Gran Canaria

INHOUDSOPGAVE.

1. Inleiding
2. Wat is Gran Canaria
3. De geschiedenis
4. Hoe ziet het eiland eruit
5. Het klimaat
6. Toeristeneiland
7. Uitstapjes
8. Hoe kom je er
9. Wat heb ik gebruikt
10. Slotwoord

1. INLEIDING.

Mijn werkstuk gaat over het eiland Gran Canaria.
Het eiland Gran Canaria is mijn favoriete vakantieplek.
Mijn ouders zijn er al heel vaak geweest. Zij hebben elkaar daar ook leren kennen. Daarom gaan we er heel vaak heen. Ik ben er zelf al 5x geweest.
Ik heb dus al veel van het eiland gezien. Met dit werkstuk wil ik nog wat meer te weten komen over Gran Canaria.

In dit bungalowpark hebben wij ongeveer 1,5 jaar geleden onze vakantie gevierd.

2. WAT IS GRAN CANARIA.

Het eiland Gran Canaria behoort tot de Canarische eilanden. Dat zijn 7 bewoonde eilanden en 7 onbewoonde eilanden. Ze liggen in de Atlantische Oceaan op ongeveer 150 kilometer van Marokko. De zeven bewoonde eilanden zijn Gran Canaria, Tenerife, Fuerteventura, Lanzarote, La Palma, La Gomera en El Hierro.

De Canarische eilanden behoren tot Spanje. Ze vormen samen twee provincies van Spanje. De afstand naar Spanje is ongeveer 1.500 kilometer. Vanuit Nederland is het ongeveer 3.700 kilometer. Gran Canaria heeft een oppervlakte van 1.530 vierkante kilometer. Tenerife en Fuerteventura zijn iets groter dan Gran Canaria.
In dit werkstuk houd ik het over het eiland Gran Canaria. Gran Canaria is ongeveer even groot als de provincie Utrecht. De hoofdstad heet Las Palmas. Deze hoofdstad ligt in het noorden van het eiland. Wij gaan altijd naar het zuiden van het eiland, naar de plaats Playa de les Ingles (strand van de Engelsen).
Hier gaan de meeste toeristen heen. Dat is een groot gebied met allemaal zandheuvels. Omdat het zo droog is, groeien er veel palmbomen en cactussen.
Er wordt voornamelijk Spaans gesproken, maar ook Engels, Duits en soms ook Nederlands. Vroeger moest je betalen met peseta,s. 100 peseta’s was ongeveer 2,74 gulden. Nu moet je net als in Europa met euro,s betalen.
In Gran Canaria rijden veel taxi,s. De taxi,s zijn daar meestal wit. Op Gran Canaria is de tijd een uur vroeger dan in Nederland. Het wegennet van Gran Canaria is 1.560 kilometer lang en zorgt er voor dat iedere bus er kan rijden. De bussen hebben een groene Kleur.
Gran Canaria is bijna helemaal rond. Er wonen 700.000 mensen op Gran Canaria, waarvan het grootste deel in Las Palmas. De bevolking is er heel vriendelijk en behulpzaam. Per jaar krijgen ze zo,n 3 miljoen mensen op bezoek.
De haven van Las Palmas ”Puerto de la Luz’ is een van de belangrijkste havens ter wereld.

3. GESCHIEDENIS.

Volgens de legende zouden de eilanden een overblijfsel zijn van het ooit vergaande Atlantis. De bewijzen zijn nooit gevonden. De eilanden hebben een vulkanische oorsprong. Ze zijn ontstaan door vulkaanuitbarstingen.
De Canarische eilanden werden vroeger bewoond door de Guanchen, een volk dat afstamt van de Vikingen. De Guanchen waren groot, blond en hadden blauwe ogen.

In die tijd was Gran Canaria in allemaal kleine koninkrijken verdeeld. Nog altijd hebben sommige steden op Gran Canaria namen die uit de tijd van de Guanchen stammen. In hun tijd was Galder de hoofdstad. Dit zijn wat namen van de Guanchen die nu nog worden gebruikt: Julio, Juan, Dolares, Jonay, Mencei en Janira .
Spanje kreeg in 1344 de eilanden toegewezen door de paus. Het lukte Spanje pas in 1483 om de Guanchen tot overgave te dwingen. Op veel plaatsen liggen nog grotten van de Guanchen. De Spanjaarden bouwden in de 16e eeuw dorpen en steden, legden plantages aan en bouwden kapellen en kerken.
Tijdens Amerikaanse reizen vormde Las Palmas voor Columbus een belangrijk tussenstation. In 1820 wordt Las Palmas officieel de hoofdstad van Gran Canaria. In 1884 wordt het eerste hotel in Las Palmas geopend. Het toerisme komt op gang. In 1930 word de luchthaven Gando gebouwd. In 1999 komen er 3 miljoen toeristen per jaar naar Gran Canaria.
Gran Canaria dankt zijn naam aan de bijzondere grote honden die de eerste ontdekkingsreizigers op het eiland aan troffen (Latijn: canes = hond)

4. HOE ZIET HET EILAND ERUIT.

Gran Canaria is een wondermooi eiland. Het eiland ziet er heel wisselend uit. Er is veel natuurschoon. Men kan het landschap onderscheiden in drie dingen: de Cumbre (centraal gebergte), de Costa (kustgebied) en de Medianas (heuvelachtig gebied). Het binnenland van Gran Canaria is bergachtig, dus met veel rotspartijen. Er zijn veel bossen en een paar stuwmeren. Er is nog een krater van de vulkaan. Het hoogste punt van het eiland is de Pica de las Nieves met 1950 meter hoog. In het noorden is het koeler en regent het dus vaker. Daarom groeit er daar van alles. Het ziet er daar heel groen uit. Er liggen veel bananenplantages en dennenbossen. De westkust bestaat uit steil uit zee oprijzende rotswanden (tot 1.000 meter hoog). In het oosten vindt men de grootste en breedste stranden. In het zuiden is het warm en droog. Er ligt zelfs een stuk woestijn, vooral in de buurt van Maspalomas. Op het eiland groeien vooral tomaten, noten, suikerriet, palmen, bananen en pijnbomen.

Een zeer bekend punt op Gran Canaria is de Dedo de Dios (Vinger van God), Dit is een rotsmassief van 30 meter hoog, dat bij de plaats Agaete uit de zee oprijst. Helaas is deze rotsspits afgelopen november 2005 tijdens de tropische storm Delta afgebroken. Aan het eind van dit werkstuk heb ik een krantenartikel hierover opgenomen.

5. KLIMAAT.

De meeste mensen komen voor het weer naar Gran Canaria. Het hele jaar door is het in de zee tussen de 19 en 24 graden en tussen de 21 en 28 graden op het land. Het klimaat op Gran Canaria wordt bepaald door drie natuurkrachten: de constante noordoostpassaat, de hete Zuidelijke zon bij de kreeftskeerkring en uit het noorden de gelijkmatige, koele Canarische zeestroom. De hoofdstad Las Palmas ligt in het noorden, daar valt de meeste regen. Dat komt door een 1950 meter hoge gebergte. Die houdt de laaghangende bewolking tegen. Het noorden is groen en het zuiden is droog en dor. In het noorden is het meestal koeler dan in het zuiden.
In het zuiden van het eiland is het erg droog. Een gedeelte bestaat uit een woestijn. Het is er namelijk altijd mooi weer. Zelfs als het hier winter is dan is het daar nog ongeveer 25 graden en schijnt de zon de hele dag. In de wintermaanden valt er ongeveer 3 dagen per maand regen. Gran Canaria heeft eigenlijk een tekort aan water. De temperaturen worden aan de kust getemperd door de golfslag en in het gebergte door de hoogteligging. Voor elke honderd meter hoogte daalt de temperatuur een halve graad.

6. TOERISTENEILAND.

Gran Canaria wordt vaak het eiland met de gouden stranden genoemd. Op het strand is altijd wel wat te doen. Je kunt er natuurlijk zonnen en zwemmen, maar ook waterskien, surfen, varen (op zo’n banaan of op een ski-jet) of parachutespringen. Ook kun je heerlijk langs het strand wandelen of schelpen zoeken. Je kunt er met een mountainbike, een kameel of een open jeep een tocht maken. In Maspalomas wordt altijd in januari een voetbaltoernooi gehouden met buitenlandse ploegen. Als het avond is, ga je meestal uit eten. Je kunt er van alles eten. Je kan daar ook naar Nederlandse restaurants, zoals bijvoorbeeld Broodje Amsterdam. Daar kun je patat en frikandel eten, toch wel lekker hoor. Altijd krijg je er een groot glas drinken bij. Lekker.

De echte toeristenplaatsen zijn:
Playa del Ingles; San Agustin; Puerto Rico; Maspalomas; Campo Internacional.

Playa del Ingles.
Dit is de bekendste badplaats van Gran Canaria. Er is een mooi en breed zandstrand, een bruisend uitgaansleven en een veelheid aan restaurantjes, barretjes en terrassen. Deze badplaats heeft geen oud centrum, maar verspreid over de plaats ligt een aantal grote winkelcentra. Verder zijn er veel hotels, bungalowparken en dergelijke. Wij gaan altijd naar deze badplaats.

San Agustin.
Deze plaats ligt tussen de hoofdstad Las Palmas en dé toeristenplaats Playa del Ingles. Nog niet zo heel lang geleden was het slechts een vissershaventje. Nu staan hier 5 sterren hotels, een casino met nachtclub en gezellige discotheken. Het is een langgerekte badplaats met vaak tegen de heuvels aangebouwde hotels. In het centrum bevinden zich de winkels, bars en restaurants. San Agustin heeft een grillige kustlijn met verschillende stranden, die ingesloten zijn door rotsen.

Puerto Rico.
Deze badplaats was altijd een weinig toegankelijke, dorre en windstille vallei, maar toen er ondergrondse waterbronnen werden aangeboord ontwikkelde Puerto Rico zich tot een aantrekkelijke toeristische badplaats. De grote hotelcomplexen zijn tegen de heuvel gebouwd, waardoor er een prachtig uitzicht over de zee ontstaat. Beneden in de kom liggen de winkels, bars en restaurants.
Het strand is opgespoten. Er zijn twee havens: een vissershaven en een haven voor jachten en zeilboten.

Maspalomas.
Deze plaats is beroemd om zijn schitterende duinen. Hierdoor behoort Maspalomas tot één van de beschermde natuurgebieden van Spanje. Het strand is hier 6 km lang. Vanaf Playa del Ingles kan men over het strand wandelen naar Maspalomas. In Maspalomas staat de vuurtoren (Faro). Er zijn winkels, vooral veel duurdere winkels, bars, terrassen en restaurants. Ook zijn er veel luxere hotels. Verder is er een groot golfterrein.

Campo Internacional.
Is een uitgestrekt vakantiegebied tussen Maspalomas en Playa del Ingles. Het ligt niet direct aan het strand. Er voornamelijk ruim opgezette bungalowparken. Ook is er een groot winkelcentrum. Het is een meer rustige omgeving.

7. UITSTAPJES.

Midden in de bergen ligt een dierenpark, geheten Palmitospark. Hier kun je allerlei vogels, apen, krokodillen en vissen bekjiken. Ook doen ze er een show met roofvogels en met papegaaien. Die moet dan allerlei kunstjes doen. Ik vond het hartstikke leuk.

Een ander leuk uitstapje is een bezoek aan Sioux-city. Dat is een cowboy- en indianendorp. De cowboys en indianen geven er shows. Bijvoorbeeld met lasso,s en schietgeweren. Toen ik er was, waren er een stel cowboys die een bank beroofden. Er volgde toen een schietpartij. Het was hartstikke spannend. Ik mocht zelf ook nog schieten met een echt geweer en op een indianenpaard zitten. Ook heb ik in een huifkar gezeten. Het was erg leuk. In een cowboycafé (saloon geheten) hebben we nog wat gedronken.

Je kunt ook een wandeling van circa 8 kilometer over het strand naar de vuurtoren van Maspalomas maken. Je komt langs mooie natuurgebieden en hoge duinen.

Je kunt er ook nog naar de Gran Karting Club. Dat is een kartbaan van 1650 meter lang.

Er zijn ook heel veel winkelcentrums, zoals Cita, Kasbah, Yumbo, Gran Chapparal, Annexia en Faro. Hier vind je honderden restaurants en terrasjes. En er zijn ook veel disco’s.

Een erg leuk uitstapje vond ik de jeepsafari. We trokken met open jeeps de bergen in. Over smalle bergweggetjes gereden, langs diepe afgronden. Bij een stuwmeer geweest en diverse Canarische dorpjes bekeken. We kregen ook echt Canarisch eten, maar dat vond ik niet zo lekker. Het was een hartstikke spannende tocht, waarbij ik veel van het rotsachtige binnenland heb gezien.

8. HOE KOM JE ER.

Als je naar Gran Canaria toe wilt, kan dat op twee manieren, namelijk met de boot of met het vliegtuig.
Met de boot, vanaf het vaste land Spanje, doe je er twee dagen over. Een keer per week gaat de veerboot van Cadiz naar Las Palmas. Tussen de zeven eilanden zijn regelmatige veerbootverbindingen.
De meeste mensen uit Nederland gaan met het vliegtuig. Vanaf Schiphol is het ongeveer 4 uur vliegen.
Nu vertel ik even over mijn reis naar Gran Canaria. Allereerst gingen we met de auto naar Schiphol bij Amsterdam. Daar aangekomen moet je eerst inchecken. Je moet dan bij een balie je vliegtickets inleveren. De mevrouw achter de balie schrijft je in voor het vliegtuig. Je krijgt dan een instapkaart mee. Dat is een soort entreekaartje voor het vliegtuig. Ook geef je bij de balie je koffers af. Deze gaan via een lopende band naar het vliegtuig. Vervolgens ga je naar de douane. Daar wordt je paspoort gecontroleerd. Als je daar doorheen bent, kom je bij allemaal winkeltjes en restaurantjes. Dat is wel leuk, want je moet altijd minimaal twee uur voordat het vliegtuig vertrekt aanwezig zijn op Schiphol. Tegen de tijd dat het vliegtuig vertrekt, verzamelen alle mensen zich bij de gate. Eerst moet je tas door een kast. Er wordt dan gekeken of je geen verboden spullen mee hebt, bijvoorbeeld drugs of wapens. Daarna moet je zelf door een poortje lopen. Als je een wapen of iets anders van metaal bij je hebt, gaat er een alarmsirene af. Een politieagent neemt je dan mee. Dan geef je je instapkaartje af en mag je naar binnen. Als iedereen in het vliegtuig zit, wordt er omgeroepen gordels om gordels om. Als iedereen de gordels om heeft, rijden we zacht naar de startbaan, dan maakt het vliegtuig vaart en gaat het de lucht in. Opeens wordt er dan om geroepen de gordels mogen los en de gordels gaan los en als je naar beneden kijkt, zie alleen nog maar stipjes. Eigenlijk ga je heel hard. Maar het lijkt niet zo hard, maar het is eigenlijk heel snel. In het vliegtuig krijg je eten en drinken en ondertussen kijk je naar een film. Dan wordt opeens omgeroepen gordels om, we gaan landen, dan moet je even wachten en als de piloot het teken krijgt, gaat hij landen. Als het vliegtuig dan de grond raakt, gaan alle mensen klappen omdat ze geland zijn. Ik vind vliegen erg leuk en ik vind het ook niet eng. Nadat je bent uitgestapt, kom je in de aankomsthal. Op een lopende band komen de koffers. Vervolgens wordt je opgewacht door een reisleidster. Die brengt je met een bus naar je hotel of huisje. Nadat je de sleutel hebt ontvangen, kun je de koffers uitpakken en even uitrusten van de reis. Het vliegveld Aeropuerto de Gando ligt op een afstand van 22 kilometer van Las Palmas en 25 kilometer van Playa del Ingles.

9. WAT HEB IK GEBRUIKT.

Ik heb informatie gehaald uit een aantal boekjes, zoals:
Gran Canaria van Marco Polo;
Gran Canaria Elseviers Reiskompas;
Gran Canaria Fit vliegvakantie;
Gran Canaria minigids Everest;
Gran Canaria Neckermann;
Canarische eilanden van Capitool Reisgidsen.

Verder heb ik reisgidsen gehaald bij het reisbureau. Die konden we gelijk gebruiken om de vakantie voor 2006 uit te zoeken.
Ook heb ik gebruik gemaakt van de krant (De Telegraaf) en van diverse tijdschriften.

Ook heb ik naar informatie gezocht op het Internet. Er is zelfs een startpagina van Gran Canaria.

En ook wat ik zelf heb meegemaakt.

Bij het maken van dit werkstuk ben ik geholpen door mijn ouders en door mijn broer. Zij hebben mij vooral geholpen met het opzoeken van informatie en met het zoeken op internet. Ook hebben zij geholpen met het uitwerken van het werkstuk. Vooral hoe ik alles netjes met de computer (Word) kon typen.

10. SLOTWOORD.

Ik ben al een aantal keren op Gran Canaria geweest. Nu weet ik nog meer van Gran Canaria.
Ik hoop dat ik binnenkort weer naar Gran Canaria ga, want het lijkt me nu nog leuker dan voorheen.
Ik vind dat het een leuk werkstuk is geworden.