De economische geschiedenis:
Sinds de tweede wereldoorlog is de Japanse economie sterk toegenomen. De jaren ’70 en ’80 waren een bloeitijd voor Japan, veel mensen hadden al een televisie, een wasmachine en een koelkast om de welvaart aan te tonen. De snelle ontwikkeling van de industrie en export, kwam voor iedereen goed uit. De Japanse Yen begon in opzichte van de Amerikaanse Dollar in waarde te stijgen. Daardoor kon Japan veel meer producten, grond en bedrijven in het buitenland kopen. Aan het einde van de jaren ’80 werd 1/3 van de auto’s en 2/3 van de computerchips in Japan gemaakt. Japan produceerde met name grotere producten. Japan maakte ook de helft van de robots(onderdelen) en machinale gereedschap. De economie groeide werd maar meer en meer en de mensen werden er maar beter en beter van, de bevolking dacht dat dit nooit meer zou stoppen. Maar dat kon natuurlijk niet. En dat gebeurde ook. Toen keizer Hirohito in 1989 stierf en zijn zoon Akihito hem opvolgde, begonnen de problemen al. De geweldige economische groei begon snel te dalen en als er nu niets werd gedaan, zou Japan al snel terugzakken in de oude situatie. Bedrijven kwamen zwaar in de problemen en de liberale partij die al jaren aan de macht was, werd naar huis gestuurd en vervangen voor een hervormende partij. Er werden gouden bergen beloofd, maar de bevolking zou er zelf wel iets aan moeten doen. De mensen wouden niets anders, dan weer net zo leven als voorheen, dus ze gingen er keihard tegenaan. Japan zou er weer bovenop komen.
Het klimaat:
Japan ligt in een gebied waar alle weersinvloeden worden gematigd d.w.z dat het warme landschap dat is opgewarmd door de zon, weer wordt afgekoeld door de koele zeewind.
Er valt veel neerslag uit de zomermoesson, behalve op Honshu, daar valt de meeste regen in de winter. De gemiddelde temperatuur in Japan is in Januari gemiddeld 0° Celsius en in Juli is dat gemiddeld 24° Celsius.
Het landschap:
Japan bestaat uit 4 grote en heel veel kleinere eilandjes. Deze eilanden liggen als een eilandboog in de Grote Oceaan. De eilanden zijn bergachtig, deze bergen reiken meestal niet boven de tweeduizend meter. Enkelen zoals het Hidagebergte liggen hoger (3000 meter.) In Japan komen ook veel vulkanen voor, dat zijn er meer dan 240. Van die 240 vulkanen zijn er 37 werkzaam. Daarbij komen er veel aard- en zeebevingen voor, de zeebevingen kunnen leiden tot geweldige vloedgolven, deze worden ook wel tsoenami genoemd. Jaarlijks komen er gemiddeld zo’n duizend aardschokken voor. Eén keer in de vijf jaar komt er een zware aardbeving voor. Japan heeft door de velen bergen weinig laagvlaktes. Japan is ook niet zo rijk aan rivieren, de rivieren die er zijn stromen vrijwel allemaal op de laagvlaktes. Deze rivieren zijn meestal woest en kort, daarom worden ze met dijken in bedwang gehouden. De rivieren zijn in Japan erg belangrijk voor de irrigatie en de opwekking van elektriciteit.
Japan internationaal:
Door de enorme groei van de economie in Japan, zijn de steden veel meer uitgestrekt en is het bevolkingsaantal gestegen. Dit kan iet door de velen geboortes komen, want die ligt laag in Japan. Dus moet het komen dat de mensen gemiddeld heel oud worden. Dit is te danken aan een goede gezondheidszorg. De Japanners hebben dat te danken aan de nadere landen. Want door van andere landen en van zichzelf te leren is Japan een welvarend land geworden met een goedlopende economie.
De staalindustrie is erg belangrijk voor Japan. Je hebt staal nodig voor het maken van bijvoorbeeld auto’s en schepen. Tussen 1950 en 1970 is de staalindustrie opgebloeid in Japan en in 1980, was Japan de op één na grootste staalproducent van de wereld.
De laatste jaren is de staalindustrie wel teruggedrongen, dit komt door de oliecrisis en de sterke concurrentie van Korea. Japan heeft de grootste motorindustrie van de wereld. Vanwege die goede motorindustrie exporteert Japan ook motoren naar het buitenland, vooral naar Noord Amerika en Europa. Om een beeld te krijgen van die industrie, zijn hier een aantal cijfers:
-1950: 1.600 motoren geproduceerd
-1980: 11.000.000 motoren geproduceerd
-1995: 13.500.000 motoren geproduceerd
Omdat de grondstoffen in Japan schaars zijn, zijn de mensen zich vooral gaan richten op industrieën die gebruik maken van menselijke vaardigheden.Japan heeft ook de sony walkman en de sony videorecorder uitgevonden. De producten zijn enorm populair, omdat er zoveel vraag naar is. Om de populariteit goed weer te geven, zijn hier een aantal cijfers over de productie van elektronische apparaten in 1991:
-videorecorders: 26.000.000
-foto camera’s: 25.000.000
-camcorders: 11.800.000
-computers: 3.200.000
Ook wordt 80 procent van de microchip in Japan gemaakt. Japan heeft de VS ingehaald op het gebied van laser, video’s, digitale elektronica en semi-conductoren. Japan concurreert nu ook met Amerikaans en Europese bedrijven op het gebied van de nieuwste industrieën.
De primaire sector van Japan:
De landbouw
Doordat het land erg bergachtig is, is bouwland zeer schaars, namelijk 11 procent van de oppervlakte. Het voornaamste gewas is rijst, wat veel gegeten wordt. Daarnaast verbouwt men aardappels, suikerbieten, citrusvruchten en suikerriet. Het land kan zich voor 80 procent zelf voeden. Naast rijst is melk tegenwoordig het belangrijkste agrarisch product. 5 procent van de hele bevolking werkt in de landbouw en de visserij.
De visserij
De Japanse visserij is waarschijnlijk een van de grootste van de wereld. In 1988 was de totale vangst van de vis 12.780.00 ton. Daarvan kwam 77 procent uit de Japanse wateren en 9 procent uit het buitenland. De overige 14 procent kwam uit de grote zeeën. In de loop der jaren is de aanwezigheid van de vis in de zeeën afgenomen. Er wordt veel meer gevist dan de natuurgrenzen toelaten. Er is daarom sprake van overbevissing. Daarom is Japan ook vis gaan importeren uit andere landen. 10 procent daarvan is de wat meer luxe vis zoals schelpdieren en tonijn.
De mijnbouw
De meeste delfstoffen moeten naar Japan worden ingevoerd. Alleen over kalksteen, zilver, zwavel en pyriet kan het land in voldoende maten over beschikken. Het aandeel van de mijnbouw bedraagt een kwart procent. Japan is de grootste importeur per wereld
De secundaire sector van Japan:
Na de tweede wereldoorlog gingen de scheepsbouw en de kunstvezelindustrie erg snel in Japan. Daarna kwam ook de lichte industrie naar voren op de wereldmarkt. Deze groei is te danken aan de hard werkende bevolking en de toepassing van moderne technologieën. Je kan de Japanse industrie in drie groepen indelen.
1. De industriele sectoren die na de tweede wereldoorlog zijn ontwikkeld en voornamelijk de buitenlandse technologie, zoals de elektronica.
2. De industriële sectoren die er voor de tweede wereldoorlog wel al waren, maar die erna pas in de jaren vijftig en zestig door middel van investeringen en buitenlandse hulp zijn versterkt, zoals de scheepsbouw.
3. En sectoren waarin buitenlandse industrie een gehele Japanse vorm hebben aangenomen zoals in de elektronica- en computerindustrie
De tertiaire sector van Japan:
Het verkeer
De belangrijkste havens zijn Yokohama, Nagoya, Kobe, Osaka, Moji en de kolenhavens Otaru en Muroran. De Japanse Nationale Spoorwegen werden in 1987 gereorganiseerd in zeven particuliere bedrijven: de Japanese Railways (JR) en de Group, dat zijn zes passagiersvervoerbedrijven en één vrachtvervoerbedrijf. De totale lengte van het Japanse spoorwegnet was in 1996 51.163 km, waarvan 40.739 km in handen van de JRG kwam en 10.424 km in de handen van de particulieren. In 1993 vervoerden de spoorwegmaatschappijen samen 22.759 miljoen passagiers en 25.433 miljoen ton/kilometer vracht. Japan beschikt over een aantal supersnelle passagierstreinen. De Tokaido-express legt de afstand Tokio tot Osaka ,dat is 515 km, in ruim drie uur af. De Sanyo-express doet over de afstand Osaka tot Hakata ,dat is 1070 km, minder dan zeven uur. De Seikantunnel ,de met bijna 54 km de langste tunnel ter wereld, verbindt sinds 1988 de hoofdeilanden Honshu en Hokkaido en maakt deel uit van de spoorwegverbinding Tokio tot Sapporo. Het wegennet omvatte in 1993 circa 1,131 miljoen kilometer, waarvan 46.523 kilometer nationale wegen waarvan bijna 90 procent verhard was. De internationale luchtvaartmaatschappijen zijn Japan Airlines (JAL) en de All Nippon Airways (ANA). De belangrijkste luchthavens zijn die van Tokio, Osaka, Nagoya en Narita, en sinds 1994 de nieuwe internationale luchthaven Kansai International in de Baai van Osaka.
De handel
Het overschot op de handelsbalans bedroeg in 1995 meer dan $100 miljard. In 1995 ging 27,3 procent van de export naar de Verenigde Staten, terwijl dit land 22,4 procent van de import leverde. China is inmiddels uitgegroeid tot de tweede handelspartner van Japan, terwijl Japan voor China de grootste handelspartner en de grootste buitenlandse investeerder is. Na de Verenigde Staten en China zijn Zuid-Korea, Taiwan en Hongkong de belangrijkste importeurs en Taiwan, Zuid-Korea en Australië de belangrijkste exporteurs. Japan exporteert niet alleen veel goederen, maar ook een grote hoeveelheid kapitaal. Midden 1992 bedroegen de Japanse investeringen in Noord-Amerika $65 miljard, in Azië $29 miljard, in Latijns Amerika $28 miljard en in West Europa $25 miljard.
Het bankwezen
Het bankwezen is gedeeltelijk in handen van de staat en voor een deel in particuliere handen. De Centrale bank is de in 1882 opgerichte Bank of Japan (Nipponginko), die ook het papiergeld in omloop brengt. De Bank of Japan oefent een grote invloed uit op de zaken van de particuliere banken. Zowel de in 1951 opgerichte Nationale Ontwikkelingsbank van de staat, die voornamelijk kredieten verstrekt aan projecten die voor de nationale economie belangrijk zijn, als de door de staat in 1950 opgerichte Export-Import Bank zijn zeer belangrijk. De postspaarbank is verreweg de grootste spaarbank van het land. De particuliere banken kunnen worden onderverdeeld in vier categorieën: de citybanken, de voornaamste kapitaalbron voor de machtige industriële groepen, de regionale banken, die voornamelijk in de provinciehoofdsteden zijn gevestigd en die vooral kapitaal verschaffen aan de middelgrote en kleinere bedrijven, de trustbanken, die zich steeds meer op de taken van de handelsbanken zijn gaan toeleggen en ten slotte zijn er nog 68 spaarbanken, 455 kredietbanken, 433 kredietcoöperaties en 60 buitenlandse banken. De handel in aandelen en obligaties is totaal gescheiden van de normale bankactiviteiten. Slechts speciaal daartoe gemachtigde effectenhuizen mogen hierin handelen.
De quartaire sector van Japan:
De gezondheidszorg
De gehele bevolking valt onder het systeem van sociale voorzieningen, dat onder andere invaliditeit- en werkloosheidsuitkeringen en een pensioenregeling omvat. Na pensionering ontvangt men 40 procent van het laatst verdiende inkomen. In 1986 waren er per 1.000 inwoners 12,7 ziekenhuisbedden beschikbaar. In het kader van de verruiming van de werkgelegenheid wordt door de bonden ook actie gevoerd voor bindende pensionering met 60 jaar. Tot nu toe is 55 de pensioengerechtigde leeftijd, maar door de lage pensioenen blijven de meeste mensen tot 65 jaar doorwerken.
Ontwikkelingssamenwerking
Japan is lid van alle internationale organisaties die zich met ontwikkelingssamenwerking bezig houden. In 1994 besteedde de Japanse overheid $13,2 miljard aan ontwikkelingshulp, waarvan 61 procent bilateraal en 39 procent multilateraal. Naast deze officiële ontwikkelingshulp (ODA) besteedde het bedrijfsleven $14,8 miljard aan exportkredieten, directe investeringen, leningen aan internationale organisaties en donaties. Het totaal van overheid- en particuliere uitgaven bedroeg $20,5 miljard, dat wil zeggen 0,86 procent van het Bruto Nationaal Product (BNP).
Het onderwijs
De basis van het onderwijs wordt gevormd door de kleuterschool, die wordt gevolgd door ongeveer tweederde van de kinderen. Na de kleuterschool volgt de zesjarige lagere school, daarna de driejarige ‘junior’-middelbare school. Tot zover is het onderwijs verplicht en, voor zover door de staat opgezet, kosteloos. Vele Japanse ouders sturen hun kinderen echter naar dure particuliere scholen. Naast de particuliere scholen zijn er vele instituten die zich toeleggen op het geven van bijlessen. Na de ‘junior’-middelbare school gaat ruim 90 procent van de kinderen naar de ‘senior’-middelbare school, waar zij een driejarige algemene of beroepsgerichte opleiding krijgen. Het hoger onderwijs wordt verzorgd door 400 universiteiten, juniorcolleges en technische instituten, deels openbaar, deels particulier. Van de meer dan 80 staatsuniversiteiten is de Universiteit van Tokio de beroemdste. De Japanse beroepsbevolking is zeer hoog opgeleid. Dat is een van de oorzaken van het economische succes van Japan. De dagindeling van de kinderen staat geheel in dienst van maar één doel: het verkrijgen van een plek op één van de grote universiteiten. Dat betekend namelijk bijna altijd een goede baan bij de overheid of bij een van de grote bedrijven. Zelfs op zaterdag ochtend heb je les. De sportlessen worden ook op school gegeven. Na het eten wordt er vaak nog een extra les gevolgd, zelfs al op de kleuterschool. Na die extra lessen moet je nog huiswerk maken. Bij de beste kleuterscholen moet je zelfs toelatingsexamen doen. Als een kind op die school kan komen, is er later gegarandeerd toegang tot de beste lagere en middelbare scholen. Vaak zegt een moeder haar baan op om kyoiku mama (onderwijsmama) te worden. Zij gaat soms zelfs weer naar school, om haar kind het beste te kunnen leren. Alles staat in het teken van de studies van de kinderen. Daarom is het ook gebruikelijk dat 25 procent van het gezinsinkomen wordt besteed aan de opleidingen van het kind.
Het Japanse leger:
Japan kent alleen een zelfverdedigingsmacht. Dat staat in de grondwet, die Japan na de tweede wereldoorlog onder druk van de VS heeft moeten accepteren. In deze grondwet staat dat Japan altijd zal moeten afzien van het recht om oorlog te voeren. Hierdoor zullen er geen troepen op het land, in de lucht of in de zee mogen bevinden. Japan mag ook maar een deel van het Bruto Nationaal Product (BNP) aan zijn defensie uitgeven. In 1988 beschikte Japan over 156.000 maatschappen bij de landmacht, 44.000 bij de marine en 45.000 bij de luchtmacht. Japan en de VS hebben ook een veiligheidsverdrag met elkaar gesloten waarin staat dat de VS borg moet staan voor de veiligheid van Japan. In dit verdrag is de VS met manschappen en materialen aanwezig. De twee landen werken ook samen op het gebied van de ontwikkeling van gevechtsvliegtuigen.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
wat zijn al die moeilijke woorden:
primaire sector , secundaire sector, De tertiaire sector en de De quartaire sector
als jullie weten wat het betekent zou ik et graag even willen weten
groetjes miranda..
19 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
leuk werkstuk hoor, alleen een beetje grote letter
MaAR IK KAN ER WEL INFO UIT HALEN
21 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
heey heel erg bedankt voor je verslag xxx
21 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
echt verschrikkelijk selcht
11 jaar geleden
Antwoorden