Agency of the Great Grean Wall (PAGGW). In China bestaat een soortgelijke ‘Groene Muur’, ook daar is duidelijk herstel van vegetatie en vertraging van verwoestijning zichtbaar.
Op deze satellietfoto van een gebied uit Nigerkan je duidelijk de impact van een ander project waarbij grond is herbebost zien. De vegetatie is in 38 jaar enorm toegenomen
Een stukje terug werd al gesproken over de Just Digg It Organisation. Deze organisatie heeft als doel om 266 miljoen vierkante meter aan grondgebied in oude staat te herstellen. Inmiddels heeft deze organisatie al bijna de 25 miljoen vierkante meter gehaald. Een grote stap in de goede richting. Naast de Just Digg It Organisation, door ons hier gebruikt als voorbeeld, zijn er nog veel meer organisaties met als doel de lokale bevolking van risicogebieden financieel steunen in de strijd tegen de gevolgen van verwoestijning.
Conclusie
In onze inleiding stelden wij onszelf de vraag: ‘Wat kan men ondernemen om de gevolgen van verwoestijning op lange termijn op te vangen?’ Om deze vraag te kunnen beantwoorden gingen wij eerst op zoek naar de precieze werking van verwoestijning en wat er tot nu toe al bekend is hierover en, niet onbelangrijk, welke maatregelen er op dit moment al bestaan.
Tijdens het werken aan dit PO merkten wij al snel dat ‘men’ in de hoofdvraag kon worden opgevat als de lokale bevolking van kwetsbare gebieden en als de bevolking van de rest van de wereld. Wij hebben deze beiden behandeld in dit PO.
Wat al vrij snel duidelijk was, was dat de lokale bevolking in risicogebieden zelf vaak hele creatieve en innovatieve oplossingen heeft, maar dat voor de uitvoering hiervan vaak de financiële middelen niet beschikbaar zijn. De lokale bevolking kan zelf in veel gevallen het beste inschatten waar op dat moment de risico’s voor de toekomst liggen en waar zij het meest behoefte aan hebben. Voor de rest van de wereld is het vooral belangrijk dat zij helpen deze ideeën te realiseren, door financieel te steunen en de ideeën met wetenschappelijke kennis te onderbouwen en in details aan te vullen. Op dit moment zijn er al verscheidene organisaties die zich hiermee bezighouden, en onze conclusie en advies is dat deze vooral moeten blijven bestaan, maar misschien nog beter samen zouden kunnen werken om een nog grotere bekendheid te behalen, want deze organisaties apart zijn naar onze mening nog relatief weinig bekend onder het grote publiek, wat hun mogelijkheden beperkt.
Een grote taak ligt bij de lokale bevolking. De echte haalbaarheid van de vele maatregelen ligt in de mate van motivatie van de lokale bevolking om hieraan mee te werken. De vele creatieve en innovatieve oplossingen zijn er wel, maar dan moeten deze ook uitgevoerd worden. Erg belangrijk is hierbij de bewustwording van de impact van de gevolgen van het verwoestijningsprobleem op de lange termijn. Hier ligt een andere taak voor de rest van de wereld, door betere voorlichting raakt de lokale bevolking zich bewust van de omvang van het probleem, waardoor ook hun motivatie om actief mee te werken aan de realisatie van maatregelen zal worden vergroot. Neem bijvoorbeeld de maatregel om verzilting van de bodem tegen te gaan. Het idee om de lokale bevolking over te laten stappen op nieuwe irrigatiesystemen is een erg goed idee, maar zolang de bevolking hieraan niet zal meewerken zal dit nooit gerealiseerd kunnen worden.
Omdat wij merkten dat heel veel goede ideeën van de lokale bevolking zelf komen, adviseren wij een samenwerkingsverband op te richten, waar de lokale bevolking zelf met ideeën kan komen, die ook serieus bekeken zullen worden. Zo vergroot men de betrokkenheid van de lokale bevolking nog verder.
Kortom, er zijn vele manieren waarop men de gevolgen van verwoestijning op zou kunnen vangen. Mondiaal ligt vooral een taak in financiële en wetenschappelijke ondersteuning en het geven van voorlichting, lokaal is vooral motivatie van de bevolking vereist. Er is nog een lange weg te gaan, maar er zijn al vele stapjes in de goede richting gezet. Door een goede samenwerking te blijven bevorderen kunnen wij allemaal ons steentje, nu en in de toekomst, bij blijven dragen.
Discussie
Als eerste willen wij even zeggen dat we super trots zijn op onze praktische opdracht. Het kostte veel tijd, maar het heeft ook echt wat opgeleverd.
De praktische opdracht was een leuke afwisseling tussen de lessen. Wij vonden het in elk geval een uitdaging die wij maar al te graag aannamen. Het was helemaal perfect dat we zelf een onderwerp mochten kiezen. Ons onderwerp, verwoestijning, was voor ons beide toch nog een verrassing. Het kwam eigenlijk een beetje naar ons toe drijven en uiteindelijk hebben we ons lijstje met mogelijke onderwerpen verfrommeld en weggegooid en ons volledig verdiept in verwoestijning. Dit bleek een extreem interessant onderwerp te zijn en achteraf zijn we beide erg blij dat we deze keuze hebben gemaakt.
De samenwerking verliep zeer goed. Door goed de taken te verdelen en afspraken te maken verliep alles zeer soepel. En de paar lessen, waarin we aan ons PO konden werken, kwamen erg goed van pas om elkaar bij bepaalde stukken een beetje te helpen. En qua tijd kwamen deze lessen natuurlijk ook wel mooi uit.
Kortom, we zijn erg tevreden over hoe het allemaal gegaan is de afgelopen weken. We vonden ons onderwerp waanzinnig interessant en hebben hier dan ook zeer veel over geleerd. Het eindresultaat? We zijn er, zoals in het begin van de discussie al gezegd is, zeer trots op.
Literatuurlijst
Boeken, stukies en beleidsartikelen:
Bied Charreton, M. (2009), Secheresse, désertification et developpement en Afrique. Versailles. Geraadpleegd op 1 april 2015 via www.cndp.fr/crdp-rouen/images/stories/le-havre/pdf/afrique/texte_integral_desertification.pdf
Cabrera, D., Prevention and restoration actions to combat desertification. An integrated assessment. 1 februari 2013, European Commission Community Research and Development Information Service. Geraadpleegd op 27 april 2015 via www.cordis.europa.eu
Gore, A. (2013),The Future, Six Drivers of Global Change, New York: Random House Inc.
Kortmann, L. J. Klimaatverandering: oorzaken, gevolgen en oplossingen. Wetenschappelijke achtergrond bij het online platform Climate Quest. Geraadpleegd op 31 maart 2015 via
www.ce.nl/publicatie/klimaatverandering%3A_oorzaken,_gevolgen_en_oplossingen/609
Schulpen, L. (2001), Hulp in Ontwikkeling: bouwstenen voor de toekomst van internationale samenwerking, Assen: Koninklijke Van Gorcum BV
Redactie Noordhoff Atlas Productions (2012), De grote Bosatlas, vierenvijftigste druk, Groningen: Noordhoff Atlas Productions
Internetartikelen:
Redactie CMO, VN Arena: Verwoestijning. Geraadpleegd op 22 maart 2015
www.cmo.nl/vnarena-vob/aardrijkskunde/basisopdrachten/woestijnvorming
Beekhuis, G, Zand, stof en kale rotsen rukken op. Geraadpleegd op 22 maart 2015
hier.nu/klimaatbureau/-stof-en-kale-rotsen-rukken-op
Redactie United Nations Development Programme, What are the major causes of desertification. Geraadpleegd op 31 maart 2015
www.env.go.jp/en/nature/desert/download/p2.pdf
Redactie Desire Project, Project Information. Geraadpleegd op 31 maart 2015
Redactie UNCCD, What is desertification? Geraadpleegd op 1 april 2015
www.desire-his.eu/index.php/nl/desertification-mainmenu-329
Gergely, Toth, Soil Salinisation. Geraadpleegd op 9 april 2015
http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/library/themes/salinization/
Redactie www.un.org, Desertification. Geraadpleegd op 9 april 2015 www.un.org/en/events/desertificationday/background.shtml
Redactie World Health Organisation, Land Degradation and Desertification. Geraadpleegd op 9 april 2015
www.who.int/globalchange/ecosystems/desert/en/
De Walsche, Alma, Verwoestijning. Geraadpleegd op 9 april 2015
www.mo.be/artikel/verwoestijning
Redactie UNCCD, About the Convention. Geraadpleegd op 9 april 2015 www.unccd.int/en/Pages/default.aspx
Redactie Just Digg It Organisatie, Plan van aanpak. Geraadpleegd op 25 april 2015
www.justdiggit.org/plan-van-aanpak
Redactie Global Environment Facility, The Great Green Wall Initiative. Geraadpleegd op 25 april 2015
www.thegef.org/gef/great-green-wall
Joost, Research Sites, Geraadpleegd op 25 april 2015 www.desire-project.eu
Lijst van gebruikte afkortingen
UNCCD United Nations Convention to Combat Desertification
UNDP United Nations Development Programme
UNFCCC United Nations Framework Convention on Climate Change
CMO Centrum voor Mondiaal Onderwijs
CBD Convention on Biological Diversity
GGWSSI The Great Green Wall of the Sahara and the Sahel Initiative
AMCEN African Ministerial Conference on Environment
PAGGW Panafrican Agency of the Great Green Wall
GEF Global Environment Facility
ANR Assisted Natural Regeneration
PAFO Pan African Farmers Organization
CILSS Permanent Interstate Committee for Drought Control Sahel
[1] Redactie UNCCD, What is desertification? Geraadpleegd op 1 april 2015
http://www.desire-his.eu/index.php/nl/desertification-mainmenu-329
[2] Millennium Ecosystem Assessment
[3] U.S. Department of Agriculture
[4] Joost, Research Sites, Geraadpleegd op 25 april 2015 via www.desire-project.eu
[5] Google Earth Map, Sahara Desert
[6] Just Digg It Organisation, https://www.justdiggit.org/
[7] Redactie UNCCD, About the Convention, Geraadpleegd op 9 april 2015 http://www.unccd.int/en/Pages/default.aspx
[8] Global Environment Facility, https://www.thegef.org/gef/great-green-wall
REACTIES
1 seconde geleden
I.
I.
stom verslag hoor!!!!!!!
5 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
sukker
5 jaar geleden