INHOUD
1. Inleiding
2. Waar liggen ze?
3. Soorten regenwoud
4. Boomverdiepingen
5. De bewoners
6. Producten uit het tropisch regenwoud
7. Het verdwijnende regenwoud
8. Gevolgen van het verdwijnen van het regenwoud
9. De bescherming
10. Slot
1. INLEIDING
Ik heb voor het onderwerp ‘het tropisch regenwoud’ gekozen, omdat het me een leuk en interessant onderwerp lijkt. Ook heb ik er genoeg informatie over gevonden. Een tropisch regenwoud is een heel bijzonder bos. Nergens leven zoveel planten en dieren als daar. Maar er wordt heel veel regenwoud verwoest. De dieren en planten die er leven gaan zo dood. In een regenwoud is het altijd warm en het regent er veel.
2. WAAR LIGGEN ZE?
De tropische regenwouden vind je in alle gebieden die dicht bij de evenaar liggen. De tropen liggen tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring in. In de tropen is het altijd warm (gemiddeld 25°C) en vochtig. Het regent er veel.
De meeste tropische regenwouden zijn te vinden in drie grote streken: Zuid-Amerika, Midden-Afrika en Zuidoost-Azië. Er zijn ook nog kleinere stukken regenwoud, vooral in Midden-Amerika, West-Afrika en Noordoost Australië.
Indonesië ligt in Zuidoost-Azië en bestaat uit duizenden eilandjes. Op de grotere eilanden vind je allemaal regenwouden. Dat zijn: Borneo, Sumatra, Java en Nieuw-Guinea. Het grootste regenwoudgebied ligt in het dal van de Amazone in Brazilië in Zuid-Amerika. Dwars door het regenwoud stroomt de rivier de Amazone. Brazilië is het land met het meeste regenwoud ter wereld. Dit regenwoud bestaat uit 3 miljoen vierkante kilometer. Het is half zo groot als Australië.
Op slechts 7% van het totale aardoppervlak liggen de tropische regenwouden. Maar toch leveren ze meer dan 25% van de zuurstof en leven meer dan de helft van alle dieren en planten er. De oppervlakte van al het tropisch regenwoud bij elkaar is ongeveer 11,2 miljoen km². Daarvan is 8% beschermd. Dat is dus maar 896. 000 km². Per jaar wordt er zo’n 170. 000 km² gekapt. Dat is meer dan 4x heel Nederland.
3. SOORTEN REGENWOUD
Er zijn verschillende soorten tropisch regenwoud. Dat heeft te maken met de plekken en de hoogte waar ze groeien. In elke soort tropisch regenwoud leven ook andere planten en dieren. Het soort regenwoud verschilt niet alleen in ieder werelddeel, maar ook als je van de kust naar de bergen gaat. Een apart soort tropisch regenwoud is het mangrovebos. In mangrovebossen groeien bomen die met hun wortels in brak en zout water staan en daardoor minder afhankelijk zijn van de neerslag. De vier belangrijkste soorten regenwoud zijn:
Tropisch laagland regenwoud
Vindplaats: laagland tot 1200 meter.
Gemiddelde temperatuur: 30°C.
Gemiddelde neerslag: 2000-4000 mm (vochtig).
Bos: hoge bomen (50 m), minder dichte ondergroei, veel soorten planten.
Dieren die er leven:
In Afrika: bosolifant, okapi, duiker, mandril, laaglandgorilla, chimpansee, goudkat, neushoornvogel, grijze roodstaartpapegaai.
In Azië: Aziatische olifant, Maleisische tapir, tijger, Sumatraanse neushoorn, schubdier,spookdiertje, gibbon, orang-oetang,kaketoe.
In Amerika: amazonetapir, jaguar, anaconda, brulaap, slingeraap, agouti, luiaard, gifkikker, helmbasilisk, toekan, ara.
Bodem: meestal onvruchtbaar.
Tropisch bergregenwoud
Vindplaats: 1200-2500 meter.
Gemiddelde temperatuur: 15-25°C.
Gemiddelde neerslag: 2000-4000 mm (vochtig).
Bos: minder hoge bomen (30-40 m), dichtere ondergroei, veel oorspronkelijke plantensoorten.
Dieren die er leven:
In Afrika: berggorilla, driehoornkameleon, lemuren (in Madagascar).
In Azië: honingbeer, nevelpanter.
In Amerika: brilbeer, bergtapir, groene bergtoekan, longloze salamander.
Bodem: meestal onvruchtbaar en rotsachtig.
Tropisch nevelwoud (of mistwoud)
Vindplaats: 2500-4000 meter.
Gemiddelde temperatuur: 0-15°C.
Gemiddelde neerslag: 1500-3000 mm (nevelig, mistig).
Bos: lage bomen (2-10 m), zeer dichte ondoordringbare ondergroei, veel mossen en varens.
Dieren die er leven:
In Afrika: berggorilla, levendbarende kameleon.
In Azië: nevelpanter, honingbeer, paradijsvogels.
In Amerika: berganolis, quetzal, klompvoetkikker.
Bodem: meestal vruchtbaar.
Mangrovebos
Vindplaats: aan de kusten (zeeniveau).
Gemiddelde temperatuur: 30-33°C.
Gemiddelde neerslag: 200-4000 mm (van droog tot vochtig).
Bos: bomen (2-15 m), geen ondergroei.
Dieren die er leven:
In Afrika: kuifpelikaan, zilverreiger, meerkat, vissen, garnalen, schelpdieren.
In Azië: neusaap, zilverreiger, dujong (zeekoe), vissen, garnalen en schelpdieren.
In Amerika: zilverreiger, bruine pelikaan, rode ibis, manatee (zeekoe), vissen, garnalen en schelpdieren.
Bodem: klei, koraal en zand.
4. BOOMVERDIEPINGEN
Het regenwoud bestaat uit vier verdiepingen. In iedere verdieping leven andere dieren, bomen en planten.
1. Reuzenbomen De meeste bomen worden ongeveer 50 tot 70 meter hoog. Die bomen steken ver boven het woud uit. Op de takken groeien varens en mos. In de reuzenbomen leeft een van de meest angstaanjagende jagers van het regenwoud: de harpij. Vanuit hun nest houden de harpijen het woud in de gaten. Af en toe maken ze een duikvlucht naar beneden en zetten ze hun scherpe klauwen in een vogel of in een aap. De witkraaggierzwaluw, de blauwgele ara, de brulaap, het grijsgroen doodshoofdaapje, de Guyana-toekan, de slingeraap en de amazone leven ook in de top van de reuzenbomen. 2. Kroonlaag De bomen in de kroonlaag worden ongeveer 30 tot 50 meter hoog. De boomtoppen staan dicht bij elkaar en vormen een dicht bladerdak. De kroonlaag en de reuzenbomen vangen het meeste zonlicht en regen op. Het is er warm en nat. De takken van de bomen groeien aan de top van de boom. Hun bladeren zijn dik en zo glad als leer. In het dichte bladerdak van de kroonlaag wonen de meeste dieren. Het is er bijna nooit stil. De meeste dieren zijn nachtdieren en maken ’s nachts enorm veel lawaai. Er leven ontelbare soorten insecten, vogels, kikkers, reptielen en kleine zoogdieren. Zoals: de reuzetoekan, de tweevingerige witkopkapucijnaap, de luiaard, de groene boomboa en de boomkikker. Het voedsel bestaat voornamelijk uit nectarrijke bloemen, sappige vruchten en bessen.
3. Onderlaag Na de kroonlaag komt de onderlaag. Daar groeien jonge loofbomen en palmen. Door de dichte kroonlaag schijnt in de onderlaag maar weinig zonlicht. Het is er altijd schemerig. Daardoor groeien de kleine boompjes, varens en struiken er moeilijk. Zij moeten het doen met dat hele kleine beetje licht. In de onderlaag is het heel vochtig en benauwd. Er vliegen vaak papegaaien, die de harpijen in de kroonlaag vermijden. Het nachtaapje, de dwergmiereneter, de vleksnaveltoekan, de geelvleugelara, de tamandoea, de goean en de drievingerige luiaard leven in de kleine bomen van de onderlaag.
4. Bodem (onderste laag)
De onderste verdieping is de bodem. De bomen en struiken zijn er ongeveer 5 tot 18 meter hoog. Het is er een stuk donkerder en koeler dan bovenin, want de zon dringt nauwelijks door het bladerdak heen. Op de bodem staan de dikke plankwortels van de reuzenbomen. De plankwortels zijn 4-5 meter hoog en breed. Op de bodem leven de jaguar, de tapir, de rode rotshaan, de wandelende tak, trekmieren, de rode ibis, de neusbeer
en nog veel meer andere dieren.
5. DE BEWONERS
Al duizenden jaren wonen er mensen in de tropische regenwouden. Er zijn verschillende stammen. Bijvoorbeeld in Zuid-Amerika de Indianen, in Afrika de Pygmeeën en in Zuidoost - Azië de Papoea ‘s. Deze mensen weten alles over het tropisch regenwoud. Ze weten welke vruchten giftig zijn, welke planten je kunnen genezen en welke dieren je op welke manier moet vangen. Van de spullen in het regenwoud bouwen ze huizen en maken ze gereedschap. De Indianen leven van de jacht, de visserij en de akkerbouw. In de tropisch regenwouden kunnen veel verschillende gewassen (planten) verbouwd worden omdat het er warm en vochtig is. De Indianen jagen met hand gemaakte wapens of blaaspijpjes waar ze de prooi mee neerschieten. Vissen doen ze met een zelfgemaakte speer of pijl. Ze weten precies hoe je moet overleven in een regenwoud. Ze doen dat zonder het regenwoud te beschadigen. De regenwoudbewoners hebben een manier van leven die primitief is, maar zeker niet dom.
Sommige regenwoudbewoners hebben een soort landbouw die brandcultuur wordt genoemd. Ze hakken op een klein stuk grond de bomen om. Dan branden ze het gebied af. De voedingsstoffen in de verbrande planten zijn mest voor de bodem. Daarna planten de mensen gewassen, zoals rijst en maïs. Als na een paar jaar de grond minder vruchtbaar wordt, verhuizen ze. Een stuk verderop beginnen ze opnieuw. Het oude gebied verandert langzaam weer in regenwoud. Deze brandcultuur beschadigt het regenwoud daarom niet voor altijd. In ieder geval als het niet te veel gebeurt. Mensen kunnen van het regenwoud leven zonder het te vernielen.
Veel regenwoudbewoners zijn doodgegaan toen een paar eeuwen geleden de Europeanen naar Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië en Afrika kwamen. De Europeanen brachten ziekten mee die de regenwoudbewoners niet kenden en waar ze niet tegen konden. Ze gingen bijvoorbeeld dood aan een griepje, de mazelen of verkoudheid. Ook zijn er heel wat stammen weggejaagd of vermoord. Zo konden de vreemdelingen rustig hout kappen, goud zoeken en plantages aanleggen. Dit gebeurt nog steeds.
BEWONERS BRAZILIAANSE REGENWOUD
Brazilië telt ongeveer 120 Indianenvolken. En in totaal ongeveer nog +200. 000 Indianen. Een van de Indianenvolken zijn de Yanomami. Dat is het grootste voIk. In de tropische regenwouden van Noord Brazilië wonen ongeveer 10. 000 Yanomami tussen de Orinocorivier en de Amazonerivier. De Yanomami is een van de oudste volken van Zuid-Amerika. Ze zijn het minst in aanraking gekomen met de “Westerse invloeden”. Ze leiden een semi(half)-nomadisch bestaan.
Voor hun voedsel zijn ze aangewezen op bosvruchten en een kleinschalige maar milieuvriendelijke manier van landbouw. Ook eten ze vlees en vis van de jacht. Ze bewonen een gebied van 90. 000 km² om te jagen. In de tropische regenwouden hebben zij een eigen systeem ontwikkeld om te leven en te overleven. Dit is veranderd door de komst van de goudzoekers. Uit medisch onderzoek in 5 Yanomami nederzettingen bleek dat de gezondheid is verslechterd door de komst van de goudzoekers.
Terwijl eerst maar 3% van de bevolking malaria had was dit drie jaar nadat vele goudzoekers kwamen (1990) meer dan 60%. Van 1987-1994 bleek in de goudwingebieden 15% van de Yanomami indianen om het leven te zijn gekomen en werden zelfs sommige nederzettingen helemaal uitgeroeid. Malaria Tropica was daar de belangrijkste doodsoorzaak. Dysenterie, influenza, mazelen en tuberculose waren ook een paar van die ziektes. Onder de goudzoekers werden in 1990 80 mensen van AIDS geregistreerd en kort daarna de eerste bij de Yanomami.
Er zijn verschillende gezondheidsposten in het Yanomami-gebied, zoals die van artsen zonder grenzen.
6. PRODUCTEN UIT HET TROPISCH REGENWOUD
Voedsel
Veel van het voedsel dat we hier kennen, komt uit het tropisch regenwoud, zoals: bananen, ananas, koffie, thee, rijst en specerijen.
Citrusvruchten: citrusvruchten, zoals: de citroen, de sinaasappel en de grapefruit smaken meestal bitter en zuur. Eerst moesten de mensen de citrusvruchten helemaal uit het regenwoud halen, maar nu worden ze gewoon op plantages verbouwd. Paranoten: paranoten zitten vaak in muesli en in studentenhaver. Er zitten veel eiwitten en olie in. Deze noten moeten uit het regenwoud gehaald worden. Daar groeien ze aan bomen. Als ze nog niet gepeld zijn hebben de paranoten een langwerpige bruine schaal.
Cacao: de cacao groeit aan de cacaoboom in een grote zaad. Er wordt o. a. chocola van gemaakt. De cacaoboom groeide oorspronkelijk in de tropische regenwouden van Zuid-Amerika en Midden-Afrika, maar nu wordt het op plantages gekweekt.
Kip: de kip komt oorspronkelijk uit het tropisch regenwoud van Azië. Hij wordt gebruikt om drumsticks, kippensoep en nog meer kipgerechten te maken. Veel mensen houden de kip ook voor de eieren.
Specerijen en kruiden: peper, nootmuskaat, kruidnagels, kaneel, witte- en zwarte peper en tijm zijn allemaal kruiden die uit het tropisch regenwoud komen. Er zijn nog veel meer kruiden. Ze worden allemaal gebruikt om eten anders te laten smaken, bijvoorbeeld pittiger.
Andere producten
Naast eten zijn er ook nog andere producten die uit het tropisch regenwoud komen, bijvoorbeeld:
Rotan: rotan komt oorspronkelijk uit de regenwouden van Azië van de wilde klimmende planten. Er worden veel stoelen van gemaakt. Maar er zijn ook andere dingen die van rotan worden gemaakt zoals: manden, matten, armbanden en bindmateriaal bijvoorbeeld. Er wordt heel veel rotan gebruikt. Daardoor komt er steeds minder van. Meer dan 100 soorten sterven bijna uit.
Medicijnen: hiervan zijn er duizenden soorten die uit het tropisch regenwoud komen. Zoals de roze maagdenpalm die op Madagaskar groeit. Die bestrijdt leukemie. Zonder het tropisch regenwoud zouden er niet veel medicijnen zijn.
Hardhout: Het bekendste regenwoudproduct is hardhout. Het wordt veel gekapt. Er zijn verschillende soorten hardhout: meranti, Braziliaans mahonie, sapeli, iroko, teak en uitile. Hardhout wordt gebruikt voor raamkozijnen, deuren, meubels en schuttingen en nog voor andere producten. Teak wordt vaak gebruikt voor tuinstoelen en mahonie voor kozijnen. Hardhout gaat heel lang mee en het rot bijna niet. Het is een artikel dat veel wordt verkocht.
Kapok: kapok wordt veel gebruikt om in kussens en matrassen te doen. Kapok komt van de kapokboom die uit Zuid-Amerika komt. Het heeft witte zaadharen, die worden gebruikt als vulling voor kussens en matrassen. Een kapokboom levert wel meer dan 500 kg kapok per jaar op. Dat komt ook omdat hij erg groot is.
Rubber: van rubber worden fiets- en autobanden, handschoenen,
elastiekjes, latexmatrassen en nog veel meer andere producten
gemaakt. Rubber komt van de rubberboom die in het regenwoud
groeit. In de rubberboom zit een soort sap dat latex wordt
genoemd. Om dat sap uit de boom te krijgen maken ze groeven in
de stam. Daar loopt de latex dan uit, die in bakjes wordt
opgevangen. Van de latex maken ze rubber.
Palmolie: van palmolie worden o. a. kaarsen, zeep en make-up gemaakt.
7. HET VERDWIJNENDE REGENWOUD
Ieder jaar verdwijnt er meer tropisch regenwoud. Er wordt steeds meer gevraagd om tropisch hardhout en ook veel boeren branden de regenwouden plat omdat ze er een eigen bedrijfje willen beginnen met koeien en schapen.
De houtkap Veel tropisch regenwoud verdwijnt doordat het gekapt wordt voor het hout. Eerst werden de bomen met de hand gekapt. Later kregen ze machines, vooral kettingzagen. Nu konden de bomen in een half uur worden omgekapt, terwijl dat eerst met de hand minstens een halve dag koste. Niet al het hout van de bomen wordt gebruikt. Er zijn namelijk verschillende soorten hout. Om een bepaalde boom te kappen moeten ze dat vaak ook bij vele andere doen. Anders komen ze niet bij die ene boom. Zo gaat er heel veel woud en hout verloren. Sinds 1950 is er veel meer vraag naar tropisch hardhout, als ervoor. Zelfs 10 keer zoveel. Hierdoor verdween er steeds meer tropisch regenwoud. In Europa, Japan en Noord-Amerika wordt nu het meest naar tropisch hardhout gevraagd. Eerst was de wereld voor 14,3% bedekt met tropisch regenwoud. Nu is dat veel minder.
Extensieve veeteelt en kleinschalige landbouw Veel regenwoud verdwijnt ook door extensieve veeteelt en kleinschalige landbouw. Extensieve veeteelt komt vooral voor in het Amazone gebied. Die veeteelt is ook een van de belangrijkste oorzaken dat het regenwoud daar verdwijnt, want de weiden ontstaan als het tropisch regenwoud wordt gekapt of platgebrand. De bedrijven die op die afgebrande plekken komen zijn meestal heel groot en er werken maar een paar mensen. Ze houden meestal koeien. De opbrengsten zijn vrij laag. In de eerste paar jaren na het afbranden van het stuk woud hebben ze per hectare genoeg te eten voor 1 koe. Een paar jaar later is het al 4 hectare voor een koe. Na ongeveer 10 jaar is de grond uitgeput; er zitten geen voedingsstoffen meer in. Dan gaan de bedrijven op zoek naar een ander stuk woud en branden dat plat en beginnen daar weer opnieuw. Kleinschalige landbouw vind je ook veel rond het Amazone gebied. Dat komt omdat er miljoenen arme en kleine boeren leven. Omdat ze meestal zelf geen land hadden kregen ze een plaats aangewezen waar ze een bedrijfje konden beginnen. Bij Transamazonica liggen de meeste bedrijfjes. Maar omdat er zoveel mensen gingen werken en wonen raakte het land uitgeput. Dat kwam omdat ze de grond niet goed gebruikten. Daarom moesten zij weer een andere plaats zoeken. De grond die ze achter lieten was helemaal uitgeput en het duurde jaren voor die weer hersteld was.
Mijnbouw Een andere reden van het verdwijnen van het tropisch regenwoud is de mijnbouw. Vanaf 1800 gingen ontdekkingsreizigers naar het tropisch regenwoud om er goud, zilver en diamanten te zoeken. Het regenwoud werd hierdoor bijna niet aangetast. Dat kwam omdat ze in een klein gebied met kleine werktuigen werkten. Toen er grote machines kwamen veranderde dat. Er werden nog meer stoffen ontdekt, zoals grote hoeveelheden ijzererts, tinerts en bauxiet. Dat werd natuurlijk ook uit de grond gehaald, want deze stoffen leverden veel geld op. Maar als de voorraden op waren uit dat gebied moeten ze weer ergens anders gaan boren. Met de mijnbouw komen schadelijke stoffen vrij. Die stoffen veroorzaken zure regen. Die zure regen tast veel bomen aan. Ook halen ze de stoffen ver onder het grondwaterpeil vandaan. Zo zakt het grondwater en daardoor drogen de planten en bomen uit. Om bij de vindplaatsen van de stoffen te komen hebben ze ook veel wegen en sporen aangelegd. Deze hebben ook veel regenwoud verwoest.
Per jaar wordt er ongeveer zoveel regenwoud gekapt en verwoest in Brazilië:
500 km² per jaar aan commerciële houtkap
3. 000 km² aan kleinschalige landbouw
3. 500 km² aan mijnbouw en wegenaanleg
4. 400 km² aan extensieve veeteelt
In totaal is dit 11. 400 km² regenwoud dat in één jaar gekapt wordt alleen al in Brazilië.
8. GEVOLGEN VAN HET VERDWIJNEN VAN HET REGENWOUD
Er verdwijnt steeds meer tropisch regenwoud door verschillende oorzaken. Er zijn heel veel gevolgen. Veel producten die wij dagelijks gebruiken zullen samen met de regenwouden verdwijnen. Ook heel veel dieren en planten zullen uitsterven omdat hun leefomgeving verwoest wordt. Plantensoorten zullen dan verdwijnen voordat ze ontdekt zijn. Hun schoonheid, lekkere smaak of geneeskracht zullen we nooit kennen. Er zijn nu al een aantal dieren en planten die met uitsterven bedreigd worden. Ook spelen regenwouden een belangrijke rol in het klimaat. Als er minder regenwoud is krijg je meer kans op broeikaseffect. Want als er niet genoeg bomen zijn die de afvalstoffen van fabrieken en uitlaatgassen kunnen omzetten in zuurstof, komen die afvalstoffen in de dampkring. Die wordt dan aangetast en dan beschermt de ozonlaag de aarde niet meer tegen de zon. Zo wordt de aarde steeds warmer. Ook hebben de bomen in het regenwoud veel koolzuurgas in het hout zitten. Bij het kappen en het platbranden van de bossen komt dit gas vrij. Dat versterkt het broeikaseffect. Als alle bomen weg zijn kunnen de wortels van de bomen de grond en het water niet meer vasthouden. Zo spoelt de grond en het water naar beneden. Als dat gebeurt kunnen veel overstromingen komen. Een groot deel van alle voedingsstoffen in een regenwoud is opgeslagen in de planten en dieren. In de kringloop van voedingsstoffen wordt het voedsel weer gebruikt door de planten. Wanneer het regenwoud wordt gekapt wordt de kringloop verstoord en kunnen de omstandigheden snel veranderen. De bodem droogt snel uit door de zon en als het regent spoelt de grond weg waarin de voedingsstoffen zitten. Dan ontstaat erosie. Dat is afslijting van land door regen, wind, stromend water en de zee. Met de bomen verdwijnen de wortels die de bodem bij elkaar houden. De regen spoelt de vruchtbare bodem weg. Het land blijft onvruchtbaar achter en de rivieren raken vol modder. De mijnbouw brengt schadelijke stoffen in het milieu. zoals kwik, dat de tropische rivieren vervuilt. Eerst gaan de rivierplanten en -dieren dood. Komt de rivier uiteindelijk in de oceaan uit, dan wordt die ook vergiftigd.
9. DE BESCHERMING
Er verdwijnt steeds meer regenwoud. Mensen beginnen te beseffen dat ze fout bezig zijn en doen daar wat aan. Steeds meer landen maken van de tropische regenwouden in hun land natuurreservaten. Zo beschermen ze de bomen, planten, dieren en mensen die erin leven. Over de hele wereld verbieden landen de handel van bedreigde dieren en planten. Ook controleren ze steeds strenger de illegale handel. Bij ecotoerisme bezoeken kleine groepjes toeristen een regenwoud, en betalen daarvoor. Op die manier verdienen de regenwoudbewoners geld zonder het woud te beschadigen of bedreigde dieren te vangen. Bovendien kunnen ze geld verdienen door zelfgemaakte producten te verkopen.
Er zijn ook organisaties die zich inzetten om de tropische regenwouden te beschermen. World Rainforest Movement (Wereld Regenwoud Beweging), Greenpeace, Milieudefensie, Novib en het Wereld Natuur Fonds zijn een paar voorbeelden van die organisaties. Zij voeren acties tegen iedereen die regenwouden beschadigt. Ze proberen de mensen te laten beseffen dat ze fout bezig zijn. In 1993 is door 25 landen de Raad voor Goed Bosbeheer opgericht: in het Engels de FSC. \'FSC\' is de afkorting voor \'Forest Stewardship Council\'. FSC is een internationale organisatie die ervoor wil zorgen dat de mens zorgvuldig omspringt met de bossen op onze wereld. Bij goed bosbeheer worden niet alle bomen in een woud tegelijk omgehakt. Er blijven steeds genoeg bomen over om het bos in stand te houden. Houtkapbedrijven planten nieuwe bomen op de lege plekken. Opzichters controleren de houtkap. De FSC steunt bedrijven die goed met bossen omgaan en geeft het hout een FSC-stempel. FSC-hout is dus goed hout. In 1999 is de ‘Stichting Goed Hout!’ opgericht door Milieudefensie, NOVIB, het WNF en houtbedrijven. De stichting wil dat voor zo veel mogelijk bossen in de wereld goed gezorgd wordt. Ze roept op om FSC-hout te kopen, in plaats van ‘fout’ hout. Sinds oktober 2001 heet de stichting FSC Nederland. Greenpeace helpt o. a. de indianen hun land te behouden. Als het land officieel eigendom is van de Indianen, mogen grote houtkapbedrijven er niet meer komen. Greenpeace voert ook acties tegen ‘foute’ souvenirs. ‘Foute’ souvenirs zijn producten van beschermde dieren, zoals: papegaaien, schildpadden, ivoren beeldjes, mooie koralen en schelpen. In 2001 deed de douane mee. Ze maakte posters en reclamespotjes. Daarin waarschuwde de douane dat het verboden is als je foute souvenirs meeneemt van vakantie. Door reclame te maken op de televisie of radio, proberen de organisaties meer leden te krijgen. Het WNF heeft een speciale kinderclub: de Rangers. Met reclame proberen ze ook duidelijk te maken dat mensen meer FSC hout moeten kopen en juist geen \'foute’ souvenirs.
10. SLOT
Ik vond het heel interessant om dit werkstuk over het tropisch regenwoud te maken, omdat ik er nog niet zo veel van wist. Nu nadat ik het gemaakt heb, ben ik er veel meer over te weten te komen; ik heb er veel van geleerd. De informatie heb ik van:
Boeken: De wereld om ons heen Het tropisch regenwoud Het leven in Regenwouden Dwars door de natuur
Internet: www. thinkquest. nl www. regenwoud. startkabel. nl
De plaatjes in dit werkstuk heb ik van de zoekmachine “Google” en van andere internet sites.
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
echt super,thnak
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Bedankt
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
hallo, hoe is 't ermee? met mij gaat het goedddddd.
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Ik heb al lekker veel informatie van je site!!!!!!!
12 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
thank you!!!
12 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
heeey, dankjewell voor de info, had ik hard nodig DOEI
11 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
tnxxxx ik haal hier echt veel info uit :)
10 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
omg ik heb hierdoor een 1 voor werkstuk!!!! neeh joh door joun hulp heb ik een 10!!!! :D
10 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
echt bedankt voor de info. ik wist er echt niks over maar nu heb ik er echt veel van geleerd. fanks!!!!
10 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Suuuper goeie siteee
8 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
super bedankt! ik heb hier echt veel info uit gehaald thxx :)
7 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
ik ook
5 jaar geleden
T.
T.
door deze fantastische site heb ik nu een 9!!!!!!!!!!!!thx
7 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
ik ook
5 jaar geleden
D.
D.
ik zou volgende keer nog iets over Arbeidsintensieve landbouw vertellen
7 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
Super bedankt ik haal hier heel veel informatie uit voor mijn werkstuk heb ik een 9 gekregen een paar foutjes van jou veranderd ?
6 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
goed zeg
6 jaar geleden
E.
E.
WOWWWWW! dit is echt goed
6 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
ik hou mijn spreekbeurt en het is heel anders en ik vind het te moeilijk voor kleinere kinderen. :]
5 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
aaaaaaaaaaa ik heb veeeeel info thanks :):):):):0;)
5 jaar geleden
Antwoorden