Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Japan

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 6193 woorden
  • 1 mei 2006
  • 240 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
240 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Eilanden:

Japan behoort tot het werelddeel Azië. Japan is een eiland en ligt dicht bij de kust van Azië. Aan die kust liggen Noord en Zuid – Korea en Rusland. Japan bestaat uit ongeveer 3900 eilanden. De meeste eilanden zijn klein. Soms is een eiland zo klein dat je er zelfs niet op kan wonen. De 4 grootste eilanden zijn ( van groot naar klein): Honshu, Hokkaido, Kyushu en shikoku. (onder: de grote eilanden van Japan.)
De Japanners noemen hun land Nihon of Nippon. Dat betekent zoiets als ‘oorsprong van de zon’ of ‘(land van) de rijzende zon’.
In Japan is het 8 uur later dan in Nederland in de wintertijd en 7 uur later dan in de Nederlandse zomertijd.

Grootte

De oppervlakte van alle eilanden (eilandjes) is ongeveer 378.000 km². Als je van het zuidelijkste puntje van Kyushu naar het Noordelijkste puntje van Hokkaido rijdt, moet je ongeveer zo’n 2500 of 3000 km afleggen. Japan is ongeveer 9,5 keer groter dan Nederland. Als je van Nederland naar Japan vliegt, vlieg je ongeveer 9.300 km.

Tokio

Tokio (Tokio wordt ook geschreven als Tokyo) is de hoofdstad van Japan. De stad ligt op Honshu en heeft ong. 12 miljoen inwoners. Tokio is verdeeld in 23 wijken. Dit zijn die wijken:
Adachi - Nakano
Arakawa - Nerima
Bunkyo - Ota
Chiyoda - Setagaya
Chuo - Shibuya
Edogawa - Shinagawa
Itabashi - Shinjuku
Katsushika - Suginami
Kita - Sumida
Koto - Toshima en
Meguro - Taito
- Minato

Geschiedenis van Tokio:

Tokio heette eerst Edo.
In 1932 werd de stad getroffen door een hele zware aardbeving, (zie blz. 23) met een kracht van 8,2 op de schaal van richter (De schaal van Richter is een manier waarmee de kracht van een aardbeving wordt gemeten. Daardoor ontstonden veel branden. Die verwoestten bijna de hele stad. Meer dan 140 duizend inwoners kwamen om. De plannen voor de opbouw van de verwoeste stad waren nog lang niet klaar, toen Japan deelnemer werd aan de Tweede Wereldoorlog. Vooral aan het eind van de oorlog werd Tokio zwaar gebombardeerd. Toen de oorlog was afgelopen woonden er in Tokio nog maar de helft van het aantal inwoners van 1940. Na de oorlog volgde snel de opbouw van de stad. De bewoners bouwden zo snel mogelijk hun eigen huizen weer op uit alle materiaal dat ze konden vinden.

In 1964 werden in Tokio de olympische zomerspelen gehouden. Deze spelen waren aan het eind van de opbouw van de stad. Het waren de eerste Olympische spelen in heel Azië. Oorspronkelijk zouden de spelen in 1944 worden gehouden, maar vanwege de Tweede Wereldoorlog werden ze afgelast.
Wateren

japan is zoals je weet een eiland en grenst dus aan geen enkel land. Het grenst natuurlijk wel aan wateren. Er zijn vier zeeën waar Japan aan grenst: Grote oceaan – Japanse zee – Chinese zee en de zee van Ochotsk.
In Japan zijn 3 grote rivieren dat zijn de Kiso, de Shinamo en de Tone.

Bestaansmiddelen

Landbouw:
Ongeveer 14% van het land is geschikt voor landbouw. De Japanse landbouw begon ongeveer 2000 jaar geleden met de verbouw van rijst. Rijst wordt verbouwd in ondergelopen velden. Tegenwoordig doen machines het werk dat vroeger met de hand gedaan werd.
Japanse boerderijen zijn erg klein. In een dichtbevolkt land zoals Japan proberen boeren op het kleine stukje land dat ze hebben zoveel mogelijk te verbouwen.

Visserij:
Japan is met de jaarlijkse visvangst van 6-7 miljoen ton een van de belangrijkste visserijlanden ter wereld. Vóór 1940 bedroeg de vangst tweederde van de totale wereldvangst. In 1999 12%. Niet eetbare vis wordt verwerkt tot vismeel.
Bodemschatten:
Japan heeft een gebrek aan bodemschatten.
Industrie:
Japan is een van de belangrijkste industrie landen ter wereld. Beroemde namen zoals Sony, Honda, Toshiba en Toyota verkopen hun elektrische apparatuur, auto’s, fietsen, camera’s en computers over de hele wereld. Kyushu staat bekend als auto eiland. Bijna 200 fabrieken op het eiland maken onderdelen voor auto’s. Beroemde automerken uit Japan zijn: Honda, Mitsubishi, Mazda, Toyota en Nissan.
Taal

In Japan spreken ze Japans. De Nederlandse- en Japanse taal lijken niet op elkaar. In het Japans bestaan bijvoorbeeld geen lidwoorden als de, het en een. Er is ook geen meervoudsvorm. Het woord kind kan 1 kind betekenen, maar ook meerdere kinderen. Sommige woorden mogen alleen mannen zeggen en andere woorden mogen alleen vrouwen zeggen.
In Japan schreven ze eerst Chinees. Nu schrijft men Japans met Japanse en Chinese tekens. Japans wordt meestal van boven naar onder geschreven.

mizu suigin yukigutsu sake
(water) (kwik) (Sneeuwschoen) (rijstwijn)
Bergen

Japan bestaat ongeveer 2/3 uit bergen. Op de bergen zijn erg veel bossen. Ook zijn de bergen meestal zo hoog en steil, dat mensen er niet op kunnen wonen. Het grootste deel van de bergen komt niet boven de 2000 meter.
Op Honshu, het grootste eiland van Japan,ligt de Fujijama. De naam betekent letterlijk: berg zonder weerga ( berg die op geen andere berg lijkt). Met 3778 meter is het de hoogste berg in heel Japan.
Het hoogste punt van Japan is 3778 (Fujijama) en het laagste punt ligt op 0 meter. Gelijk met het zeeniveau omdat Japan aan Zee ligt.

Plaatsen

De plaatsen hieronder zijn de belangrijkste plaatsen in Japan:

1.Tokyo: de hoofdstad ongeveer 12 miljoen inwoners.
2. Nikko: ongeveer 25.000 inwoners.
3. Kyoto: was vroeger de hoofdstad van Japan. Ongeveer 1,5 miljoen inwoners.
4. Nara: hele oude stad. ongeveer 360.000 inwoners.
5. Nagano: ongeveer 355.000 inwoners.
6. Osaka: ongeveer 2.5 miljoen inwoners.
7. Yokohama: ongeveer 3,3 miljoen inwoners.
8. Nagasaki: ongeveer 450.000 inwoners.
9. Kobe: ongeveer 1,5 miljoen inwoners.
10. Yamagata: ongeveer 1,7 miljoen inwoners.
11. Sendai: ongeveer 1 miljoen inwoners
12. Narita: ongeveer 98.226 inwoners.
13. Kitakyushu: ongeveer 1 miljoen inwoners.
14. Chiba: ongeveer 5,8 miljoen inwoners.
15. Nogoja: ongeveer 2,1 miljoen inwoners
16. Kawasaki: ongeveer 1,1 miljoen inwoners.
17. Foekoeoka: ongeveer 1,1 miljoen inwoners.
18. Hiroshima: ongeveer 1 miljoen inwoners.
19. Matsuyama: ongeveer 450.000 inwoners.
20. Niigata: ongeveer 500.000 inwoners
Sport

Budo is de verzamelnaam voor een aantal moderne vechtsporten.
Dat zijn:

Kendo: Kendo betekent de weg van het zwaard en men vecht dus met een zwaard. Nu is het een bamboezwaard (shinai) dat maximaal 118 centimeter lang is. Bij kendo houdt men het zwaard met twee handen vast en probeert zo de tegenstander te raken. Om de mensen die het spelen tijdens een gevecht te beschermen gebruikt men een masker (men), een borstbeschermer (do), twee handbeschermers en onderarmbeschermers (kote) en een onderlijfbeschermer (tare. In Japan is kendo heel erg populair. Ongeveer 2 miljoen mensen beoefenen de sport en buiten Japan zijn dit er ongeveer 8 miljoen.
Judo (1)*:Judo is een sport waarbij aanval en verdediging allebei belangrijk is. Je leert hoe je een ander kunt laten vallen en hoe je de ander op de grond kunt houden. Ook leer je hoe je je moet verdedigen en hoe je toch van de grond kunt komen als de ander je vasthoudt.
Deze aanvallen en verdedigingen wisselen elkaar af. Het is eigenlijk vechten zonder gemeen te zijn.
Aikido: Letterlijk betekent dit "de weg van de juiste geest" maar het wordt vertaald als: de weg van harmonie(samenwerking) met het alles. Het is een Japanse zelfverdedigingskunst. Aikido is mooi om naar te kijken. Het is vooral populair bij de vrouwen en ouderen omdat het een verdedigende techniek is en er weinig kracht voor nodig is.
* er komt nog een groter hoofdstuk over judo.
Karate:Karate kent aanvallende en verdedigende technieken. De aanvallende technieken, zoals slaan met de hand, met de vuist of schoppen kunnen van het lijf af gehouden worden met verdedigende technieken. Karate is ontstaan uit Chinees boksen. Later is het als karate door heel Japan verspreid en daarna over de hele wereld.
Shorinji Kempo: Shorinji Kempo is een nog best wel jonge sport. Het is namelijk uitgebreid na de Tweede Wereldoorlog, maar het belangrijkste van deze sport komt uit de 5e eeuw. Je kan ongeveer zeggen dat het een combinatie is van karate en aikido maar het heeft wel zijn eigen technieken. Bij trainingen worden beschermende pakken gedragen die de stoten op kunnen vangen.
Nippon Kempo: Nippon Kempo is afgeleid van Jujutsu (zie blz.: 9)en pas in 1932 als dat het nu is, ontwikkeld. Omdat ze veel mogen gebruiken ze beschermende kleding, zoals maskers, borstbeschermer en handschoenen.
Naginata: De naginata is een ongeveer 2 meter lange stok of staaf, met aan het eind een gebogen blad, vroeger was dat blad helemaal van metaal, maar nu van hout of bamboe. Vroeger werd dit wapen vaak gebruikt door vrouwen als zelfverdediging.
Kyudo (boogschieten): yudo (eigenlijk wordt dit als Kyûdô geschreven) betekent 'de weg van de boog'. Het is ontstaan uit één van de vechtkunsten van de samoerai, het schieten met de boog. De bamboeboog is ongeveer 2 meter lang. De doelen waar ze op moeten schieten, staan soms op 28 meter maar meestal ergens tussen de 50 en 90 meter.
Ook bujutsu is een verzamelnaam voor vechtsporten, maar deze vechtsporten zijn ouder dan de budo vechtsporten.
Deze vechtsporten vallen onder de categorie van Bujutsu:
Jujutsu (jiu-jitsu):
Dit is de techniek van het gevecht waarbij geen wapens worden gebruikt. Het is eigenlijk een aanvallende techniek maar je moet verdedigende technieken gebruiken als iemand je aanvalt. Wat bij andere sporten niet mag, maar bij Jujutsu wel zijn: steken, stoten en schoppen. Het werd in de Edo periode (zie blz.: 5) gedaan door samoerai maar ook door anderen die geen wapens mochten dragen. Uit Jujutsu zijn andere sporten als judo, Aikido en Kempo ontstaan.
Jojutsu (de stok):
Deze vechttechniek maakt gebruik van een wapen van een ongeveer 1.30 meter lang. Dat is een ronde stok van de witte eik. Het is een sport om een gewapende tegenstander te raken zonder hem dodelijk te verwonden. Jojutsu is in Japan waarschijnlijk de populairste sport van de bujutsu.
Kenjutsu (zwaardvechten):
Het zwaardvechten is heel oud in Japan, men denkt dat het in ieder geval al zo'n 1200 jaar oud is. Het hebben van een zwaard als wapen is in Japan verboden, daarom vechten ze met eiken- of bamboezwaarden.
Battojutsu (zwaard trekken):
Het is de techniek om snel een zwaard te trekken en deze op een goede manier te gebruiken.
Bojutsu (de staaf):
Een bijna 2 meter lange staaf van eikenhout (maar ook van ijzer) wordt gebruikt als wapen. Deze staven werden vroeger gebruikt door samoerai en door politie. De techniek lijkt een beetje op Jojutsu.
Sojutsu (de kunst van de speer):
Hierbij wordt een 225 cm lange eikenhouten speer gebruikt. Men kan er mee steken en slaan. Het is een wapen dat lang in Japan in gebruik is geweest (totdat het vuurwapen kwam).
Kusarigamajutsu:
De kusarigamajutsu is een typisch Japans wapen. Het bestaat uit twee korte houten ronde staven die op elkaar staan in L-vorm. Aan één van de uiteinden hangt een lang touw (2-5 meter) met een gewicht aan het uiteinde van het touw. Het gewicht met touw wordt naar de tegenstander gegooid en zo kan men het wapen van de tegenstander wegtrekken.
De Jitte
Een jitte is een ijzeren stang (tussen de 25 en ong. 90 cm) met aan een kant een handgreep. Eigenlijk een verdedigend wapen maar met de stang kan ook geslagen en gestoken worden.
Sumoworstelen is een heel oude Japanse sport. In het midden van een sumostadion is een cirkel gemaakt met een doorsnee van 9,1 meter. In de cirkel staan twee worstelaars. De worstelaars worden 'sumotori' of 'rikishi' genoemd. Het doel is om de tegenstander buiten de cirkel te krijgen of om de tegenstander in de cirkel te laten vallen zodat hij de vloer raakt, anders dan met de zolen van de voeten.
Voor een toernooi begint komen de kampioenen uit de hoogste klasse één voor één de ring binnen, iedere worstelaar heeft een helper en een zwaarddrager bij zich. Deze kampioenen voeren dan een speciale openingsceremonie uit. Hierbij dragen zij niet de gewone gevechtskleding. de normale gevechtskleding bestaat uit een soort grote riem en een soort schortje . Tijdens de speciale ceremonie dragen zij een speciaal sportkledingstuk.
Voor het begin van het gevecht gebeuren er verschillende dingen.
Steeds voor het gevecht wordt met zout gestrooid om het helemaal schoon te maken. Daarna zakt men met gespreide benen door de knieën, met de handen rustend op de knieën en vervolgens tilt men het rechterbeen hoog zijwaarts op en zet het stampend weer neer en daarna hetzelfde met het linkerbeen (dit heet de shiko. Met deze stampende bewegingen worden duivelse geesten vermorzeld die hier nog zouden zijn. Het gevecht begint als de allebei de worstelaars tegenover elkaar staan in het midden van de ring, steunend op hun vuisten, elkaar aankijkend om het juiste aanvalsmoment af te wachten. Het kan gebeuren dat geen van beide worstelaars een aanval begint en dan begint het gevecht weer opnieuw met het zout-strooi-plechtigheid. Per dag wordt wel ongeveer 30 kg zout gebruikt.
De scheidsrechter mag niet beslissen. Hij moedigt met luide kreten de worstelaars aan. Rond het platvorm zitten 4 juryleden. De juryleden beslissen (eigenlijk alleen in twijfelgevallen) wie de winnaar is.
Na afloop van een toernooi volgt weer een soort schoonmaak.
Judo is een Japanse sport. Daarom worden er ook veel Japanse woorden gebruikt.
Deze sport werd door de japanner JIGORO KANO bedacht. Rond 1945 kwam de judosport naar Europa. In 1961 werd het in Nederland populair doordat een Nederlander (Anton Geesink) wereldkampioen werd.
Kleding:
Tijdens wedstrijden en lessen draagt men een judo-pak. Een judopak moet stevig zijn, want er wordt veel aan getrokken. Het jasje is daarom van dikke stof en er zitten geen knopen aan omdat die misschien blijven haken. Omdat er geen knopen aanzitten moet men mens jasje dichtknopen met een band. De jas heet een Kimono. De jongens dragen onder de jas niets. De meisjes mogen hun hemd aanhouden.
Onder de jas draagt men een broek. Die broek heet een Zubon. De broek is wijd, maar de stof is dunner zodat men zich goed kan bewegen. De broek wordt omhoog gehouden door een koord of elastiek. Het pak is meestal wit. Bij wedstrijden kan hij ook blauw zijn zodat men het verschil tussen de judoka’s kan zien.
Banden:
Aan de band kun je zien hoe ver je met judo bent. Als je begint krijg je een witte band. Hoe verder je komt hoe donkerder de kleur. 2x per jaar wordt er een examen gehouden. Men moet dan laten zien wat hij/zij al kan. Telkens krijg je dan een stukje van die nieuwe kleur band. Dat stukje band heet een slip. Eerst verdien je een slip bij het volgende examen een tweede slip en daarna een nieuwe band. De volgorde van kleuren is: wit, geel, oranje, groen, blauw, bruin, zwart, rood en de rood /wit band geblokte.
Dit mag je bij een wedstrijd niet.
*Je mag elkaar geen pijn doen, niet schoppen, slaan of bijten.
*Je moet direct stoppen als de tegenstander op je rug of op de mat tikt.
*Je mag niet met je handen of voeten in het gezicht van de ander komen.
*Je mag de judo alleen gebruiken op de mat en dus niet op straat.
*Je nagels mogen niet lang zijn, want anders kan je de ander pijn doen.
Worpen en grepen:
Bij judo leert men veel manieren om iemand op de grond te gooien. Dit noem je worpen. Als je iemand met een worp op de grond hebt gekregen, is de bedoeling dat hij niks meer kan doen. Men kan bijvoorbeeld de houdgreep gebruiken, maar ook de verwurging of de armklem. Men moet iemand 30 seconden vasthouden in een greep dan heb je gewonnen. Zelf moet men proberen de worpen van zijn/haar tegenstander te ontwijken of tegen te houden en als men op de grond ligt moet men proberen los te komen.
Wedstrijden:
Bij een wedstrijd zijn er steeds 3 scheidsrechters aanwezig. Eén scheidsrechter kijkt of alles eerlijk gaat en kijkt hoeveel punten men verdient bij een worp of greep. Naast de judomat zijn nog 2 scheidsrechters die de punten aangeven door middel van bordjes. Ook houden ze de tijd in de gaten. Als men iemand in de houdgreep houd wordt er na enige tijd een zakje op de mat gegooid. Dat betekent dat het is afgelopen.
Kunst en cultuur

Cultuur houdt in welke gewoontes een land of gebied heeft.
Er zijn heel veel culturen in Japan. Maar de bekendste is de theeceremonie.
Theeceremonie:
De theeceremonie is een hele oude cultuur. Eerst moeten ze thee zetten. Voor de thee wordt poederthee gebruikt. De verse, groene theebladeren worden gedroogd, geroosterd en daarna vermalen. De vermalen theebladeren worden in een kom gedaan. Daarna wordt er heet water bij gedaan. Hierna wordt het opgeklopt. De thee kan best bitter zijn.
Eigenlijk is de theeceremonie Chinees. De poederthee kwam in de 12de eeuw vanuit China naar Japan. Eerst was deze ceremonie iets boeddhistisch (zie blz. 32) ,de thee werd eerst geofferd aan Boeddha. Daarna mochten deelnemers uit de kom drinken.
In de 16de eeuw gingen de mensen de ceremonie waarderen. Ze waardeerde de schoonheid en het natuurlijke. De ceremonie is bedoeld om de stemming en vriendschap in de thee te delen.

Origami:
Origami betekent de kunst van het vouwen. Met origami gebruik je een vierkant papier. Het papier mag wel gevouwen worden maar er mag niet in geknipt worden.
Een geisha:
Een Geisha is een Japanse gastvrouw die mensen op feestjes in Theehuizen vermaakt. Geisha betekent letterlijk artiest, ze bestaat alleen in Japan. Een Geisha is niet van een bepaald soort geloof. Een geisha woont in een gemeenschap, die is in de stad gebouwd.
Een Geisha ziet er bijzonder uit, ze heeft een ingewikkelde haardos en vaak een prachtige kimono (zie blz. 17) aan. Ze woont in het Okiya, een speciaal Geisha-huis. Elke avond loopt ze feestjes af om de gasten te vermaken met dans, zang, muziek en bloemschikken. Maar ze schenkt ook de thee in en de sake, een alcoholische drank.
Een Geisha verdient vaak veel geld, maar ze moet wel een opleiding volgen. Aan het einde van de opleiding moet ze schoonheid, sierlijkheid, talent en charme uitstralen. Ook moet ze goede beleefdheidsregels hebben, want hoe beter de Geisha is hoe meer geld ze verdient.
Kunst:
Een kunstenaar beeld eigenlijk zijn gevoelens uit. Het kan droevig, rustig, angstig en een boos schilderij zijn, maar ook een blij of gelukkig schilderij. Datzelfde is ook bij beelden. Muziek is eigenlijk ook kunst. Bij muziek kun je een droevig, blij, boos of gelukkig stuk spelen. Hieronder zie je een paar Japanse kunsten.
Inktschilderingen:
De inktschilderingen van landschappen, dieren en personen zijn erg beroemd in Japan. Deze schilderingen werden gemaakt van inkt. De kleur werd bepaald door de hoeveelheid water die werd toegevoegd bij de inkt.
Houtblok prenten:
De naam betekent prenten van de vliedende(ontvluchtende) wereld. Op de prenten stonden mooie vrouwen zoals de geisha. Bij theaters werden de prenten een soort reclame biljetten met afbeeldingen van acteurs tijdens een belangrijk moment in het verhaal.
Keramiek:
Keramiek is gebakken aardewerk. Ze maken sier en gebruiksvoorwerpen van. Het aardewerk is er in veel kleuren. Je kunt het ook met bladgoud beschilderen.
Toegepaste kunst:
Volgens de Japanse tradities leerden handwerkslieden het werk van vader op zoon of werden ze jong aangenomen als leerling van een meester. De technieken om hout te snijden, lakwerk te laten glanzen of patronen voor het verven van kimono (zie blz. 29) stoffen worden steeds meer geperfectioneerd. Dat wil zeggen dat ze steeds meer worden volmaakt.
Geschiedenis

De geschiedenis van Japan wordt meestal verdeeld in 5 grote perioden:
1. Kodai Oude tijd Ong. 10.000 v.C. - 1192 n.C.
Jômon periode 10.000 v.C. - 300 v.C.
Yayoi periode 300 v.C. - 300 n.C.
Kofun periode 300 - 710
Nara periode 710 - 784 (794)
Heian periode 794 - 1192
2. Chûsei Middentijd 1192 - 1600
Kamakura periode 1189 - 1333
Muromachi periode 1333 - 1573
Azuchi-Momoyama periode 1573 - 1600
3. Kinsei Moderne tijd 1600 - 1867
Edo periode 1603 - 1867
4. Kindai Recente tijd 1868 - 1945
Meiji periode 1868 - 1911
Taishô periode 1912 - 1925
Shôwa periode I 1926 - 1945
5. Gendai Huidige tijd 1945 - heden
Shôwa periode II 1945 - 1988
Heisei periode 1989 - nu

Voor het jaar 1853 mochten buitenlanders niet in Japan komen. Er was een uitzondering. Bij de stad Nagasaki lag een klein eiland: Dejima. Op dat eilandje mochten Hollandse kooplieden handel drijven. Eeuwen lang heeft Japan alleen contact gehad met Nederlanders. Veel Japanse geleerden leerden toen Nederlands. Ze wilden die boeken die kooplieden meebrachten kunnen lezen. In het 1853 dwong de Amerikaanse kapitein Matthew Perry met een oorlogsschip de japanners om hun havens voor buitenlanders te openen. In het jaar 1868 greep een aantal jonge officieren namens keizer Meiji de macht. Ze begonnen het land te herbouwen. Fabrieken werden gebouwd. Japan werd snel een machtig land. Het had een groot modern leger. In het jaar 1895 won het een oorlog van China. Van 1904 tot 1905 voerde Japan oorlog met Rusland. Weer wonnen de Japanners. Korea werd in het jaar 1910 door Japan bezet. In de jaren dertig bezette Japan nog een paar gebieden in de buurt van Korea. In het jaar 1937 vielen ze China binnen. In het jaar 1941 viel Japan zonder waarschuwing de Amerikaanse schepen bij Pearl Harbor op Hawaï aan. Japan raakte daardoor betrokken bij de 2e wereld oorlog. De Japanse legers veroverden in een snel tempo grote gebieden in Zuidoost-Azië. Ze kwamen tot India en Australië. In een zware strijd werden de japanners langzaam terug gedreven. In het jaar 1945 gooiden de Amerikanen atoombommen op de Japanse steden Hirosjima(6 augustus 1945) en Nagasaki (11 augustus 1945.De Japanse regering gaf zich toen op 11 augustus echt over. Van 1945 tot 1952 werd Japan door Amerikaanse soldaten bezet. In die tijd werd het bestuur van Japan veranderd. De Amerikanen maakten er een democratisch land van. Dat betekent dat de inwoners van de stad zelf mogen stemmen op de persoon die zij het beste vinden om in de regering te zitten. De mensen die veel grond hadden moesten de grond aan de boeren geven. De Amerikanen hielpen ook met geld. Daardoor konden de fabrieken worden hersteld. Japan werd een belangrijk industrie land. Japan is nu één van de rijkste landen ter wereld.
Klimaat en seizoenen

Het klimaat van Japan is heel verschillend. In het Noorden zijn de winters heel koud met veel sneeuw. De temperatuur kan wel tot –40 graden Celsius dalen. De zomers in het noorden zijn niet heel erg warm. De temperaturen komen tot ongeveer 20 graden Celsius. In het zuiden zijn de temperaturen hoger. In de zomer is het er tenminste 30 graden en in de winter komt de temperatuur niet onder de 15 graden.

Seizoenen:
Lente:
Als de lente in Japan is aangebroken gaan de pruimen- en kersenbomen bloeien. In de lente zeggen de weermannen op welke dagen in de verschillende delen van het land de eerste bloesem wordt verwacht. Het gaan kijken naar de kersenbomen is erg populair. Onder de kersenbloesem worden feestjes gegeven om de komst van de lente te vieren. Dit wordt Hanami (bloemen kijken) genoemd.
Zomer:
De tijd van begin juni tot midden juli is het erg heet en regenachtig. Het regenseizoen is erg belangrijk voor de rijstbouw. Na het regenseizoen komt het hoogzomer seizoen. Dat is vanaf het einde van het regenseizoen tot midden september. Behalve in Hokkaido is het in Japan dan heet en vochtig weer.
Herfst:
Als het herfst wordt dalen de temperaturen en wordt de lucht fris en helder. Dit is een fijne tijd omdat het zonnig weer is, en de bomen van kleur veranderen
Winter:
In de winter is er veel sneeuwval in de noordelijke en westelijke delen van Japan. In deze streken hebben allerlei sneeuwfeesten plaats Tijdens een van die feesten worden er van sneeuw en ijs reusachtige beeldhouwwerken gemaakt en mensen vanuit de hele wereld komt en kijken en deelnemen.
Aardbevingen

De wereld is verdeeld in platen. Die platen heten schollen. Als die gedeeltes van de schollen tegen elkaar opbotsen en op elkaar schuiven begint het gedeelte bij die scholranden te bewegen. Dat noem je een aardbeving. Japan ligt op een rand van een schol, daarom zijn er heel veel aardbevingen in Japan. Tokio ligt op het episch centrum. Dat is de plek waar de aardbevingen het grootst zijn. Elke dag is er in Japan wel een aardbeving, maar van de meeste voel je niks. Maar je moet op alles voorbereid zijn. Zo leren de kinderen op school hoe ze zichzelf in veiligheid kunnen brengen. Zo kun je onder de tafel of trap gaan staan, want het puin blijft liggen op het dikke hout, ijzer enz.

Dieren

Vee (koeien, paarden, varkens enz.) zie je niet in Japan. Ze staan binnen omdat er heel weinig grasland is.
Er zijn ongeveer 450 soorten vogels, dat komt omdat er veel bos en water is.
Aan de kust zie je onder andere walvissen, zeehonden en walrussen. De bekendste Japanse vis bij ons is de koi karper.

Planten

In Japan zijn veel planten en bomen die je in Europa ook ziet.
Er zijn vooral bomen en struiken en wat minder bloemen. Er komen ongeveer 3000 soorten planten voor. Het land is voor tweederde bedekt met bos. Een van de bekendste bomen is de ceder. Hij kan 40 tot 70 meter hoog worden. Ook de ginkgo en de bamboe komen veel voor. Wereldberoemd zijn de bonsaiboompjes. Dat zijn echte bomen, maar dan heel klein.
Tuinen:
Japanse tuinen zijn echt kunstwerken. Bij tempels en paleizen liggen de mooiste tuinen, omdat een tuin vaak gezien wordt als een plek waar je je kan concentreren op je geloof.
In geen andere stad in de wereld zie je zulke aparte tuinen. In sommige tuinen staan wel 100 verschillende soorten mossen. Mos zijn kleine plantjes die dicht bij elkaar groeien. Wij Nederlanders willen liever geen mos in onze tuin maar daar vinden ze mos juist mooi. Als ze mos op stenen of bomen zien vinden ze dat mooi omdat ze zien hoe oud iets is.

Winkels

In Japan zijn veel winkels. Maar er zijn wel veel minder supermarkten dan in de rest van de wereld. De Japanse winkels zijn meestal klein. ¾ van alle vrouwen in Japan gaat elke dag boodschappen doen. Meestal gaan ze naar een winkel in de buurt.
In Japan zijn veel warenhuizen. De bekendste is Mitsukosji. Andere bekende zijn Seibu en Takasjimaya.
De verkopers willen veel klanten. Ze doen er ook veel moeite voor om klanten te krijgen. Sommige houden tentoonstellingen in hun winkel.
De meeste Japanse winkels zijn van 10.00 tot 19.00 open. Op zaterdag en zondag zijn ze ook open, maar elke winkel is een keer in de week dicht.

Geld

In Japan gebruiken ze de yen: ¥. Er bestaan munten van 1 yen (die is van aluminium gemaakt), van 5 yen( die is van brons gemaakt en er zit een gaatje in het midden), 100 yen( die is van zilver gemaakt) en 500 yen(die is ook van zilver gemaakt. Verder zijn er briefjes van 1000, 5000 en 10.000 yen. 1 yen is in Nederland 1.54 euro.

Kinderen in hun vrije tijd

Japanse kinderen gebruiken hun vrije tijd op verschillende manieren. Net als overal spelen de kinderen graag. Ze spelen veel videogames, zoals nintendo en sega(die daar zijn ontworpen). Maar ook gaan de kinderen graag naar buiten om daar te honkballen, voetballen of touwtje te springen. Sommige kinderen ruilen gummetjes of stickers.
Kleine kinderen kijken graag naar tekenfilms op televisie.
Als ze ongeveer 10 jaar zijn gaan ze cd’s met popmuziek kopen en er hangen posters met hun idolen op de muur.
In de zomervakantie gaan de kinderen met hun familie naar de zee. En van de zomer tot de herfst kunnen ze in de bergen gaan wandelen.

Manga

Manga’s zijn striptekeningen. Ze zijn erg populair in Japan. Bij jong en oud. Je ziet vaak mensen in de trein of metro’s manga lezen. Er komt best wel veel geweld in voor.
Aan het einde van de 19de eeuw begonnen de kranten en weekbladen spotprenten te plaatsen. Ze breidde het uit tot kleine series, van een aantal plaatjes, waarin de spot werd gedreven met de politiek of zaken uit het dagelijks leven. Rond 1920, werden de stripboeken heel erg populair, toen waren er meestal strips voor kinderen. Vooral de strip Norakuro van Tagawa Suiho, waarin een hond in het leger de held was, werd heel erg populair. Na de Tweede Wereldoorlog begonnen de kranten strips te plaatsen met 4 plaatjes per strip. Die vorm kennen wij nu ook.

eten

Japanners wonen dicht bij de kust en kunnen iedere dag verse vis kopen. Behalve vis worden er ook veel schelpdieren gegeten. Zelfs groenten worden door Japanners uit de zee gehaald. Zeewier bijvoorbeeld is in Japan een lekkernij. Bij een maaltijd hoort altijd rijst. Het Japanse woord voor ontbijt betekent eerste rijst. Japanners eten met stokjes. Daarom moet de rijst een beetje plakken. Rijst woord ook koud gegeten bijvoorbeeld bij een picknick of als tussendoortje.
Thee is een belangrijke drank in Japan. Bij iedere maaltijd wordt
o-cha gedronken dat is groene thee zonder melk en suiker.
Tegenwoordig kun je in Japan ook koffie (kohii) krijgen. Bij feesten drinkt men sake. Dat is sterke drank gemaakt uit rijst.
Sushi:
Sushi is een heel bekend gerecht uit Japan. Het bestaat uit zeewier vis en rijst(en nog wat andere dingetjes. Je kunt sushi op verschillende manieren maken.

Beroemde japanners

Shikibo Murasaiki (978?-1014?): schreef de eerste roman van de wereld. Ze was een hofdame van de keizerin.
Hokusai Katsushika (1760-1849) was een kunstenaar die met zijn prenten en tekeningen de Japanse stijl populair maakte in Europa.
Yataro Iwasaki (1835-1885): richtte het autobedrijf Mitsubishi op.
Jigoro Kano (1860-1938): ontwikkelde de judosport.
Shin’ichiro Tomonaga (1906-1979): won de Nobelprijs voor natuurkunde in 1965.
Akira Kurosawa (1901-1989): was een beroemde filmregisseur. Ook in het buitenland.
Chiyonofuji (1955- ): was 10 jaar lang nummer Eén Sumoworstelen.

Huizen

Omdat er heel weinig bewoonbaar is in Japan, zijn de huizen heel klein. Vooral in Tokio is weinig ruimte. De huizen op het platteland worden al heel lang hetzelfde gebouwd. Eerst maakt men een houten geraamte, daarop komt een dak van riet of pannen. De muren zijn dun. Ze bestaan uit planken en een paar schuifdeuren. De schuifdeuren zijn gemaakt van bamboe. In de zomer schuift men de schuifdeuren open. Op de vloer liggen rijstmatten. Vroeger zaten mensen op de matten. De bedden worden overdag opgeborgen in een muurkast. De meeste huizen in de steden hebben moderne meubels. Maar vaak is er nog één kamer op de manier van vroeger ingericht. In Japanse huizen vindt je veel elektrische apparaten. Bijna ieder gezin heeft een koelkast, een wasmachine, en een televisietoestel. De helft van de huizen heeft zelfs een airconditioning. Dat is een apparaat om ‘s zomers het huis koel te houden.

Kleren

Op een normale werkdag draagt een Japanner dezelfde kleren als mensen uit de meeste landen. Op bijzondere dagen dragen ze een kimono. De kimono wordt om het lichaam gewikkeld en vastgebonden met een obi. De kimono’s van jonge meisjes zijn met vrolijke kleuren. De kimono’s van wat oudere mensen wat ingetogener en die van mannen helemaal donker gekleurd. Met oud en nieuwjaar en een diploma-uitreiking zie je dat veel mensen een kimono dragen.

Feestdagen en festivals

In Japan zijn 13 nationale feestdagen:
1 januari: nieuwjaarsdag.
15 januari: dag van meerderjarigen.
11 februari: nationale oprichtingsdag.
21 maart: dag van het lentekeerpunt.
29 april: groene dag. Op deze was de vroegere koning hiroshima jarig.
3 mei: dag van de grondwet.
5 mei: dag van het kind.
15 september: dag voor de ouderen.
23 september: dag van het herfstkeerpunt.
10 oktober: dag van gezondheid en sport.
3 november: cultuurdag.
23 november: dankdag voor werk.
En 23 december: verjaardag van keizer Akihito.

Festivals:
De meeste Japanse dorpen en steden hebben hun eigen festivals of parades( een vertoning. De meeste mensen vieren in augustus Obon. Dat is een feest voor de doden. De overleden familieleden zijn erg belangrijk voor de Japanners. Mensen reizen af naar hun geboorteplaats en ze steken vreugdevuren aan om de geesten van de overleden familieleden te verwelkomen. Eten wordt op hun graven gelegd. Ze verlichten de straten met lampionen en gaan dansen.
Verkeer

In Japan rijden ze links. Er komen veel grote files voor. In Tokio kunnen ze wel 48 kilometer lang zijn. In Tokio wonen zo’n 12 miljoen mensen en er komen er nog eens 3 miljoen bij die er werken. Autobedrijven maken speciale systemen in hun auto’s. Die kastjes (systemen) waarschuwen je voor files.
Parkeren is erg duur. Zo willen ze bereiken dat mensen met het openbaar vervoer(bussen, treinen, metro’s) moeten rijden. De meeste mensen lopen of fietsen naar het station. Op het perron staan strepen. Die strepen zeggen waar de deuren van de treinen stoppen. Zo weet je waar je moet wachten. Tijdens spitsuren zitten de treinen overvol. Dan moeten mensen met witte handschoentjes aan de mensen de treinen in proppen.
De belangrijkste spoorwegmaatschappij is de Japan railways group. Per dag laten ze 26.000 treinen rijden op 21.000 kilometer rails. Sommige treinen hebben 2 verdiepingen: de dubbeldekker.
Op de 2de verdieping zijn de zitplaatsen duurder. Elke stoel heeft een eigen televisie.
Kogeltreinen:
De snelste treinen van Japan zijn de kogeltreinen. Ze rijden 275 kilometer per uur. Er zijn 4 kogeltrein lijnen.

Geloof

Shinto is het oudste geloof in Japan. Als je in Shinto gelooft, geloof je in goden. Goden zijn overal. Bergen, rotsen, bomen en rivieren zijn allemaal goden. Als wij sterven worden we goden en als we leven zorgen de goden voor ons. Schoolkinderen bidden voor de Shinto goden als ze toetsen moeten maken en volwassen bidden voor hun werk. Als mensen ouder worden bidden ze voor Boeddha. Boeddhistische priesters verzorgen in Japan de begrafenissen en bewaren een stukje as van de overledene.
Japan heeft 96 miljoen Boeddhisten, 109 miljoen Shinto’s, 1,5 miljoen Christenen en 10 miljoen mensen hebben een ander geloof. Als je alles bij elkaar optelt kom je op een hoger getal uit dan dat de bevolking telt. Japanners vinden het dus niet erg om meerdere geloven te hebben.

Regering

Sinds 1946 mogen Japanners vanaf 20 jaar stemmen. Er zijn 2 kamers, de eerste kamer en de tweede kamer. Aan het hoofd staat de Minister president. Hij wordt gekozen uit de grootste partij.
Koninklijke familie:
De chrysant is het teken van de koninklijke familie van Japan. In 1989 ging de vorige keizer van Japan dood en kreeg Japan in 1990 een nieuwe: Akihito.
Vroeger werd een koning gezien als god. Nu is de koning het symbool van de staat en eenheid van het volk.

Inwoners

Japan heeft ongeveer 126.000.000 (126 miljoen) inwoners. Bijna alle mensen die in Japan wonen zijn Japans. Ongeveer 1 procent van de bevolking is niet-Japans. Er wonen ongeveer 70.000 Koreanen en rond de 150.000 duizend Chinezen.
Japan is niet zo groot en daarom is het een dichtbevolkt land. Het gemiddelde aantal mensen op 1 vierkante kilometer is ongeveer 332 mensen.
De Japanners zijn erg netjes tegenover elkaar. Ze hebben veel regels, waar iedereen zich aan moet houden. Als Japanners kennis met elkaar maken buigen ze. Hier in Nederland schudden we elkaar de hand, maar in Japan hoor je iemand niet aan te raken. Ook zijn ze altijd precies op tijd, zowel met werk als met vrije tijd. Het is belangrijk om cadeaus aan elkaar te geven. Dat laat zien dat je respect voor elkaar hebt, maar ze geven elkaar ook cadeaus uit vriendelijkheid of dankbaarheid. De manier waarop het cadeau gegeven wordt is vaak belangrijker dan het cadeau zelf. Het cadeau moet heel mooi ingepakt worden, en wanneer er wit papier omheen zit zou jij je diep moeten schamen, want dat is een soort teken van de dood.

Hier zijn nog een paar regels van Japanners:
· Als je praat kun je beter geen wilde gebaren maken.
· Als je in een huis komt moet je altijd je schoenen uit doen, en kan je als je wilt slippers aan doen.
· Als je naar het toilet gaat moet je altijd speciale slippers aan doen, die voor het toilet staan. Als die er niet staan, is het toilet bezet.
· Als je in bad gaat moet je al schoon zijn, het bad is namelijk alleen bedoeld om te ontspannen.
· Je mag nooit fooien geven, als je dat wel doet kan de ander zich zelfs beledigd voelen.
· Als je uitgenodigd wordt om in een restaurant te komen eten, hoef je nooit de rekening te betalen
· Meestal zijn de Japanners heel eerlijk, als je daarom geld gaat natellen word je als wantrouwend gezien.
· Als je ergens bent, en je hebt te drinken, mag je nooit je eigen glas bijvullen. Je moet altijd het glas van de ander bijschenken, en die zal meestal jou glas daarna bijvullen.
· Tijdens het eten van soepen, is het erg normaal om dan slurpgeluiden te maken, je laat dan zelfs zien dat je het eten lekker vindt.
· Je mag je neus nooit in een zakdoek snuiten, die is alleen om het zweet van je voorhoofd af te vegen.
Onderwijs

Japanners moeten verplicht 9 jaar een opleiding volgen: 6 jaar lagere school en 3 jaar voortgezet onderwijs. Daarna gaat bijna iedereen naar de middelbare school en 1 op de 3 gaat daarna nog naar de universiteit. Deze opleidingen zijn niet verplicht, maar de meesten doen het wel.
De kinderen krijgen vanaf de lagere school al huiswerk en de leerlingen hebben hun hele schooltijd examens. Die examens zijn erg belangrijk, want als ze ergens voor zakken moeten ze het hele schooljaar opnieuw doen. Veel kinderen krijgen ’s avonds bijles om het jaar door te komen.
Het belangrijkste examen is het toelatingsexamen voor de universiteit. Er zijn ongeveer 515 universiteiten in Japan.
Op de meeste middelbare scholen zijn uniformen verplicht.

Kioto

Kioto werd gebouwd op een gebied die omringd was door bergen. De stad was meer dan duizend jaar de hoofdstad van Japan. Van 794 tot 1868. Omdat Kioto hele mooie tuinen heeft beschouwd men het als cultuurcentrum van Japan. Veel tuinen en tempels zijn gemaakt voor mensen die in Shinto of Boeddha geloven. Daarom komen er veel gelovigen naar kijken.
In de stad zijn fabrieken waar elektrische apparatuur en machines worden gemaakt. Ook zijn er 37 universiteiten en hogescholen en 24 musea.
Kioto is de enige stad in Japan die tijdens de 2de wereldoorlog niet is getroffen door een bom. Daarom zijn er in Kioto oude gebouwen die je in andere steden in Japan niet kunt vinden. In de stad komen meer dan 38 miljoen bezoekers per jaar.

REACTIES

L.

L.

ik vindt het een goed werkstuk ik kan hem zelf ook goed gebruiken

14 jaar geleden

L.

L.

Ik vind*. Man man man ik word er zo moe van hé.

8 jaar geleden

A.

A.

echt een goed werkstuk kan ik echt goed gebruiken

12 jaar geleden

M.

M.

het is een goed werkstuk alleen zou misschien wel wat plaatjes

11 jaar geleden

A.

A.

plaatjes kun je zelf ook doen dat kost maar ff

11 jaar geleden

R.

R.

Super werkstuk! Ik heb er veel aan !gehad

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.