Indonesie

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 7894 woorden
  • 23 februari 2008
  • 102 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
102 keer beoordeeld

Voorwoord

Ik heb gekozen voor het onderwerp Indonesië omdat mijn opa daar vandaan komt. Mijn hele leven hoor ik al verhalen over dat land. Over de sawahs (rijstvelden), de mystieke sfeer, het eten en ondeugende jongensverhalen. Dat spreekt tenslotte wel aan.
Een mooi verhaal is het spookverhaal over de waringinboom. Beter bekend als de ficus benjamini. In Nederland is dat een kamerplant. In Indonesië een complete boom. Het verhaal is als volgt: ’s Avonds is het onder de waringinboom gevaarlijk. Dan is de geest van de vrouw met een gat in haar rug aanwezig. Zij had tijdens haar leven haar kind verloren bij een waringinboom. Ben je dan in de buurt van die boom dan kan je haar tegenkomen. In het gat van haar rug stopt zij kinderen.

Inleiding

Een Nederlandse schrijver uit de 19e eeuw, Multatuli, noemde het land: de gordel van smaragd. Gordel omdat het land zo langgerekt is en smaragd vanwege de schitterende, groene kleur van de oerwouden, plantages en sawahs ( rijstvelden).


De vraagstelling van dit werkstuk is: Wat voor land is Indonesië? Ik beantwoord deze vraagstelling door middel van verschillende deelvragen, namelijk:

1 Wat voor natuur heeft Indonesië en waar ligt het
2 Wat voor bevolking woont er
3 Hoe is de economie van het land
4 Wat voor politiek hebben ze
5 Hoe zijn welzijnszaken als onderwijs en gezondheidszorg geregeld.

In hoofdstuk 1 beantwoord ik de deelvraag: Wat voor natuur heeft Indonesië en waar ligt het. Eerst vertel ik waar Indonesië precies ligt. Ik vertel wat de geologische structuur is, welk klimaat er heerst en wat voor landschap er is.

In hoofdstuk 2 beantwoord ik de deelvraag: Wat voor bevolking woont er. Indonesië heeft zoveel eilanden, er moet haast wel veel verschillende culturen zijn. In dit hoofdstuk ga ik het hebben over de verschillende culturen. Ik noem in dit hoofdstuk enkele interessante bevolkingsgroepen. Ook ga ik het hebben over gevolgen van de bevolkingstoename.

De deelvraag: hoe is de economie van dit land, beantwoord ik in hoofdstuk 3. Ik vertel waar Indonesië zijn geld mee verdient. En welke producten belangrijk zijn voor de economie.


De deelvraag: wat voor politiek hebben ze leg ik uit in hoofdstuk 4. Ik vertel hoe het land Indonesië is gesticht onder Soekarno. Ook vertel ik hoe Indonesië steeds democratischer werd onder invloed van de presidenten.
Ook leg ik in de laatste paragraaf uit hoe de bestuurlijke indeling van Indonesië nu is.

In het laatste hoofdstuk beantwoord ik de deelvraag: Hoe zijn welzijnszaken als onderwijs en gezondheidszorg geregeld? Eerst leg ik uit wat welzijn is. Daarna vertel ik hoe onderwijs en gezondheidszaken nu geregeld zijn in Indonesië.

Hoofdstuk 1 Natuur

Inleiding
In dit hoofdstuk ga ik vertellen waar Indonesië ligt. Wat de geologische structuur is, welk klimaat er heerst en wat voor landschap er is.

1.2 Ligging
De naam Indonesië is een samenvoeging van India en “nesos”, het Griekse woord voor eiland.
Indonesië telt bijna 14.000 eilanden en eilandjes. Een precies aantal is moeilijk aan te geven vanwege de vele kleine rotseilandjes, riffen en zandbanken, die vaak niet als eiland worden meegeteld. Ongeveer 3.000 eilanden zijn bewoond. De Indonesiërs noemen hun eiland vaak heel toepasselijk Tannah Air: Land en Water.
De eilanden zijn verspreid over een gebied van ongeveer 5.100 bij 1.800 km. Tussen het zuid oosten van Azië en Australië. Het ligt ongeveer op de evenaar. Het totale landoppervlak is bijna 2 miljoen km2. Dat is ongeveer 52 keer Nederland, met nog eens ruim 3 miljoen km2 zeegebied.


1.3. Geologische structuur

Indonesië ligt op 2 tektonische platen, de Euraziatische plaat, alleen Nieuw-Guinea ligt voor een deel op de Indisch-Australische plaat. Het is de meest actieve botsingszone van aardkorstplaten ter wereld.
De aardkorstplaten groeien en smelten, ze botsen en schuiven tegen elkaar. Als er twee platen (naar, van, langs) elkaar schuiven krijg je aardbevingen: krachtige aardbevingen bij platen die naar elkaar bewegen, en minder krachtige bij die van elkaar bewegen. Daarom zijn er in Indonesië ook zoveel aardbevingen, het land ligt op twee verschillende plaatgrenzen. De platen waar Indonesië op- en bij ligt bewegen voornamelijk naar elkaar toe.

Indonesië heeft 400 vulkanen waarvan er ongeveer 100 actief zijn. De andere slapen. Ze liggen in een cirkel rond de Grote Oceaan. Het wordt ook wel de Ring of Fire genoemd. Enkele Indonesische vulkanen zijn:
- de Anak Krakatau (is Kind van de Krakatau) die in zee ligt tussen Java en Sumatra
- de Gunung Agung op Bali, 3014 meter hoog
- de Gunung merapi op Java, 2950 meter hoog en erg actief, de naam betekent vuurberg
- de Gunung Bromo op Java, 2392 meter hoog en erg populair bij toeristen vanwege het fantastische uitzicht vanaf de top

Op 27 augustus 1883 barste om ongeveer 10.00 ’s ochtends de Krakatau uit. De knal, een van de zwaarte in de geschiedenis, is zelfs 3.500 km verderop in Australië nog te horen. Bijna 20 kubieke km vulkanisch materiaal wordt in de atmosfeer geblazen. Zelfs jaren later zijn er nog stofdeeltjes tot op 80 km hoogte over de hele wereld te zien. Er zijn meer dan
35.000 mensen omgekomen. Het vulkaaneiland Krakatau is helemaal verdwenen.

In 1927 is vlakbij de plek waar de Krakatau lag, een nieuw eiland ontstaan. Dit gebeurt als een vulkaan onder water uitbarst. De lava koelt af en er kan een eiland ontstaan. Zo ontstond ook de Anak Krakatau. Tegenwoordig is het eiland al 200 meter boven zeespiegel, door de opeenstapeling van vulkanisch gesteente.

1.4 Klimaat
Klimaat is het gemiddelde weer in een gebied voor lange tijd.
In Nederland hebben we een gematigd klimaat. Dat wil zeggen het is bij ons niet erg koud wordt en ook niet erg warm. Rond de evenaar (de tropen) is het het hele jaar door warm.
Het grootste deel van Indonesië heeft een tropisch regenklimaat. De gemiddelde temperatuur is 27 graden Celsius. Maar het kan ook veel warmer worden, 36 graden Celsius is ook vrij normaal. Een tropisch regenklimaat houdt in: hete zomers en winters en het hele jaar door een hoge luchtvochtigheid. De meeste eilanden hebben een droge periode en een periode die de regentijd of moessontijd genoemd wordt.
In de bergen is het koeler en hoe hoger je komt hoe aangenamer het wordt. ’s Nachts is het er zelfs koud. De bergen op Papua en de toppen van de vulkanen op Java en Sumatra liggen zo hoog dat daar een klimaat heerst dat meer aan ons klimaat doet denken. In Papua zijn er bergen die bijna 5.000 meter hoog zijn. En waarvan de toppen met eeuwige sneeuw bedekt zijn.
Het verschil tussen natte en droge moesson in niet overal gelijk in Indonesië. De wind komt tijdens een droge moesson uit Australische woestijnen en is dan droog. Maar boven de oceaan neemt de lucht wel veel vocht op. Zodra de lucht moet stijgen vanwege de bergen laten de wolken hun neerslag vallen. Daar regent het dan. Maar aan de andere kant van de berg is het droog. Het westen van Indonesië is het vochtigst en het oosten het droogst.

De dagen en nachten zijn bij de evenaar altijd even lang. Dit betekent dat de zon altijd om 6.00 uur opkomt en om 18.00 uur onder gaat. Of het nu zomer of winter is.

1.5 Landschappen
Het grootste gedeelte van Indonesië bestaat uit regenwouden. Ongeveer zestig procent van al het landoppervlak bestaat uit bos. Het is na Brazilië het land met de grootste regenwouden.
Verder zijn er nog grote stranden, koraalriffen en savannelandschappen
De grote verschillen komen omdat Indonesië heel breed is. Ongeveer 5100 kilometer.
In het westen zijn de eilanden grotendeels bedekt met regenwouden.
De eilanden in het oosten zijn bedekt met veel droger landschappen, zoals savannes en rotsgronden.
Aangezien er in Indonesië veel vulkanen zijn bestaat de bodem voor een groot gedeelte uit vulkanisch materiaal. Deze bodems zijn in principe erg vruchtbaar. Behalve als het uit zure lava bestaat. Alleen Java en Bali hebben geen zure lava en zijn daarom erg vruchtbaar. Vandaar dat er op deze eilanden veel mensen wonen. Java is zelfs overbevolkt.
Houtkap en verbranding van oerwouden op Borneo en Kalimantan verarmt de bodem. Wanneer het regent treedt er erosie op. Vruchtbare aarde spoelt weg. Bovendien treden er overstromingen op. Op 31 december 2007 was, door aardverschuivingen en overstromingen op Java, het aantal slachtoffers opgelopen tot 153. President Susilo Bambang Yudhoyono waarschuwde dat door het hele land nog rampen kunnen plaatsvinden, omdat vele gebieden ontbost en erg dichtbevolkt zijn.


Subconclusie
Indonesië is een eilandengroep tussen het zuidoosten van Azië en Australië. Het bestaat uit ongeveer 14.000 eilanden.
Indonesië ligt op 2 tektonische platen waaroor er veel vulkanen zijn.
Er heerst een tropisch regenklimaat.
Indonesië bestaat voor 60 % uit regenwouden. In het oosten zijn er meer droge landschappen zoals savannes en rotsgronden. Door houtkap en verbranding van regenwouden ontstaat erosie. Hierdoor verarmt de grond en ontstaan er overstromingen.

Hoofdstuk 2 Bevolking

Inleiding
Indonesië heeft zoveel eilanden, er moet haast wel veel verschillende culturen zijn. In dit hoofdstuk ga ik het hebben over de verschillende culturen. Ik noem in dit hoofdstuk enkele interessante bevolkingsgroepen. Ook ga ik het hebben over gevolgen van de bevolkingstoename.

1.2. Verschillende culturen
In Indonesië leven wel 300 verschillende bevolkingsgroepen. Sommige bevolkingen leefden geïsoleerd op hun eilanden. Ze hadden hun eigen taal en cultuur (gebruiken en gewoonten).
Vandaar dat de spreuk op het wapen van Indonesië dan ook Bhinneka Tungal Ika (we zijn met velen, maar toch een) is.

Het wapen van Indonesië is een Garuda met schild. De Garuda is de gouden arend uit de Indonesische mythologie. Hij heeft 17 veren aan iedere vleugel, 8 aan de staart en 45 aan de nek.
Dit symboliseert 17 augustus 1945, de datum waarop de onafhankelijkheid door Soekarno werd uitgeroepen.
Op het schild staan de vijf symbolen van de Panca Sila.

Dit zijn de vijf grondbeginselen waarop de Staat is gegrondvest:
- De ster is het geloof in één God.
- De kop van de Banteng (buffel) is het geloof in de (geleide) democratie.
- De waringinboom (een reusachtige boom met luchtwortels, die in een aantal gebieden van Indonesië als heilig wordt beschouwd) is het geloof in de eenheid van het volk.
- De schakelketting is het geloof in een rechtvaardige en beschaafde mensheid.
- De twijgjes rijst en katoen is het geloof in de sociale rechtvaardigheid van het gehele volk.
- De Garuda heeft in zijn klauwen de spreuk.


Indonesië is nu voor 90% islamitisch. Het is nu zelfs het grootste islamitische land ter wereld. Maar oorspronkelijk hadden de volken vele verschillende culturen en geloven. In Indonesië leven wel 300 verschillende bevolkingsgroepen.
Hieronder noem ik enkele opvallende volken.

Batak van Sumatra
Batak is een verzamelnaam voor verschillende groepen in Sumatra. Het betekent barbaren. Er zijn ongeveer 3 miljoen Batakkers, waarvan de helft behoort tot de Toba Batak. Deze groep woont dicht bij het Tobameer.

Toen de islam zich verspreide over Indonesië zijn de Batakkers bij hun eigen geloof gebleven. In 1906 kwamen de Nederlanders en werd het christendom bekend. Niet alle Batakkers werden christelijk, onder de invloed van de Minangkabau werd een deel van de Batakkers toch islamitisch.
Vroeger leven ze van zwerflandbouw en soms ook van jagen en verzamelen. Ze wonen in eenvoudige hutten en drijven ook handel in bosproducten met omwonende Maleise handelaren en boeren.

Dayaks van Kalimantan
Dayaks woonden in paalwoningen. Het bood bescherming tegen gevaarlijke dieren en vijandelijke stammen. Hun huizen waren soms wel een kilometer lang.
De Dayaks waren gevreesde koppensnellers. Tijdens de Nederlandse overheersing werd het koppensnellen verboden. Veel van hun cultuur is verdwenen, maar de paalwoningen zijn er nog wel.


Minangkabau van Sumatra
Op west Sumatra wonen ongeveer 4 miljoen Minangkabau. Huizen en land van dit volk zijn van de vrouwen. De Minangkabau zijn en van de weinige volken in de wereld waar de overerving en afstamming via de vrouwelijke lijn worden bepaald. Getrouwde vrouwen blijven wonen bij de familie van de moeder. Vroeger hadden ongetrouwde mannen geen huis. Hij sliep met andere mannen in het gebedshuis, de surau. Overdag werkten de mannen op de velden van hun moeder en zusters of brachten zij hun tijd door in hun moeders huis. Getrouwde mannen droegen meer verantwoordelijkheid voor de kinderen van hun zuster, dan voor die van henzelf.

Toraja van Sulewesi
Op Sulawesi zijn er verschillende Torayastammen. Veel van hun cultuur is verloren gegaan door de christelijke missie van de Nederlanders. Vroeger was er een kastenstelsel, dit is officieel afgeschaft maar eigenlijk is het er nog steeds aanwezig in de cultuur. Bijvoorbeeld in bepaalde rituelen en ceremonies. De verschillen in de (niet meer officieel bestaande) kasten zijn wel minder geworden door onderwijs en het verhuizen naar andere eilanden.
De Sadan Toraja gebruikten vroeger een soort kastensysteem en een slavenklasse. Nadat de Nederlanders de slavenhandel afschaften bleven de klassenverschillen toch nog lange tijd bestaan. Een bepaalde hogere klasse blijft nog steeds een belangrijke rol spelen. Ondanks dat een aantal Toraja-gebruiken onder invloed van het christendom verloren zijn gegaan blijven ceremonies nog altijd belangrijk.

De meeste Toraja zijn christelijk, maar hun oude natuurgeloven zijn nog steeds belangrijk. Doordat er vroeger geen schrift was en alles mondeling werd overgeleverd zijn er heel veel verschillende geloven ontstaan. Sommige goden werden door de christelijke gebruikt om het christendom bij hun aan de man te brengen.
Een voorbeeld van een ritueel is de begrafenisceremonie. Als een begrafenisritueel niet volledig of niet op de correcte wijze worden uitgevoerd lopen de familieleden van de overledene gevaar een hoop ongeluk over zich heen te krijgen. De overledene moet immers naar de andere wereld worden geholpen. Afhankelijk van de status en de rijkdom van de overledene kunnen de begrafenisceremonies een tot zeven dagen duren. Daarbij zijn er vaak honderden gasten betrokken.


Papua’s van Papua
Ongeveer 60.000 jaar geleden waren de gebieden van Nieuw-Guinea en Australië nog met elkaar verbonden. Later stegen de wateren waardoor de Papua’s geen contact meer hadden met de aboriginals zich dus heel anders gingen ontwikkelen.
Er zijn ongeveer 230 soorten papuastammen die in het binnenland leven. Doordat zij verspreidt over het land leefden en weinig contact met elkaar hadden zijn er zo zo'n 200 talen en 800 dialecten ontstaan. Een aantal bekende stammen zijn de Baliem-, Dani-, Yali- en Agatstammen.
Vele stammen woonden diep in het binnenland bijvoorbeeld aan de voet van een berg of midden in de jungle. Sommige stammen waren in het verleden koppensnellers en kannibalen. De Danistammen van de Baliemvallei zijn de bekendste stammen van het binnenland en zijn pas in 1938 ontdekt.
Er zijn ook Papuastammen die pas in een veel later ontdekt zijn. De Korowaistammen zijn pas 25 jaar geleden ontdekt. Zij bouwden hun huizen wel zes tot vijfentwintig meter hoog in de bomen. Nadat Papua deel werd van Indonesië in 1963 heeft de regering geprobeerd de Papua’s over te halen een moderner leven te leiden.
Dit is ze niet echt gelukt. Door de missie zijn een deel van de Papua’s christelijk geworden, maar ze hebben ook nog hun oude gebruiken en waarden van hun vroegere geloof.
Bij voorbeeld de Asmatstammen die bekend staan om hun ambachtshoutsnijwerken, geloven nog steeds dat hun voorouders van het hout afstammen. De regering vindt tegenwoordig dat de Papua’s hun eigen cultuur moeten behouden omdat zij er achter is gekomen dat juist de traditionele culturen de toeristen naar het gebied trekken.

2.3. Bevolkingstoename
In Indonesië wonen ruim 200 miljoen mensen. De bevolkingsdichtheid is erg groot en op China, India en de USA na, is Indonesië een van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Vooral Java en Bali zijn erg overbevolkt. Omdat daar industrie en dus werkgelegenheid is.

Er wonen veel verschillende mensen van verschillende afkomst bij elkaar, wel 300 verschillende volken. Elke groep heeft zijn eigen cultuur en vaste gewoontes. De meeste zijn van Maleise oorsprong, waarvan de Javanen, de Sundanezen, de Balinezen, de Daykan (Kalimantan) en de Acehers (Sumatra) de grootste etnische groepen zijn. Minderheidsgroepen vormen de Euraziaten, de Arabieren, de Indiërs en de Chinezen. De Chinezen vormen met vijf miljoen inwoners een grote groep en zijn sterk met elkaar verbonden
Bijna 60% van de totale bevolking woont op Java. Zoveel mensen die bij elkaar op een klein stukje grond wonen en werken zorgen ook voor overlast. Een aantal van die problemen zijn bijvoorbeeld woningnood, werkloosheid, misdaad, verkeersoverlast in de grote steden, vervuiling en een aanslag op de natuur.

In 1969 werd voor het eerst door de regering van president Suharto een plan bedacht om de mensen beter te verdelen over het land. Dit plan werd Transmigrasi genoemd. Mensen moesten dan verhuizen naar dunbevolkte gebieden als Kalimantan of Papua. Het plan is niet helemaal gelukt. Het is moeilijk om mensen tegen hun wil te laten verhuizen naar andere gebieden of eilanden. De regering had als bijkomend voordeel bedacht dat wanneer er Indonesiers naar Papua gingen migreren, zij ook de baas werden over de Papua’s. Omdat de Indonesiërs de goede banen kregen en de Papua’s niet opgeleid waren. De Papua’s hebben weinig te vertellen.

Subconclusie
In Indonesië leven wel 300 verschillende bevolkingsgroepen. Indonesië is nu voor 90% islamitisch. En hoewel 90% van de bevolking islamitisch is zijn er grote culturele verschillen.
De bevolkingsdichtheid is vooral erg groot op Bali en Java omdat daar werkgelegenheid is. Deze grote bevolkingsdichtheid geeft veel overlast, bijvoorbeeld woningnood, werkloosheid, misdaad, verkeersoverlast in de grote steden, vervuiling en een aanslag op de natuur.
De regering van Suharto heeft geprobeerd deze problemen op te lossen door het plan Transmigrasi uit te voeren. Dat plan is mislukt. Bijna 60% van de totale bevolking woont op Java.


Hoofdstuk 3 Economie

3.1. Inleiding
In dit hoofdstuk behandel ik waar Indonesië zijn geld mee verdient.
En welke producten belangrijk zijn voor de economie.

3.2 De gevolgen van de onafhankelijkheid
Na de onafhankelijkheid in 1949, ging het niet goed meer met de economie van Indonesië. Dat kwam omdat Indonesië geen kolonie van Nederland wou blijven maar een eigen land wou worden. Er waren weinig mensen die snapten hoe de economie werkt en hoe je die kunt verbeteren.
De Indonesiërs moesten alles zelf leren. Tijdens de Nederlandse overheersing waren de Nederlanders de leiders van de bedrijven, nu moesten de Indonesiërs het zelf doen.

Het gevolg was grote armoede. Kinderarbeid was het gevolg daarvan.
Na 1965 ging het beter met de economie. Er kwamen meer hoger opgeleide Indonesiërs en bedrijven werden beter bestuurd. Er kwam meer industrie.
In 1980 verdiende een Indonesiër gemiddeld niet meer dan 370 EURO per jaar. Dat is iets meer dan 1 EURO per dag. In 2002 was dit bedrag bijna verdubbeld tot 710 EURO. De economie van Indonesië is dus flink gegroeid. Maar een Nederlander verdiende in 2002 ongeveer 23.000 EURO per jaar. Indonesië is dus wel een arm land.

3.3. Landelijke economie
De economie is wel gegroeid maar Indonesië heeft veel problemen. Er is nog veel armoede en werkloosheid. De wegen zijn slecht en de banken kunnen makkelijker failliet gaan dan bij ons. Ook zijn veel mensen in belangrijke banen om te kopen.
Het land is langzaam de schade aan het herstellen van de zeebeving en de aardbevingen. Hierdoor is de export van olie erg gedaald. De laatste paar jaren is rijst veel duurder geworden, waardoor veel Indonesiërs het niet meer kunnen betalen.
De regering probeert nu de economie weer te verbeteren door te proberen bedrijven zover te krijgen weer geld te steken in Indonesië, maar dit valt niet mee.


3.3 Middelen van bestaan

Toerisme
Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten. Bali is het populairste eiland. Door het toerisme heeft Bali het hoogste gemiddelde inkomen.
De laatste jaren in het aantal toeristen gedaald. Dit komt door verschillende oorzaken zoals bomaanslagen en natuurrampen. De bomaanslagen worden gepleegd door terroristen die willen dat in heel Indonesië de Koran gevolgd wordt, met inbegrip van de toeristen. Hier onder geef ik een opsomming van de bomaanslagen vanaf 2000
- 03-03-2007 Bomaanslag in een haven van Ambon
-18-02-2007 Bomaanslag in Poso op Celebes
- oktober 2005: Bali
Op het Indonesische vakantie-eiland Bali ontploffen twee bommen. Zeker 19 doden en 51 gewonden. Onder de doden en gewonden zijn ook toeristen.
- 28 mei 2005: Sulawesi
Op het eiland Sulawesi ontploffen twee bommen op een drukbezochte markt in de christelijke stad Tentena. Zeker 20 mensen komen om.
- 13 november 2004: Sulawesi

In Poso, ook op het eiland Sulawesi, kost een krachtige bomexplosie vijf mensen het leven. Vier anderen raken gewond.
- 9 september 2004: Jakarta
Zelfmoordaanslag op de Australische ambassade in de hoofdstad Jakarta. Er vallen elf doden en meer dan 100 gewonden. Zes leden van de terreurgroep Jemaah Islamiyah worden veroordeeld.
- 5 augustus 2003: Jakarta
Bomaanslag op het JW Marriott Hotel in Jakarta. 12 mensen worden gedood, onder wie een Nederlander. Er zijn 150 gewonden. 15 leden van de terreurgroep Jemaah Islamiyah worden veroordeeld.
- 5 december 2002: Sulawesi
Bomaanslag op een Mac Donald's in de stad Makassar op Sulawesi. Er vallen drie doden en elf gewonden. Jemaah Islamiyah wordt verantwoordelijk gehouden.
- 12 oktober 2002: Bali
Vlak voor middernacht ontploffen twee bommen in een uitgaanswijk op Bali. Meer dan 200 mensen komen om het leven, onder wie vier Nederlanders. Voor de aanslag zijn 33 leden van Jemaah Islamiyah veroordeeld. Drie van hen kregen de doodstraf.
- 24 december 2000: Op kerstavond ontploffen door het hele land bommen bij kerken. 19 mensen komen om het leven en 100 mensen raken gewond. Jemaah Islamiyah wordt verantwoordelijk gehouden.

- 13 september 2000: Jakarta
In de parkeergarage van de aandelenbeurs in Jakarta ontploft een autobom. Er vallen tien doden en 16 gewonden.
- 21 augustus 2000: Jakarta
Bomaanslag op de Filippijnse ambassadeur, die daarbij gewond raakt. Tientallen anderen raken ook gewond, twee mensen komen om het leven.
Na deze ongelofelijke opsomming lijkt het mij toch inderdaad een stuk minder aantrekkelijk om op vakantie te gaan in Indonesië.
Ook de verschrikkelijke tsunami van tweede kerstdag 2004 is niemand vergeten. Verder zijn bosbranden en overstromingen de oorzaak van het wegblijven van de toeristen.

Grondstoffen
Zeventig procent van de inkomsten worden bepaald door de winning van gas en olie voor de export. Indonesië verkoopt de olie in dollars, niet in roepias. Dat betekent dat Indonesië gevoelig is voor de stand van de dollar. Op het moment staat de dollar laag. Dat heeft tot gevolg dat er dus minder verdiend wordt. Indonesië is als enige land van Azië lid van de OPEC (Organisation of Petroleum Exporting Countries). De OPEC is een samenwerking van elf landen die gezamenlijk de prijs bepalen van 1 vat olie.
Na de olie is tin de belangrijkste grondstof die in de bodem wordt gevonden. Na Maleisië in Indonesië het tweede land ter wereld met de productie van tin.

Verder zit er aardgas in de bodem en nikkel, koper, bauxiet, goud en zilver.
De bodem bevat nog veel meer grondstoffen, maar daar is moeilijk bij te komen vanwege het oerwoud en de bergen.

Landbouw en veeteelt
Bijna de helft van de Indonesiërs werkt op het land. De vele voedingsmiddelen die worden geëxporteerd zijn het gevolg van vruchtbare, vulkanische grond en alle dagen zon.
Er wordt voor eigen gebruik veel rijst geteeld. En cassave, mais pinda’s, cocosnoten en suikerriet.
Exportproducten zijn vooral koffie, cacao, hout, rubber, kokosnoten, specerijen, thee en tabak. Indonesië is het derde koffieproducerende land ter wereld. En het tweede land wat betreft de productie van rubber.

Hout

Hout is een ander artikel dat naar alle delen van de wereld verscheept wordt. Hierdoor verdwijnt het tropische regenwoud in een verschrikkelijke snelheid. Over 20 jaar is er op Kalimantan geen regenwoud meer.

In Indonesië worden veel bossen gekapt voor hout en papier en platgebrand voor de aanleg van oliepalmplantages. Ongeveer 90% van de houtkap in Indonesië gebeurt illegaal. Tot op vandaag komt hout (maar ook papier) uit Indonesië nog steeds op de Europese markt terecht.
Ook in Papua bedreigen multinationale houtkapbedrijven de tropische regenwouden. De bossen werden de laatste jaren drie keer zo snel gekapt als ze konden aangroeien.
Ook zijn er vaak bosbranden. Boeren steken bomen in brand om land vrij te maken voor akkers. Die branden lopen regelmatig uit de hand en laten stukken bos zo groot als voetbalvelden in rook opgaan. Er zijn wel plannen en initiatieven om dit te voorkomen. Zo kan je er voor kiezen om FSC-hout te kopen. Zo weet je dat het hout uit duurzaam beheerde bossen komt. Er wordt dan net zo veel geplant als gekapt. Dit werkt nog niet goed, omdat er veel te verdienen valt met illegaal hout.

Visserij
Met zoveel eilanden en kusten is het logisch dat er veel gevist wordt. Meestal voor eigen gebruik.
In een aantal streken is er visindustrie. Moderne schepen die voorzien zijn van radar en echo’s. Zo kan er op grotere schaal vis gevangen worden. De vis wordt op het land in visverwerkende fabrieken verwerkt. Tonijn, sardines, makreel en garnalen zijn de belangrijkste producten.

Industrie

Op west Java staan de meeste fabrieken. De meeste zijn maar klein. Grotere fabrieken zijn te vinden bij de scheepswerven, chemische fabrieken, olieraffinaderijen, cementindustrie, papierfabrieken en kunstmestfabrieken. De laatste jaren groeit de textielindustrie. Veel kleding die in het westen wordt verkocht is gemaakt in Indonesië.

Subconclusie
Het gevolg van de onafhankelijkheid van Indonesië was grote armoede. Pas in 1965 ging het beter met de economie. Toch is Indonesië nog steeds een ontwikkelingsland. Gemiddeld verdient de Indonesiër 710 EURO per jaar.
Indonesië verdient het meeste geld met de export van aardolie en gas. Daarnaast is tin een belangrijke grondstof.
Bijna de helft van de Indonesiërs werkt op het land, en leeft van landbouw of veeteelt.
Er wordt voor eigen gebruik veel rijst geteeld. En cassave, mais, pinda’s, cocosnoten en suikerriet.
Exportproducten zijn vooral koffie, cacao, hout, rubber, kokosnoten, specerijen, thee en tabak.
Er wordt veel illegaal hout gekapt. FSC-hout is steeds meer in opkomst, maar nog maar een klein percentage van de totale houtkap.
Er wordt vooral voor eigen gebruik gevist, er is wat visindustrie.

Vooral op west Java is er industrie. De textielindustrie is in opkomst.

Hoofdstuk 4 Politiek

4.1 Inleiding
Hieronder ga ik uitleggen hoe het land Indonesië is gesticht onder Soekarno. Ik vertel hoe Indonesië steeds democratischer werd onder invloed van de presidenten.
Ook leg ik in de laatste paragraaf uit hoe de bestuurlijke indeling van Indonesië nu is.

4.2. Presidenten 1945-heden

Soekarno 17 augustus 1945-12 maart 1967
De Republiek Indonesië bestaat eigenlijk nog niet zo lang. In 1945 riep Soekarno de staat Indonesië uit. Op dat moment vond Nederland dat Indonesië een kolonie van hun was. Maar in de 2e wereldoorlog bezette Japan Indonesië. Soekarno werkte samen met de Japanners omdat hij hoopte dat de Japanners de macht aan hem zouden overdragen.
Nederland wou zijn kolonie niet kwijt en zei dat ze niet met Soekarno wilden onderhandelen over de vrijheid van Indonesië omdat hij samenwerkte met de bezetters: Japan.

In 1945 probeerde Nederland door politionele acties de macht terug te veroveren. Zij noemde die acties zo, zodat het terug veroveren onschuldig klonk. Immers, politionele acties klinken onschuldiger dan militaire acties. Want dan zou de rest van de wereld zich ermee zou kunnen bemoeien.
Tijdens de politionele acties was Soekarno de leider van het Indonesische verzet tegen de kolonisator Nederland. In december 1948 werd hij hierbij gevangen genomen door Nederlandse soldaten, maar na een wapenstilstand werd hij weer vrijgelaten.
In 1949 stichtte hij de republiek Indonesië. De hele kolonie werd daarmee 1 land, hoeveel de eilanden onderling ook verschilde.
Tijdens zijn regering waren spanningen tussen communisten en moslims. Om ondanks deze spanningen toch de rust in het land te bewaren maakte Soekarno veel gebruik van het leger. Hij was daardoor een dictator.
Op 17 augustus1950 werden de Verenigde Staten van Indonesië omgedoopt tot de eenheidsstaat Indonesië uitgeroepen.

In 1957 riep Soekarno de staat van beleg in verband met opstanden op Sumatra en Sulawesi. Langzaamaan werd Soekarno een dictator.
In 1965 vermoordde het leger onder leiding van Soekarno honderdduizenden zogenaamde communisten, maar eigenlijk vanwege hun overtuiging, welvaart, opleiding, huidskleur of etnische achtergrond. Koen Koch schreef een artikel in het dagblad Trouw, op 23 mei 1998, “Soekarno neemt op de lijst (aangevoerd door Stalin, Mao, Hitler en Pol Pot) een degelijke middenpositie in”.
Er werden verschillende aanslagen op Soekarno gepleegd, maar hij bleef steeds ongedeerd. In 1965 werden er niet opgehelderde moorden gepleegd op zes van zijn generaals. Hierdoor nam zijn macht af.

Het leger, met generaal Soeharto als sterke man, nam bloedig wraak op de communisten die de schuld van alles kregen. Ook gewone mensen begonnen te moorden zelfs op het zo ‘rustige’ eiland Bali. De coup was weliswaar mislukt, maar Soeharto trok steeds meer macht naar zich toe, daarbij gesteund door het leger. Al in 1966 had hij meer macht dan de president. Soekarno werd in 1967 afgezet, waarna Soeharto eerst waarnemend en in 1968 officieel president werd.

Soeharto 12 maart 1967-21 mei 1998
Soeharto introduceerde de Nieuwe Orde (Orde Baru). Hij voerde een pro-westerse politiek en buitenlandse investeringen waren weer welkom. Vooral Nederland en de Verenigde Staten boden financiële en economische hulp. Niet zonder eigenbelang. Deze landen hadden het vooral voorzien op de grondstoffen van Indonesië, onder andere olie.
Soeharto regeerde als dictator. Wie kritiek had belande in de gevangenis. Maar Soeharto heeft het zo lang kunnen uithouden omdat zijn regime economisch nogal succesvol was. Toen hij begon, was Indonesië economisch gezien een rampgebied. Dankzij een nieuwe aanpak, de Nieuwe Orde, en veel westerse steun lukte het Soeharto om van Indonesië een redelijk welvarend land te maken. De economie groeide jaarlijks met 7%.Ook had Soeharto succes met zijn 2-kind beleid (het dua anak cukup, 2 kinderen is genoeg).

Op 21 mei 1998 trok hij zich terug uit de politiek. Zijn terugtrekking volgde op de oproeren in mei 1998. Hij werd opgevolgd door zijn vice-president Bacharuddin Jusuf Habibie Hij wees zelf zijn vice-president en vriend Jusuf Habibie als zijn opvolger aan.

Habibie 21 mei 1998-20 oktober 1999
In Indonesië werd er gesproken over een dwitunggal, een twee-eenheid, wat Soeharto en Habibie betreft. Habibie moest de economie weer verbeteren. Maar daar was hij niet erg goed in. Hij presenteerde een zigzagtheorie over inflatiebestrijding. Om daarmee de vakmensen te verbijsteren over zoveel onzin. Daar had Soeharto hem ook niet op uit gekozen. Maar op zijn volledige vertrouwen in hem. Habibie was een stroman van Soeharto.
De bevolking vertrouwde daarom Habibie niet en daarom heeft hij het niet gered. Habibie was als president opperbevelhebber van het leger. Maar eigenlijk had generaal Wiranto de werkelijke macht. In 2000 zei hij:”Als het land in een noodsituatie verkeert, is er een presidentieel decreet dat mij toestaat de macht over te nemen”. Tegen de zin van president Habibie in kreeg Wiranto het voor elkaar dat op Oost-Timor de noodtoestand werd uitgeroepen.

In november 1999 heeft het Indonesische parlement een nieuwe president gekozen: de islamitische Abdurrahman Wahid.

Wahid 20 oktober 1999-23 juli 2001
Waar Wahid politiek stond, is nog steeds onduidelijk. Maar het lijkt er in ieder geval wel op dat hij de democratie echt een kans wil geven in Indonesië. En ook dat hij op zijn minst een gematigd standpunt heeft ten aanzien van het voortbestaan van de eenheidsstaat.
Wahid was gematigd leider. Hij zei bijvoorbeeld en paar keer dat hij een referendum over de afscheiding van Atjeh aanvaarbaar vond. Maar of het parlement en het leger dat zouden toestaan was nog maar de vraag. Tijdens zijn regeringsperiode gingen er geruchten dat er een staatsgreep aan zat te komen van het leger.
In oktober 2005 vertelde Wahid in en interview met een Australisch televisieprogramma dat het Indonesische leger rechtstreeks betrokken was bij het voorbereiden van de aanslagen van 12 oktober 2002 op de Sari Club in Bali.

Megawatti Soekarnoputri 23 juli 2001-20 oktober 2004
Megawatti Soekarnoputri is de eerste vrouwelijke president en de dochter van Soekarno. Haar verkiezing had zij voor een groot deel te danken aan de populariteit van haar vader. Tijdens de regeerperiode van Wahid was zij vice-president. Zij heeft er voor gezorgd dat de bevolking rechtstreeks zijn president kon kiezen.
Megawatti had vooral veel aanhangers onder de arme bevolking. Onder haar bewind trad het leger hard op tegen afscheidingsbewegingen in Atjeh en Papua. Hierbij vielen duidenden doden. Hoewel de arme bevolking hun hoop op Megawatti gezet hadden, verkeerden het land in 2002 nog steeds in een economische crisis en armoede.

Vlak voor haar aftreden heeft zijn een regeling ondertekend dat ze meer dan 2 miljoen dollar mag gebruiken voor het kopen van huizen na haar aftreden. Ook heeft zij bepaald dat ex-staatshoofden recht hebben op een wagen en chauffeur, een goed pensioen en levenslange medische hulp.

Yudhoyono 20 oktober 2004- heden
Oud-generaal Susilo Bambang Yudhoyono is in 2004 de eerste rechtstreeks door het volk gekozen president van Indonesië geworden. Hij was minister van Binnenlandse Veiligheid tijdens de regeerperiode van Megawatti.
Yudhoyono begon zijn strijd tegen het terrorisme na de bomaanslag op Bali in 2002. Hij zorgde ervoor dat de daders werden opgespoord en gearresteerd.
Yudhoyono heeft het plan de economie van Indonesië te verbeteren. In 2006 zijn er drie politieke doelstellingen van kracht:
- verbeteren investeringsklimaat
- verbeteren infrastructuur
- verbeteren en stabiliseren financiële sector.
Dit valt niet mee omdat zowel nationaal als internationaal het vertrouwen moet worden hersteld. Bovendien werd Indonesië geteisterd door natuurrampen zoals overstromingen en een aardbeving in Yogyakarta.

Tot nu toe is Yudhoyono komt nogal besluiteloos over. Toen na de tsunami hulporganisaties uit de hele wereld hulp kwamen bieden, werden in Jakarta commissies bedacht en teams opgezet die er maanden over deden om een plan te bedenken voor wederopbouw.
Yudhoyono gedraagt zich democratisch en absoluut niet als en dictator.


4.2 Bestuurlijke indeling
Indonesië heeft 33 provincies. Deze provincies worden bestuurd door een gouverneur, die aan de president, via de minister van Binnenlandse Zaken, verantwoording is verschuldigd. Iedere provincie is onderverdeeld in districten of gemeenten. In totaal zijn er 354 districten en 91 steden.
Onder oud-president Megawati hebben constitutionele hervormingen plaatsgevonden die het mogelijk maakten de huidige president en vice-president direct door de bevolking te laten kiezen. De president is ook opperbevelhebber van het leger. Onder leiding van de in 2004 gekozen president Susilo Bambang Yudhoyono (de zesde president) vinden in Indonesië langzaamaan economische en juridische hervormingen plaats.
De Indonesische grondwet is sinds 1999 diverse malen aangepast en daarom zijn er nu zes belangrijkste organisaties van het land:
- De Raadgevende Vergadering van het Volk (Majelis Permusyawaratan ofwel MPR), het parlement, dat bestaat uit de Eerste en Tweede kamer, de president, het Hooggerechtshof en de rekenkamer.
- Het Huis van Volksvertegenwoordigers - Tweede kamer en tevens wetgevende macht - heeft 550 zetels en de Regionale Vertegenwoordigers Council - de eerste kamer - 128 zetels en worden gekozen in de algemene verkiezingen.

Subconclusie
Tot 1949 was Indonesië een kolonie van Nederland. Van 1945 tot 1949 was Soekarno leider van het Indonesische verzet. In 1949 stichtte hij de republiek Indonesië. De hele kolonie werd daarmee 1 land, hoeveel de eilanden onderling ook verschilde.

Soekarno was een dictator. Hij vermoorde honderdduizenden mensen, zogenaamde communisten, maar eigenlijk vanwege hun overtuiging, welvaart, opleiding, huidskleur of etnische achtergrond.
Zijn opvolger Soeharto was wel gekozen en (herkozen) als president, maar regeerde als een dictator. Mensen die het niet met hem eens waren liepen het risico in de gevangenis te belanden.
Habibie was de gekozen opvolger van Soeharto. Zij werden ook wel een twee-eenheid genoemd, omdat Habibie deed wat Soeharto wilde. Daarom vertrouwde de bevolking Habibie niet en werd hij afgezet. De werkelijke macht onder Habibie lag bij generaal Wiranto.
Wahid was ook een gekozen president en een gematigde leider. Er waren geruchten dat om die reden het leger een staatsgreep wou doen.
Megawatti was de eerste vrouwelijke gekozen president. Zij is de dochter van Soekarno. Zij was niet zo gematigd als Wahid. Zij heeft gezorgd dat de president voortaan rechtstreeks door de bevolking kan worden gekozen. Aan de andere kant regeerde zij met harde hand. Zij heeft afscheidingsbewegingen van Papua en Atjeh hardhandig neergeslagen. Er vielen daarbij duizenden doden. Bovendien heeft zij kort voor aftreden nog even goed voor haarzelf gezorgd door te bepalen dat ex-staatshoofden recht hebben op een wagen en chauffeur, een goed pensioen en levenslange medische hulp.
Susilo Bambang Yudhoyono is in 2004 de eerste rechtstreeks door het volk gekozen president van Indonesië geworden. Yudhoyono begon zijn strijd tegen het terrorisme na de bomaanslag op Bali in 2002. Hij zorgde ervoor dat de daders werden opgespoord en gearresteerd.

Het leger heeft altijd een grote rol gespeeld. Tijdens de regeerperiode van Soekarno en Soeharto was het leger duidelijk aanwezig. Zij waren de baas over het leger.

Toen Habibie gekozen werd lag de werkelijke macht bij het leger. Zo ook bij Wahid.
Tijdens de periode van Wahid was er sprake van een dreiging van een staatsgreep omdat Wahid te gematigd was. Tijdens de periode van Megawatti was het leger weer duidelijk aanwezig met de duizenden doden van de afscheidingsbewegingen van Papua en Atjeh.
Yudhoyno is begonnen met zijn strijd tegen het terrorisme in 2004. De vraag is welke invloed het leger nu heeft. Tot nu toe heeft het leger zich rustig gehouden. Zolang het leger niet de macht heeft, heeft de democratie een kans.

De president en de vice-president worden rechtstreeks gekozen door de bevolking. Het land is verdeeld in provincies die aangestuurd worden door gouverneurs.
Er zijn 2 belangrijke organisaties, die weer onderverdeeld zijn, namelijk:
- De Raadgevende Vergadering van het Volk (Majelis Permusyawaratan ofwel MPR), het parlement, dat bestaat uit de Eerste en Tweede kamer, de president, het Hooggerechtshof en de rekenkamer.
- Het Huis van Volksvertegenwoordigers - Tweede kamer en tevens wetgevende macht - heeft 550 zetels en de Regionale Vertegenwoordigers Council - de eerste kamer - 128 zetels en worden gekozen in de algemene verkiezingen.

Hoofdstuk 5 Welzijn

5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk vertel ik wat over welzijn in Indonesië. Eerst leg ik uit wat welzijn is. Daarna heb ik het over twee belangrijke onderwerpen, namelijk onderwijs en gezondheidszorg. Ik vertel hoe het daar nu is geregeld.


5.2 Welzijn
Welzijn gaat over het goed voelen van de mens. Volgens de “Dikke van Dale” is het een toestand waarbij men in materieel en geestelijk opzicht gelukkig is.
In Indonesië is het minimum loon ongeveer 50 EURO per maand. Mensen hebben eten en onderdak. Het inkomen is wel weinig, maar mensen kunnen er van leven.
Er zijn veel welzijnsorganisaties in Indonesië, een voorbeeld hiervan is SWPI. Dit is een organisatie met als doel het verlenen van directe hulp aan de hulpbehoevende mens in Indonesië. Dit doen ze door instellingen in Indonesië die zich bezig houden met opleiding, opvang en begeleiding te helpen. De stichting geeft kortdurende professionele personele ondersteuning. Bijvoorbeeld een kliniek op Surabaya heeft gevraagd om deskundigheidsbevordering van de oncologie-verpleegkundigen. De stichting heeft hiervoor een plan gemaakt en dit laten uitvoeren. De Vereniging van Oncologie Verpleegkundigen in Utrecht (NL) heeft hierbij geholpen door een personeelsadvertentie in hun blad te zetten. Hierdoor zijn er nu verpleegkundigen aan het werk in de kliniek op Surabaya.

5.3 Gezondheidszorg
Hoewel de gezondheidszorg de laatste jaren erg is verbeterd, is deze nog lang niet op een goed niveau. Dit zie je bijvoorbeeld aan het aantal ziekenhuisbedden per 1.000 inwoners. In 2006 was die 0.7 bedden op 1.000 bewoners. Het aantal artsen per 1.000 inwoners was ook 0.7.
Toch is er vooruitgang, zoals vooral blijkt uit cijfers over de kindersterfte en de gemiddelde levensverwachting. De kindersterfte daalde van 89,5 per 1.000 levend geborenen (1985), via 67,3 (1994) naar 29,6 in 2006, maar is nog hoog. De gemiddelde levensverwachting liep vanaf 1967 op van 46 naar 67,4 jaar in 2006.

Sinds de economische crisis van 1997-1998 loopt Indonesië achter bij andere arme landen op het gebied van investeringen in de gezondheidszorg. De druk op het systeem neemt toe, de bevolking wordt ouder en er is een toegenomen migratie naar de steden (van het platteland naar de steden). Ook de uitgaven aan de gezondheidszorg per persoon stijgen jaarlijks, van 11,6 US dollar in 1999 naar 17,6 dollar in 2004. Volgens schattingen van de EU zal dit bedrag in 2008 uitkomen op 22 US dollar.
De Indonesische regering heeft de afgelopen jaren vooral veel aandacht gehad voor het uitbreiden van ziekenhuizen op het platteland. Het aantal openbare gezondheidscentra steeg daar de laatste dertig jaar van 1.250 tot meer dan 7.000. Ook het aantal eerstehulpposten en mobiele gezondheidscentra werd sterk uitgebreid met 28.000 stuks. Bij de gezondheidszorg speelt vooral het voorkomen van ziektes een belangrijke rol en daarom is er veel aandacht voor voeding en drinkwater.
Eind september 2004 werd een wet aangenomen die ervoor zorgt dat de armen, 40 miljoen mensen, gratis gezondheidszorg krijgen. Helaas stond in de Jakarta Post van november 2007 dat door corruptie veel arme mensen moeilijk gebruik kunnen maken van de gratis zorg. Bijvoorbeeld iedereen die betaald gaat voor. Zodat je een hele dag moet wachten op zorg voor een doodziek kind.
5.4 Onderwijs
In Indische steden gaat ongeveer 80 procent van de kinderen naar school. Er is leerplicht voor kinderen van 7 jaar tot en met 15 jaar. Op het platteland gaan er nog een stuk minder kinderen naar school. Het onderwijs wordt gegeven in het Bahasa Indonesia (de Indonesische taal). De school begint al om 7:00 uur en duurt tot 12:00 of 13:00 uur. In Indonesië is weinig geld voor onderwijs beschikbaar. Van het overheidsgeld wordt ongeveer 3.7% aan basisonderwijs besteed. Er gaan evenveel jongens als meisjes naar school. In een klas zitten gemiddeld 20 kinderen.

En de meeste mensen hebben al helemaal geen geld om hun kinderen door te laten leren. Deze kinderen moeten dan gaan werken. Alleen de rijke mensen kunnen hun kinderen een goede opleiding geven. Veel kinderen gaan maar een paar jaar naar school dan hebben ze maar een paar woordjes leren lezen en schrijven.
De kinderen moeten netjes in uniform op school komen. Alle kinderen moeten het er zelfde uitzien, zodat je geen verschil ziet tussen kinderen van arme en van rijke ouders. Alleen de schoenen mogen zelf gekozen worden. Een deel is van school gestuurd omdat ze meer dan twee keer zijn blijven zitten. Soms worden kinderen door hun ouders van school gehaald om mee te helpen op het land of in het huishouden.

Nederland heeft geholpen door 8000 scholen op te knappen en heeft geholpen bij het verbeteren van de lesstof. Ook wordt er op scholen nu voorlichting gegeven over HIV/AIDS.

Subconclusie
Welzijn is een toestand waarbij men in materieel en geestelijk opzicht gelukkig is.
Hoewel de gezondheidszorg de laatste jaren erg is verbeterd, is deze nog lang niet op een goed niveau.
Toch is er vooruitgang, het gemiddelde aantal kinderen dat sterft is omlaag gegaan naar 29.6 op 1.000 kinderen. De gemiddelde levensverwachting is gestegen naar 67.4 jaar.
Er is leerplicht in Indonesië van 7 tot 15 jaar, maar de kinderen worden soms van school gehaald omdat de mensen er geen geld voor hebben. Het is raar dat mensen dan ook uniformen voor hun kinderen moeten kopen terwijl een groot deel daar geen geld voor heeft. Een deel wordt van school gestuurd omdat ze meer dan twee keer zijn blijven zitten. Dat zou in Nederland toch niet kunnen.

Conclusie

Indonesië is een eilandengroep tussen het zuidoosten van Azië en Australië. Het bestaat uit ongeveer 14.000 eilanden.

Indonesië ligt op 2 tektonische platen waardoor er veel vulkanen zijn.
Er heerst een tropisch regenklimaat.
Indonesië bestaat voor 60 % uit regenwouden. In het oosten zijn er meer droge landschappen zoals savannes en rotsgronden. Door houtkap en verbranding van regenwouden ontstaat erosie. Hierdoor verarmt de grond en ontstaan er overstromingen.

In Indonesië leven wel 300 verschillende bevolkingsgroepen. Indonesië is nu voor 90% islamitisch. En hoewel 90% van de bevolking islamitisch is zijn er grote culturele verschillen.
De bevolkingsdichtheid is vooral erg groot op Bali en Java omdat daar werkgelegenheid is. Deze grote bevolkingsdichtheid geeft veel overlast, bijvoorbeeld woningnood, werkloosheid, misdaad, verkeersoverlast in de grote steden, vervuiling en een aanslag op de natuur.
De regering van Suharto heeft geprobeerd deze problemen op te lossen door het plan Transmigrasi uit te voeren. Dat plan is mislukt. Bijna 60% van de totale bevolking woont op Java.

Het gevolg van de onafhankelijkheid van Indonesië was grote armoede. Pas in 1965 ging het beter met de economie. Toch is Indonesië nog steeds een ontwikkelingsland. Gemiddeld verdient de Indonesiër 710 EURO per jaar.
Indonesië verdient het meeste geld met de export van aardolie en gas. Daarnaast is tin een belangrijke grondstof.

Bijna de helft van de Indonesiërs werkt op het land, en leeft van landbouw of veeteelt.
Er wordt voor eigen gebruik veel rijst geteeld. En cassave, mais, pinda’s, cocosnoten en suikerriet.
Exportproducten zijn vooral koffie, cacao, hout, rubber, kokosnoten, specerijen, thee en tabak.
Er wordt veel illegaal hout gekapt. FSC/hout is steeds meer in opkomst, maar nog maar een klein percentage van de totale houtkap.
Er wordt vooral voor eigen gebruik gevist, er is wat visindustrie.
Vooral op west Java is er industrie. De textielindustrie is in opkomst.

Tot 1949 was Indonesië een kolonie van Nederland. Van 1945 tot 1949 was Soekarno leider van het Indonesische verzet. In 1949 stichtte hij de republiek Indonesië. De hele kolonie werd daarmee 1 land, hoeveel de eilanden onderling ook verschilde.
Soekarno was een dictator. Hij vermoorde honderdduizenden mensen, zogenaamde communisten, maar eigenlijk vanwege hun overtuiging, welvaart, opleiding, huidskleur of etnische achtergrond.
Zijn opvolger Soeharto was wel gekozen en (herkozen) als president, maar regeerde als een dictator. Mensen die het niet met hem eens waren liepen het risico in de gevangenis te belanden.

Habibie was de gekozen opvolger van Soeharto. Zij werden ook wel een twee-eenheid genoemd, omdat Habibie deed wat Soeharto wilde. Daarom vertrouwde de bevolking hem niet. Habibie niet en werd hij afgezet. De werkelijke macht onder Habibie lag bij generaal Wiranto.
Wahid was ook een gekozen president en een gematigde leider. Er waren geruchten dat om die reden het leger een staatsgreep wou doen.
Megawatti was de eerste vrouwelijke gekozen president. Zij is de dochter van Soekarno. Zij was niet zo gematigd als Wahid. Zij heeft gezorgd dat de president voortaan rechtstreeks door de bevolking kan worden gekozen. Aan de andere kant regeerde zij met harde hand. Zij heeft afscheidingsbewegingen van Papua en Atjeh hardhandig neergeslagen. Er vielen daarbij duizenden doden! Bovendien heeft zij kort voor aftreden nog even goed voor zichzelf gezorgd door te bepalen dat ex-staatshoofden recht hebben op een wagen en chauffeur, een goed pensioen en levenslange medische hulp.
Susilo Bambang Yudhoyono is in 2004 de eerste rechtstreeks door het volk gekozen president van Indonesië geworden. Yudhoyono begon zijn strijd tegen het terrorisme na de bomaanslag op Bali in 2002. Hij zorgde ervoor dat de daders werden opgespoord en gearresteerd.

Het leger heeft altijd een grote rol gespeeld. Tijdens de regeerperiode van Soekarno en Soeharto was het leger duidelijk aanwezig. Zij waren de baas over het leger.
Toen Habibie gekozen werd lag de werkelijke macht bij het leger. Zo ook bij Wahid.
Tijdens de periode van Wahid was er sprake van een dreiging van een staatsgreep omdat Wahid te gematigd was. Tijdens de periode van Megawatti was het leger weer duidelijk aanwezig met de duizenden doden van de afscheidingsbewegingen van Papua en Atjeh.
Yudhoyno is begonnen met zijn strijd tegen het terrorisme in 2004. De vraag is welke invloed het leger nu heeft. Tot nu toe heeft het leger zich rustig gehouden. Zolang het leger niet de macht heeft, heeft de democratie een kans.


De president en de vice-president worden rechtstreeks gekozen door de bevolking. Het land is verdeeld in provincies die aangestuurd worden door gouverneurs.
Er zijn 2 belangrijke organisaties, die weer onderverdeeld zijn, namelijk:
- De Raadgevende Vergadering van het Volk (Majelis Permusyawaratan ofwel MPR), het parlement, dat bestaat uit de Eerste en Tweede kamer, de president, het Hooggerechtshof en de rekenkamer.
- Het Huis van Volksvertegenwoordigers - Tweede kamer en tevens wetgevende macht - heeft 550 zetels en de Regionale Vertegenwoordigers Council - de eerste kamer - 128 zetels en worden gekozen in de algemene verkiezingen

Welzijn is een toestand waarbij men in materieel en geestelijk opzicht gelukkig is.
Hoewel de gezondheidszorg de laatste jaren erg is verbeterd, is deze nog lang niet op een goed niveau
Toch is er vooruitgang, het gemiddelde aantal kinderen dat sterft is omlaag gegaan naar
29.6 op 1.000 kinderen. De gemiddelde levensverwachting is gestegen naar 67.4 jaar.
Er is leerplicht in Indonesië van 7 tot 15 jaar, maar de kinderen worden soms van school gehaald omdat de mensen er geen geld voor hebben. Het is raar dat mensen dan ook uniformen voor hun kinderen moeten kopen terwijl een groot deel daar geen geld voor heeft. Een deel wordt van school gestuurd omdat ze meer dan twee keer zijn blijven zitten. Dat zou in Nederland toch niet kunnen.

Nawoord
Eigenlijk kan je niet zeggen dat Indonesië een land is. Er zijn zoveel verschillen op het gebied van natuur en cultuur en etnische achtergrond. De mensen zien er anders uit, praten een andere taal, hebben compleet verschillende culturele achtergronden.

Dat bijvoorbeeld Papua zich wil afscheiden, vind ik niet gek. Ik ben benieuwd hoe dit zich verder gaat ontwikkelen.
Politiek gezien is het land nu stabiel onder Yudhoyono. Maar of dat zo blijft als er nog meer natuurrampen of aanslagen komen is de vraag. Want deze rampen hebben nadelige gevolgen voor de economie.
In mijn werkstuk ben ik helaas geen spannende verhalen van mijn opa tegengekomen. Indonesië is in werkelijkheid een prachtig land met grote problemen.

REACTIES

N.

N.

een heeeel lang werkstuk met veel info hoe Indonesiƫ nu eigenlijk is.

10 jaar geleden

P.

P.

koekoek

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.