Luxemburg

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1152 woorden
  • 3 juni 2004
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
59 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Hoofdstuk 1:

Geografie:
Het groothertogdom Luxemburg is een van de kleinste landen van europa.Het heeft een oppervlakte van ongeveer 2586 kilometer en is even groot als Drenthe.Luxemburg ligt tussen België Frankrijk en Duitsland.
Luxemburg bestaat uit twee streken: In het noorden Ösling dat bij de ardennen hoort en in het midden en het zuiden heten dat Bon Pays dat goed land betekent.
Dit gebied heeft een golvend landschap wat als landbouwgrond goed gebruikt word.
Het midden en het zuiden zijn een hoogvlakte met een gemiddelde hoogte van 270 meter.
Luxemburg is al lid van de EU en doet ook mee aan de euro.Luxemburg heeft ook een eigen vlag.

Hoofdstuk 2:

De bevolking
De bevolking is ongelijk over het land verdeeld. In Ösling is de bevolkingsdichtheid (25 à 50 inw. per km2) veel lager dan het landelijke gemiddelde. De hele streek telt maar drie "steden" met meer dan 2.000 inwoners. De kleine dorpen hebben maar weinig voorzieningen (scholen, dokters, apotheken) waardoor de ontvolking in Ösling verder gaat. De overheid probeert door het aanleggen van industrieterreinen in die plaatsen de leegloop tegen te houden. In Gutland wonen de meeste mensen rond de stad Luxemburg en in het industriegebied van Esch-sur-Alzette in het zuidwesten. Het inwonertal neemt traag toe. De toename van de bevolking te danken aan het immigratieoverschot. Een derde van de totale bevolking bestaat uit buitenlanders: ambtenaren van de Europese Unie in en rond de hoofdstad, en gastarbeiders in de zuidelijke industriekern (10% van de bevolking zijn Portugezen, 5% Italianen). Vooral in de hoofdstad Luxemburg en omgeving loopt het aantal buitenlanders soms erg hoog op, in sommige gemeenten tot 45 à 50% van de totale bevolking. Een vijfde van de bevolking woont in de hoofdstad.

Taal
Het algemeen verspreide Letzeburgsch, een Duits dialect, werd lange tijd beschouwd als een onbelangrijk plaatselijk dialect. Langzaam maar zeker groeide uit de verschillende dialecten een "standaard’’ Letzeburgsch en het is sinds 1985 de officiële taal. De officiële spelling werd in 1975 bij wet geregeld. In de wetgeving, het bestuur en de rechtspraak is de officiële taal echter nog steeds Frans, in de handel wordt meestal Duits gebruikt en ook de meeste kranten en tijdschriften verschijnen in het Duits.
Staatsvorm
Luxemburg is een constitutionele monarchie. De huidige grondwet komt uit 1868 en is sindsdien enkele keren gewijzigd. Zo werd in 1948 de "neutrale status" afgeschaft. De functie van het staatshoofd - groothertog genoemd - is erfelijk zolang er mannelijke opvolgers zijn. Als die er niet zouden zijn dan is vrouwelijke opvolging mogelijk. De wetgevende macht wordt naast de door de groothertog benoemde 21 leden van de Raad van State (Conseil d'Etat) hoofdzakelijk uitgeoefend door de Chambre des Députés
(Kamer van Volksvertegenwoordigers), die uit 60 leden bestaat. Ze worden rechtstreeks gekozen voor vijf jaar. Actief kiesrecht hebben alle Luxemburgers die ouder zijn dan 18 jaar; om gekozen te worden moet men 21 jaar zijn. Er bestaat een opkomstplicht. De uitvoerende macht ligt bij de groothertog, die grote invloed op het politieke bestel heeft. Toch is voor iedere akte van hem de medeondertekening van een verantwoordelijke minister nodig. In de praktijk heeft het staatshoofd toch meer een symbolische functie. Aan het hoofd van de regering staat de minister-president Luxemburg is bestuurlijk verdeeld in drie administratieve districten (Luxemburg, Grevenmacher en Diekirch), die zijn onderverdeeld in 12 delen en 118 gemeenten. Gemeenteraadsleden worden gekozen; burgemeesters en wethouders worden benoemd.
Hoofdstuk 3:

De economie:
In de loop van de geschiedenis ontwikkelde Luxemburg zich van een agrarisch gebied tot een van de modernste en rijkste landen van Europa. Het nationale inkomen per hoofd van de bevolking is met $32.700 een van de hoogste ter wereld. Het bruto nationaal product bestaat voor 1% uit de landbouw, voor 22% uit industrie (inclusief de bouwnijverheid) en voor 77% uit diensten en de overheid (1999).
Door de financiële sector is Luxemburg sinds de jaren zeventig een van de leidende financiële centra in de wereld. 70% van de actieve bevolking is werkzaam in de dienstensector, 28% in de industrie en 3% in de landbouw. Circa 40% van de werknemers is buitenlander, de meeste komen dagelijks de grens over.

Landbouw
Het aantal landbouwbedrijven is sinds 1950 gedaald met ongeveer 60%. De gemiddelde bedrijfsoppervlakte van de boerenbedrijven is gestegen en bedroeg in 1995 46 hectare Veeteelt (koeien en varkens) is de belangrijkste vorm van landbouw. De productie van kaas en melk is sterk gestegen en overtreft de binnenlandse behoefte In het noorden van het land worden vooral voedergranen, gerst en aardappelen geproduceerd. In het zuiden zijn tarwe en fruit belangrijke landbouwproducten. Een andere belangrijke agrarische sector is de druiventeelt in de vallei van de Moezel. De hier gelegen wijngaarden leveren uitstekende witte wijnen op. Meestal wordt de helft of meer van de wijnproductie uitgevoerd. Ongeveer 34% van de oppervlakte van het land is met bos bedekt.
Industrie
Aan de ijzer- en staalindustrie in het zuidwesten van Gutland dankt het land grotendeels zijn bestaansmogelijkheden. Wel werd begin jaren zeventig onder invloed van de algemene malaise in de Europese industrie de behoefte aan staal en ijzer minder. Daardoor is de staalproductie sinds de tweede helft van de jaren zeventig sterk teruggelopen: 2,6 miljoen ton in 1995, tegen 6,5 miljoen ton in 1974. Andere industriële ondernemingen zijn: kunststof- en chemische industrie, farmaceutische en metaalverwerkende industrie. Er zijn enkele multinationale bedrijvem in Luxemburg gevestigd, zoals Goodyear, Du Pont en General Motors, die samen ruim 25% van de totale industriële productie van de uitvoer van het land voor hun rekening nemen
Handel
Sinds 1921 vormt Luxemburg een monetaire en economische unie met België, de Belgische en Luxemburgse Economische Unie, BLEU. Deze Unie heeft wel veel aan betekenis ingeboet na de oprichting van de Benelux en de Europese Unie. Vrijwel de gehele handel vindt plaats met andere EU-landen, waarbij Duitsland en België de belangrijkste partners zijn. Ingevoerd worden vooral afgewerkte producten, ertsen en steenkool. De uitvoer bestaat voor iets meer dan een derde uit staalproducten. De rubber- en plasticindustrie nemen 14% van de totale uitvoer voor hun rekening.
Hoofdstuk 4

Toerisme
Het toerisme is erg belangrijk voor de economie van Luxemburg. De grootste toeristische trekpleister is het gebied ten zuiden van de Sauer aan de grens met Duitsland, het zgn. Klein Zwitserland. Kenmerkend zijn de rotsen met kloven en de bijzondere plantengroei. Andere bezienswaardigheden op natuurgebied zijn de prachtige valleien van o.a. de Esch en de Moezel. De toeristisch interessante steden zijn, behalve de hoofdstad Luxemburg o.a. Clervaux, Echternach, Vianden en Wiltz. Een bekende badplaats is Mondorf-les-Bains.
Uit de middeleeuwen zijn enkele burchten en ruïnes bewaard gebleven, o.a. die van Beaufort, Bourscheid, en Clervaux. De belangrijkste musea zijn de Musées de l'État (archeologische, natuurhistorische, historische, kunst- en volkskundige afdelingen) en het Musée Pescatore (17de- tot 19de-eeuwse Belgische, Franse en Hollandse schilderkunst) in de stad Luxemburg. Verder zijn er het Maison Victor Hugo en een volkskundig museum te Vianden, een wijnbouwmuseum en een aantal oorlogs- en streekmusea.

Hoofdstuk 5

De Relatie met Nederland
Nederlandse uitvoer Euro 621 miljoen (2002)
- belangrijke producten Machines, chemische producten, bier, bouwmateriaal
Nederlandse invoer Euro 398 miljoen (2001)
- belangrijke producten Autobanden, aardewerk, onderdelen machines, plastics, voedingsmiddelen
Investeringen vanuit Nederland Onbekend
Investeringen in Nederland Onbekend

REACTIES

P.

P.

bedankt vor je mooie werktsuk.

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.