Opdracht 2 : Algemene Gegevens
Naam v/d staat : Minnesota
Bijnaam (bijnamen) v/d staat : North Star State, Land of 10.000 Lakes
Oppervlakte : 217.736 km²
Totaal aantal inwoners : 4.432.000
Hoofdstad (naam en aantal inwoners) : St.Paul met 415.000 inwoners
Erkende staat v/d VS sinds : 1858
Verdere informatie/bijzonderheden :
De naam Minnesota is afgeleid van een woord van de Dakota-indianen dat “hemelkleurig water” betekent. De mississippi, de grootste en belangrijkste rivier in de VS, begint in Minnesota. Minnesota kent vier duidelijk van elkaar gescheiden seizoenen. Minnesota bestaat uit ongeveer 14.000 meren/meertjes. Een aantal attracties voor toeristen zijn: wintercarnaval in St.Paul, Voyageurs National Park, Walker Art Center in Minneapolis, Weisman Art Museum in Minneapolis. Enkele VIP’s die uit Minnesota komen: Bob Dylan, F. Scott Fitzgerald, Judy Garland, J. Paul Getty, Sinclair Lewis. Het team van de staat Minnesota in de National Hockey League is: Minnesota Wild. In Minnesota ligt ook de grootste Shopping Mall ter wereld. De staatsleus van Minnesota is : L’Etoile du Nord ( de ster van het noorden )
Hier links zie je de grootste Shopping Mall van de wereld, die dus te vinden is in Minnesota. Hier onder zie je de vlag van Minnesota : Opdracht 3 : Natuurlijk Landschap en Klimaat
Minnesota bestaat voor twee-derde uit vlak prarieland. Dat prairieland maakt deel uit van het Central Lowland. Het noord-oostelijke deel van Minnesota ligt in het Laurentian Upland, met een gemiddelde hoogte van 535 meter.
Minnesota heeft ongeveer 14.000 meren/meertjes, de grotere liggen vooral in het noorden. Red Lake is het grootste meer. Het bovenste deel van de staat is eigenlijk één groot natuurgebied.
In de steppen van Minnesota zie je lang gras. In minnesota vind je vooral naaldwoud en zomergroen loofwoud. Minnesota bestaat grotendeels uit vlak prairieland. Er zijn in Minnesota verschillende soorten bodemtypen ontstaan onder invloed van de vier continentale ijskappen die gedurende het pleistoceen bijna de hele staat hebben bedekt. Het klimaat van Minnesota is een continentaal klimaat, gekenmerkt door de cycloonwinden die regelmatig voorkomen. De neerslag variëert van gemiddeld 81,2cm per jaar in het zuid-oosten en midden tot 50,8cm per jaar in het noord-westen. Deze neerslag valt voor het grootste deel in de periode van maart tot september en wordt aangevoerd door cycloonwinden vanuit de Golf van Mexico. De plaatselijke temperatuurverschillen zijn groot. De gemiddelde januari- en julitemperaturen zijn bijvoorbeeld in Rochester –10°C en 22°C en in Duluth -12°C en 18,5°C. In de winter kan het dus heel koud zijn, maar in de zomer dus weer (heel) warm. Doordat de zomertemperaturen boven de 15°C komen vinden we in Minnesota vooral naaldwoud en zomergroen loofwoud.
Opdracht 4 : Demografie De staat telt dus 4.432.000 inwoners, waarvan 94,4% blanken, 2,2% zwarten, 1,2% Latino’s en 1,1% indianen. De overige 1,1% zijn nog andere minderheidsgroepen. In Minnesota leven gemiddeld 19 inwoners per km². Ongeveer 70% woont in de grote steden : Minneapolis, St.Paul en Duluth.
Er zijn pull-factoren en push-factoren. Het is in Minnesota heel koud in de winter en in de zomer ook niet superwarm. Sommige mensen houden van warmte sommige van kou. Maar aangezien de bevolking niet zo heel snel groeit in Minnesota, is de temperatuur meer een push-factor.
Mensen die graag in een mooie omgeving wonen zijn in Minnesota aan het goede adres. Er zijn veel meertjes, mooie bossen. Het Voyageurs National Park is een beschermd natuurgebied. De mooie natuur is dus ook een pull-factor. Mensen die niet zo van hele drukbevolkte gebieden houden kunnen ook in Minnesota gaan wonen. Minnesota is niet erg dik bevolkt, dat kan dus ook een pull-factor zijn.
Een pull-factor is dat er nog best veel landbouw is in Minnesota. Mensen die werk zoeken kunnen op het land gaan werken.
Een pull-factor is het politieke systeem in Minnesota. Dit systeem wordt sterk bepaald door de immigratie vanuit Scandinavië. De mensen geloven in een positieve rol van de overheid. Minnesota heeft de voorkeur voor onafhankelijke en eigenzinnige liberalen politici.
Opdracht 5 : Bestaansmiddelen
Er zijn in Minnesota verschillende soorten landbouw. In het noord-westen is er zomertarwe. In het noorden en noord-oosten zijn er bossen aangeplant. In het zuid-westen wordt er maïs verbouwd (ook soyabonen ). In het midden, het zuiden en het zuid-oosten vinden we intensieve veeteelt. Minnesota ligt dus in verschillende “Belts” : een deel in de Weath-Belt, een deel in de Corn-Belt en de rest in de Dairy-Belt. Minnesota bestaat voor 30% uit landbouw. De bodem is vruchtbaar, doordat zand – en stofstormen vruchtbare kleigrond ( en ook prairieplanten ) meebrachten. Niet echt landbouw is het vissen in de grote meren, maar de mensen halen daar steur, zander, snoek en houting uit. Er is natuurlijk voldoende regenwater voor de landbouw, want het kan er regenen het hele jaar door. In de winter is het ijskoud. Daardoor kunnen sommige producten, die niet goed tegen kou kunnen, er niet verbouwd worden. Maïs ( en soyabonen ) heeft een vruchtbare bodem nodig en veel water, en dat is er in Minnesota. Het vee laten ze op de prarievlaktes lopen. De landbouw is heel belangrijk. De veeteelt, met name de teelt van melk-, rund- en pluimvee en varkens, is de grootste agrarische sector. De staat is een van de grootste producenten van haver, (zomer)tarwe, maïs, gerst, sojabonen, suikerbieten, hooi en zonnebloempitten. De landbouw is niet zo belangrijk als de industrie, maar belangrijker dan de dienstensector.
Ook in Minnesota is de industrie het belangrijkste voor de inkomsten. Op het randje van Minnesota en Wisconsin vind je een industriegebied. In dat industriegebied vind je ijzer- en staalproductie en elektrotechnische industrie. Minnesota levert meer dan de helft van de ijzerertsproductie van de Verenigde Staten. De belangrijkste industrieproducten zijn levensmiddelen, kantoorartikelen, papier, elektronica en computers. Er is lichte én zware industrie. De ijzer- en staalproductie is zware industrie. Verder is er veel lichte industrie.
In Minnesota vind je in de handel en horeca gewoon veel cafés, restaurants enz.... Naturlijk ook hotels voor de toeristen. In Minnesota vind je ook diensten in de groep vervoer en communicatie. Er zijn (spoor)wegen, er is zee- en binnenvaart en luchtvaart. Er zijn ook gewoon banken en verzekeringsmaatschappijen die horen tot de groep financiële, zakelijke en overige commerciële diensten. De dienstensector is minder belangrijk dan de landbouw en de industrie. Als je de verhouding tussen landbouw, industrie en dienstensector in Minnesota in procenten zou weergeven zou het er denk ik zo uitzien : 30% landbouw, 55 à 60% industrie en 10 à 15% dienstverlening.
REACTIES
1 seconde geleden